Sura, Verse
1 2, 62 | daden verrichten, zullen hun beloning bij hun Heer ontvangen en
2 2, 85 | ander gedeelte? Er is geen beloning voor degenen uwer, die zulks
3 2, 103| gehandeld, zou een schonere beloning van Allah gewis hun deel
4 2, 112| daden verricht, zal zijn beloning bij zijn Heer hebben. Vrees
5 2, 262| krenken, voor hen is er beloning bij hun Heer en zij zullen
6 2, 274| weggeven, ontvangen hun beloning van hun Heer; zij zullen
7 2, 277| en de Zakaat betalen, hun beloning is bij hun Heer en voor
8 3, 57 | verrichten zal Ik volle beloning toekennen. Maar Allah heeft
9 3, 145| is vastgesteld. En wie de beloning van de tegenwoordige wereld
10 3, 145| er van geven; en wie de beloning van het Hiernamaals wenst,
11 3, 148| Daarom gaf Allah hun de beloning van deze wereld, alsmede
12 3, 148| wereld, alsmede een goede beloning in de volgende en Allah
13 3, 171| overvloed en dat Allah de beloning der gelovigen niet verloren
14 3, 172| handelen, zullen een grote beloning ontvangen. ~
15 3, 179| rechtvaardig zijt, zal er een grote beloning voor u zijn. ~
16 3, 185| de Dag der Opstanding uw beloning ten volle worden uitbetaald.
17 3, 195| doorheen rivieren stromen: een beloning van Allah en bij Allah is
18 3, 195| en bij Allah is de beste beloning." ~
19 3, 199| Dezen zijn het, die hun beloning bij hun Heer zullen ontvangen.
20 4, 40 | van Zijn kant een grote beloning. ~
21 4, 67 | zouden hun gewis een grote beloning van Ons hebben gegeven. ~
22 4, 74 | zullen Wij hem een grote beloning geven. ~
23 4, 95 | uitblinken door een grote beloning, ~
24 4, 100| dood achterhaalt hem - zijn beloning bij Allah staat vast; Allah
25 4, 114| hem zullen Wij een grote beloning schenken. ~
26 4, 134| 134. Wie de beloning dezer wereld verlangt -
27 4, 134| verlangt - bij Allah is de beloning dezer wereld en van de volgende
28 4, 146| gelovigen weldra een grote beloning geven. ~
29 4, 152| het, wie Hij spoedig hun beloning zal geven; Allah is Vergevensgezind,
30 4, 162| zullen Wij zeker een grote beloning geven. ~
31 4, 173| verrichten, zal Hij hun beloning ten volle geven en meer
32 5, 9 | vergiffenis en een grote beloning zullen verkrijgen. ~
33 5, 29 | zult behoren, dat is de beloning der misdadigers." ~
34 5, 85 | zij vertoeven en dit is de beloning voor hen die goeddoen. ~
35 6, 90 | Zeg: "Ik vraag u er geen beloning voor. Dit is niets dan een
36 6, 135| voor wie de uiteindelijke beloning van het tehuis zal zijn."
37 7, 113| de overhand krijgen een beloning ontvangen." ~
38 7, 170| voorzeker Wij doen de beloning der goeden niet verloren
39 8, 28 | voorzeker bij Allah een grote beloning is. ~
40 9, 22 | er is bij Allah een grote beloning. ~
41 9, 120| Voorzeker, Allah doet de beloning van degenen, die goed doen
42 9, 121| opdat Allah hun de beste beloning moge geven voor hetgeen
43 10, 72 | terugtrekt vraag ik van u geen beloning. Mijn beloning is bij Allah
44 10, 72 | van u geen beloning. Mijn beloning is bij Allah alleen en het
45 11, 11 | vergiffenis en een grote beloning ontvangen. ~
46 11, 29 | er geen geld voor. Mijn beloning is alleen bij Allah. En
47 11, 51 | volk, ik vraag van u geen beloning hiervoor; mijn beloning
48 11, 51 | beloning hiervoor; mijn beloning is alleen bij Hem, Die mij
49 12, 104| Gij vraagt er hun geen beloning voor. Het is niets dan een
50 13, 22 | afwenden, dezen zijn het die de beloning en het goede tehuis zullen
51 16, 41 | wereld geven; waarlijk de beloning van het Hiernamaals is groter;
52 16, 96 | standvastig zijn, voorzeker hun beloning geven naar het beste van
53 17, 9 | tijding, dat zij een grote beloning zullen ontvangen. ~
54 18, 2 | dat zij een uitstekende beloning zullen ontvangen, ~
55 18, 30 | doen, voorwaar, wij doen de beloning der goeden niet verloren
56 18, 31 | zullen liggen. Hoe goed is de beloning en hoe schoon is de rustplaats. ~
57 18, 46 | zijn beter bij uw Heer tot beloning en hoop. ~
58 18, 88 | handelt, hij zal een goede beloning ontvangen, en Wij zullen
59 18, 106| 106. De hel is hun beloning wegens hun ongeloof en de
60 19, 76 | werken geven een betere beloning en (vormen) de beste toevlucht
61 20, 15 | onthullen opdat elke ziel de beloning zal ontvangen waarnaar zij
62 20, 76 | vertoeven. En dat is de beloning dergenen die zich louteren. ~
63 21, 101| de belofte van een goede beloning is gedaan, dezen zullen
64 23, 72 | vraagt gij van hen enige beloning? Doch de beloning van uw
65 23, 72 | enige beloning? Doch de beloning van uw Heer is beter en
66 26, 41 | aan Pharao, "Zal er een beloning voor ons zijn als wij de
67 26, 109| 109. En ik vraag u er geen beloning voor: Mijn loon is bij de
68 26, 127| 127. En ik vraag u er geen beloning voor; mijn loon is slechts
69 26, 145| 145. En ik vraag u er geen beloning voor. Mijn beloning is slechts
70 26, 145| geen beloning voor. Mijn beloning is slechts bij de Heer der
71 26, 164| 164. En ik vraag u er geen beloning voor. Mijn beloning is slechts
72 26, 164| geen beloning voor. Mijn beloning is slechts bij de Heer der
73 26, 180| 180. En ik vraag u er geen beloning voor. Mijn beloning is slechts
74 26, 180| geen beloning voor. Mijn beloning is slechts bij de Heer der
75 27, 89 | daad doet, zal een betere beloning hebben dan deze en zij zullen
76 28, 37 | en voor wie de gelukkige beloning van het tehuis zal zijn.
77 28, 54 | 54. Hun beloning zal hun tweemaal worden
78 28, 80 | gegeven, zeiden: "Wee u, de beloning van Allah is beter voor
79 29, 7 | bedekken en hun de beste beloning geven voor wat zij deden. ~
80 29, 27 | nageslacht, en Wij gaven hem zijn beloning in dit leven en in het Hiernamaals
81 29, 58 | Hoe voortreffelijk is de beloning dergenen die goed doen. ~
82 32, 17 | verborgen is gehouden als beloning voor wat zij hebben gedaan. ~
83 33, 29 | die goed doen, een grote beloning." ~
84 33, 35 | vergiffenis en een grote beloning bereid. ~
85 33, 44 | Hij heeft hun een eervolle beloning bereid. ~
86 34, 37 | zullen een veelvuldige beloning ontvangen, voor hetgeen
87 35, 7 | vergiffenis en een grote beloning voor de gelovigen die goede
88 35, 30 | Opdat Hij hun de volle beloning moge geven, er uit Zijn
89 36, 11 | vergiffenis en een ruime beloning. ~
90 36, 21 | Volg hen, die van u geen beloning vragen en die goed geleid
91 39, 10 | de standvastigen zal hun beloning zonder berekening worden
92 39, 34 | wat zij begeren; dat is de beloning dergenen die goed doen. ~
93 43, 72 | Tuin, die u is gegeven (als beloning) voor hetgeen gij deedt. ~
94 46, 14 | zullen daarin vertoeven als beloning voor hetgeen zij plachten
95 48, 10 | vervult, Hij zal hem een grote beloning geven. ~
96 48, 16 | gehoorzaamt, zal Allah u een goede beloning geven, maar indien gij u
97 48, 29 | vergiffenis en een grote beloning beloofd. ~~
98 49, 3 | vergiffenis en een grote beloning. ~
99 54, 14 | Onze ogen voort als een beloning voor hem, die verworpen
100 55, 60 | 60. De beloning van goedheid kan niet anders
101 56, 24 | 24. Als beloning voor hetgeen zij plachten
102 57, 7 | weldaad) zullen een grote beloning ontvangen. ~
103 57, 11 | bovendien een voortreffelijke beloning ten deel vallen. ~
104 57, 18 | zullen zij een eervolle beloning ontvangen. ~
105 57, 19 | hun Heer; zij zullen hun beloning en hun licht ontvangen.
106 57, 27 | gelovigen onder hen een beloning, maar velen onder hen waren
107 64, 15 | bij Allah is er een grote beloning. ~
108 67, 12 | vergiffenis en een grote beloning ontvangen. ~
109 68, 46 | Vraagt gij van hen een beloning voor u zelf zodat zij onder
110 73, 20 | gij zult betere en grotere beloning bij Allah vinden. En zoekt
111 76, 9 | Allah. Wij verlangen geen beloning noch dank van u. ~
112 77, 43 | en drinkt met smaak als beloning voor hetgeen gij placht
113 78, 36 | 36. Een beloning van uw Heer, een toereikende
114 84, 25 | werken doen, is een oneindige beloning. ~~
115 95, 6 | hunner is een oneindige beloning. ~
116 98, 8 | 8. Hun beloning is bij hun Heer; tuinen
|