1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3106
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1 Voo | deze mogelijkheid ook in het gekozen Nederlands tot uiting
2 Voo | Nederlands woord, dat o.i. in het verband paste. Men houde
3 Voo | taal klanken kent, die in het Nederlands eenvoudig niet
4 Voo | andersoortige lectuur, vestigen op het feit, dat de stijl van de
5 Voo | boeken en literatuur, omdat het hier niet gaat om een reeks
6 Voo | rechtstreekse aanspraak. Derhalve is het mogelijk, dat de lezers
7 1 | 1. Het Begin (Al-Faatihah)~Het
8 1 | Het Begin (Al-Faatihah)~Het Openings Hoofdstuk van de
9 1, 6 | 6. Leid ons op het rechte pad, ~
10 1, 7 | 7. Het pad dergenen, aan wie Gij
11 2, 3 | 3. Die in het onzienlijke geloven en het
12 2, 3 | het onzienlijke geloven en het gebed houden en die weldoen
13 2, 5 | 5. Zij zijn het, die de leiding van hun
14 2, 6 | de Waarheid) verwerpen, het is hun om het even, of gij
15 2, 6 | verwerpen, het is hun om het even, of gij hen waarschuwt,
16 2, 9 | zichzelf en zij beseffen het niet. ~
17 2, 12 | Pas op! Voorzeker zij zijn het die onheil stichten, doch
18 2, 12 | stichten, doch zij beseffen het niet. ~
19 2, 13 | geloofd?" Ziet toe! Zij zijn het die dwaas zijn, doch zij
20 2, 13 | dwaas zijn, doch zij weten het niet. ~
21 2, 16 | 16. Zij zijn het die dwaling hebben aanvaard
22 2, 17 | een vuur ontstak en toen het zijn omgeving verlichtte,
23 2, 20 | 20. Bijna beneemt het bliksemlicht hun het gezichtsvermogen;
24 2, 20 | beneemt het bliksemlicht hun het gezichtsvermogen; telkens
25 2, 20 | gezichtsvermogen; telkens als het hen beschijnt, wandelen
26 2, 20 | wandelen zij daarin, maar wordt het weder donker, dan staan
27 2, 20 | staan zij stil. En, zo Allah het wilde, zou Hij hun het gehoor
28 2, 20 | Allah het wilde, zou Hij hun het gehoor en het gezicht kunnen
29 2, 20 | zou Hij hun het gehoor en het gezicht kunnen ontnemen,
30 2, 24 | 24. Doch, indien gij het niet kunt doen - en gij
31 2, 24 | kunt doen - en gij zult het nimmer kunnen doen - wacht
32 2, 24 | doen - wacht u dan voor het Vuur, dat voor de ongelovigen
33 2, 25 | tijding, dat er tuinen (het paradijs) voor hen zijn,
34 2, 25 | werd gegeven"; en hun werd het soortgelijke gegeven. En
35 2, 26 | 26. Waarlijk, Allah acht het niet beneden zich, een mug
36 2, 27 | 27. Die het verbond met Allah breken
37 2, 29 | 29. Hij is het, Die alles, wat op aarde
38 2, 39 | zullen de bewoners van het Vuur zijn; zij zullen daarin
39 2, 41 | weest niet de eersten, die het verwerpen; verruilt evenmin
40 2, 43 | 43. En houdt het gebed en betaalt de Zakaat
41 2, 44 | 44. Beveelt gij de mensen het goede te doen en vergeet
42 2, 44 | daarbij u zelf, hoewel gij het Boek leest? Wilt gij dan
43 2, 51 | gij in zijn afwezigheid het kalf, (om het te aanbidden)
44 2, 51 | afwezigheid het kalf, (om het te aanbidden) en gij werdt
45 2, 53 | En toen gaven Wij Mozes het Boek en het oordeel des
46 2, 53 | gaven Wij Mozes het Boek en het oordeel des onderscheids,
47 2, 54 | uzelf onrecht aangedaan door het kalf te aanvaarden: derhalve
48 2, 54 | doodt uw eigen ik, dat is het beste voor u in het oog
49 2, 54 | dat is het beste voor u in het oog van uw Schepper". Daarna
50 2, 59 | onrechtvaardigen vervingen het woord door een ander, dat
51 2, 63 | hebben gegeven en bedenkt wat het bevat, zodat gij behoed
52 2, 68 | ons tot uw Heer, opdat Hij het ons duidelijk make, wat
53 2, 68 | antwoordde: "Hij zegt, dat het een koe moet zijn, noch
54 2, 69 | ons tot uw Heer, dat Hij het ons duidelijk make, welke
55 2, 69 | antwoordde: "Hij zegt, dat het een gele koe is met een
56 2, 70 | gelijk uit; en als Allah het wil, zullen wij juist worden
57 2, 71 | antwoordde: "Hij zegt, dat het een koe is, die nog nooit
58 2, 71 | Zij zeiden: "Nu hebt gij het precies gezegd." Toen slachtten
59 2, 71 | doch liever hadden zij het niet gedaan. ~
60 2, 73 | moordenaar) voor een gedeelte van het vergrijp tegen hem (de gedode)".
61 2, 75 | terwijl een aantal hunner het woord van Allah heeft vernomen
62 2, 75 | Allah heeft vernomen en het verdraait, nadat zij het
63 2, 75 | het verdraait, nadat zij het hebben begrepen, tegen beter
64 2, 78 | ongeletterd; zij weten niets van het Boek, maar hebben hun valse
65 2, 80 | 80. En zij zeggen: "Het Vuur zal ons slechts voor
66 2, 81 | zij zijn de bewoners van het Vuur; daarin zullen zij
67 2, 83 | tegen de mensen en houdt het gebed en geeft de Zakaat.
68 2, 85 | 85. Toch zijt gij het volk, dat uw eigen broeders
69 2, 85 | slechts in een gedeelte van het Boek en verwerpt gij een
70 2, 86 | 86. Dezen zijn het, die het Hiernamaals voor
71 2, 86 | 86. Dezen zijn het, die het Hiernamaals voor het tegenwoordig
72 2, 86 | die het Hiernamaals voor het tegenwoordig leven hebben
73 2, 87 | Voorwaar, Wij gaven Mozes het Boek en deden boodschappers
74 2, 89 | zij dat niet en verwierpen het. Gods vloek rust derhalve
75 2, 91 | daarna is geopenbaard, hoewel het de Waarheid is, vervullende
76 2, 92 | hebt in zijn afwezigheid het (gouden) kalf genomen (om
77 2, 92 | gouden) kalf genomen (om het te aanbidden) en gij waart
78 2, 93 | hun hart was vervuld van het kalf, wegens hun ongeloof.
79 2, 94 | 94. Zeg: "Indien het tehuis van het Hiernamaals,
80 2, 94 | Indien het tehuis van het Hiernamaals, bij Allah alleen
81 2, 95 | deze nooit wensen, wegens het werk hunner handen. En Allah
82 2, 96 | Voorzeker, gij zult hen (Joden) het meest van alle mensen verlangend
83 2, 96 | alle mensen verlangend naar het leven vinden, zelfs meer
84 2, 96 | lang leven vergund, dan zou het hem tegen de straf toch
85 2, 97 | waarlijk, hij openbaarde het op Allah's bevel aan uw
86 2, 100| schond een gedeelte hunner het. Neen, de meesten hunner
87 2, 101| gedeelte der mensen van het Boek, Allah's Boek achter
88 2, 101| zich geworpen, alsof zij het niet kenden. ~
89 2, 102| handelt geen voordeel heeft in het Hiernamaals; slecht is hetgene
90 2, 102| hebben verkocht; hadden zij het slechts ingezien!
91 2, 103| zijn geweest, hadden zij het slechts geweten. ~
92 2, 105| geloven onder de mensen van het Boek, en de afgodendienaren,
93 2, 107| 107. Weet gij niet, dat het koninkrijk der hemelen en
94 2, 108| geloof, is voorzeker van het rechte pad afgedwaald.
95 2, 109| Velen van de mensen van het Boek, wensen, nadat gij
96 2, 110| 110. En onderhoudt het gebed en betaalt de Za'kaat;
97 2, 110| gebed en betaalt de Za'kaat; het goede dat gij vooruit zendt
98 2, 110| zendt voor uzelf, gij zult het bij Allah vinden. Voorzeker,
99 2, 114| grote straf voor hen zijn in het Hiernamaals. ~
100 2, 115| 115. En aan Allah behoort het Oosten en het Westen; waarheen
101 2, 115| Allah behoort het Oosten en het Westen; waarheen gij u ook
102 2, 115| gij u ook wendt, daar zal het Aangezicht van Allah zijn.
103 2, 117| zegt Hij slechts: "Wees" en het wordt". ~
104 2, 121| 121. Zij, wie Wij het Boek hebben gegeven, volgen
105 2, 121| Boek hebben gegeven, volgen het na, zoals het behoort te
106 2, 121| gegeven, volgen het na, zoals het behoort te worden nagevolgd;
107 2, 121| worden nagevolgd; dezen zijn het, die er in geloven. En die
108 2, 125| 125. En toen Wij het Huis tot een plaats van
109 2, 126| schenken, daarna zal Ik hem in het Vuur drijven: het is een
110 2, 126| hem in het Vuur drijven: het is een slechte verblijfplaats". ~
111 2, 127| Abraham en Ismaël de muren van het Huis optrokken, biddende: "
112 2, 129| tekenen zal verkondigen en hun het Boek en de Wijsheid zal
113 2, 130| 130. En wie zal zich van het geloof van Abraham afwenden,
114 2, 140| Christenen waren? Zeg: "Weet gij het beter of Allah?" En wie
115 2, 142| 142. De dwazen onder het volk zullen zeggen: "Wat
116 2, 142| Zeg: "Aan Allah behoort het Oosten en het Westen. Hij
117 2, 142| Allah behoort het Oosten en het Westen. Hij leidt, wie Hij
118 2, 142| leidt, wie Hij wil naar het rechte pad". ~
119 2, 144| daarheen. En voorzeker, zij wie het Boek is gegeven, weten,
120 2, 145| teken aan degenen aan wie het Boek is gegeven, zouden
121 2, 146| 146. Degenen aan wie Wij het Boek hebben gegeven erkennen
122 2, 151| verkondigt, u zuivert, u het Boek en de Wijsheid onderwijst
123 2, 154| leven, maar gij bemerkt het niet. ~
124 2, 157| 157. Dezen zijn het, op wie de zegeningen en
125 2, 157| Heer rusten en dezen zijn het, die de rechte weg volgen.
126 2, 159| verbergen, nadat Wij zein het Boek aan de mensen duidelijk
127 2, 159| duidelijk hebben gemaakt, zijn het, die Allah vervloekt en
128 2, 159| Allah vervloekt en zij die het recht hebben te vervloeken,
129 2, 160| verkondigen, dezen zijn het, tot wie Ik Mij met vergiffenis
130 2, 164| tot voordeel strekt; en in het water dat Allah van de hemel
131 2, 165| en dat Allah streng is in het straffen. ~
132 2, 167| tot wroeging en zij zullen het Vuur niet kunnen ontkomen. ~
133 2, 170| al hadden hun vaderen in het geheel geen verstand en
134 2, 171| naar hetgeen niets hoort, het blijft een roep en een schreeuw.
135 2, 173| 173. Hij heeft u slechts het gestorvene, het bloed, het
136 2, 173| slechts het gestorvene, het bloed, het varkensvlees
137 2, 173| het gestorvene, het bloed, het varkensvlees en datgene,
138 2, 174| heeft geopenbaard, namelijk het Boek en het voor een geringe
139 2, 174| geopenbaard, namelijk het Boek en het voor een geringe prijs verruilen,
140 2, 175| 175. Zij zijn het, die dwaling in ruil voor
141 2, 175| is hun overmoed tegenover het Vuur! ~
142 2, 176| 176. Dit komt, omdat Allah het Boek met de Waarheid heeft
143 2, 176| voorzeker, zij, die tegen het Boek ingaan, zijn in verregaand
144 2, 177| 177. Het is geen deugd, dat gij uw
145 2, 177| dat gij uw gezicht naar het Oosten of naar het Westen
146 2, 177| naar het Oosten of naar het Westen wendt, maar waarlijke
147 2, 177| Laatste Dag, de engelen, het Boek en de profeten gelooft
148 2, 177| reiziger, de bedelaars en voor het vrijkopen van slaven en
149 2, 177| vrijkopen van slaven en die het gebed onderhoudt en de Zakaat
150 2, 177| oorlogstijd; dezen zijn het, die bewezen hebben, waarachtig
151 2, 180| 180. Het is u voorgeschreven, dat
152 2, 181| 181. En hij, die het vervalst nadat hij het heeft
153 2, 181| die het vervalst nadat hij het heeft gehoord, de schuld
154 2, 182| vreest, dat degene, die het testament maakte, partijdig
155 2, 183| 183. O, gij gelovigen, het vasten is u voorgeschreven,
156 2, 183| u voorgeschreven, zoals het degenen die vóór u waren
157 2, 184| die niet kunnen vasten - het voeden van een arme. Maar
158 2, 184| die vrijwillig goed doet, het zal beter voor hem zijn.
159 2, 184| zal beter voor hem zijn. Het vasten is goed voor u, indien
160 2, 184| goed voor u, indien gij het beseft. ~
161 2, 185| geen ongemak, en opdat gij het aantal zult voltooien en
162 2, 186| Ik ben nabij. Ik verhoor het gebed van de smekeling,
163 2, 187| 187. Het is u veroorloofd, om op
164 2, 187| veroorloofd, om op de nacht van het vasten tot uw vrouwen in
165 2, 187| zwarte draad. Voltooit dan het vasten tot het vallen van
166 2, 187| Voltooit dan het vasten tot het vallen van de avond. En
167 2, 189| mensen en voor de bedevaart." Het is geen deugd, dat gij de
168 2, 195| niet met uw eigen handen in het verderf doch doet goed:
169 2, 196| verhinderd zijt, brengt dan het offer, dat gemakkelijk verkrijgbaar
170 2, 196| scheert uw hoofd niet, voordat het offer zijn bestemming heeft
171 2, 196| ziek is of een kwaal in het hoofd heeft, moet een losprijs
172 2, 196| terugkeert; dit is tien dagen in het geheel. Dit is voor hem,
173 2, 196| dat Allah streng is in het straffen. ~
174 2, 197| aan goeds doet, Allah weet het. En rust u uit met het nodige,
175 2, 197| weet het. En rust u uit met het nodige, maar de beste uitrusting
176 2, 198| 198. Het is voor u geen zonde, wanneer
177 2, 198| weggaat, gedenkt dan Allah te het Sacrale Monument en gedenkt
178 2, 199| Gaat dan voort, vanwaar het volk voortgaat en zoekt
179 2, 200| hen is er geen aandeel in het Hiernamaals. ~
180 2, 201| Onze Heer, schenk ons het goede in deze wereld, alsook
181 2, 201| ons voor de marteling van het Vuur." ~
182 2, 202| verdiend. En Allah is vlug in het verrekenen. ~
183 2, 203| gedenkt Allah gedurende het vastgestelde aantal dagen,
184 2, 203| haast (om te vertrekken) het zal voor hem geen zonde
185 2, 203| achterblijft, ook voor hem zal het geen zonde zijn. Dit geldt
186 2, 205| gezag heeft, gaat hij in het land rond, om er wanorde
187 2, 205| stichten en de oogst en het nageslacht (van de mens)
188 2, 211| dat Allah streng is in het straffen. ~
189 2, 212| 212. Het leven dezer wereld is voor
190 2, 213| waarschuwers en zond met hen het Boek neder, dat de waarheid
191 2, 213| over, dan degenen aan wie het (Boek) was gegeven, nadat
192 2, 213| waren; en Allah leidt naar het rechte pad, wie Hij wil. ~
193 2, 215| rijkdom gij ook weggeeft, het moet zijn voor ouders, naaste
194 2, 215| gij ook doet - Allah weet het goed. ~
195 2, 216| er afkerig van zijt; maar het kan zijn, dat gij tegenzin
196 2, 216| tegenzin hebt in iets terwijl het goed voor u is en het kan
197 2, 216| terwijl het goed voor u is en het kan zijn, dat u iets behaagt
198 2, 216| dat u iets behaagt terwijl het slecht voor u is. Allah
199 2, 216| slecht voor u is. Allah weet het en gij weet het niet. ~
200 2, 216| Allah weet het en gij weet het niet. ~
201 2, 217| 217. Zij vragen u omtrent het vechten in de heilige maand.
202 2, 217| de heilige maand. Zeg: "Het vechten hierin is een grote
203 2, 217| Dezulken zijn de bewoners van het Vuur en zij zullen daarin
204 2, 218| en er voor ijveren, zijn het, die Allah's barmhartigheid
205 2, 219| voordeel voor de mensen, maar het nadeel is groter dan het
206 2, 219| het nadeel is groter dan het voordeel." En zij vragen
207 2, 220| onderscheiden. En indien Allah het had gewild, zou Hij het
208 2, 220| het had gewild, zou Hij het u moeilijk hebben gemaakt.
209 2, 221| moge behagen. Zij noden tot het Vuur, maar Allah noodt u
210 2, 222| menstruatie. Zeg (hun): "Het is iets schadelijks, blijft
211 2, 222| tot haar in, zoals Allah het u heeft bevolen. Allah bemint
212 2, 223| daarom tot uw akker, zoals het u behaagt en doet goed voor
213 2, 224| eden om u te onthouden van het goeddoen en het rechtvaardig
214 2, 224| onthouden van het goeddoen en het rechtvaardig handelen en
215 2, 224| rechtvaardig handelen en het stichten van vrede tussen
216 2, 228| menstruatieperioden wachten; en het is haar niet geoorloofd,
217 2, 228| haar echtgenoten hebben het recht, haar (intussen) terug
218 2, 229| vriendelijkheid weg. En het is u niet geoorloofd, iets
219 2, 230| deze van haar scheidt, zal het voor hen geen zonde zijn,
220 2, 231| uw vrouwen scheidt en zij het einde van de haar voorgeschreven
221 2, 231| gunst aan u en (gedenkt) het Boek en de wijsheid, die
222 2, 232| van vrouwen scheidt en zij het einde van haar wachtperiode
223 2, 232| de laatste dag gelooft. Het is beter en reiner voor
224 2, 233| erfgenaam. Als beiden besluiten, het kind te spenen door wederzijdse
225 2, 234| dagen wachten. Wanneer zij het einde der wachtperiode hebben
226 2, 235| houdt. Allah weet, dat gij het haar zult zeggen. Maar belooft
227 2, 235| Maar belooft haar niets in het geheim tenzij gij op de
228 2, 236| 236. Het zal voor u geen zonde zijn,
229 2, 237| vastgesteld, tenzij zij het u kwijtschelden, of degene,
230 2, 237| huwelijksband in handen heeft het u zou kwijtschelden. En,
231 2, 238| Waakt over uw gebeden en het tussengebed en stelt u ootmoedig
232 2, 243| dood hun huizen verlieten - het waren er duizenden. Allah
233 2, 245| 245. Wie aan Allah het goede deel afstaat, Hij
234 2, 245| goede deel afstaat, Hij zal het voor hem vele malen vermenigvuldigen
235 2, 246| strijden." Hij zeide: "Is het niet waarschijnlijk, dat
236 2, 246| willen vechten, wanneer het u wordt voorgeschreven?"
237 2, 246| reden hebben wij om ons van het vechten voor Allah's zaak
238 2, 246| zijn verdreven?" Maar, toen het vechten hun werd bevolen,
239 2, 248| profeet zeide tot hen: "Het teken van zijn heerschappij
240 2, 248| kalmte van uw Heer zal zijn, het beste van de nalatenschap
241 2, 250| voetstappen vast en help ons tegen het ongelovige volk!" ~
242 2, 251| versloegen zij hen door het gebod van Allah en David
243 2, 255| over hemelen en aarde en het waken over beide vermoeit
244 2, 256| de godsdienst. Voorzeker, het juiste pad is van dwaling
245 2, 257| hen uit de duisternis tot het licht. Maar de vrienden
246 2, 257| duivelen, zij brengen hen uit het licht in de duisternis;
247 2, 257| dezen zijn de bewoners van het vuur, daarin zullen zij
248 2, 258| redetwistte, omdat Allah hem het koninkrijk had gegeven?
249 2, 258| Mijn Heer is Hij, die het leven geeft en doet sterven",
250 2, 258| Nu, Allah doet de zon van het Oosten opgaan, doet gij
251 2, 258| opgaan, doet gij haar van het Westen opgaan." Daarop verstomde
252 2, 258| verbazing. En Allah leidt het onrechtvaardige volk niet. ~
253 2, 262| wille van Allah besteden, en het besteden niet doen volgen
254 2, 264| verdienen. En Allah leidt het ongelovige volk niet. ~
255 2, 267| weg te geven, wanneer gij het zelf niet zoudt nemen, tenzij
256 2, 270| aflegt, voorzeker Allah weet het; er is geen hulp voor de
257 2, 271| openlijk aalmoezen geeft is het goed, maar als gij dit in
258 2, 271| en aan de armen geeft is het beter voor u en Hij zal
259 2, 272| rijkdommen gij ook weggeeft, het komt u ten goede en gij
260 2, 272| rijkdommen gij ook besteedt, het zal u ten volle worden terugbetaald
261 2, 273| dienst) aan Allah, en in het land niet kunnen rondtrekken.
262 2, 273| besteedt, voorzeker, Allah weet het goed. ~
263 2, 275| zij zijn de mensen van het Vuur, daarin zullen zij
264 2, 277| geloven en goede daden doen en het gebed houden en de Zakaat
265 2, 279| gij berouw hebt is voor u het oorspronkelijke kapitaal:
266 2, 280| er dan uitstel zijn tot het hem past. En wanneer gij
267 2, 280| wanneer gij kwijtscheldt is het beter voor u; wist gij het
268 2, 280| het beter voor u; wist gij het slechts. ~
269 2, 282| vastgestelde periode, schrijft het dan op. Laat een schrijver
270 2, 282| dan op. Laat een schrijver het naar waarheid in uw bijzijn
271 2, 282| worden gedaagd. En wordt het schrijven niet moe, of het
272 2, 282| het schrijven niet moe, of het weinig of veel zij, betreffende
273 2, 282| ogen eerder rechtvaardig, het maakt het getuigenis zekerder
274 2, 282| rechtvaardig, het maakt het getuigenis zekerder en weerhoudt
275 2, 282| van twijfel. Maar wanneer het contante handel is, die
276 2, 282| gij onderling drijft, zal het geen blaam voor u zijn,
277 2, 282| blaam voor u zijn, als gij het niet neerschrijft. En hebt
278 2, 282| indien gij zulks doet, zal het zeker overtreding van u
279 2, 283| laat dan degene aan wie het toevertrouwd is, het toevertrouwde
280 2, 283| wie het toevertrouwd is, het toevertrouwde teruggeven
281 2, 284| hetgeen in uw innerlijk is of het verborgen houdt, Allah zal
282 2, 286| wij de kracht niet hebben (het te dragen), wis onze fouten
283 2, 286| Meester, help ons daarom tegen het ongelovige volk." ~~
284 3 | 3. Het Huis van Imraan (Al-Imraan) ~
285 3, 3 | 3. Hij heeft u het Boek met de waarheid nedergezonden,
286 3, 3 | zond voordien de Torah en het Evangelie als leiding voor
287 3, 3 | Evangelie als leiding voor het volk en Hij heeft het Verschil
288 3, 3 | voor het volk en Hij heeft het Verschil geopenbaard. ~
289 3, 6 | 6. Hij is het, Die u in de baarmoeder
290 3, 7 | 7. Hij is het, Die u het Boek heeft nedergezonden;
291 3, 7 | 7. Hij is het, Die u het Boek heeft nedergezonden;
292 3, 7 | vormen de grondslag van het Boek, en er zijn andere (
293 3, 7 | zeggen: "Wij geloven er in; het geheel is van onze Heer";
294 3, 9 | 9. Onze Heer, Gij zijt het, Die de mensen zal verzamelen
295 3, 10 | ongelovigen hun tegen Allah in het geheel niet baten: dezen
296 3, 10 | dezen zullen brandstof voor het Vuur zijn, ~
297 3, 11 | zonden; Allah is streng in het straffen. ~
298 3, 13 | die elkander ontmoetten, het ene leger vechtend voor
299 3, 13 | voor de zaak van Allah en het andere ongelovig, dezen
300 3, 14 | Dat is de voorziening van het leven dezer wereld, maar
301 3, 14 | dezer wereld, maar Allah is het, bij Wie het juiste einddoel
302 3, 14 | maar Allah is het, bij Wie het juiste einddoel ligt. ~
303 3, 16 | red ons van de straf van het Vuur." ~
304 3, 19 | Islam. En degenen, aan wie het Boek was gegeven, verschilden
305 3, 19 | wete) dat Allah vlug is in het verrekenen. ~
306 3, 20 | zeg tot degenen aan wie het Boek is gegeven en tot de
307 3, 22 | 22. Dezen zijn het wier daden in deze wereld
308 3, 22 | daden in deze wereld en voor het Hiernamaals verloren zijn
309 3, 23 | aan wie een gedeelte van het Boek werd gegeven? Zij worden
310 3, 23 | gegeven? Zij worden tot het Boek van Allah geroepen,
311 3, 23 | van Allah geroepen, opdat het onder hen rechter zij; dan
312 3, 24 | komt, doordat zij zeggen: "Het Vuur zal ons slechts voor
313 3, 25 | 25. Hoe zal het dan zijn, wanneer Wij hen
314 3, 26 | Zeg: "O, Allah, Heer van het Koninkrijk, Gij geeft heerschappij
315 3, 26 | wilt. Slechts in Uw hand is het goede. En Gij hebt macht
316 3, 27 | de nacht. En Gij brengt het levende uit het dode voort
317 3, 27 | Gij brengt het levende uit het dode voort en Gij brengt
318 3, 27 | dode voort en Gij brengt het dode uit het levende voort.
319 3, 27 | Gij brengt het dode uit het levende voort. En Gij geeft
320 3, 29 | verbergt of onthult, Allah weet het en Hij weet wat in de hemelen
321 3, 30 | geplaatst zal vinden tegenover het goede dat zij heeft verricht
322 3, 30 | dat zij heeft verricht en het kwade dat zij heeft gedaan,
323 3, 30 | afstand ware tussen haar en het kwade. En Allah waarschuwt
324 3, 35 | mijn baarmoeder is, dat het vrij zal zijn (om U te dienen),
325 3, 35 | om U te dienen), aanvaard het van mij, Gij zijt gewis
326 3, 36 | een meisje." - Allah wist het beste wat zij voortbracht. "
327 3, 37 | vandaan?" Zij antwoordde: "Het komt van Allah." Voorzeker,
328 3, 38 | voorzeker, Gij verhoort het gebed." ~
329 3, 44 | een van de tijdingen van het ongeziene, die wij u openbaren.
330 3, 46 | 46. En hij zal tot het volk spreken in de wieg
331 3, 47 | daartoe slechts: "Wees" en het wordt. ~
332 3, 48 | 48. "En Hij zal hem het Boek (de goddelijke Wet)
333 3, 48 | Wijsheid en de Torah en het Evangelie onderwijzen." ~
334 3, 51 | aanbidt Hem daarom, dit is het rechte pad." ~
335 3, 54 | hen), maar Allah voorziet het beste. ~
336 3, 59 | 59. Voorzeker, het geval van Jezus is bij Allah
337 3, 64 | 64. Zeg: "O, mensen van het Boek, komt tot één woord,
338 3, 65 | 65. O, mensen van het Boek, waarom redetwist gij
339 3, 65 | Abraham, wanneer de Torah en het Evangelie eerst na hem werden
340 3, 68 | Voorzeker, zij die Abraham het dichtst nabijkomen, zijn
341 3, 69 | Een deel der mensen van het Boek zou u gaarne willen
342 3, 69 | zichzelf; en zij beseffen het niet. ~
343 3, 70 | 70. O, mensen van het Boek, waarom verwerpt gij
344 3, 71 | 71. O, mensen van het Boek, waarom verwart gij
345 3, 72 | gedeelte der mensen van het Boek zegt: "Gelooft in hetgeen
346 3, 72 | ochtendstond en verwerpt het aan het einde van de dag;
347 3, 72 | ochtendstond en verwerpt het aan het einde van de dag; misschien
348 3, 75 | 75. Onder de mensen van het Boek is hij, die, als gij
349 3, 77 | Die een geringe prijs (het wereldse) in ruil nemen
350 3, 77 | dezen is er geen voordeel in het Hiernamaals en Allah zal
351 3, 78 | verdraaien, terwijl zij het Boek voordragen, opdat gij
352 3, 78 | Boek voordragen, opdat gij het van het Boek moogt achten,
353 3, 78 | voordragen, opdat gij het van het Boek moogt achten, hoewel
354 3, 78 | Boek moogt achten, hoewel het niet van het Boek is. En
355 3, 78 | achten, hoewel het niet van het Boek is. En zij zeggen: "
356 3, 78 | is van Allah," ofschoon het niet van Allah is en zij
357 3, 79 | 79. Het betaamt een mens niet, als
358 3, 79 | mens niet, als Allah hem het Boek en de macht en het
359 3, 79 | het Boek en de macht en het profeetschap geeft, dat
360 3, 79 | aanbidders van de Heer, daar gij het Boek onderwijst en zelf
361 3, 81 | Hij: "Voorwaar, Ik heb u het Boek en de Wijsheid geschonken
362 3, 81 | antwoordden: "Wij bekrachtigen het." Hij zeide: "Getuigt dan
363 3, 85 | godsdienst zoekt dan de Islam, het zal van hem niet worden
364 3, 85 | worden aanvaard en hij zal in het Hiernamaals onder de verliezers
365 3, 86 | waren gekomen? Allah leidt het onrechtvaardige volk niet. ~
366 3, 91 | willen vrijkopen. Dezen zijn het wie een smartelijke straf
367 3, 96 | 96. Voorzeker, het eerste huis dat voor de
368 3, 97 | zijn duidelijke tekenen: het is de plaats van Abraham
369 3, 97 | plaats van Abraham en wie het binnengaat is in vrede.
370 3, 97 | vrede. En de bedevaart naar het Huis is door Allah aan de
371 3, 98 | 98. Zeg: "O, mensen van het Boek, waarom verwerpt gij
372 3, 99 | 99. Zeg: "O, mensen van het Boek waarom houdt gij de
373 3, 99 | houdt gij de mensen af van het (rechte) pad van Allah en
374 3, 99 | pad van Allah en wenst gij het krom te maken, terwijl gij
375 3, 100| gij sommigen hunner wie het Boek is gegeven gehoorzaamt,
376 3, 101| vasthoudt, is inderdaad naar het rechte pad geleid. ~
377 3, 102| gelooft, vreest Allah zoals het behoort en sterft niet,
378 3, 103| u allen tezamen vast aan het koord van Allah en weest
379 3, 104| rechtvaardigheid maant en het kwade verbiedt; dezen zijn
380 3, 104| kwade verbiedt; dezen zijn het die zullen slagen. ~
381 3, 110| 110. Gij (Moslims) zijt het beste volk dat voor de mensheid (
382 3, 110| En, indien de mensen van het Boek hadden geloofd, zou
383 3, 110| Boek hadden geloofd, zou het zeker beter voor hen zijn
384 3, 113| gelijk. Onder de mensen van het Boek is een oprechte groep,
385 3, 113| een oprechte groep, die het Woord van Allah in de uren
386 3, 113| nacht opzegt en zich met het gelaat ter aarde werpt. ~
387 3, 114| laatste Dag en gebieden het goede en verbieden het kwade
388 3, 114| gebieden het goede en verbieden het kwade en wedijveren met
389 3, 115| 115. En het goede dat zij doen, zal
390 3, 116| dezen worden de bewoners van het Vuur. Zij zullen daarin
391 3, 117| gelijkenis van hetgeen zij voor het tegenwoordige leven besteden
392 3, 119| lief. En gij gelooft in het gehele Boek; wanneer zij
393 3, 120| goeds overkomt verdriet het hen en als u iets kwaads
394 3, 120| zullen hun plannen u in het geheel niet schaden; voorzeker,
395 3, 121| gelovigen hun plaatsen voor het gevecht aan te wijzen, -
396 3, 124| de gelovigen zeidet: "Zal het niet genoeg voor u zijn,
397 3, 126| 126. En Allah heeft het alleen als blijde boodschap
398 3, 131| 131. En vreest het Vuur dat voor de ongelovigen
399 3, 133| Wedijvert met elkaar in het vragen om vergiffenis van
400 3, 133| vergiffenis van uw Heer en om het paradijs, welks uitgestrektheid
401 3, 136| 136. Dezen zijn het, wier loon vergiffenis is
402 3, 136| zij vertoeven; hoe goed is het loon van degenen die werken. ~
403 3, 137| over de aarde en ziet, hoe het einde was van degenen, die
404 3, 142| 142. Denkt gij, dat gij het paradijs moogt binnengaan,
405 3, 144| omkeert zal aan Allah in het geheel geen schade berokkenen.
406 3, 145| en wie de beloning van het Hiernamaals wenst, hem zullen
407 3, 147| standvastig en help ons tegen het ongelovige volk." ~
408 3, 149| zullen zij u doen omkeren (op het goede pad); dan zult gij
409 3, 151| nedergezonden. Hun verblijfplaats is het Vuur en slecht is de woning
410 3, 152| gij onstandvastig werdt en het over het gebod onder elkander
411 3, 152| onstandvastig werdt en het over het gebod onder elkander oneens
412 3, 152| en er waren onder u die het Hiernamaals begeerden. Toen
413 3, 152| beproeven; maar Hij heeft het u vergeven. Allah is Genadevol
414 3, 154| een deel uwer overviel en het andere deel was bezorgd
415 3, 154| gebleven, zouden zij wie het strijden was bevolen, zeker
416 3, 154| was. Allah weet, wat in het innerlijk is. ~
417 3, 155| Satan wegens hun daden aan het wankelen gebracht. Maar
418 3, 155| gebracht. Maar Allah heeft het hen vergeven. Voorwaar,
419 3, 156| broeders, wanneer zij door het land reizen of ten strijde
420 3, 161| 161. En het betaamt een profeet niet
421 3, 162| 162. Is hij die het behagen van Allah zoekt
422 3, 164| verkondigt, hen loutert en hun het Boek en de wijsheid onderwijst,
423 3, 165| rampspoed overkomt - en gij hadt het dubbele er van aangedaan (
424 3, 165| Vanwaar komt dit?" Zeg: "Het komt door uzelf." Voorwaar,
425 3, 167| zeiden: "Als wij wisten dat het vechten was, zouden wij
426 3, 167| stonden op die dag dichter bij het ongeloof dan bij het geloof.
427 3, 167| bij het ongeloof dan bij het geloof. Zij zeggen met hun
428 3, 176| aandoen. Allah wil hen aan het toekomstig leven geen deel
429 3, 177| 177. Waarlijk, degenen die het ongeloof hebben aanvaard
430 3, 177| hebben aanvaard in ruil voor het geloof, kunnen Allah niets
431 3, 178| ongelovigen niet denken dat het uitstel, dat Wij hun geven,
432 3, 179| noch is Allah zo, dat Hij u het ongeziene bekend maakt.
433 3, 180| gegeven, niet denken, dat het goed voor hen is, neen,
434 3, 180| goed voor hen is, neen, het is slecht voor hen. Hetgene,
435 3, 180| gelegd. En aan Allah behoort het erfdeel der hemelen en der
436 3, 181| Ondergaat de straf van het branden."
437 3, 182| hebt verdiend: Allah is in het geheel niet onrechtvaardig
438 3, 183| een offer brengt dat door het vuur wordt verteerd", zeg
439 3, 184| tekenen en geschriften en het stralende Boek kwamen. ~
440 3, 185| uitbetaald. Wie daarom van het Vuur wordt verwijderd en
441 3, 185| inderdaad zijn doel bereikt. Het leven dezer wereld is niets
442 3, 186| horen van degenen, aan wie het Boek was gegeven vóór u
443 3, 187| verbond sloot met degenen, die het Boek gegeven was, zeide
444 3, 187| de mensen bekend maken en het niet verbergen." Maar zij
445 3, 189| 189. En aan Allah behoort het koninkrijk der hemelen en
446 3, 191| daarom van de straf van het Vuur. ~
447 3, 192| 192. Onze Heer, wie Gij het Vuur doet ingaan, hem hebt
448 3, 193| gehoord, die opriep tot het geloof: 'Gelooft in de Heer'
449 3, 195| verhoorde hen, zeggende: "Ik zal het werk van iedere werker onder
450 3, 196| bewegingen der ongelovigen in het land u niet bedriegen. ~
451 3, 197| 197. Het is een gering voordeel voor
452 3, 199| voorzeker, onder de mensen van het Boek zijn er, die in Allah
453 3, 199| geringe prijs. Dezen zijn het, die hun beloning bij hun
454 3, 199| Voorzeker, Allah is vlug in het verrekenen. ~
455 4, 2 | hun eigendom en verruilt het slechte (van u) niet voor
456 4, 2 | slechte (van u) niet voor het goede (van hen) noch verbruikt
457 4, 2 | verbruikt hun eigendom met het uwe. Voorzeker, dat is een
458 4, 3 | rechtschapen zult zijn bij het behandelen der wezen, huwt
459 4, 4 | van kwijtschelden, geniet het dan met genoegen en heilzaam
460 4, 6 | eigendom ter hand; en verteert het niet in buitensporigheid
461 4, 7 | bloedverwanten nalaten, of het weinig of veel zij: een
462 4, 9 | daarom vrezen en laat hen het juiste woord spreken. ~
463 4, 10 | 10. Voorzeker, zij, die het eigendom van wezen onrechtvaardig
464 4, 11 | aangaande uw kinderen: voor het mannelijke kind evenveel
465 4, 11 | mannelijke kind evenveel als het deel van twee vrouwelijke
466 4, 11 | weet niet, wie van hen u het meest tot heil is. Dit is
467 4, 14 | grenzen overschrijdt zal Hij het Vuur doen binnengaan; hij
468 4, 17 | berouw hebben. Dezen zijn het, tot wie Allah Zich met
469 4, 18 | doet, totdat de dood hem in het gezicht staart en hij zegt: '
470 4, 18 | ongelovigen sterven. Dezen zijn het, voor wie Wij een pijnlijke
471 4, 19 | 19. O, gij die gelooft, het is u niet geoorloofd, vrouwen
472 4, 19 | afkeer van haar hebt, kan het zijn, dat gij afkeer hebt
473 4, 20 | niets van terug. Wilt gij het door laster en een klaarblijkelijk
474 4, 21 | 21. En hoe kunt gij het nemen, wanneer de een uwer
475 4, 22 | van wat reeds gebeurd is. Het is een slecht en afschuwelijk
476 4, 24 | is verplicht; er zal na het vaststellen daarvan geen
477 4, 25 | 25. En wie uwer het niet kan bekostigen vrije
478 4, 25 | En Allah kent uw geloof het beste. Gij zijt van elkander;
479 4, 25 | vreest te zondigen. Maar het is beter voor u dat gij
480 4, 30 | onrechtvaardigieid, hem zullen Wij in het Vuur werpen; en dat is voor
481 4, 40 | Waarlijk, Allah doet in het geheel geen onrecht aan.
482 4, 40 | geheel geen onrecht aan. Als het een goede daad is vermenigvuldigt
483 4, 43 | die gelooft, komt niet tot het gebed als gij bedwelmd zijt;
484 4, 44 | degenen, die deel hebben aan het Boek? Zij geven de voorkeur
485 4, 46 | zij woorden verdraaien en het geloof zoeken te schenden.
486 4, 46 | toe" en ,,Kijk ons aan" het dit beter en oprechter voor
487 4, 47 | 47. O, mensen van het Boek, gelooft in hetgeen
488 4, 47 | hen vervloeken, zoals Wij het volk van de Sabbath vervloekten.
489 4, 49 | rein achten? Neen, Allah is het, Die reinigt, wie Hij wil.
490 4, 49 | wie Hij wil. Hen zal niet het minste onrecht worden aangedaan. ~
491 4, 51 | aan wie een gedeelte van het Boek was gegeven? Zij geloven
492 4, 51 | Dezen zijn beter geleid op het pad dan de gelovigen." ~
493 4, 53 | Hadden zij een aandeel in het koninkrijk dan zouden zij
494 4, 53 | zouden zij de mensen zelfs het geringste onthouden. ~
495 4, 54 | de kinderen van Abraham het Boek en de Wijsheid en Wij
496 4, 55 | te (geloven). De hel, met het laaiende vuur is toereikend (
497 4, 56 | verwerpen zullen Wij weldra het Vuur doen binnengaan. Wij
498 4, 58 | Voorwaar, Allah gebiedt u het u toevertrouwde over te
499 4, 59 | over iets twist, verwijst het naar Allah en Zijn boodschapper,
500 4, 59 | is beter en uiteindelijk het beste. ~
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3106 |