Sura, Verse
1 2, 19 | bij zware regen uit de hemel waarmede dichte duisternis,
2 2, 22 | legerstede maakte en de hemel tot een gewelf en Die water
3 2, 29 | daarna wendde Hij Zich tot de hemel en vervolmaakte deze tot
4 2, 59 | een grote straf vanuit de hemel, omdat zij plachten te overtreden. ~
5 2, 82 | zijn de bewoners van de Hemel, daarin zullen zij verblijven. ~
6 2, 144| aangezicht zich naar de hemel wenden, daarom zullen Wij
7 2, 164| het water dat Allah van de hemel nederzendt, waarmede Hij
8 2, 164| de wolken die tussen de hemel en de aarde in dienst zijn
9 2, 214| 214. Denkt gij dat gij de Hemel zult binnengaan, terwijl
10 2, 221| maar Allah noodt u tot de Hemel en tot vergiffenis door
11 3, 185| Vuur wordt verwijderd en de Hemel binnengelaten, heeft inderdaad
12 4, 124| vrouw, en gelovig is, zal de Hemel binnengaan en hem zal niet
13 4, 153| vragen u een Boek uit de hemel op hen te doen nederdalen.
14 5, 72 | vereenzelvigt, heeft Allah de Hemel verboden en het Vuur zal
15 5, 112| voedsel) gedekte tafel van de hemel neder te zenden?", antwoordde
16 5, 114| voedsel) gedekte tafel van de hemel neder, opdat het voor de
17 7, 40 | zullen de poorten van de Hemel niet worden geopend, noch
18 7, 96 | zeker zegeningen van de hemel en van de aarde voor hen
19 7, 162| Wij een kastijding van de hemel over hen neder omdat zij
20 7, 187| openbaren. Het rust zwaar op de hemel en op de aarde. Het zal
21 8, 32 | is, doe dan stenen uit de hemel over ons regenen of geef
22 10, 31 | voorziet u van voedsel van de hemel en de aarde? Of wie is het,
23 10, 61 | atoom op aarde of in de hemel verborgen. En er is niets
24 11, 23 | zijn de bewoners van de Hemel, waarin zij zullen vertoeven. ~
25 11, 44 | slok op uw water en o, hemel, houd op (met regenen)."
26 11, 108| blijken te zijn, zullen in de Hemel vertoeven, zolang de Hemelen
27 13, 17 | Hij zendt water van de hemel neder, zodat stromen overeenkomstig
28 13, 35 | 35. Het beeld van de Hemel die de godvrezenden is beloofd,
29 14, 24 | takken reiken tot in de hemel. ~
30 14, 38 | niets op aarde of in de hemel voor Allah verborgen." ~
31 14, 48 | komen) waarop de aarde en de hemel door een andere aarde en
32 14, 48 | door een andere aarde en hemel zullen worden vervangen;
33 15, 14 | indien Wij een deur van de hemel voor hen zouden openen waar
34 15, 16 | 16. En Wij hebben aan de hemel voorzeker banen (van sterren)
35 16, 32 | gezegd: "Vrede zij u. Gaat de hemel binnen voor hetgeen gij
36 16, 65 | Allah heeft water uit de hemel nedergezonden en er de aarde
37 16, 79 | vogelen in het gewelf van de hemel in onderdanigheid worden
38 17, 92 | 92. "Of tenzij gij de hemel in stukken op ons doet nedervallen
39 17, 93 | goud, of tenzij gij ten hemel stijgt, maar wij zullen
40 17, 95 | Wij ongetwijfeld uit de hemel een engel als boodschapper
41 18, 40 | en bliksemstralen uit de hemel doen nederdalen op de uwe,
42 18, 45 | is als Wij water uit de hemel nederzenden, waardoor de
43 20, 53 | regen doet nederdalen uit de hemel, waardoor Hij allerlei planten
44 21, 4 | Mijn Heer, weet wat in de hemel en op aarde wordt gezegd;
45 21, 16 | 16. Wij schiepen de hemel en de aarde en al hetgeen
46 21, 22 | andere Goden waren in (de hemel en op aarde) zouden dezen
47 21, 30 | ongelovigen niet ingezien dat de hemel en de aarde gesloten waren
48 21, 32 | 32. En Wij hebben de hemel gemaakt tot een welbeschermd
49 22, 15 | een of andere wijze ten hemel gaan en (Gods hulp) tegenhouden;
50 22, 63 | dat Allah water uit de hemel nederzendt en de aarde daardoor
51 22, 65 | doorkruisen? En Hij weerhoudt de hemel ervan op aarde te vallen
52 23, 18 | Wij zenden water uit de hemel neer in bepaalde hoeveelheid
53 24, 43 | voortkomen? En Hij zendt van de hemel neder (wolken als) bergen
54 25, 25 | 25. En de Dag waarop de hemel met de wolken zal worden
55 25, 61 | de glanzende maan aan de hemel heeft geplaatst. ~
56 26, 4 | Wij hun een teken van de hemel nederzenden, zodat hun hoofd
57 26, 187| Doe dan stukken van de hemel op ons vallen als gij waarachtig
58 27, 64 | voedsel) voorziet uit de hemel en de aarde? Is er een God
59 29, 22 | plannen van Allah in de hemel of op aarde verijdelen;
60 29, 34 | zullen gewis een straf van de hemel op de bewoners dezer stad
61 29, 63 | Wie zendt water uit de hemel neder en geeft er leven
62 30, 24 | En dat Hij water uit de hemel nederzendt waarmede hij
63 32, 5 | ordent het bestel van de hemel tot de aarde, daarna zal
64 34, 2 | voortkomt en wat van de hemel nederdaalt en wat er naar
65 34, 9 | hen en achter hen, van de hemel en van de aarde is? Indien
66 34, 9 | inzinken, of een deel van de hemel op hen doen nedervallen.
67 35, 27 | gezien, dat Wij water van de hemel nederzenden en dat Wij daardoor
68 36, 28 | schare (van engelen) uit de hemel neder (tot zijn volk) noch
69 36, 55 | zullen de bewoners van de Hemel in (een groot) werk hun
70 37, 6 | 6. Wij hebben de laagste hemel met sterren versierd.
71 39, 21 | dat Allah water van de hemel nederzendt en het in de
72 39, 73 | zullen in groepen naar de Hemel worden geleid; wanneer zij
73 40, 13 | voorziening voor u van de hemel nederzendt; maar niemand
74 41, 11 | Dan wendde Hij Zich tot de hemel terwijl deze een soort damp
75 41, 12 | dagen, en Hij wees elke hemel zijn werk aan. En Wij versierden
76 41, 12 | Wij versierden de laagste hemel met lichten ter bescherming.
77 43, 11 | water in juiste maat van de hemel nederzendt, waardoor Wij
78 43, 84 | 84. En Hij is God in de hemel en op aarde en Hij is de
79 44, 10 | wacht op de Dag waarop de hemel een zichtbare damp zal voortbrengen, ~
80 44, 29 | 29. De hemel en de aarde weenden niet
81 45, 5 | voorziening die Allah uit de hemel nederzendt waardoor Hij
82 50, 6 | 6. Zien zij niet naar de hemel boven hen hoe Wij deze hebben
83 50, 9 | water vol zegeningen uit de hemel neder en Wij brengen daarmee
84 50, 31 | 31. En de Hemel zal dicht bij de rechtvaardigen
85 51, 22 | 22. En in de hemel is uw onderhoud en hetgeen
86 51, 23 | 23. Bij de Heer van de hemel en de aarde - dit is inderdaad
87 51, 47 | Voorzeker Wij bouwden de hemel door Onze macht en waarlijk
88 52, 9 | 9. De Dag waarop de hemel in beweging zal komen. ~
89 52, 38 | Hebben zij een ladder naar de hemel waardoor zij kunnen luisteren?
90 52, 44 | indien zij een stuk van de hemel zien vallen, zullen zij
91 54, 11 | openden Wij de poorten van de hemel voor het stromende water. ~
92 55, 7 | 7. Hij heeft de hemel hoog er boven verheven en
93 55, 37 | 37. En wanneer de hemel uiteengespleten en rosssig
94 57, 21 | is aan de breedte tussen hemel en aarde, bereid voor degenen,
95 67, 5 | Wij hebben de naastbije hemel met lampen versierd, Wij
96 67, 16 | veilig voor Hem Die in de Hemel is, dat Hij u niet zal doen
97 67, 17 | veilig voor Hem Die in de Hemel is, dat Hij niet tegen u
98 72, 8 | 8. En wij trachtten de hemel te bespieden en wij vonden
99 73, 18 | 18. En waarbij de hemel uiteen zi splijten, en Zijn
100 78, 19 | 19. En de hemel wordt geopend en zal vele
101 79, 27 | moeilijker te scheppen dan de hemel die Hij heeft gebouwd? ~
102 81, 11 | 11. En wanneer de Hemel wordt opengelegd, ~
103 82, 1 | 1. Wanneer de hemel wordt gespleten, ~
104 84, 1 | 1. Wanneer de hemel vaneen splijt. ~
105 85, 1 | 1. Bij de hemel met zijn constellaties. ~
106 86, 1 | 1. Bij de hemel en bij de morgenster. ~
107 88, 18 | 18. En naar de hemel, hoe deze hoog verheven
108 91, 5 | 5. En bij de hemel en de schepping er van. ~
|