Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
herstellen 2
herwaarts 1
hescheidenheid 1
het 3106
heter 1
hetgeen 678
hetgeengij 1
Frequency    [«  »]
6932 de
3188 zij
3173 van
3106 het
2844 allah
2793 is
2516 gij

Koran

IntraText - Concordances

het

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3106

                                                         bold = Main text
     Sura, Verse                                         grey = Comment text
1 Voo | deze mogelijkheid ook in het gekozen Nederlands tot uiting 2 Voo | Nederlands woord, dat o.i. in het verband paste. Men houde 3 Voo | taal klanken kent, die in het Nederlands eenvoudig niet 4 Voo | andersoortige lectuur, vestigen op het feit, dat de stijl van de 5 Voo | boeken en literatuur, omdat het hier niet gaat om een reeks 6 Voo | rechtstreekse aanspraak. Derhalve is het mogelijk, dat de lezers 7 1 | 1. Het Begin (Al-Faatihah)~Het 8 1 | Het Begin (Al-Faatihah)~Het Openings Hoofdstuk van de 9 1, 6 | 6. Leid ons op het rechte pad, ~ 10 1, 7 | 7. Het pad dergenen, aan wie Gij 11 2, 3 | 3. Die in het onzienlijke geloven en het 12 2, 3 | het onzienlijke geloven en het gebed houden en die weldoen 13 2, 5 | 5. Zij zijn het, die de leiding van hun 14 2, 6 | de Waarheid) verwerpen, het is hun om het even, of gij 15 2, 6 | verwerpen, het is hun om het even, of gij hen waarschuwt, 16 2, 9 | zichzelf en zij beseffen het niet. ~ 17 2, 12 | Pas op! Voorzeker zij zijn het die onheil stichten, doch 18 2, 12 | stichten, doch zij beseffen het niet. ~ 19 2, 13 | geloofd?" Ziet toe! Zij zijn het die dwaas zijn, doch zij 20 2, 13 | dwaas zijn, doch zij weten het niet. ~ 21 2, 16 | 16. Zij zijn het die dwaling hebben aanvaard 22 2, 17 | een vuur ontstak en toen het zijn omgeving verlichtte, 23 2, 20 | 20. Bijna beneemt het bliksemlicht hun het gezichtsvermogen; 24 2, 20 | beneemt het bliksemlicht hun het gezichtsvermogen; telkens 25 2, 20 | gezichtsvermogen; telkens als het hen beschijnt, wandelen 26 2, 20 | wandelen zij daarin, maar wordt het weder donker, dan staan 27 2, 20 | staan zij stil. En, zo Allah het wilde, zou Hij hun het gehoor 28 2, 20 | Allah het wilde, zou Hij hun het gehoor en het gezicht kunnen 29 2, 20 | zou Hij hun het gehoor en het gezicht kunnen ontnemen, 30 2, 24 | 24. Doch, indien gij het niet kunt doen - en gij 31 2, 24 | kunt doen - en gij zult het nimmer kunnen doen - wacht 32 2, 24 | doen - wacht u dan voor het Vuur, dat voor de ongelovigen 33 2, 25 | tijding, dat er tuinen (het paradijs) voor hen zijn, 34 2, 25 | werd gegeven"; en hun werd het soortgelijke gegeven. En 35 2, 26 | 26. Waarlijk, Allah acht het niet beneden zich, een mug 36 2, 27 | 27. Die het verbond met Allah breken 37 2, 29 | 29. Hij is het, Die alles, wat op aarde 38 2, 39 | zullen de bewoners van het Vuur zijn; zij zullen daarin 39 2, 41 | weest niet de eersten, die het verwerpen; verruilt evenmin 40 2, 43 | 43. En houdt het gebed en betaalt de Zakaat 41 2, 44 | 44. Beveelt gij de mensen het goede te doen en vergeet 42 2, 44 | daarbij u zelf, hoewel gij het Boek leest? Wilt gij dan 43 2, 51 | gij in zijn afwezigheid het kalf, (om het te aanbidden) 44 2, 51 | afwezigheid het kalf, (om het te aanbidden) en gij werdt 45 2, 53 | En toen gaven Wij Mozes het Boek en het oordeel des 46 2, 53 | gaven Wij Mozes het Boek en het oordeel des onderscheids, 47 2, 54 | uzelf onrecht aangedaan door het kalf te aanvaarden: derhalve 48 2, 54 | doodt uw eigen ik, dat is het beste voor u in het oog 49 2, 54 | dat is het beste voor u in het oog van uw Schepper". Daarna 50 2, 59 | onrechtvaardigen vervingen het woord door een ander, dat 51 2, 63 | hebben gegeven en bedenkt wat het bevat, zodat gij behoed 52 2, 68 | ons tot uw Heer, opdat Hij het ons duidelijk make, wat 53 2, 68 | antwoordde: "Hij zegt, dat het een koe moet zijn, noch 54 2, 69 | ons tot uw Heer, dat Hij het ons duidelijk make, welke 55 2, 69 | antwoordde: "Hij zegt, dat het een gele koe is met een 56 2, 70 | gelijk uit; en als Allah het wil, zullen wij juist worden 57 2, 71 | antwoordde: "Hij zegt, dat het een koe is, die nog nooit 58 2, 71 | Zij zeiden: "Nu hebt gij het precies gezegd." Toen slachtten 59 2, 71 | doch liever hadden zij het niet gedaan. ~ 60 2, 73 | moordenaar) voor een gedeelte van het vergrijp tegen hem (de gedode)". 61 2, 75 | terwijl een aantal hunner het woord van Allah heeft vernomen 62 2, 75 | Allah heeft vernomen en het verdraait, nadat zij het 63 2, 75 | het verdraait, nadat zij het hebben begrepen, tegen beter 64 2, 78 | ongeletterd; zij weten niets van het Boek, maar hebben hun valse 65 2, 80 | 80. En zij zeggen: "Het Vuur zal ons slechts voor 66 2, 81 | zij zijn de bewoners van het Vuur; daarin zullen zij 67 2, 83 | tegen de mensen en houdt het gebed en geeft de Zakaat. 68 2, 85 | 85. Toch zijt gij het volk, dat uw eigen broeders 69 2, 85 | slechts in een gedeelte van het Boek en verwerpt gij een 70 2, 86 | 86. Dezen zijn het, die het Hiernamaals voor 71 2, 86 | 86. Dezen zijn het, die het Hiernamaals voor het tegenwoordig 72 2, 86 | die het Hiernamaals voor het tegenwoordig leven hebben 73 2, 87 | Voorwaar, Wij gaven Mozes het Boek en deden boodschappers 74 2, 89 | zij dat niet en verwierpen het. Gods vloek rust derhalve 75 2, 91 | daarna is geopenbaard, hoewel het de Waarheid is, vervullende 76 2, 92 | hebt in zijn afwezigheid het (gouden) kalf genomen (om 77 2, 92 | gouden) kalf genomen (om het te aanbidden) en gij waart 78 2, 93 | hun hart was vervuld van het kalf, wegens hun ongeloof. 79 2, 94 | 94. Zeg: "Indien het tehuis van het Hiernamaals, 80 2, 94 | Indien het tehuis van het Hiernamaals, bij Allah alleen 81 2, 95 | deze nooit wensen, wegens het werk hunner handen. En Allah 82 2, 96 | Voorzeker, gij zult hen (Joden) het meest van alle mensen verlangend 83 2, 96 | alle mensen verlangend naar het leven vinden, zelfs meer 84 2, 96 | lang leven vergund, dan zou het hem tegen de straf toch 85 2, 97 | waarlijk, hij openbaarde het op Allah's bevel aan uw 86 2, 100| schond een gedeelte hunner het. Neen, de meesten hunner 87 2, 101| gedeelte der mensen van het Boek, Allah's Boek achter 88 2, 101| zich geworpen, alsof zij het niet kenden. ~ 89 2, 102| handelt geen voordeel heeft in het Hiernamaals; slecht is hetgene 90 2, 102| hebben verkocht; hadden zij het slechts ingezien! 91 2, 103| zijn geweest, hadden zij het slechts geweten. ~ 92 2, 105| geloven onder de mensen van het Boek, en de afgodendienaren, 93 2, 107| 107. Weet gij niet, dat het koninkrijk der hemelen en 94 2, 108| geloof, is voorzeker van het rechte pad afgedwaald. 95 2, 109| Velen van de mensen van het Boek, wensen, nadat gij 96 2, 110| 110. En onderhoudt het gebed en betaalt de Za'kaat; 97 2, 110| gebed en betaalt de Za'kaat; het goede dat gij vooruit zendt 98 2, 110| zendt voor uzelf, gij zult het bij Allah vinden. Voorzeker, 99 2, 114| grote straf voor hen zijn in het Hiernamaals. ~ 100 2, 115| 115. En aan Allah behoort het Oosten en het Westen; waarheen 101 2, 115| Allah behoort het Oosten en het Westen; waarheen gij u ook 102 2, 115| gij u ook wendt, daar zal het Aangezicht van Allah zijn. 103 2, 117| zegt Hij slechts: "Wees" en het wordt". ~ 104 2, 121| 121. Zij, wie Wij het Boek hebben gegeven, volgen 105 2, 121| Boek hebben gegeven, volgen het na, zoals het behoort te 106 2, 121| gegeven, volgen het na, zoals het behoort te worden nagevolgd; 107 2, 121| worden nagevolgd; dezen zijn het, die er in geloven. En die 108 2, 125| 125. En toen Wij het Huis tot een plaats van 109 2, 126| schenken, daarna zal Ik hem in het Vuur drijven: het is een 110 2, 126| hem in het Vuur drijven: het is een slechte verblijfplaats". ~ 111 2, 127| Abraham en Ismaël de muren van het Huis optrokken, biddende: " 112 2, 129| tekenen zal verkondigen en hun het Boek en de Wijsheid zal 113 2, 130| 130. En wie zal zich van het geloof van Abraham afwenden, 114 2, 140| Christenen waren? Zeg: "Weet gij het beter of Allah?" En wie 115 2, 142| 142. De dwazen onder het volk zullen zeggen: "Wat 116 2, 142| Zeg: "Aan Allah behoort het Oosten en het Westen. Hij 117 2, 142| Allah behoort het Oosten en het Westen. Hij leidt, wie Hij 118 2, 142| leidt, wie Hij wil naar het rechte pad". ~ 119 2, 144| daarheen. En voorzeker, zij wie het Boek is gegeven, weten, 120 2, 145| teken aan degenen aan wie het Boek is gegeven, zouden 121 2, 146| 146. Degenen aan wie Wij het Boek hebben gegeven erkennen 122 2, 151| verkondigt, u zuivert, u het Boek en de Wijsheid onderwijst 123 2, 154| leven, maar gij bemerkt het niet. ~ 124 2, 157| 157. Dezen zijn het, op wie de zegeningen en 125 2, 157| Heer rusten en dezen zijn het, die de rechte weg volgen. 126 2, 159| verbergen, nadat Wij zein het Boek aan de mensen duidelijk 127 2, 159| duidelijk hebben gemaakt, zijn het, die Allah vervloekt en 128 2, 159| Allah vervloekt en zij die het recht hebben te vervloeken, 129 2, 160| verkondigen, dezen zijn het, tot wie Ik Mij met vergiffenis 130 2, 164| tot voordeel strekt; en in het water dat Allah van de hemel 131 2, 165| en dat Allah streng is in het straffen. ~ 132 2, 167| tot wroeging en zij zullen het Vuur niet kunnen ontkomen. ~ 133 2, 170| al hadden hun vaderen in het geheel geen verstand en 134 2, 171| naar hetgeen niets hoort, het blijft een roep en een schreeuw. 135 2, 173| 173. Hij heeft u slechts het gestorvene, het bloed, het 136 2, 173| slechts het gestorvene, het bloed, het varkensvlees 137 2, 173| het gestorvene, het bloed, het varkensvlees en datgene, 138 2, 174| heeft geopenbaard, namelijk het Boek en het voor een geringe 139 2, 174| geopenbaard, namelijk het Boek en het voor een geringe prijs verruilen, 140 2, 175| 175. Zij zijn het, die dwaling in ruil voor 141 2, 175| is hun overmoed tegenover het Vuur! ~ 142 2, 176| 176. Dit komt, omdat Allah het Boek met de Waarheid heeft 143 2, 176| voorzeker, zij, die tegen het Boek ingaan, zijn in verregaand 144 2, 177| 177. Het is geen deugd, dat gij uw 145 2, 177| dat gij uw gezicht naar het Oosten of naar het Westen 146 2, 177| naar het Oosten of naar het Westen wendt, maar waarlijke 147 2, 177| Laatste Dag, de engelen, het Boek en de profeten gelooft 148 2, 177| reiziger, de bedelaars en voor het vrijkopen van slaven en 149 2, 177| vrijkopen van slaven en die het gebed onderhoudt en de Zakaat 150 2, 177| oorlogstijd; dezen zijn het, die bewezen hebben, waarachtig 151 2, 180| 180. Het is u voorgeschreven, dat 152 2, 181| 181. En hij, die het vervalst nadat hij het heeft 153 2, 181| die het vervalst nadat hij het heeft gehoord, de schuld 154 2, 182| vreest, dat degene, die het testament maakte, partijdig 155 2, 183| 183. O, gij gelovigen, het vasten is u voorgeschreven, 156 2, 183| u voorgeschreven, zoals het degenen die vóór u waren 157 2, 184| die niet kunnen vasten - het voeden van een arme. Maar 158 2, 184| die vrijwillig goed doet, het zal beter voor hem zijn. 159 2, 184| zal beter voor hem zijn. Het vasten is goed voor u, indien 160 2, 184| goed voor u, indien gij het beseft. ~ 161 2, 185| geen ongemak, en opdat gij het aantal zult voltooien en 162 2, 186| Ik ben nabij. Ik verhoor het gebed van de smekeling, 163 2, 187| 187. Het is u veroorloofd, om op 164 2, 187| veroorloofd, om op de nacht van het vasten tot uw vrouwen in 165 2, 187| zwarte draad. Voltooit dan het vasten tot het vallen van 166 2, 187| Voltooit dan het vasten tot het vallen van de avond. En 167 2, 189| mensen en voor de bedevaart." Het is geen deugd, dat gij de 168 2, 195| niet met uw eigen handen in het verderf doch doet goed: 169 2, 196| verhinderd zijt, brengt dan het offer, dat gemakkelijk verkrijgbaar 170 2, 196| scheert uw hoofd niet, voordat het offer zijn bestemming heeft 171 2, 196| ziek is of een kwaal in het hoofd heeft, moet een losprijs 172 2, 196| terugkeert; dit is tien dagen in het geheel. Dit is voor hem, 173 2, 196| dat Allah streng is in het straffen. ~ 174 2, 197| aan goeds doet, Allah weet het. En rust u uit met het nodige, 175 2, 197| weet het. En rust u uit met het nodige, maar de beste uitrusting 176 2, 198| 198. Het is voor u geen zonde, wanneer 177 2, 198| weggaat, gedenkt dan Allah te het Sacrale Monument en gedenkt 178 2, 199| Gaat dan voort, vanwaar het volk voortgaat en zoekt 179 2, 200| hen is er geen aandeel in het Hiernamaals. ~ 180 2, 201| Onze Heer, schenk ons het goede in deze wereld, alsook 181 2, 201| ons voor de marteling van het Vuur." ~ 182 2, 202| verdiend. En Allah is vlug in het verrekenen. ~ 183 2, 203| gedenkt Allah gedurende het vastgestelde aantal dagen, 184 2, 203| haast (om te vertrekken) het zal voor hem geen zonde 185 2, 203| achterblijft, ook voor hem zal het geen zonde zijn. Dit geldt 186 2, 205| gezag heeft, gaat hij in het land rond, om er wanorde 187 2, 205| stichten en de oogst en het nageslacht (van de mens) 188 2, 211| dat Allah streng is in het straffen. ~ 189 2, 212| 212. Het leven dezer wereld is voor 190 2, 213| waarschuwers en zond met hen het Boek neder, dat de waarheid 191 2, 213| over, dan degenen aan wie het (Boek) was gegeven, nadat 192 2, 213| waren; en Allah leidt naar het rechte pad, wie Hij wil. ~ 193 2, 215| rijkdom gij ook weggeeft, het moet zijn voor ouders, naaste 194 2, 215| gij ook doet - Allah weet het goed. ~ 195 2, 216| er afkerig van zijt; maar het kan zijn, dat gij tegenzin 196 2, 216| tegenzin hebt in iets terwijl het goed voor u is en het kan 197 2, 216| terwijl het goed voor u is en het kan zijn, dat u iets behaagt 198 2, 216| dat u iets behaagt terwijl het slecht voor u is. Allah 199 2, 216| slecht voor u is. Allah weet het en gij weet het niet. ~ 200 2, 216| Allah weet het en gij weet het niet. ~ 201 2, 217| 217. Zij vragen u omtrent het vechten in de heilige maand. 202 2, 217| de heilige maand. Zeg: "Het vechten hierin is een grote 203 2, 217| Dezulken zijn de bewoners van het Vuur en zij zullen daarin 204 2, 218| en er voor ijveren, zijn het, die Allah's barmhartigheid 205 2, 219| voordeel voor de mensen, maar het nadeel is groter dan het 206 2, 219| het nadeel is groter dan het voordeel." En zij vragen 207 2, 220| onderscheiden. En indien Allah het had gewild, zou Hij het 208 2, 220| het had gewild, zou Hij het u moeilijk hebben gemaakt. 209 2, 221| moge behagen. Zij noden tot het Vuur, maar Allah noodt u 210 2, 222| menstruatie. Zeg (hun): "Het is iets schadelijks, blijft 211 2, 222| tot haar in, zoals Allah het u heeft bevolen. Allah bemint 212 2, 223| daarom tot uw akker, zoals het u behaagt en doet goed voor 213 2, 224| eden om u te onthouden van het goeddoen en het rechtvaardig 214 2, 224| onthouden van het goeddoen en het rechtvaardig handelen en 215 2, 224| rechtvaardig handelen en het stichten van vrede tussen 216 2, 228| menstruatieperioden wachten; en het is haar niet geoorloofd, 217 2, 228| haar echtgenoten hebben het recht, haar (intussen) terug 218 2, 229| vriendelijkheid weg. En het is u niet geoorloofd, iets 219 2, 230| deze van haar scheidt, zal het voor hen geen zonde zijn, 220 2, 231| uw vrouwen scheidt en zij het einde van de haar voorgeschreven 221 2, 231| gunst aan u en (gedenkt) het Boek en de wijsheid, die 222 2, 232| van vrouwen scheidt en zij het einde van haar wachtperiode 223 2, 232| de laatste dag gelooft. Het is beter en reiner voor 224 2, 233| erfgenaam. Als beiden besluiten, het kind te spenen door wederzijdse 225 2, 234| dagen wachten. Wanneer zij het einde der wachtperiode hebben 226 2, 235| houdt. Allah weet, dat gij het haar zult zeggen. Maar belooft 227 2, 235| Maar belooft haar niets in het geheim tenzij gij op de 228 2, 236| 236. Het zal voor u geen zonde zijn, 229 2, 237| vastgesteld, tenzij zij het u kwijtschelden, of degene, 230 2, 237| huwelijksband in handen heeft het u zou kwijtschelden. En, 231 2, 238| Waakt over uw gebeden en het tussengebed en stelt u ootmoedig 232 2, 243| dood hun huizen verlieten - het waren er duizenden. Allah 233 2, 245| 245. Wie aan Allah het goede deel afstaat, Hij 234 2, 245| goede deel afstaat, Hij zal het voor hem vele malen vermenigvuldigen 235 2, 246| strijden." Hij zeide: "Is het niet waarschijnlijk, dat 236 2, 246| willen vechten, wanneer het u wordt voorgeschreven?" 237 2, 246| reden hebben wij om ons van het vechten voor Allah's zaak 238 2, 246| zijn verdreven?" Maar, toen het vechten hun werd bevolen, 239 2, 248| profeet zeide tot hen: "Het teken van zijn heerschappij 240 2, 248| kalmte van uw Heer zal zijn, het beste van de nalatenschap 241 2, 250| voetstappen vast en help ons tegen het ongelovige volk!" ~ 242 2, 251| versloegen zij hen door het gebod van Allah en David 243 2, 255| over hemelen en aarde en het waken over beide vermoeit 244 2, 256| de godsdienst. Voorzeker, het juiste pad is van dwaling 245 2, 257| hen uit de duisternis tot het licht. Maar de vrienden 246 2, 257| duivelen, zij brengen hen uit het licht in de duisternis; 247 2, 257| dezen zijn de bewoners van het vuur, daarin zullen zij 248 2, 258| redetwistte, omdat Allah hem het koninkrijk had gegeven? 249 2, 258| Mijn Heer is Hij, die het leven geeft en doet sterven", 250 2, 258| Nu, Allah doet de zon van het Oosten opgaan, doet gij 251 2, 258| opgaan, doet gij haar van het Westen opgaan." Daarop verstomde 252 2, 258| verbazing. En Allah leidt het onrechtvaardige volk niet. ~ 253 2, 262| wille van Allah besteden, en het besteden niet doen volgen 254 2, 264| verdienen. En Allah leidt het ongelovige volk niet. ~ 255 2, 267| weg te geven, wanneer gij het zelf niet zoudt nemen, tenzij 256 2, 270| aflegt, voorzeker Allah weet het; er is geen hulp voor de 257 2, 271| openlijk aalmoezen geeft is het goed, maar als gij dit in 258 2, 271| en aan de armen geeft is het beter voor u en Hij zal 259 2, 272| rijkdommen gij ook weggeeft, het komt u ten goede en gij 260 2, 272| rijkdommen gij ook besteedt, het zal u ten volle worden terugbetaald 261 2, 273| dienst) aan Allah, en in het land niet kunnen rondtrekken. 262 2, 273| besteedt, voorzeker, Allah weet het goed. ~ 263 2, 275| zij zijn de mensen van het Vuur, daarin zullen zij 264 2, 277| geloven en goede daden doen en het gebed houden en de Zakaat 265 2, 279| gij berouw hebt is voor u het oorspronkelijke kapitaal: 266 2, 280| er dan uitstel zijn tot het hem past. En wanneer gij 267 2, 280| wanneer gij kwijtscheldt is het beter voor u; wist gij het 268 2, 280| het beter voor u; wist gij het slechts. ~ 269 2, 282| vastgestelde periode, schrijft het dan op. Laat een schrijver 270 2, 282| dan op. Laat een schrijver het naar waarheid in uw bijzijn 271 2, 282| worden gedaagd. En wordt het schrijven niet moe, of het 272 2, 282| het schrijven niet moe, of het weinig of veel zij, betreffende 273 2, 282| ogen eerder rechtvaardig, het maakt het getuigenis zekerder 274 2, 282| rechtvaardig, het maakt het getuigenis zekerder en weerhoudt 275 2, 282| van twijfel. Maar wanneer het contante handel is, die 276 2, 282| gij onderling drijft, zal het geen blaam voor u zijn, 277 2, 282| blaam voor u zijn, als gij het niet neerschrijft. En hebt 278 2, 282| indien gij zulks doet, zal het zeker overtreding van u 279 2, 283| laat dan degene aan wie het toevertrouwd is, het toevertrouwde 280 2, 283| wie het toevertrouwd is, het toevertrouwde teruggeven 281 2, 284| hetgeen in uw innerlijk is of het verborgen houdt, Allah zal 282 2, 286| wij de kracht niet hebben (het te dragen), wis onze fouten 283 2, 286| Meester, help ons daarom tegen het ongelovige volk." ~~ 284 3 | 3. Het Huis van Imraan (Al-Imraan) ~ 285 3, 3 | 3. Hij heeft u het Boek met de waarheid nedergezonden, 286 3, 3 | zond voordien de Torah en het Evangelie als leiding voor 287 3, 3 | Evangelie als leiding voor het volk en Hij heeft het Verschil 288 3, 3 | voor het volk en Hij heeft het Verschil geopenbaard. ~ 289 3, 6 | 6. Hij is het, Die u in de baarmoeder 290 3, 7 | 7. Hij is het, Die u het Boek heeft nedergezonden; 291 3, 7 | 7. Hij is het, Die u het Boek heeft nedergezonden; 292 3, 7 | vormen de grondslag van het Boek, en er zijn andere ( 293 3, 7 | zeggen: "Wij geloven er in; het geheel is van onze Heer"; 294 3, 9 | 9. Onze Heer, Gij zijt het, Die de mensen zal verzamelen 295 3, 10 | ongelovigen hun tegen Allah in het geheel niet baten: dezen 296 3, 10 | dezen zullen brandstof voor het Vuur zijn, ~ 297 3, 11 | zonden; Allah is streng in het straffen. ~ 298 3, 13 | die elkander ontmoetten, het ene leger vechtend voor 299 3, 13 | voor de zaak van Allah en het andere ongelovig, dezen 300 3, 14 | Dat is de voorziening van het leven dezer wereld, maar 301 3, 14 | dezer wereld, maar Allah is het, bij Wie het juiste einddoel 302 3, 14 | maar Allah is het, bij Wie het juiste einddoel ligt. ~ 303 3, 16 | red ons van de straf van het Vuur." ~ 304 3, 19 | Islam. En degenen, aan wie het Boek was gegeven, verschilden 305 3, 19 | wete) dat Allah vlug is in het verrekenen. ~ 306 3, 20 | zeg tot degenen aan wie het Boek is gegeven en tot de 307 3, 22 | 22. Dezen zijn het wier daden in deze wereld 308 3, 22 | daden in deze wereld en voor het Hiernamaals verloren zijn 309 3, 23 | aan wie een gedeelte van het Boek werd gegeven? Zij worden 310 3, 23 | gegeven? Zij worden tot het Boek van Allah geroepen, 311 3, 23 | van Allah geroepen, opdat het onder hen rechter zij; dan 312 3, 24 | komt, doordat zij zeggen: "Het Vuur zal ons slechts voor 313 3, 25 | 25. Hoe zal het dan zijn, wanneer Wij hen 314 3, 26 | Zeg: "O, Allah, Heer van het Koninkrijk, Gij geeft heerschappij 315 3, 26 | wilt. Slechts in Uw hand is het goede. En Gij hebt macht 316 3, 27 | de nacht. En Gij brengt het levende uit het dode voort 317 3, 27 | Gij brengt het levende uit het dode voort en Gij brengt 318 3, 27 | dode voort en Gij brengt het dode uit het levende voort. 319 3, 27 | Gij brengt het dode uit het levende voort. En Gij geeft 320 3, 29 | verbergt of onthult, Allah weet het en Hij weet wat in de hemelen 321 3, 30 | geplaatst zal vinden tegenover het goede dat zij heeft verricht 322 3, 30 | dat zij heeft verricht en het kwade dat zij heeft gedaan, 323 3, 30 | afstand ware tussen haar en het kwade. En Allah waarschuwt 324 3, 35 | mijn baarmoeder is, dat het vrij zal zijn (om U te dienen), 325 3, 35 | om U te dienen), aanvaard het van mij, Gij zijt gewis 326 3, 36 | een meisje." - Allah wist het beste wat zij voortbracht. " 327 3, 37 | vandaan?" Zij antwoordde: "Het komt van Allah." Voorzeker, 328 3, 38 | voorzeker, Gij verhoort het gebed." ~ 329 3, 44 | een van de tijdingen van het ongeziene, die wij u openbaren. 330 3, 46 | 46. En hij zal tot het volk spreken in de wieg 331 3, 47 | daartoe slechts: "Wees" en het wordt. ~ 332 3, 48 | 48. "En Hij zal hem het Boek (de goddelijke Wet) 333 3, 48 | Wijsheid en de Torah en het Evangelie onderwijzen." ~ 334 3, 51 | aanbidt Hem daarom, dit is het rechte pad." ~ 335 3, 54 | hen), maar Allah voorziet het beste. ~ 336 3, 59 | 59. Voorzeker, het geval van Jezus is bij Allah 337 3, 64 | 64. Zeg: "O, mensen van het Boek, komt tot één woord, 338 3, 65 | 65. O, mensen van het Boek, waarom redetwist gij 339 3, 65 | Abraham, wanneer de Torah en het Evangelie eerst na hem werden 340 3, 68 | Voorzeker, zij die Abraham het dichtst nabijkomen, zijn 341 3, 69 | Een deel der mensen van het Boek zou u gaarne willen 342 3, 69 | zichzelf; en zij beseffen het niet. ~ 343 3, 70 | 70. O, mensen van het Boek, waarom verwerpt gij 344 3, 71 | 71. O, mensen van het Boek, waarom verwart gij 345 3, 72 | gedeelte der mensen van het Boek zegt: "Gelooft in hetgeen 346 3, 72 | ochtendstond en verwerpt het aan het einde van de dag; 347 3, 72 | ochtendstond en verwerpt het aan het einde van de dag; misschien 348 3, 75 | 75. Onder de mensen van het Boek is hij, die, als gij 349 3, 77 | Die een geringe prijs (het wereldse) in ruil nemen 350 3, 77 | dezen is er geen voordeel in het Hiernamaals en Allah zal 351 3, 78 | verdraaien, terwijl zij het Boek voordragen, opdat gij 352 3, 78 | Boek voordragen, opdat gij het van het Boek moogt achten, 353 3, 78 | voordragen, opdat gij het van het Boek moogt achten, hoewel 354 3, 78 | Boek moogt achten, hoewel het niet van het Boek is. En 355 3, 78 | achten, hoewel het niet van het Boek is. En zij zeggen: " 356 3, 78 | is van Allah," ofschoon het niet van Allah is en zij 357 3, 79 | 79. Het betaamt een mens niet, als 358 3, 79 | mens niet, als Allah hem het Boek en de macht en het 359 3, 79 | het Boek en de macht en het profeetschap geeft, dat 360 3, 79 | aanbidders van de Heer, daar gij het Boek onderwijst en zelf 361 3, 81 | Hij: "Voorwaar, Ik heb u het Boek en de Wijsheid geschonken 362 3, 81 | antwoordden: "Wij bekrachtigen het." Hij zeide: "Getuigt dan 363 3, 85 | godsdienst zoekt dan de Islam, het zal van hem niet worden 364 3, 85 | worden aanvaard en hij zal in het Hiernamaals onder de verliezers 365 3, 86 | waren gekomen? Allah leidt het onrechtvaardige volk niet. ~ 366 3, 91 | willen vrijkopen. Dezen zijn het wie een smartelijke straf 367 3, 96 | 96. Voorzeker, het eerste huis dat voor de 368 3, 97 | zijn duidelijke tekenen: het is de plaats van Abraham 369 3, 97 | plaats van Abraham en wie het binnengaat is in vrede. 370 3, 97 | vrede. En de bedevaart naar het Huis is door Allah aan de 371 3, 98 | 98. Zeg: "O, mensen van het Boek, waarom verwerpt gij 372 3, 99 | 99. Zeg: "O, mensen van het Boek waarom houdt gij de 373 3, 99 | houdt gij de mensen af van het (rechte) pad van Allah en 374 3, 99 | pad van Allah en wenst gij het krom te maken, terwijl gij 375 3, 100| gij sommigen hunner wie het Boek is gegeven gehoorzaamt, 376 3, 101| vasthoudt, is inderdaad naar het rechte pad geleid. ~ 377 3, 102| gelooft, vreest Allah zoals het behoort en sterft niet, 378 3, 103| u allen tezamen vast aan het koord van Allah en weest 379 3, 104| rechtvaardigheid maant en het kwade verbiedt; dezen zijn 380 3, 104| kwade verbiedt; dezen zijn het die zullen slagen. ~ 381 3, 110| 110. Gij (Moslims) zijt het beste volk dat voor de mensheid ( 382 3, 110| En, indien de mensen van het Boek hadden geloofd, zou 383 3, 110| Boek hadden geloofd, zou het zeker beter voor hen zijn 384 3, 113| gelijk. Onder de mensen van het Boek is een oprechte groep, 385 3, 113| een oprechte groep, die het Woord van Allah in de uren 386 3, 113| nacht opzegt en zich met het gelaat ter aarde werpt. ~ 387 3, 114| laatste Dag en gebieden het goede en verbieden het kwade 388 3, 114| gebieden het goede en verbieden het kwade en wedijveren met 389 3, 115| 115. En het goede dat zij doen, zal 390 3, 116| dezen worden de bewoners van het Vuur. Zij zullen daarin 391 3, 117| gelijkenis van hetgeen zij voor het tegenwoordige leven besteden 392 3, 119| lief. En gij gelooft in het gehele Boek; wanneer zij 393 3, 120| goeds overkomt verdriet het hen en als u iets kwaads 394 3, 120| zullen hun plannen u in het geheel niet schaden; voorzeker, 395 3, 121| gelovigen hun plaatsen voor het gevecht aan te wijzen, - 396 3, 124| de gelovigen zeidet: "Zal het niet genoeg voor u zijn, 397 3, 126| 126. En Allah heeft het alleen als blijde boodschap 398 3, 131| 131. En vreest het Vuur dat voor de ongelovigen 399 3, 133| Wedijvert met elkaar in het vragen om vergiffenis van 400 3, 133| vergiffenis van uw Heer en om het paradijs, welks uitgestrektheid 401 3, 136| 136. Dezen zijn het, wier loon vergiffenis is 402 3, 136| zij vertoeven; hoe goed is het loon van degenen die werken. ~ 403 3, 137| over de aarde en ziet, hoe het einde was van degenen, die 404 3, 142| 142. Denkt gij, dat gij het paradijs moogt binnengaan, 405 3, 144| omkeert zal aan Allah in het geheel geen schade berokkenen. 406 3, 145| en wie de beloning van het Hiernamaals wenst, hem zullen 407 3, 147| standvastig en help ons tegen het ongelovige volk." ~ 408 3, 149| zullen zij u doen omkeren (op het goede pad); dan zult gij 409 3, 151| nedergezonden. Hun verblijfplaats is het Vuur en slecht is de woning 410 3, 152| gij onstandvastig werdt en het over het gebod onder elkander 411 3, 152| onstandvastig werdt en het over het gebod onder elkander oneens 412 3, 152| en er waren onder u die het Hiernamaals begeerden. Toen 413 3, 152| beproeven; maar Hij heeft het u vergeven. Allah is Genadevol 414 3, 154| een deel uwer overviel en het andere deel was bezorgd 415 3, 154| gebleven, zouden zij wie het strijden was bevolen, zeker 416 3, 154| was. Allah weet, wat in het innerlijk is. ~ 417 3, 155| Satan wegens hun daden aan het wankelen gebracht. Maar 418 3, 155| gebracht. Maar Allah heeft het hen vergeven. Voorwaar, 419 3, 156| broeders, wanneer zij door het land reizen of ten strijde 420 3, 161| 161. En het betaamt een profeet niet 421 3, 162| 162. Is hij die het behagen van Allah zoekt 422 3, 164| verkondigt, hen loutert en hun het Boek en de wijsheid onderwijst, 423 3, 165| rampspoed overkomt - en gij hadt het dubbele er van aangedaan ( 424 3, 165| Vanwaar komt dit?" Zeg: "Het komt door uzelf." Voorwaar, 425 3, 167| zeiden: "Als wij wisten dat het vechten was, zouden wij 426 3, 167| stonden op die dag dichter bij het ongeloof dan bij het geloof. 427 3, 167| bij het ongeloof dan bij het geloof. Zij zeggen met hun 428 3, 176| aandoen. Allah wil hen aan het toekomstig leven geen deel 429 3, 177| 177. Waarlijk, degenen die het ongeloof hebben aanvaard 430 3, 177| hebben aanvaard in ruil voor het geloof, kunnen Allah niets 431 3, 178| ongelovigen niet denken dat het uitstel, dat Wij hun geven, 432 3, 179| noch is Allah zo, dat Hij u het ongeziene bekend maakt. 433 3, 180| gegeven, niet denken, dat het goed voor hen is, neen, 434 3, 180| goed voor hen is, neen, het is slecht voor hen. Hetgene, 435 3, 180| gelegd. En aan Allah behoort het erfdeel der hemelen en der 436 3, 181| Ondergaat de straf van het branden." 437 3, 182| hebt verdiend: Allah is in het geheel niet onrechtvaardig 438 3, 183| een offer brengt dat door het vuur wordt verteerd", zeg 439 3, 184| tekenen en geschriften en het stralende Boek kwamen. ~ 440 3, 185| uitbetaald. Wie daarom van het Vuur wordt verwijderd en 441 3, 185| inderdaad zijn doel bereikt. Het leven dezer wereld is niets 442 3, 186| horen van degenen, aan wie het Boek was gegeven vóór u 443 3, 187| verbond sloot met degenen, die het Boek gegeven was, zeide 444 3, 187| de mensen bekend maken en het niet verbergen." Maar zij 445 3, 189| 189. En aan Allah behoort het koninkrijk der hemelen en 446 3, 191| daarom van de straf van het Vuur. ~ 447 3, 192| 192. Onze Heer, wie Gij het Vuur doet ingaan, hem hebt 448 3, 193| gehoord, die opriep tot het geloof: 'Gelooft in de Heer' 449 3, 195| verhoorde hen, zeggende: "Ik zal het werk van iedere werker onder 450 3, 196| bewegingen der ongelovigen in het land u niet bedriegen. ~ 451 3, 197| 197. Het is een gering voordeel voor 452 3, 199| voorzeker, onder de mensen van het Boek zijn er, die in Allah 453 3, 199| geringe prijs. Dezen zijn het, die hun beloning bij hun 454 3, 199| Voorzeker, Allah is vlug in het verrekenen. ~ 455 4, 2 | hun eigendom en verruilt het slechte (van u) niet voor 456 4, 2 | slechte (van u) niet voor het goede (van hen) noch verbruikt 457 4, 2 | verbruikt hun eigendom met het uwe. Voorzeker, dat is een 458 4, 3 | rechtschapen zult zijn bij het behandelen der wezen, huwt 459 4, 4 | van kwijtschelden, geniet het dan met genoegen en heilzaam 460 4, 6 | eigendom ter hand; en verteert het niet in buitensporigheid 461 4, 7 | bloedverwanten nalaten, of het weinig of veel zij: een 462 4, 9 | daarom vrezen en laat hen het juiste woord spreken. ~ 463 4, 10 | 10. Voorzeker, zij, die het eigendom van wezen onrechtvaardig 464 4, 11 | aangaande uw kinderen: voor het mannelijke kind evenveel 465 4, 11 | mannelijke kind evenveel als het deel van twee vrouwelijke 466 4, 11 | weet niet, wie van hen u het meest tot heil is. Dit is 467 4, 14 | grenzen overschrijdt zal Hij het Vuur doen binnengaan; hij 468 4, 17 | berouw hebben. Dezen zijn het, tot wie Allah Zich met 469 4, 18 | doet, totdat de dood hem in het gezicht staart en hij zegt: ' 470 4, 18 | ongelovigen sterven. Dezen zijn het, voor wie Wij een pijnlijke 471 4, 19 | 19. O, gij die gelooft, het is u niet geoorloofd, vrouwen 472 4, 19 | afkeer van haar hebt, kan het zijn, dat gij afkeer hebt 473 4, 20 | niets van terug. Wilt gij het door laster en een klaarblijkelijk 474 4, 21 | 21. En hoe kunt gij het nemen, wanneer de een uwer 475 4, 22 | van wat reeds gebeurd is. Het is een slecht en afschuwelijk 476 4, 24 | is verplicht; er zal na het vaststellen daarvan geen 477 4, 25 | 25. En wie uwer het niet kan bekostigen vrije 478 4, 25 | En Allah kent uw geloof het beste. Gij zijt van elkander; 479 4, 25 | vreest te zondigen. Maar het is beter voor u dat gij 480 4, 30 | onrechtvaardigieid, hem zullen Wij in het Vuur werpen; en dat is voor 481 4, 40 | Waarlijk, Allah doet in het geheel geen onrecht aan. 482 4, 40 | geheel geen onrecht aan. Als het een goede daad is vermenigvuldigt 483 4, 43 | die gelooft, komt niet tot het gebed als gij bedwelmd zijt; 484 4, 44 | degenen, die deel hebben aan het Boek? Zij geven de voorkeur 485 4, 46 | zij woorden verdraaien en het geloof zoeken te schenden. 486 4, 46 | toe" en ,,Kijk ons aan" het dit beter en oprechter voor 487 4, 47 | 47. O, mensen van het Boek, gelooft in hetgeen 488 4, 47 | hen vervloeken, zoals Wij het volk van de Sabbath vervloekten. 489 4, 49 | rein achten? Neen, Allah is het, Die reinigt, wie Hij wil. 490 4, 49 | wie Hij wil. Hen zal niet het minste onrecht worden aangedaan. ~ 491 4, 51 | aan wie een gedeelte van het Boek was gegeven? Zij geloven 492 4, 51 | Dezen zijn beter geleid op het pad dan de gelovigen." ~ 493 4, 53 | Hadden zij een aandeel in het koninkrijk dan zouden zij 494 4, 53 | zouden zij de mensen zelfs het geringste onthouden. ~ 495 4, 54 | de kinderen van Abraham het Boek en de Wijsheid en Wij 496 4, 55 | te (geloven). De hel, met het laaiende vuur is toereikend ( 497 4, 56 | verwerpen zullen Wij weldra het Vuur doen binnengaan. Wij 498 4, 58 | Voorwaar, Allah gebiedt u het u toevertrouwde over te 499 4, 59 | over iets twist, verwijst het naar Allah en Zijn boodschapper, 500 4, 59 | is beter en uiteindelijk het beste. ~


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3106

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License