Sura, Verse
1 2, 29 | hemelen, want Hij heeft kennis van alle dingen. ~
2 2, 32 | zijt Gij. Wij bezitten geen kennis, buiten hetgeen Gij ons
3 2, 113| zeggen degenen, die geen kennis hebben. Maar Allah zal op
4 2, 120| hun wensen volgt, nadat de kennis tot u is gekomen, zult gij
5 2, 145| wens zoudt voldoen, nadat kennis tot u is gekomen, zoudt
6 2, 230| welke Hij aan de mensen, die kennis hebben duidelijk maakt. ~
7 2, 247| overvloedig toegerust met kennis en kracht." En Allah geeft
8 2, 255| zij kunnen niets van Zijn kennis omvatten, dan wat Hij wil.
9 2, 282| Vreest Allah. Allah schenkt u kennis en Allah weet alle dingen
10 3, 7 | vast gegrondvest zijn in kennis, die zeggen: "Wij geloven
11 3, 18 | engelen en degenen, die kennis bezitten, getuigen dit eveneens,
12 3, 19 | onderling uit afgunst, nadat kennis tot hen was gekomen. En
13 3, 61 | Jezus) redetwisten, nadat de kennis tot u gekomen is, zeg dan: "
14 3, 66 | over hetgeen, waarvan gij kennis hebt. Waarom twist gij dan (
15 3, 66 | hetgeen, waarvan gij geen kennis hebt? Allah weet en gij
16 4, 157| twijfel, zij hebben er geen kennis van doch volgen slechts
17 4, 162| hunner, die een grondige kennis bezitten en de gelovigen,
18 4, 166| heeft nedergezonden met Zijn kennis en de engelen getuigen eveneens
19 4, 176| zult afdwalen; Allah heeft kennis van alle dingen. ~~
20 5, 97 | op aarde is en dat Allah kennis heeft van alle dingen.
21 5, 109| zeggen: "Wij hebben geen kennis, Gij alleen zijt de Oerkenner
22 6, 80 | omvat alle dingen in Zijn kennis. Wilt gij er dan geen lering
23 6, 97 | uitgelegd aan een volk, dat kennis bezit. ~
24 6, 100| zij dichten Hem, zonder kennis, zonen en dochters toe.
25 6, 105| Wij het aan een volk dat kennis heeft, mogen duidelijk maken. ~
26 6, 119| hun boze neigingen zonder kennis. Waarlijk, uw Heer kent
27 6, 140| kinderen door gebrek aan kennis uit domheid doden en hetgeen,
28 6, 144| bedenkt om de mensen zonder kennis te doen dwalen?" Voorzeker,
29 6, 148| ondergingen. Zeg: "Hebt gij enige kennis? Toont het ons dan. Gij
30 7, 7 | zullen Wij hen zeker met kennis doen weten; want Wij zijn
31 7, 52 | Boek gebracht, dat Wij met kennis hebben uiteengezet, als
32 7, 89 | omvat alle dingen in Zijn kennis. Wij hebben in Allah ons
33 7, 187| zal plaatsvinden? Zeg: "De kennis daarvan is slechts bij mijn
34 7, 187| de hoogte zijt. Zeg: "De kennis er van is slechts bij Allah,
35 8, 43 | voorzeker, Hij heeft volle kennis over hetgeen in het innerlijk
36 9, 115| Voorzeker, Allah heeft kennis van alle dingen. ~
37 10, 39 | loochenen datgene waarvan zij de kennis niet konden omvatten, noch
38 10, 93 | niet van mening voordat de kennis tot hen kwam. Voorzeker,
39 11, 14 | dan, dat het met Allah's kennis is geopenbaard en dat er
40 11, 46 | hetgeen waarvan gij geen kennis bezit. Ik geef u raad om
41 11, 47 | niet te vragen waar ik geen kennis van heb. En indien Gij mij
42 12, 22 | schonken Wij hem oordeel en kennis; zo belonen Wij de goeden. ~
43 12, 68 | hij had voorzeker grote kennis, omdat Wij hem hadden onderwezen,
44 12, 76 | bevorderen in graden (van kennis en eer) wie Wij willen.
45 13, 37 | geopenbaard. En als gij, nadat kennis tot u is gekomen hun boze
46 13, 43 | Allah, alsmede hij die kennis van het Boek bezit zijn
47 15, 53 | tijding over een zoon, die met kennis zal zijn begiftigd." ~
48 16, 25 | van degenen die zij zonder kennis doen dwalen. Ziet! slecht
49 16, 27 | strijden?" Degenen, die met kennis zign begiftigd zullen antwoorden: "
50 16, 56 | datgene, waarvan zij geen kennis hebben. Bij Allah, gij zult
51 16, 70 | bereiken, waardoor zij na kennis te hebben vergaard, niets
52 17, 36 | datgene waarvan gij geen kennis bezit. Voorwaar, het oor,
53 17, 85 | is u slechts een weinig kennis van gegeven." ~
54 17, 107| degenen aan wie voordien kennis was geschonken werpen zich
55 18, 5 | 5. Zij hebben er geen kennis van en hun vaderen evenmin.
56 18, 65 | bewezen en wie Wij van Onze kennis hadden geschonken. ~
57 18, 91 | en Wij hadden volledig kennis van wat hij bezat. ~
58 19, 43 | mijn vader, er is inderdaad kennis tot mij gekomen die niet
59 20, 52 | 52. "De kennis daarvan is bij mijn Heer
60 20, 98 | omvat alle dingen in Zijn kennis. ~
61 20, 110| maar zij kunnen het met hun kennis niet omvatten. ~
62 20, 114| Heer, doe mij toenemen in kennis." ~
63 21, 74 | schonken Wij wijsheid en kennis. En Wij bevrijdden hem uit
64 21, 79 | schonken Wij wijsheid en kennis. En Wij noopten de bergen
65 21, 81 | gezegend. En Wij bezitten kennis van alle dingen. ~
66 22, 3 | Allah redetwisten zonder kennis en elke opstandige Satan
67 22, 8 | Allah redetwisten zonder kennis, richtsnoer of verlichtend
68 22, 54 | En opdat degenen aan wie kennis is gegeven mogen weten dat
69 22, 71 | en waaromtrent zij geen kennis bezitten. En voor degenen
70 24, 15 | zeidet, waarvan gij geen kennis bezat, dacht gij dat het
71 24, 35 | voor de mensen; Allah heeft kennis van alle dingen. ~
72 24, 64 | deden. Waarlijk Allah heeft kennis van alle dingen. ~~
73 27, 15 | 15. En Wij gaven kennis aan David en Salomo, en
74 27, 40 | 40. Iemand, die kennis van het geschrift had zeide: "
75 27, 42 | dezelfde." En ons is voordien kennis gegeven en wij zijn reeds
76 27, 66 | 66. Neen, hun kennis heeft geheel gefaald betreffende
77 28, 14 | gaven wij hem wijsheid en kennis; zo belonen Wij hen die
78 28, 78 | werd het alleen door mijn kennis gegeven." Wist hij niet
79 28, 80 | 80. Maar zij, aan wie kennis was gegeven, zeiden: "Wee
80 29, 8 | vereenzelvigt waarvan gij geen kennis hebt, gehoorzaam hen dan
81 29, 43 | geven, maar alleen zij die kennis bezitten begrijpen ze. ~
82 29, 49 | het hart van hen aan wie kennis is gegeven. En alleen de
83 29, 62 | Voorzeker, Allah heeft kennis van alle dingen. ~
84 30, 29 | eigen neigingen zonder enige kennis. En wie kan hen leiden,
85 31, 6 | door ijdele praatjes zonder kennis (anderen) van Allah's pad
86 31, 15 | vereenzelvigen, waarvan gij geen kennis hebt, gehoorzaam hen niet.
87 31, 20 | over Allah twisten, zonder kennis of enige leiding of een
88 31, 34 | Voorwaar, Allah alleen bezit de kennis van het Uur. Hij zendt de
89 33, 40 | der profeten; Allah heeft kennis van alle dingen. ~
90 33, 54 | verbergt, waarlijk Allah heeft kennis van alle dingen. ~
91 33, 63 | u over het Uur. Zeg: "De kennis er van is slechts bij Allah,"
92 34, 6 | 6. En zij, wie kennis is gegeven, zien, dat alles
93 35, 28 | Alleen Zijn dienaren die kennis bezitten, vrezen Allah.
94 36, 79 | doen herleven; Hij heeft kennis van de gehele schepping. ~
95 38, 69 | 69. Ik heb geen kennis van de verheven vergadering
96 40, 7 | in Uw barmhartigheid en kennis. Vergeef daarom hen die
97 40, 42 | vereenzelvigen waarvan ik geen kennis heb. En ik roep u tot de
98 40, 83 | namen zij genoegen met de kennis die zij bezaten. en de straf
99 41, 3 | verkondiging voor mensen die kennis bezitten. ~
100 41, 47 | Naar Hem alleen wordt de kennis van het Uur verwezen. En
101 41, 47 | zij verlost, dan met Zijn kennis. En de Dag waarop Hij tot
102 42, 12 | wil. Hij heeft voorzeker kennis van alle dingen. ~
103 42, 14 | slechts verdeeld, nadat de kennis tot hen was gekomen, door
104 43, 20 | daar in het geheel geen kennis van, zij vermoeden slechts. ~
105 43, 85 | toebehoort, en bij Hem is de kennis van het Uur, en tot Hem
106 45, 9 | wanneer hij van Onze tekenen kennis krijgt er mee spot. Voor
107 45, 17 | werden onenig slechts nadat kennis tot hen was gekomen door
108 45, 23 | liet dwalen, ondanks zijn kennis, en wiens oren en wiens
109 45, 24 | hebben daaromtrent geen kennis, zij vermoeden slechts. ~
110 46, 4 | geopenbaard of een spoor van kennis, indien gij de waarheid
111 46, 23 | 23. Hij zeide: "De kennis daarvan is slechts bij Allah,
112 47, 16 | zeggen zij tot hen aan wie kennis is gegeven: "Wat zeide hij
113 47, 30 | herkennen. En Allah heeft kennis van hetgeen gij doet. ~
114 48, 26 | het waardig. Allah heeft kennis van alle dingen. ~
115 49, 16 | is; waarlijk Allah heeft kennis van alle dingen." ~
116 53, 28 | Maar zij hebben daar geen kennis van. Zij volgen alleen een
117 53, 30 | 30. Zo ver reikt hun kennis. Voorwaar, uw Heer kent
118 53, 35 | 35. Bezit hij de kennis van het onzichtbare, zodat
119 57, 3 | Verborgene, en Hij heeft kennis van alle dingen. ~
120 58, 7 | Voorzeker, Allah heeft kennis van alle dingen. ~
121 58, 11 | gelovigen onder u en hen die kennis werd gegeven in rang verheffen.
122 64, 11 | zijn hart. - En Allah heeft kennis van alle dingen. ~
123 65, 12 | Allah alle dingen in zijn kennis omvat. ~~
124 66, 3 | zij: "Wie gaf u hiervan kennis? " Hij zeide: "De Alwetende,
125 67, 26 | 26. Zeg: "De kennis daarvan ligt alleen bij
126 68, 47 | 47. Of hebben zij kennis van het onzienlijke, zodat
127 72, 26 | geeft niemand overvloedig kennis van Zijn geheimen. ~
128 102, 5 | indien gij de zekerheid van kennis bezit - ~
|