Sura, Verse
1 2, 13 | die dwaas zijn, doch zij weten het niet. ~
2 2, 22 | nevens Allah, tegen beter weten in. ~
3 2, 26 | stellen. Zij die geloven weten, dat dit de Waarheid van
4 2, 42 | de waarheid tegen beter weten in. ~
5 2, 75 | hebben begrepen, tegen beter weten in. ~
6 2, 78 | hunner zijn ongeletterd; zij weten niets van het Boek, maar
7 2, 102| geen goed doet, hoewel zij weten, dat hij, die in deze zaken
8 2, 144| wie het Boek is gegeven, weten, dat dit de Waarheid is
9 2, 146| de Waarheid tegen beter weten in. ~
10 2, 188| kunt verteren, tegen beter weten in. ~
11 3, 71 | de waarheid tegen beter weten in? ~
12 3, 75 | Daarmede uiten zij tegen beter weten in een leugen tegen Allah. ~
13 3, 78 | tegen Allah, tegen beter weten in. ~
14 3, 135| slechte) daden tegen beter weten in, ~
15 5, 14 | Allah zal hen weldra laten weten, wat zij deden. ~
16 5, 54 | godsdienst afkeert, laat hem weten, dat Allah weldra een ander
17 5, 113| moge worden en wij mogen weten dat gij de waarheid tot
18 6, 33 | 33. Wij weten zeer goed dat hetgeen zij
19 6, 67 | en gij zult het weldra te weten komen. ~
20 6, 114| wie Wij het Boek gaven weten dat het van uw Heer is nedergezonden
21 6, 135| handel ook. Gij zult weldra weten voor wie de uiteindelijke
22 7, 7 | hen zeker met kennis doen weten; want Wij zijn nooit afwezig. ~
23 7, 123| maar gij zult het weldra te weten komen." ~
24 7, 131| Maar de meesten hunner weten het niet. ~
25 7, 187| Allah, maar de meeste mensen weten het niet." ~
26 8, 27 | toevertrouwde tegen beter weten in. ~
27 9, 63 | 63. Weten zij niet, dat hem die Allah
28 9, 78 | 78. Weten zij niet dat Allah hun geheimen
29 9, 104| 104. Weten zij niet, dat Allah berouw
30 10, 5 | uiteen voor een volk, dat wil weten. ~
31 11, 39 | 39. Dan zult gij weten wie het is, over wie een
32 11, 93 | mijne. Gij zult weldra te weten komen over wie een vernederende
33 12, 21 | gebod, maar de meeste mensen weten het niet. ~
34 12, 45 | verklaring er van laten weten, zend mij daarom." ~
35 12, 46 | terugkeren, zodat zij mogen weten." ~
36 12, 52 | Dit is, opdat hij moge weten dat ik hem in zijn afwezigheid
37 12, 68 | onderwezen, maar de meeste mensen weten het niet. ~
38 12, 108| roep tot Allah in zeker weten, ik en mijn volgelingen.
39 13, 31 | de gelovigen het niet te weten gekomen dat, indien Allah
40 13, 42 | ongelovigen zullen weldra weten voor wie de uiteindelijke
41 14, 52 | gewaarschuwd en opdat zij mogen weten dat Hij de Enige God is
42 15, 3 | zij zullen het weldra te weten komen. ~
43 15, 96 | zij zullen het weldra te weten komen. ~
44 15, 97 | 97. En Wij weten inderdaad dat uw boezem
45 16, 21 | Dood en niet levend, en zij weten niet wanneer zij zullen
46 16, 38 | belofte maar de meeste mensen weten het niet. ~
47 16, 39 | dat de ongelovigen mogen weten dat zij leugenaars waren. ~
48 16, 55 | dan en weldra zult gij te weten komen. ~
49 16, 70 | hebben vergaard, niets meer weten. Voorzeker, Allah is Alwetend,
50 16, 75 | Maar de meesten hunner weten het niet. ~
51 16, 101| Neen de meesten hunner weten het niet. ~
52 16, 103| 103. En Wij weten inderdaad dat zij zeggen
53 17, 47 | 47. Wij weten het best waar zij op letten
54 18, 20 | indien zij over jullie te weten komen, zullen zij jullie
55 18, 21 | gemaakt, opdat zij zouden weten, dat de belofte van Allah
56 18, 53 | zullen het Vuur zien en weten dat zij daarin zullen vallen;
57 19, 70 | 70. En voorzeker, Wij weten het best wie onder hen het
58 19, 75 | Uur - daarna zullen zij weten wie de slechtste plaats
59 20, 71 | en gij zult met zekerheid weten wie van ons gestrenger en
60 20, 104| 104. Wij weten wat zij zullen zeggen wanneer
61 20, 135| ook en weldra zult gij te weten komen wie de mensen van
62 22, 5 | geweten te hebben, niets meer weten. En gij ziet de aarde levenloos,
63 22, 54 | kennis is gegeven mogen weten dat het (de verkondiging)
64 24, 25 | volle geven, en zij zullen weten dat alleen Allah de duidelijke
65 25, 42 | Maar zij zullen weldra te weten komen, wanneer zij de straf
66 26, 49 | Maar gij zult het weldra te weten komen. Ik zal zeker uw handen
67 26, 197| kinderen van Israël het weten? ~
68 26, 227| onrechtvaardigen zullen weldra weten welke wending hun zaken
69 27, 54 | onzedelijkheid tegen beter weten in? ~
70 27, 61 | hunner (willen) het niet weten. ~
71 27, 65 | onzienlijke, behalve Allah; en zij weten niet wanneer zij zullen
72 28, 13 | treuren en opdat zij mocht weten dat de belofte van Allah
73 28, 75 | bewijs." Dan zullen zij weten dat de Waarheid aan Allah
74 29, 32 | daar." Zij zeiden: "Wij weten wel wie daar woont. Wij
75 29, 66 | zij zullen het weldra te weten komen. ~
76 30, 30 | geloof. Maar de meeste mensen weten het niet. - ~
77 30, 34 | maar gij zult het weldra te weten komen. ~
78 30, 59 | van hen, die niet willen weten. ~
79 31, 25 | Maar de meesten hunner weten het niet.
80 34, 46 | dan nadenkt. En (gij zult weten) dat er geen krankzinnigheid
81 36, 76 | verdrieten. Voorwaar, Wij weten wat zij verbergen en wat
82 37, 158| terwijl de djinn zeer goed weten, dat zij voor Hem zullen
83 37, 170| zij zullen het weldra te weten komen. ~
84 38, 88 | gij de tijding er van te weten komen." ~~
85 39, 9 | Heer. Zeg: "Zijn zij die weten gelijk aan hen die niet
86 39, 9 | gelijk aan hen die niet weten?" Maar alleen de verstandigen
87 39, 39 | werkzaam, maar weldra zult gij weten ~
88 39, 52 | 52. Weten zij niet dat Allah de voorziening
89 40, 70 | weldra (de waarheid) te weten komen, ~
90 41, 48 | hen verloren en zij zullen weten dat zij gee toevluchtsoord
91 42, 18 | gelovigen vrezen er voor en weten dat het de Waarheid is.
92 43, 86 | Waarheid getuigt; en dat weten zij. ~
93 43, 89 | zullen zij (hun dwaijling) te weten komen. ~~
94 45, 32 | twijfel," zeidet gij: "Wij weten niet wat het Uur is: wij
95 49, 16 | gij Allah uw geloof doen weten, terwijl Hij weet wat in
96 50, 4 | 4. Wij weten wat de aarde van hen verteert
97 50, 16 | de mens geschapen en Wij weten alles wat zijn Ik hem toefluistert.
98 50, 45 | 45. Wij weten het beste wat zij zeggen
99 54, 26 | 26. Morgen zullen zij weten wie de grote leugenaar en
100 57, 29 | mensen van het Boek mogen weten, dat zij geen macht hebben
101 58, 14 | bij de leugen tegen beter weten in. ~
102 63, 8 | gelovigen; de huichelaars echter weten het niet.
103 65, 12 | midden neder, opdat gij moogt weten dat Allah macht heeft over
104 67, 14 | Hij Die schiep niet alles weten? Hij is Aldoordringend,
105 67, 17 | zal zenden? Dan zult gij weten, hoe (mijn) waarschuwing
106 67, 29 | vertrouwen. En gij zult weldra weten wie in klaarblijkelijke
107 69, 49 | 49. En voorzeker, Wij weten dat er onder u loochenaars
108 70, 39 | geschapen uit hetgeen zij weten. ~
109 72, 10 | 10. Wij weten daardoor niet of voor degenen
110 72, 24 | maar dan zullen zij ook weten wie zwakkere helpers en
111 72, 28 | 28. Opdat Hij moge weten dat zij (Zijn boodschappers)
112 78, 4 | zij zullen het spoedig te weten komen. ~
113 78, 5 | zij zullen het weldra te weten komen. ~
114 81, 14 | 14. Dan zal ieder ziel weten wat zij heeft voorbereid. ~
115 82, 5 | 5. Zal iedere ziel weten wat zij heeft vooruitgezonden
116 82, 12 | 12. Die weten wat gij doet. ~
117 83, 4 | 4. Weten zulke mensen niet dat zij
118 102, 3 | Neen - gij zult weldra te weten komen, ~
119 102, 4 | neen! Gij zult weldra te weten komen. ~
|