1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3173
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1501 17, 56 | geen macht om het kwaad van u te verwijderen, of het
1502 17, 57 | vrezend. Voorwaar, de straf van uw Heer dient te worden
1503 17, 59 | En niets weerhoudt Ons van het zenden van tekenen,
1504 17, 59 | weerhoudt Ons van het zenden van tekenen, behalve dat de
1505 17, 70 | inderdaad hebben Wij de kinderen van Adam geëerd en hen gedragen
1506 17, 70 | over land en zee, en hun van het goede gegeven en hen
1507 17, 72 | Hiernamaals; hij is ver afgedwaald van de rechte weg. ~
1508 17, 73 | profeet) willen afleiden van hetgeen Wij u hebben geopenbaard,
1509 17, 77 | verandering vinden in Onze wijze van handelen. ~
1510 17, 78 | gebed bij het verbleken van de zon tot aan het donker
1511 17, 78 | de zon tot aan het donker van de nacht; en het reciteren
1512 17, 78 | bij de dageraad. Voorwaar, van het reciteren bij de dageraad
1513 17, 79 | Blijf gedurende een deel van de nacht vrijwillig wakker (
1514 17, 80 | uitgang zijn. En schenk,mij van U een gezag dat tot hulp
1515 17, 82 | 82. En van de Koran openbaren Wij hetgeen
1516 17, 85 | Zeg: "De Geest is op bevel van mijn Heer: en er is u slechts
1517 17, 85 | slechts een weinig kennis van gegeven." ~
1518 17, 87 | dit is) een barmhartigheid van uw Heer, voorwaar, Zijn
1519 17, 88 | samenspannen, teneinde het gelijke van deze Koran voort te brengen,
1520 17, 93 | tenzij gij een huis hebt van goud, of tenzij gij ten
1521 17, 100| schatten der barmhartigheid van mijn Heer bezat zoudt gij
1522 17, 101| Vraag dit aan de kinderen van Israël. Toen hij tot hen
1523 17, 104| zeiden na hem tot de kinderen van Israël: "Blijft gij in het
1524 17, 105| slechts als een brenger van blijde tijdingen en als
1525 17, 108| zij onze Heer. De belofte van onze Heer moest worden vervuld." ~
1526 18 | heeft 110 strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de
1527 18, 5 | Zij hebben er geen kennis van en hun vaderen evenmin.
1528 18, 7 | gemaakt om te beproeven, wie van hen van goede werken is. ~
1529 18, 7 | te beproeven, wie van hen van goede werken is. ~
1530 18, 9 | Denkt gij dat de lieden van de Spelonk en van de Inscriptie
1531 18, 9 | lieden van de Spelonk en van de Inscriptie geen wonder
1532 18, 16 | 16. "Wanneer gij u van hen en van hetgeen zij nevens
1533 18, 16 | Wanneer gij u van hen en van hetgeen zij nevens Allah
1534 18, 17 | zien verwijderen rechts van de Spelonk en wanneer zij
1535 18, 17 | daartussen in de holte van (de Spelonk) bevonden zij
1536 18, 17 | zich. Dit zijn de tekenen van Allah. Hij die door Allah
1537 18, 18 | werpt, zult gij U zeker van hen afwenden en vluchten,
1538 18, 19 | konden ondervragen. Een van hen zeide: "Hoelang hebt
1539 18, 19 | een dag of een gedeelte van een dag gebleven." Nog anderen
1540 18, 19 | zijt. (Het is beter) één van ons met deze zilveren munt
1541 18, 21 | zouden weten, dat de belofte van Allah waarheid is en dat
1542 18, 22 | ingaande en vraag evenmin van één hunner inlichtingen
1543 18, 28 | zoeken en laat uw ogen niet van hen afdwalen door het zoeken
1544 18, 28 | afdwalen door het zoeken van de praal dezer wereld en
1545 18, 29 | Zeg: "Het is de waarheid van uw Heer: laat daarom geloven
1546 18, 31 | worden getooid met armbanden van goud en zullen groene gewaden
1547 18, 31 | en zullen groene gewaden van fijne zijde en zwaar brocaat
1548 18, 41 | 41. "Of het water er van in de grond doen zinken,
1549 18, 44 | bescherming komt alleen van Allah, de Ware. Hij is de
1550 18, 45 | Geef hun de gelijkenis van het leven dezer wereld:
1551 18, 46 | kinderen zijn een sieraad van het leven dezer wereld,
1552 18, 50 | ongehoorzaam aan het gebod van zijn Heer. Zult gij hem
1553 18, 51 | hen niet om te getuigen van de schepping der hemelen
1554 18, 51 | hemelen en der aarde, noch van hun eigen schepping noch
1555 18, 56 | boodschappers slechts als dragers van de blijde tijding en als
1556 18, 57 | herinnerd wordt aan de tekenen van zijn Heer, doch zich er
1557 18, 57 | zijn Heer, doch zich er van afwendt en vergeet, hetgeen
1558 18, 60 | voordat ik de samenvloeiing van twee zeeën heb bereikt,
1559 18, 65 | hadden bewezen en wie Wij van Onze kennis hadden geschonken. ~
1560 18, 71 | teneinde de opvarenden er van te doen verdrinken? Voorwaar,
1561 18, 76 | zeker een verontschuldiging van mijn kant." ~
1562 18, 78 | thans de verklaring geven van datgene waarvoor gij geen
1563 18, 82 | opgraven als een genade van uw Heer, en dit alles deed
1564 18, 82 | mezelf. Dit is de verklaring van datgene waarvoor gij geen
1565 18, 86 | verste punt in de richting van de ondergaande zon bereikte,
1566 18, 86 | bereikte, en deze in een bron van modderig water zag ondergaan,
1567 18, 90 | 90. Totdat hij het land van de rijzende zon bereikte,
1568 18, 91 | Wij hadden volledig kennis van wat hij bezat. ~
1569 18, 98 | zeide: "Dit is een genade van mijn Heer. Maar wanneer
1570 18, 98 | Maar wanneer de belofte van mijn Heer vervuld zal worden,
1571 18, 98 | doen vallen. En de belofte van mijn Heer is werkelijkheid, ~
1572 18, 105| zijn het die de tekenen van hun Heer en de ontmoeting
1573 18, 107| werken doen, zullen de tuinen van het Paradijs tot onthaal
1574 18, 109| oceaan inkt voor de Woorden van mijn Heer, zo zou de oceaan
1575 18, 109| uitgeput eer de Woorden van mijn Heer ten einde komen -
1576 18, 110| verrichten en bij de aanbidding van zijn Heer niemand anders
1577 19 | heeft 98 strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de
1578 19, 2 | 2. Dit is een vermelding van de barmhartigheid van uw
1579 19, 2 | vermelding van de barmhartigheid van uw Heer, betoond aan Zijn
1580 19, 5 | onvruchtbaar, geef mij een opvolger van U." ~
1581 19, 6 | Opdat hij mij en het Huis van Jacob tot erfgenaam moge
1582 19, 13 | 13. En zachtmoedigheid van Ons en reinheid. En hij
1583 19, 16 | het Boek. Toen zij zich van haar volk terugtrok in een
1584 19, 17 | aan haar in de gestalte van een volmaakte man. ~
1585 19, 19 | slechts een boodschapper van uw Heer opdat ik u een reine
1586 19, 23 | dreven haar naar de voet van een palmboom. Zij zeide: "
1587 19, 24 | Gods boodschapper) haar van beneden toe, zeggende: "
1588 19, 25 | 25. "En schud de stam van de palmboom naar u toe,
1589 19, 28 | 28. "O Zuster van Aäron, uw vader was geen
1590 19, 30 | zeide: "Ik ben een dienaar van Allah. Hij heeft mij het
1591 19, 31 | mij het gebed en het geven van aalmoezen zolang ik leef
1592 19, 33 | zal met mij zijn op de dag van mijn dood en evenzo op de
1593 19, 34 | Aldus was Jezus, de zoon van Maria. En (dit is) het ware
1594 19, 37 | verschillen (hierover) onderling van mening; maar wee de ongelovigen
1595 19, 45 | vader, ik vrees dat de straf van de Barmhartige u zal treffen
1596 19, 45 | en dat gij dan een gezel van Satan zult worden,"
1597 19, 48 | ik zal mij verre houden van u en van hetgeen gij nevens
1598 19, 48 | mij verre houden van u en van hetgeen gij nevens Allah
1599 19, 49 | 49. Toen hij zich van hen en van hetgeen zij nevens
1600 19, 49 | Toen hij zich van hen en van hetgeen zij nevens Allah
1601 19, 52 | 52. Wij riepen hem van de rechter zijde van de
1602 19, 52 | hem van de rechter zijde van de Berg (Sinaï), en deden
1603 19, 58 | uitgestort; namelijk de profeten van het nageslacht van Adam
1604 19, 58 | profeten van het nageslacht van Adam en van degenen die
1605 19, 58 | het nageslacht van Adam en van degenen die Wij met Noach
1606 19, 58 | Noach droegen (in de ark) en van het nageslacht van Abraham
1607 19, 58 | ark) en van het nageslacht van Abraham en Israël; en zij
1608 19, 58 | uitverkoren. Toen de tekenen van de Weldadige hun werden
1609 19, 61 | eeuwigheid, dat is een belofte van het Onzienlijke, welke de
1610 19, 64 | dalen slechts neder op bevel van uw Heer. Aan Hem behoort
1611 19, 73 | tot de gelovigen: "Welke van de twee partijen neemt de
1612 19, 78 | een belofte uit de hand van de Weldadige ontvangen? ~
1613 19, 81 | genomen, opdat dezen een bron van macht voor hen mogen zijn. ~
1614 19, 87 | hebben behalve degenen die van de Weldadige een belofte
1615 19, 98 | hunner zien of een voetstap van hen horen? ~~
1616 20 | heeft 135 strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de
1617 20, 4 | 4. Een openbaring van Hem, Die de aarde en de
1618 20, 9 | Hebt gij de geschiedenis van Mozes gehoord? ~
1619 20, 12 | Ik ben uw Heer, ontdoe u van uw schoeisel; want gij zijt
1620 20, 12 | zijt in de heilige vallei van Towa." ~
1621 20, 16 | neigingen volgt, u er niet van afwenden; anders zoudt gij
1622 20, 39 | werpen, zodat een vijand van Mij en van hem, hem zal
1623 20, 39 | zodat een vijand van Mij en van hem, hem zal opnemen'. En
1624 20, 40 | man, doch Wij verlosten u van smart. En Wij beproefden
1625 20, 40 | vertoefdet jaren te midden van het volk van Midian. Dan
1626 20, 40 | jaren te midden van het volk van Midian. Dan zijt gij, o
1627 20, 47 | Wij zijn de boodschappers van uw Heer; laat derhalve de
1628 20, 47 | laat derhalve de kinderen van Israël met ons weggaan,
1629 20, 47 | voorwaar, een teken gebracht van uw Heer; vrede rust op hem
1630 20, 59 | plaats vinden op de dag van het feest en laat het volk
1631 20, 63 | tovenaars die u met behulp van hun toverkunst uit uw land
1632 20, 70 | Wij geloven in de Heer van Aäron en Mozes." ~
1633 20, 71 | voorzeker aan de stammen van palmbomen kruisigen; en
1634 20, 71 | met zekerheid weten wie van ons gestrenger en langduriger
1635 20, 80 | 80. "O kinderen van Israël, Wij bevrijdden u
1636 20, 80 | Israël, Wij bevrijdden u van uw vijand en Wij gingen
1637 20, 80 | aan, aan de rechter zijde van de Berg (Sinaï) en zonden
1638 20, 81 | 81. "Eet van de goede dingen die Wij
1639 20, 83 | 83. "En wat heeft u van uw volk haastig doen weggaan,
1640 20, 86 | verlangdet gij dat de toorn van uw Heer op u zou nederdalen
1641 20, 87 | met een lading sieraden van het volk, derhalve wierpen
1642 20, 88 | Dit is uw God en de God van Mozes," doch hij is hem
1643 20, 94 | Hij antwoordde: "O zoon van mijn moeder, grijp mij niet
1644 20, 94 | gebracht onder de kinderen van Israël en hebt niet op mijn
1645 20, 96 | Ik volgde de voetstappen van de boodschapper naar mijn
1646 20, 99 | Mohammed) de tijdingen van het voorafgaande, waarin
1647 20, 100| 100. Wie zich er van zal afwenden zal op de Dag
1648 20, 109| Dag zal voorspraak niet van nut zijn behalve van hem
1649 20, 109| niet van nut zijn behalve van hem aan wie de Barrnhartige
1650 20, 111| verootmoedigen in tegenwoordigheid van de Levende, de Uitzichzelf -
1651 20, 114| Koran eer de openbaring er van aan u voltooid is en zeg: "
1652 20, 119| blootgesteld zijn aan de hitte van de zon." ~
1653 20, 121| 121. Zo aten beiden er van, waardoor hun schaamte hun
1654 20, 121| ongehoorzaam aan het gebod van zijn Heer, derhalve leed
1655 20, 123| zijn. En indien er leiding van Mij tot u komt dan zal een
1656 20, 124| 124. Doch degene die zich van Mijn gedachtenis zal afwenden,
1657 20, 127| niet gelooft in de tekenen van zijn Heer; en de straf van
1658 20, 127| van zijn Heer; en de straf van het Hiernamaals is zeker
1659 20, 127| zeker gestrenger en langer van duur. ~
1660 20, 128| 128. Is het hun (bewoners van Mekka) dan niet duidelijk
1661 20, 129| niet om een woord dat reeds van uw Heer was uitgegaan over
1662 20, 130| verheerlijk Hem in de uren van de nacht en op de gedeelten
1663 20, 130| nacht en op de gedeelten van de dag, opdat gij gelukkig
1664 20, 131| hetgeen Wij hebben toebedeeld van de heerlijkheid dezer wereld
1665 20, 131| beproeven. De voorziening van uw Heer is beter en van
1666 20, 131| van uw Heer is beter en van langer duur. ~
1667 20, 132| vragen geen levensonderhoud van u, Wij onderhouden u. En
1668 20, 133| brengt hij ons geen teken van zijn Heer?" Is er dan geen
1669 20, 134| indien Wij hen voor zijn (van de profeet) komst met een
1670 20, 135| weten komen wie de mensen van het rechte pad zijn en wie
1671 21 | heeft 112 strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de
1672 21, 2 | nieuwe Vermaning tot hen van hun Heer of zij luisteren
1673 21, 6 | 6. Vóór hen (bewoners van Mekka) heeft nooit een stad
1674 21, 11 | 11. Hoe menige stad vol van ongerechtigheid hebben Wij
1675 21, 21 | afgodendienaars) goden genomen van de aarde die de doden kunnen
1676 21, 22 | Verheven is Allah, de Heer van de Troon, boven hetgeen
1677 21, 24 | niet en zij zijn er afkerig van. ~
1678 21, 32 | niettemin wenden zij zich af van deze tekenen. ~
1679 21, 36 | degene die kwaad spreekt van uw Goden?" terwijl zij het
1680 21, 36 | zijn die de verkondiging van de Barmhartige verwerpen. ~
1681 21, 39 | machte zullen zijn het Vuur van hun gezicht of van hun rug
1682 21, 39 | Vuur van hun gezicht of van hun rug te weren en niet
1683 21, 42 | Neen, zij wenden zich af van de gedachtenis aan hun Heer.
1684 21, 44 | ongelovigen) bezoeken, het van de buitenzijde af besnoeiend?
1685 21, 46 | ademtocht der kastijding van uw Heer hen raakt, zullen
1686 21, 47 | het slechts het gewicht van een mosterdzaadje, Wij zullen
1687 21, 56 | Neen, uw Heer is de Heer van de hemelen en van de aarde,
1688 21, 56 | de Heer van de hemelen en van de aarde, Die deze schiep
1689 21, 56 | en ik leg getuigenis er van af." ~
1690 21, 63 | gedaan; dit is de grootste van hen. Vraagt hen of zij kunnen
1691 21, 66 | Aanbidt gij dan in plaats van Allah datgene wat u geenszins
1692 21, 78 | het veld waar de geiten van zekere mensen bij nacht
1693 21, 78 | graasden, waren Wij Getuige van hun oordeel. ~
1694 21, 79 | Wij schonken Salomo begrip van de zaak en aan elk hunner
1695 21, 81 | zijnentwille in de richting van het land dat Wij hadden
1696 21, 81 | En Wij bezitten kennis van alle dingen. ~
1697 21, 84 | gebed en bevrijdden hem van moeilijkheden en gaven hem
1698 21, 84 | zijnen en het gelijke er van daarnevens, als een bewijs
1699 21, 88 | en namen zijn droefenis van hem weg. En aldus verlossen
1700 21, 101| door Ons tevoren de belofte van een goede beloning is gedaan,
1701 21, 101| gedaan, dezen zullen er ver van verwijderd worden.
1702 21, 102| 102. Geen gerucht daarvan (van de hel) zullen zij horen,
1703 21, 104| terugbrengen - een Belofte van Ons; voorwaar Wij zullen
1704 22 | heeft 78 strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de
1705 22, 1 | vrees uw Heer, want de schok van het Uur is een verschrikkelijk
1706 22, 2 | zwangere vrouw zich zal ontdoen van haar dracht; en gij zult
1707 22, 2 | zijn, doch de kastijding van uw Heer is gestreng. ~
1708 22, 4 | verleiden en naar de straf van het Vuur voeren. ~
1709 22, 5 | uit een levenskiem, dan van een klonter bloed, daarna
1710 22, 9 | einde anderen af te leiden van Allah's weg. Voor hem is
1711 22, 9 | zullen Wij hem de straf van het branden doen ondergaan. ~
1712 22, 19 | ongelovigen zullen gewaden van Vuur worden gesneden en
1713 22, 22 | zeggen: "Proeft gij de straf van het branden?" ~
1714 22, 23 | worden getooid met armbanden van goud en parels, en hun gewaden
1715 22, 23 | parels, en hun gewaden zullen van zijde zijn. ~
1716 22, 24 | het reine woord en het pad van de Geprezene worden geleid. ~
1717 22, 25 | geloven en mensen afhouden van de weg van Allah en van
1718 22, 25 | mensen afhouden van de weg van Allah en van de Heilige
1719 22, 25 | van de weg van Allah en van de Heilige Moskee (te Mekka) -
1720 22, 25 | of (de vreemdeling) die van buiten komt - en hij die
1721 22, 27 | voet of op magere kamelen van verre tot u komen. ~
1722 22, 28 | 28. Opdat zij van hun voordeel getuigenis
1723 22, 28 | getuigenis afleggen en de naam van Allah uitspreken gedurende
1724 22, 30 | Wie dus de heilige geboden van Allah eert, het zal voor
1725 22, 30 | hem goed zijn in de ogen van zijn Heer. En wettig voor
1726 22, 31 | vereenzelvigt, het is alsof hij van een hoogte valt en de vogels
1727 22, 32 | En wie de heilige tekenen van Allah vereert, voorwaar,
1728 22, 34 | volk hebben Wij handelingen van offer en wijdingen vastgesteld,
1729 22, 34 | vastgesteld, opdat zij de naam van Allah mogen uitspreken over
1730 22, 35 | Wier harten vervuld zijn van vrees wanneer Allah's naam
1731 22, 35 | gebed onderhouden, en geven van hetgeen Wij hun hebben toebedeeld. ~
1732 22, 36 | onder de heilige tekenen van Allah hebben Wij voor u
1733 22, 36 | Spreekt daarom de naam van Allah over hen uit terwijl
1734 22, 36 | hun zij neervallen, eet er van en voedt de rijken en de
1735 22, 40 | sommige mensen niet met behulp van anderen tegenhield, zouden
1736 22, 40 | waarin dikwijls de naam van Allah wordt herdacht, afgebroken
1737 22, 42 | vóór hen heeft het volk van Noach en Aad en Samoed ook
1738 22, 43 | 43. En het volk van Abraham en het volk van
1739 22, 43 | van Abraham en het volk van Lot; ~
1740 22, 44 | 44. En de inwoners van Midian eveneens. En Mozes
1741 22, 45 | ongerechtigheid was, zodat de daken er van zijn ingestort en hoe menige
1742 22, 47 | dag gelijk duizend jaren van uw berekening. ~
1743 22, 51 | maken, zullen de bewoners van het Vuur zijn. ~
1744 22, 54 | verkondiging) de waarheid is van uw Heer, opdat zij er in
1745 22, 55 | achterhaalt, of de straf van een rampzalige Dag over
1746 22, 56 | die Dag zal het koninkrijk van Allah zijn. Hij zal onder
1747 22, 56 | verrichten, zullen in tuinen van zaligheid vertoeven. ~
1748 22, 58 | huizen verlaten terwille van Allah, en dan sneuvelen
1749 22, 69 | over datgene waarover gij van mening verschildet." ~
1750 22, 73 | degenen die grij in plaats van Allah aanbidt kunnen zelfs
1751 22, 73 | En indien een vlieg iets van hen zou wegnemen, zouden
1752 22, 78 | En strijdt voor de zaak van Allah zoals er voor behoort
1753 22, 78 | opgelegd - dit is het geloof van uw vader Abraham. Hij heeft
1754 23 | heeft 118 strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de
1755 23, 4 | aktief zijn in het betalen van Zakaat. ~
1756 23, 12 | mens uit een uittreksel van klei; ~
1757 23, 19 | brengen daarmede tuinen van dadelpalmen en wijnstokken
1758 23, 21 | Wij geven u te drinken van de melk die in hun buik
1759 23, 21 | trekt er talrijke voordelen van en eveneens eet gij er van. ~
1760 23, 21 | van en eveneens eet gij er van. ~
1761 23, 24 | 24. En de hoofden van zijn volk, die ongelovig
1762 23, 24 | nedergezonden. Wij hebben nooit van zulk (een boodschapper)
1763 23, 27 | boord twee (exemplaren) van wat nodig is en uw gezin,
1764 23, 28 | behoort aan Allah, Die ons van een boosaardig volk heeft
1765 23, 33 | 33. En de hoofden van zijn volk, die ongelovig
1766 23, 33 | in dit leven overvloed (van het goede der aarde) hadden
1767 23, 33 | mens, zoals gij. Hij eet van hetgeengij eet en drinkt
1768 23, 33 | hetgeengij eet en drinkt van hetgeen gij drinkt. ~
1769 23, 50 | En Wij bestemden de zoon van Maria en zijn moeder tot
1770 23, 51 | O gij boodschappers, eet van hetgeen rein is en verricht
1771 23, 57 | Voorwaar, degenen die sidderen van ontzag voor hun Heer, ~
1772 23, 58 | die geloven in de tekenen van hun Heer, ~
1773 23, 60 | terwijl hun hart is vervuld van vrees. omdat zij tot hun
1774 23, 61 | en wedijveren in het doen van goede werken. ~
1775 23, 70 | meesten hunner houden niet van de Waarheid. ~
1776 23, 72 | 72. Of vraagt gij van hen enige beloning? Doch
1777 23, 72 | beloning? Doch de beloning van uw Heer is beter en Hij
1778 23, 74 | geloven dwalen inderdaad van dit pad af. ~
1779 23, 80 | Zijn handen is de wisseling van nacht en dag. Wilt gij dan
1780 23, 86 | zeven hemelen en de Heer van de Grote Troon?" ~
1781 23, 92 | 92. Kenner van het ongeziene en het geziene.
1782 23, 94 | plaats mij dan niet te midden van het onrechtvaardige volk." ~
1783 23, 96 | beste. Wij zijn op de hoogte van hetgeen zij zeggen, ~
1784 23, 109| Waarlijk, er was een gedeelte van Mijn dienaren dat placht
1785 23, 113| bleven een dag of een deel van een dag. Vraag dus degenen
1786 23, 116| God behalve Hij, de Heer van de aanzienlijke Troon. ~
1787 24 | heeft 64 strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de
1788 24, 2 | laat medelijden met hen u van de gehoorzaamheid aan Allah
1789 24, 2 | groep gelovigen getuige zijn van hun bestraffing. ~
1790 24, 5 | 5. Met uitzondering van hen die daarna berouw tonen
1791 24, 6 | hunner vier maal in de naam van Allah zweren dat hij voorzeker
1792 24, 8 | 8. Maar het zal de straf van haar afwenden indien zij
1793 24, 8 | zij viermaal in de naam van Allah getuigt en zegt, dat
1794 24, 9 | zij zeggen: dat de toorn van Allah over haar zij als
1795 24, 13 | medegebracht zijn zij in de ogen van Allah leugenaars. ~
1796 24, 15 | 15. Toen gij het van elkander hoordet en gij
1797 24, 15 | terwijl het in de ogen van Allah belangrijk was. ~
1798 24, 21 | gelooft, volgt de voetstappen van Satan niet. Wie de voetstappen
1799 24, 21 | niet. Wie de voetstappen van Satan volgt die zal hij
1800 24, 22 | die hun huizen terwille van Allah hebben verlaten. Laten
1801 24, 27 | binnen zonder de bewoners er van te waarschuwen en te begroeten.
1802 24, 28 | u. Allah is op de hoogte van hetgeen gij doet. ~
1803 24, 30 | Allah is wel op de hoogte van hetgeen zij doen. ~
1804 24, 31 | of haar vader of de vader van haar echtgenoot, of haar
1805 24, 31 | of haar zonen of de zonen van haar echtgenoot, of haar
1806 24, 31 | haar broeders, of de zonen van haar broeders, of de zonen
1807 24, 31 | haar broeders, of de zonen van haar zusters of haar vrouwen,
1808 24, 31 | of de jonge kinderen die van de naaktheid van een vrouw
1809 24, 31 | kinderen die van de naaktheid van een vrouw niets afweten.
1810 24, 31 | slaan, opdat hetgeen zij van haar schoonheid bedekken
1811 24, 33 | En de slaven die een acte van vrijmaking wensen, voorziet
1812 24, 33 | in hen ziet; en geeft hun van de rijkdommen van Allah,
1813 24, 33 | geeft hun van de rijkdommen van Allah, die Hij u heeft geschonken.
1814 24, 33 | tot ontucht om de goederen van het tegenwoordige leven
1815 24, 34 | nedergezonden, en de voorbeelden van hen die vóór u zijn geweest
1816 24, 35 | 35. Allah is het Licht van de hemelen en de aarde.
1817 24, 35 | de aarde. De gelijkenis van Zijn Licht is als een nis
1818 24, 35 | wordt, aangestoken met olie van een gezegende boom, een
1819 24, 35 | boom, een olijfboom, die van het Oosten noch van het
1820 24, 35 | die van het Oosten noch van het Westen is, welks olie
1821 24, 35 | mensen; Allah heeft kennis van alle dingen. ~
1822 24, 43 | voortkomen? En Hij zendt van de hemel neder (wolken als)
1823 24, 43 | Hij wil en wendt het af van wie Hij wil. De glans van
1824 24, 43 | van wie Hij wil. De glans van de bliksem neemt het gezicht
1825 24, 53 | Allah is goed op de hoogte van hetgeen gij doet. ~
1826 24, 54 | geleid worden. En de plicht van de boodschapper is slechts
1827 24, 58 | wegens de middaghitte u van uw klederen ontdoet, en
1828 24, 60 | schoonheid te tonen, zich van kledingstukken ontdoen.
1829 24, 61 | huizen eet of in de huizen van uw broeders, of in de huizen
1830 24, 61 | broeders, of in de huizen van uw zusters, of in de huizen
1831 24, 61 | zusters, of in de huizen van uw vaders broeders, of in
1832 24, 61 | broeders, of in de huizen van uw vaders zusters, of in
1833 24, 61 | zusters, of in de huizen van uw moeders broeders, of
1834 24, 61 | broeders, of in de huizen van uw moeders zusters, of in
1835 24, 61 | bezit hebt, of in het huis van een uwer vrienden. Het doet
1836 24, 61 | dan elkander met een groet van uw Heer, die vol van zegen
1837 24, 61 | groet van uw Heer, die vol van zegen en reinheid is. Zo
1838 24, 62 | toestemming vragen terwille van hun zaken, geef dan toestemming
1839 24, 62 | vraag voor hen vergiffenis van Allah, voorzeker, Allah
1840 24, 63 | Behandelt de uitnodiging van de boodschapper onder u
1841 24, 63 | zoals gij de uitnodiging van elkander behandelt. Allah
1842 24, 64 | Waarlijk Allah heeft kennis van alle dingen. ~~
1843 25 | heeft 77 strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de
1844 25, 8 | hebben om (de vruchten) er van te eten." En de onrechtvaardigen
1845 25, 16 | vertoeven. Dit is een belofte van uw Heer waar om gevraagd
1846 25, 17 | dwalen, of dwaalden zij zelf van het rechte pad af?" ~
1847 25, 24 | 24. De bewoners van het paradijs zullen op die
1848 25, 29 | 29. Hij deed mij van de herinnering afdwalen
1849 25, 31 | elke profeet een vijand van onder de zondaren; uw Heer
1850 25, 34 | toestand, en zij zijn het meest van het rechte pad afgedwaald. ~
1851 25, 37 | 37. En het volk van Noach: toen dit de boodschappers
1852 25, 38 | Aad en Samoed en het volk van de Bron en vele andere geslachten
1853 25, 42 | had ons inderdaad bijna van onze Goden doen afdwalen,
1854 25, 42 | het meest afgedwaald is van het rechte pad. ~
1855 25, 45 | de zon tot een leider er van gemaakt. ~
1856 25, 56 | hebben u slechts als drager van blijde tijdingen en als
1857 25, 57 | 57. Zeg: "Ik vraag van u geen vergoeding er voor,
1858 25, 58 | de hoogte met de zonden van Zijn dienaren. ~
1859 25, 63 | 63. En de dienaren van de Barmhartige zijn zij,
1860 25, 65 | Heer, wend de straf der hel van ons af want de straf daarvan
1861 25, 70 | 70. Met uitzondering van hen die berouw hebben en
1862 25, 73 | wanneer zij door tekenen van hun Heer gewaarschuwd worden,
1863 26 | heeft 227 strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de
1864 26, 2 | 2. Dit zijn de verzen van het duidelijke Boek. ~
1865 26, 4 | kunnen Wij hun een teken van de hemel nederzenden, zodat
1866 26, 5 | 5. Maar er komt van de Barmhartige geen nieuwe
1867 26, 5 | hen of zij wenden zich er van af. ~
1868 26, 6 | de tijdingen hun bereiken van hetgeen zij bespotten. ~
1869 26, 11 | 11. Het volk van Pharao. Zullen zij (Mij)
1870 26, 14 | hebben zij een aanklacht van misdaad tegen mij, dus vrees
1871 26, 16 | Wij zijn de boodschappers van de Heer der Werelden. ~
1872 26, 18 | bleeft onder ons vele jaren van uw leven. ~
1873 26, 21 | 21. "Daarom vluchtte ik van u omdat ik u vreesde; maar
1874 26, 22 | brengt, dat gij de kinderen van Israël tot slaven hebt gemaakt?" ~
1875 26, 24 | hemelen en der aarde en van alles wat er tussen is,
1876 26, 28 | Mozes zeide: "Hij is de Heer van het Oosten en van het Westen
1877 26, 28 | de Heer van het Oosten en van het Westen en van alles
1878 26, 28 | Oosten en van het Westen en van alles wat daar tussen is,
1879 26, 44 | en zeiden: "Bij de macht van Pharao, wij zullen de overhand
1880 26, 48 | 48. De Heer van Mozes en Aäron." ~
1881 26, 49 | zeker uw handen en uw voeten van links en rechts afhakken,
1882 26, 59 | erfenis aan de kinderen van Israël." ~
1883 26, 61 | zagen, zeiden de metgezellen van Mozes: "Wij worden zeker
1884 26, 69 | aan het volk het verhaal van Abraham. ~
1885 26, 77 | 77. Zij zijn vijanden van mij behalve de Heer der
1886 26, 85 | maak mij een der erfgenamen van de Tuin der Zaligheid. ~
1887 26, 95 | 95. En de scharen van Iblies, allen tezamen. ~
1888 26, 105| 105. Het volk van Noach verloochende de boodschappers.
1889 26, 112| zeide: "En wat weet ik er van wat zij deden?" ~
1890 26, 135| voor u inderdaad de straf van een grote Dag." ~
1891 26, 141| 141. Het geslacht van Samoed verloochende de boodschappers
1892 26, 156| kwaad anders zal de straf van een grote Dag u achterhalen." ~
1893 26, 157| daarna hadden zij er spijt van. ~
1894 26, 160| 160. Ook het volk van Lot verloochende de boodschappers, ~
1895 26, 165| 165. "Nadert gij van alle schepselen de mannen?
1896 26, 169| red mij en mijn familie van hetgeen zij doen." ~
1897 26, 176| 176. Het volk van het woud verloochende ook
1898 26, 187| 187. Doe dan stukken van de hemel op ons vallen als
1899 26, 189| achterhaalde hen de straf van de dag der overschaduwing.
1900 26, 189| Dat was waarlijk de straf van een grote dag. ~
1901 26, 192| dit Boek is een openbaring van de Heer der Werelden. ~
1902 26, 197| geleerden onder de kinderen van Israël het weten? ~
1903 27 | heeft 93 strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de
1904 27, 1 | Sien. Dit zijn de verzen van de Koran, het duidelijke
1905 27, 14 | aanmatigend terwijl hun zielen er van overtuigd waren. Ziet, hoe
1906 27, 14 | hoe kwaad het einde was van de onruststokers. ~
1907 27, 15 | Allah, Die ons boven vele van Zijn gelovige dienaren heeft
1908 27, 17 | legers voor Salomo verzameld van djinn, mensen en vogelen
1909 27, 18 | 18. Toen zij tot het dal van de mieren kwamen, zei een
1910 27, 24 | de zon aanbaden in plaats van Allah en Satan heeft hun
1911 27, 26 | geen God naast Hem, de Heer van de Grote Troon. ~
1912 27, 28 | voor hen neder, trek u dan van hen terug, en zie welk antwoord
1913 27, 30 | 30. Hij is van Salomo en luidt: "In naam
1914 27, 30 | Salomo en luidt: "In naam van Allah, de Barmhartige, de
1915 27, 34 | trekken en maken de hoogsten van het volk tot de laagsten.
1916 27, 39 | 39. Een dappere van de djinn zeide: "Ik zal
1917 27, 39 | tot u brengen voordat gij van uw kamp opstaat en zeker
1918 27, 40 | 40. Iemand, die kennis van het geschrift had zeide: "
1919 27, 40 | hij: "Dit is bij de gratie van mijn Heer, opdat Hij mij
1920 27, 40 | dankbaar voor het welzijn van zijn eigen ziel, maar wie
1921 27, 41 | behoort tot degenen die van de rechte weg worden afgeleid." ~
1922 27, 43 | Salomo) weerhield haar van het aanbidden van hetgeen
1923 27, 43 | weerhield haar van het aanbidden van hetgeen zij in plaats van
1924 27, 43 | van hetgeen zij in plaats van Allah aanbad; want zij behoorde
1925 27, 49 | Wij waren geen getuigen van de vernietiging van zijn
1926 27, 49 | getuigen van de vernietiging van zijn familie en wij spreken
1927 27, 51 | Ziet dan hoe het einde van hun plan was; Wij vernietigden
1928 27, 55 | wellustig de mannen in plaats van de vrouwen? Neen, gij zijt
1929 27, 56 | 56. Maar het antwoord van zijn volk was niets anders
1930 27, 63 | Die u leidt in het duister van het land en van de zee,
1931 27, 63 | duister van het land en van de zee, en Die u winden
1932 27, 63 | zendt als boodschappers van blijde tijdingen (regen)
1933 27, 72 | kan zijn, dat een gedeelte van de straf die gij wildet
1934 27, 76 | Koran legt aan de kinderen van Israël veel uit van hetgeen
1935 27, 76 | kinderen van Israël veel uit van hetgeen waaromtrent zij
1936 27, 81 | Noch kunt gij de blindeen van hun dwaling afleiden. Gij
1937 27, 83 | En op de Dag waarop Wij van elk volk degenen zullen
1938 27, 88 | Hij is goed op de hoogte van hetgeen gij doet. ~
1939 28 | heeft 88 strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de
1940 28, 2 | 2. Dit zijn de verzen van het duidelijke Boek. ~
1941 28, 3 | Wij dragen u het verhaal van Mozes en Pharao voor, in
1942 28, 3 | voor, in waarheid, ten bate van een volk dat wil geloven. ~
1943 28, 4 | land en deed het volk er van in partijen scheiden; van
1944 28, 4 | van in partijen scheiden; van een groep die hij als zwak
1945 28, 7 | openbaarden aan de moeder van Mozes: "Zoog hem; en indien
1946 28, 10 | En het hart der moeder van Mozes werd vrij (van angst).
1947 28, 10 | moeder van Mozes werd vrij (van angst). Zij had het bijna
1948 28, 11 | achterna." Zij sloeg hem van verre gade en de anderen
1949 28, 13 | mocht weten dat de belofte van Allah waar is. Maar de meeste
1950 28, 15 | vechtende mannen, de ene van zijn eigen volk en de andere
1951 28, 15 | eigen volk en de andere van zijn vijanden. En hij die
1952 28, 15 | zijn vijanden. En hij die van zijn volk was zocht hulp
1953 28, 19 | wilde grijpen die een vijand van beiden was, zeide deze: "
1954 28, 20 | er kwam een man aangehold van het andere einde der stad,
1955 28, 21 | Mijn Heer, verlos mij van het kwaadaardige volk." ~
1956 28, 23 | En toen hij bij de bron van Midian aankwam, vond hij
1957 28, 27 | een dezer twee dochters van mij uithuwen, mits gij acht
1958 28, 28 | overeenkomst tussen u en mij. Welke van de twee termijnen ik ook
1959 28, 28 | aangedaan; en Allah is Getuige van hetgeen wij zeggen." ~
1960 28, 29 | een vuur in de richting van de berg Sinaï. Hij zeide
1961 28, 30 | kwam werd hij door een stem van de rechterzijde van het
1962 28, 30 | stem van de rechterzijde van het dal geroepen, op de
1963 28, 30 | geroepen, op de heilige plaats van uit de boom: "O Mozes, voorwaar,
1964 28, 32 | dit zijn twee tekenen van uw Heer aan Pharao en zijn
1965 28, 34 | opdat hij moge getuigen van mijn waarheid, want ik vrees
1966 28, 36 | tovenarij, en wij hoorden nooit van iets dergelijks onder onze
1967 28, 37 | het beste wie de leiding van Hem heeft gebracht en voor
1968 28, 37 | wie de gelukkige beloning van het tehuis zal zijn. Waarlijk,
1969 28, 38 | vuur O Hamaan, om stenen van klei te bakken en bouw een
1970 28, 38 | moge opklimmen naar de God van Mozes want waarlijk ik beschouw
1971 28, 44 | aan de westelijke kant (van de berg) toen Wij Mozes
1972 28, 45 | geen bewoner onder het volk van Midian, die Onze tekenen
1973 28, 46 | Maar uit barmhartigheid van uw Heer zijt gij gezonden,
1974 28, 48 | 48. Maar toen de Waarheid van Ons tot hen kwam, zeiden
1975 28, 49 | Zeg: "Brengt dan een Boek van Allah dat een betere leiding
1976 28, 50 | volgt zonder de leiding van Allah? Voorwaar, Allah leidt
1977 28, 53 | Voorwaar, het is de Waarheid van onze Heer. Inderdaad, wij
1978 28, 54 | goede weren, en mededelen van hetgeen waarmee Wij hen
1979 28, 55 | horen, wenden zij zich er van af en zeggen: "Aan ons onze
1980 28, 57 | 57. En zij (de bewoners van Mekka) zeggen: "Als wij
1981 28, 57 | zouden volgen, zouden wij van ons land worden weggevoerd."
1982 28, 57 | gebracht als een voorziening van Ons? Maar de meesten onder
1983 28, 58 | trots waren op hun middelen van bestaan! En ginds waren
1984 28, 59 | steden tenzij de bewoners er van onrechtvaardig zijn. ~
1985 28, 60 | dient slechts als middel van bestaan voor het tegenwoordige
1986 28, 60 | leven en ter versiering er van; en hetgeen bij Allah is,
1987 28, 60 | bij Allah is, is beter en van langere duur. Wilt gij dit
1988 28, 61 | gelijk met degenen, die Wij van de goederen dezer wereld
1989 28, 63 | Zij, tegen wie het Woord van kracht zal worden, zullen
1990 28, 70 | wereld en in het Hiernamaals. Van Hem is het gebod en tot
1991 28, 76 | behoorde voorwaar tot het volk van Mozes, maar hij gedroeg
1992 28, 76 | niet, want Allah houdt niet van degenen die pochen. ~
1993 28, 77 | heeft gegeven het tehuis van het Hiernamaals; en vergeet
1994 28, 79 | Waarlijk, hij is bezitter van een groot fortuin." ~
1995 28, 80 | zeiden: "Wee u, de beloning van Allah is beter voor degenen
1996 28, 82 | voorziening voor wie Hij wil van Zijn dienaren. Indien Allah
1997 28, 83 | 83. Daar is het tehuis van het Hiernamaals! Wij geven
1998 28, 85 | Hij, Die de verkondiging van de Koran u oplegde, zal
1999 28, 85 | oplegde, zal u tot de plaats van terugkeer brengen. Zeg: "
2000 28, 86 | het is een barmhartigheid van uw Heer; wees daarom nooit
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3173 |