Sura, Verse
1 2, 64 | 64. Maar gij wenddet u af en, had Allah u Zijn genade
2 2, 83 | Zakaat. Doch gij wenddet u af, - behalve weinigen onder
3 2, 217| mensen van de weg van Allah af te houden en Hem ondankbaar
4 2, 246| bevolen, wendden zij zich af, met uitzondering van een
5 2, 276| 276. Allah schaft de rente af en doet de weldadigheid
6 3, 23 | zich een gedeelte hunner af terwijl zij afkerig zijn. ~
7 3, 99 | waarom houdt gij de mensen af van het (rechte) pad van
8 3, 152| Toen wendde Hij u van hen af, opdat Hij u mocht beproeven;
9 3, 168| Wendt dan de dood van uzelf af, als gij waarheid spreekt." ~
10 4, 43 | uw gezicht en handen mee af. Waarlijk, Allah is Inschikkelijk,
11 4, 63 | is. Wend u daarom van hen af en vermaan hen en spreek
12 4, 81 | nacht. Wend u dus van hen af en stelt uw vertrouwen in
13 5, 6 | daarmede uw gezicht en handen af. Allah wenst u niet in moeilijkheden
14 5, 13 | vergeef hen en wend u van hen af. Voorzeker, Allah heeft
15 5, 38 | dief en de dievegge de hand af, als straf voor wat zij
16 5, 42 | tussen hen of wend u van hen af. En indien gij u van hen
17 5, 43 | is? Toch wenden zij zich af. En zij zijn geen gelovigen. ~
18 5, 91 | en afgunst te zaaien en u af te houden van het gedenken
19 6, 4 | of zij wenden zich er van af. ~
20 6, 46 | verklaren, toch wenden Zij zich af. ~
21 6, 68 | bespotten, wendt u dan van hen af, totdat zij een ander gesprek
22 6, 106| u van de afgodendienaren af. ~
23 7, 58 | wisselen Wij de tekenen af voor een volk dat dankbaar
24 7, 72 | Wij sneden de levenswortel af van degenen die Onze tekenen
25 7, 79 | wendde Salih zich van hen af en zeide: "O, mijn volk,
26 7, 86 | en van het pad van Allah af te houden en het oneffen
27 7, 93 | wendde hij zich van hen af en zeide: "O mijn volk,
28 7, 175| gaven, maar hij wendde zich af, daarom volgde Satan hem
29 7, 199| wend u van de onwetenden af. ~
30 7, 206| trots van Zijn aanbidding af doch zij verheerlijken Hem
31 8, 12 | Slaat daarom hun hoofd af en slaat alle toppen van
32 8, 12 | alle toppen van hun vingers af." ~
33 8, 15 | degenen die niet geloven, op u af ziet komen wendt hun dan
34 8, 20 | en wendt u niet van hem af, terwijl gij hoort. ~
35 8, 36 | anderen van de weg van Allah af te leiden. Zij zullen doorgaan
36 8, 47 | anderen van het pad van Allah af te leiden; en Allah omvat
37 8, 48 | kwamen, wendde hij zich af en zeide: "Voorzeker, ik
38 9, 9 | keren (mensen) van Zijn weg af. Slecht is inderdaad hetgeen
39 9, 34 | mensen van de weg van Allah af. En degenen, die goud en
40 9, 50 | zij wenden zich juichend af. ~
41 9, 106| anderen wachten Allah's gebod af. Zal Hij hen bestraffen
42 9, 108| Moskee, die van het begin af op godsvrucht was gesticht
43 9, 127| ons?" Dan wenden zij zich af. Allah heeft hun hart afgewend,
44 11, 48 | gezegd: "O Noach, daal dan af (uit de ark) met Onze vrede
45 11, 52 | kracht voegen. En wend u niet af als schuldigen." ~
46 11, 76 | Abraham, wend u hiervan af. Het gebod van uw Heer is
47 11, 93 | een leugenaar is. En wacht af, ik wacht gewis met u." ~
48 11, 122| 122. "En wacht af, wij wachten ook." ~
49 12, 29 | O, Jozef, wend u hiervan af en gij (vrouw), vraag vergiffenis
50 12, 34 | wendde hun list van hem af. Voorwaar, Hij is de Alhorende,
51 12, 54 | Gij zijt van deze dag af een man van positie en vertrouwen
52 12, 84 | hij wendde zich van hen af en zeide: "O ik heb verdriet
53 14, 30 | de mensen) van Zijn weg af te leiden. Zeg: "Vermaakt
54 15, 81 | zij keerden er zich van af. ~
55 15, 85 | passende wijze (van hen) af. ~
56 15, 94 | u van de afgodendienaren af. ~
57 17, 23 | hen "Foei" noch stoot hen af, doch spreek tot hen een
58 17, 67 | land brengt wendt gij u af. Want de mens is zeer ondankbaar. ~
59 17, 83 | bewijzen wendt hij zich af en gaat terzijde en wanneer
60 18, 11 | zonderden Wij hen in de Spelonk af voor een aantal jaren. ~
61 21, 1 | zij zich in achteloosheid af. ~
62 21, 32 | niettemin wenden zij zich af van deze tekenen. ~
63 21, 42 | Neen, zij wenden zich af van de gedachtenis aan hun
64 21, 44 | het van de buitenzijde af besnoeiend? Zullen zij dan
65 21, 56 | ik leg getuigenis er van af." ~
66 22, 9 | afkerend ten einde anderen af te leiden van Allah's weg.
67 23, 66 | verkondigd, doch gij placht u af te keren. ~
68 23, 71 | doch zij wenden zich ervan af. ~
69 23, 74 | dwalen inderdaad van dit pad af. ~
70 24, 43 | wie Hij wil en wendt het af van wie Hij wil. De glans
71 24, 44 | Allah wisselt dag en nacht af. Daarin is zeker een les
72 24, 47 | wenden sommigen hunner zich af. En dezen zijn geen gelovigen. ~
73 24, 48 | een deel hunner wendt zich af. ~
74 25, 17 | zelf van het rechte pad af?" ~
75 25, 65 | de straf der hel van ons af want de straf daarvan is
76 26, 5 | of zij wenden zich er van af. ~
77 27, 10 | bewegen, wendde hij zich af en wilde zich niet omkeren. (
78 28, 55 | wenden zij zich er van af en zeggen: "Aan ons onze
79 31, 7 | wendt hij zich verachtelijk af alsof hij ze niet hoorde
80 31, 18 | verachting) van de mensen af noch wandel in hoogmoed
81 32, 30 | 30. Wend u daarom van hen af, en wacht; voorzeker zij
82 34, 11 | lengte en meet de schalmen af en verricht goede werken:
83 34, 16 | 16. Maar zij wendden zich af; daarom zonden Wij een sterke
84 34, 43 | vaderen aanbaden, wenst af te leiden." En zij zeggen: "
85 36, 46 | of zij wenden er zich van af. ~
86 37, 90 | zij wendden zich van hem af en gingen weg. ~
87 37, 174| daarom voor een wijle van hen af. ~
88 37, 178| daarom voor een wijle van hen af. ~
89 38, 68 | Doch gij wendt u er van af. ~
90 39, 8 | om de mensen van Zijn weg af te leiden. Zeg: "Geniet
91 41, 4 | meesten hunner wenden zich af, zodat zij niet luisteren. ~
92 41, 51 | verlenen wendt hij zich af en gaat terzijde, maar wanneer
93 43, 37 | leidt hem van de rechte weg af, en toch denkt hij dat hij
94 43, 89 | 89. Wend u dan van hen af en zeg: "Vrede": en weldra
95 46, 3 | ongelovigen wenden zich af van hetgeen, waardoor zij
96 47, 22 | Zult gij dan niet door u af te wenden verderf in het
97 51, 39 | 39. Maar deze wendde zich af om zijn macht en zeide: "
98 51, 54 | 54. Wend u daarom van hen af en u zal niets worden verweten. ~
99 53, 17 | Wendde zijn oog zich niet af, noch ging het de grens
100 53, 29 | 29. Wend u daarom van hem af die zich van de gedachtenis
101 54, 2 | zien wenden zij zich er van af en zeggen: "Een voortdurende
102 54, 6 | 6. Wend u daarom van hen af. De Dag waarop de aankondiger
103 54, 37 | trachtten hem van zijn gasten af te keren. Daarom verblindden
104 55, 29 | op aarde zijn, (gunsten) af. Elk dag toont Hij een andere
105 58, 16 | anderen van het pad van Allah af; voor hen zal er een vernederende
106 63, 2 | zij mensen van Allah's weg af. Hetgeen zij doen is zeker
107 63, 5 | dan wenden zij hun hoofd af en gij ziet hen zich hoogmoedig
108 64, 6 | Waarheid) en wendden zich af, Allah toonde Zijn zelfgenoegzaamheid,
109 75, 32 | profeet) en wendde zich af. ~
110 79, 22 | wendde zich daarna haastig af. ~
111 80, 1 | voorhoofd) en wendde zich af. ~
112 93, 10 | En snauw de bedelaar niet af. ~
|