Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
47 50
48 50
49 51
5 114
50 86
51 84
52 51
Frequency    [«  »]
115 werd
115 zoals
114 4
114 5
114 hidjrah
114 kan
114 twee

Koran

IntraText - Concordances

5

                                         bold = Main text
    Sura, Verse                          grey = Comment text
1 1, 5| 5. U alleen aanbidden wij 2 2, 5| 5. Zij zijn het, die de leiding 3 3, 5| 5. Voorzeker, er is niets 4 4, 5| 5. En geeft eigendom, dat 5 5 | 5. Het Tafel (Al-Maidah) 6 5, 5| 5. Alle goede dingen zijn 7 6, 5| 5. Zij hebben de waarheid 8 7, 5| 5. Toen Onze Straf over hen 9 8, 5| 5. Toen uw Heer u in waarheid 10 9, 5| 5. Wanneer de heilige maanden 11 10, 5| 5. Hij is het, Die de zon 12 11, 5| 5. Let op, zij verbergen hun 13 12, 5| 5. Hij zeide: "O, mijn zoon, 14 13, 5| 5. En indien gij u verwondert, 15 14, 5| 5. En Wij zonden Mozes met 16 15, 5| 5. Geen volk kan zijn vastgestelde 17 16, 5| 5. En het vee heeft Hij geschapen, 18 17, 5| 5. Toen dan ook de tijd voor 19 18, 5| 5. Zij hebben er geen kennis 20 19, 5| 5. "Maar ik vrees mijn bloedverwanten 21 20, 5| 5. De Barmhartige, Die Zich 22 21, 5| 5. "Neen," zeggen zij, "verwarde 23 22, 5| 5. O mensen, indien gij in 24 23, 5| 5. En die hun vleselijke lusten 25 24, 5| 5. Met uitzondering van hen 26 25, 5| 5. En zij zeggen: "Dit zijn 27 26, 5| 5. Maar er komt van de Barmhartige 28 27, 5| 5. Zij zullen zeker een zware 29 28, 5| 5. En Wij wensten hun die 30 29, 5| 5. Wie de ontmoeting met Allah 31 30, 5| 5. In de hulp van Allah, Hij 32 31, 5| 5. Zij zijn het, die de leiding 33 32, 5| 5. Hij ordent het bestel van 34 33, 5| 5. Noemt hen bij hun vaders 35 34, 5| 5. Maar zij die Onze woorden 36 35, 5| 5. O mensen, de belofte van 37 36, 5| 5. Dit is een openbaring van 38 37, 5| 5. Heer der hemelen en der 39 38, 5| 5. Heeft hij van vele Goden 40 39, 5| 5. Hij schiep de hemelen en 41 40, 5| 5. Het volk van Noach voor 42 41, 5| 5. Zij zeggen: "Onze harten 43 42, 5| 5. Het is nabij dat de hemelen 44 43, 5| 5. Zullen Wij u dit dan niet 45 44, 5| 5. Door Ons gebod. - Voorzeker, 46 45, 5| 5. En in de wisseling van 47 46, 5| 5. Wie is verder afgedwaald 48 47, 5| 5. Hij zal hen leiden en hun 49 48, 5| 5. Zodat Hij de gelovige mannen 50 49, 5| 5. Als zij geduld tonen totdat 51 50, 5| 5. Neen, zij hebben de Waarheid 52 51, 5| 5. Voorzeker, hetgeen u is 53 52, 5| 5. En bij het hoogverheven 54 53, 5| 5. Hij, die grote macht heeft, 55 54, 5| 5. Volmaakte wijsheid; maar 56 55, 5| 5. De zon en de maan doorlopen 57 56, 5| 5. En de bergen verbrijzeld, ~ 58 57, 5| 5. Van Hem is het koninkrijk 59 58, 5| 5. Degenen, die tegen Allah 60 59, 5| 5. Welke palmbomen gij ook 61 60, 5| 5. Onze Heer, maak ons niet 62 61, 5| 5. En toen Mozes tegen zijn 63 62, 5| 5. Degenen die belast zijn 64 63, 5| 5. En wanneer er tot hen wordt 65 64, 5| 5. Heeft het verhaal u niet 66 65, 5| 5. Dat is het bevel van Allah 67 66, 5| 5. Indien hij van u scheidt, 68 67, 5| 5. En voorwaar, Wij hebben 69 68, 5| 5. En gij zult zien en zij ( 70 69, 5| 5. Wat de Samoed betreft, 71 70, 5| 5. Heb daarom gepast geduld. ~ 72 71, 5| 5. Hij zeide: "Mijn Heer, 73 72, 5| 5. Doch wij hadden gemeend 74 73, 5| 5. Waarlijk, Wij dragen u 75 74, 5| 5. En vlied de onreinheid. ~ 76 75, 5| 5. Maar de mens wenst in ' 77 76, 5| 5. Maar de deugdzamen drinken 78 77, 5| 5. En bij hen die de vermaning 79 78, 5| 5. Nogmaals zij zullen het 80 79, 5| 5. En bij hen die de zaak 81 80, 5| 5. Maar aan hem, die onverschillig 82 81, 5| 5. En wanneer de dieren worden 83 82, 5| 5. Zal iedere ziel weten wat 84 83, 5| 5. Op een grote Dag, ~ 85 84, 5| 5. En gehoorzaamt aan haar 86 85, 5| 5. Daarin vuur stookten - ~ 87 86, 5| 5. Laat de mens derhalve overwegen 88 87, 5| 5. En het dan doet verdorren. ~ 89 88, 5| 5. Hun zal uit een kokende 90 89, 5| 5. Daarin is zeker genoeg 91 90, 5| 5. Denkt hij dat niemand macht 92 91, 5| 5. En bij de hemel en de schepping 93 92, 5| 5. Wat hem betreft die geeft 94 93, 5| 5. En voorwaar uw Heer zal 95 94, 5| 5. Voorwaar, zo komt gemak 96 95, 5| 5. Daarna laten Wij hem vervallen 97 96, 5| 5. Hij leerde aan de mens 98 97 | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 5 strofen. ~In naam van Allah, 99 97, 5| 5. "In alles Vrede," tot het 100 98, 5| 5. En daarin werd hun slechts 101 99, 5| 5. Omdat uw Heer het haar 102 100, 5| 5. En zo door het midden der 103 101, 5| 5. En de bergen als gekaarde 104 102, 5| 5. Waarlijk, indien gij de 105 104, 5| 5. En wat weet gij er van 106 105 | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 5 strofen. ~In naam van Allah, 107 105, 5| 5. Dat hen maakte als fijn 108 107, 5| 5. En de gebeden achteloos 109 109, 5| 5. Nogmaals gij wilt niet 110 111 | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 5 strofen. ~In naam van Allah, 111 111, 5| 5. Om haar hals zal een koord 112 113 | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 5 strofen. ~In naam van Allah, 113 113, 5| 5. En van het kwade van de 114 114, 5| 5. Die in het hart der mensen


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License