Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
285 1
286 3
29 73
3 118
30 70
31 65
32 63
Frequency    [«  »]
119 hadden
119 hoofdstuk
119 weten
118 3
118 niemand
117 wilt
116 beloning

Koran

IntraText - Concordances

3

                                         bold = Main text
    Sura, Verse                          grey = Comment text
1 1, 3| 3. De Barmhartige, de Genadevolle. ~ 2 2, 3| 3. Die in het onzienlijke 3 3 | 3. Het Huis van Imraan (Al-Imraan) ~ 4 3, 3| 3. Hij heeft u het Boek met 5 4, 3| 3. En als gij vreest dat gij 6 5, 3| 3. Verboden is u het gestorvene, 7 6, 3| 3. En Hij is Allah in de hemelen 8 7, 3| 3. Volgt hetgeen u van uw 9 8, 3| 3. Die het gebed houden en 10 9, 3| 3. En dit is een verklaring 11 10, 3| 3. Voorwaar, Allah is uw Heer, 12 11, 3| 3. En vraagt vergiffenis aan 13 12, 3| 3. Wij verhalen u het schoonste 14 13, 3| 3. En Hij is het, Die de aarde 15 14, 3| 3. Die het tegenwoordige leven 16 15, 3| 3. Laat hen eten en zich vermaken 17 16, 3| 3. Hij heeft de hemelen en 18 17, 3| 3. "O, nageslacht dergenen 19 18, 3| 3. Die zij zullen smaken in 20 19, 3| 3. Toen hij zijn Heer in het 21 20, 3| 3. Doch als een vermaning 22 21, 3| 3. En hun hart is achteloos. 23 22, 3| 3. En onder de mensen zijn 24 23, 3| 3. En die al hetgeen ijdel 25 24, 3| 3. De echtbreker zal alleen 26 25, 3| 3. Toch hebben zij (de mensen) 27 26, 3| 3. Wellicht zult gij ten dode 28 27, 3| 3. Die het gebed houden en 29 28, 3| 3. Wij dragen u het verhaal 30 29, 3| 3. Wij beproefden degenen 31 30, 3| 3. In het nabijzijnde land, 32 31, 3| 3. Een leiding en een genade 33 32, 3| 3. Zeggen zij: "Hij heeft 34 33, 3| 3. En stel uw vertrouwen in 35 34, 3| 3. De ongelovigen zeggen: " 36 35, 3| 3. O mensen, herinnert u de 37 36, 3| 3. Gij zijt inderdaad één 38 37, 3| 3. En bij de verkondigers 39 38, 3| 3. Hoevele geslachten hebben 40 39, 3| 3. Ziet, aan Allah alleen 41 40, 3| 3. De Vergever der zonden, 42 41, 3| 3. Een Boek waarvan de verzen 43 42, 3| 3. Zo heeft Allah, de Machtige, 44 43, 3| 3. Voorzeker, Wij hebben het 45 44, 3| 3. Waarlijk, Wij openbaarden 46 45, 3| 3. Voorwaar, in de hemelen 47 46, 3| 3. Wij hebben de hemelen en 48 47, 3| 3. Dat is omdat de ongelovigen 49 48, 3| 3. En dat Allah u met een 50 49, 3| 3. Waarlijk, zij die hun stem 51 50, 3| 3. Zullen wij in het leven 52 51, 3| 3. En degenen die rustig voortgaan, ~ 53 52, 3| 3. Op uitgebreide perkament. ~ 54 53, 3| 3. Noch spreekt hij naar eigen 55 54, 3| 3. Zij verloochenen en volgen 56 55, 3| 3. Hij heeft de mens geschapen ~ 57 56, 3| 3. Enigen zal het vernederen, 58 57, 3| 3. Hij is de Eerste en de 59 58, 3| 3. Degenen, die hun vrouwen 60 59, 3| 3. En indien Allah hun geen 61 60, 3| 3. Noch uw familiebanden noch 62 61, 3| 3. Het is afkeurenswaardig 63 62, 3| 3. En ook anderen die dezen ( 64 63, 3| 3. Dat is omdat zij het geloof 65 64, 3| 3. Hij schiep de hemelen en 66 65, 3| 3. En Hij zal hem onderhouden 67 66, 3| 3. Toen de profeet een woord 68 67, 3| 3. Hij Die de zeven hemelen 69 68, 3| 3. En voorzeker er is een 70 69, 3| 3. Gij weet niet wat plaats 71 70, 3| 3. Van Allah, de Heer der 72 71, 3| 3. Aanbidt daarom Allah, vreest 73 72, 3| 3. En de Majesteit van onze 74 73, 3| 3. De helft er van of minder 75 74, 3| 3. En verkondig de Grootheid 76 75, 3| 3. Denkt de mens dat Wij zijn 77 76, 3| 3. Wij hebben hem de weg getoond, 78 77, 3| 3. En bij hen, die heinde 79 78, 3| 3. Waaromtrent zij (van mening) 80 79, 3| 3. En bij hen die snelle vorderingen 81 80, 3| 3. (Mens) wat weet gij? Misschien 82 81, 3| 3. En wanneer de bergen verdwijnen, ~ 83 82, 3| 3. En wanneer de zeëen worden 84 83, 3| 3. Indien zij voor anderen 85 84, 3| 3. En wanneer de aarde wordt 86 85, 3| 3. En bij de getuige en hetgeen 87 86, 3| 3. Het is een ster van doordringende 88 87, 3| 3. En Die bepaalt en leidt, ~ 89 88, 3| 3. Zwoegend, zich afmattende, ~ 90 89, 3| 3. En het even en het oneven ~ 91 90, 3| 3. En bij de vader en wat 92 91, 3| 3. En bij de dag wanneer hij 93 92, 3| 3. En bij de schepping van 94 93, 3| 3. Uw Heer heeft u niet verlaten, 95 94, 3| 3. Die uw rug bezwaarde? ~ 96 95, 3| 3. En bij deze stad van Vrede ( 97 96, 3| 3. Verkondig, want uw Heer 98 97, 3| 3. De waardevolle nacht is 99 98, 3| 3. Waarin alle geschriften 100 99, 3| 3. En de mens zal zeggen: " 101 100, 3| 3. En bij de dageraad plotseling 102 101, 3| 3. En wat weet gij (er van) 103 102, 3| 3. Neen - gij zult weldra 104 103 | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 3 strofen. ~In naam van Allah, 105 103, 3| 3. Behalve degenen die geloven 106 104, 3| 3. Denkende dat zijn schatten 107 105, 3| 3. Zond Hij geen zwermen vogels 108 106, 3| 3. Laten zij derhalve de Heer 109 107, 3| 3. Hij wekt anderen niet op 110 108 | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 3 strofen. ~In naam van Allah, 111 108, 3| 3. Voorzeker, uw vijand zal 112 109, 3| 3. Noch gij bidt aan, wat 113 110 | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 3 strofen. ~In naam van Allah, 114 110, 3| 3. Roem dan uw Heer met de 115 111, 3| 3. Weldra zal hij in een laaiend 116 112, 3| 3. Hij verwekte niet, noch 117 113, 3| 3. En tegen het kwade van 118 114, 3| 3. De God der mensen. ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License