Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
57 40
58 40
59 41
6 108
60 42
61 37
62 38
Frequency    [«  »]
112 willen
111 iets
110 kinderen
108 6
108 hemel
108 na
107 8

Koran

IntraText - Concordances

6

                                         bold = Main text
    Sura, Verse                          grey = Comment text
1 1, 6| 6. Leid ons op het rechte 2 2, 6| 6. Zeker, zij die (de Waarheid) 3 3, 6| 6. Hij is het, Die u in de 4 4, 6| 6. En ondervraagt de wezen, 5 5, 6| 6. O, gij die gelooft, wanneer 6 6 | 6. Het Vee (Al-An'aam) Geopenbaard 7 6, 6| 6. Zien zij niet, hoeveel 8 7, 6| 6. En Wij zullen degenen, 9 8, 6| 6. Zij redetwistten met u 10 9, 6| 6. En als één der afgodendienaren 11 10, 6| 6. Voorwaar, in de wisseling 12 11, 6| 6. En er is geen schepsel 13 12, 6| 6. "En zo zal uw Heer u verkiezen 14 13, 6| 6. En zij vragen eerder het 15 14, 6| 6. En toen Mozes tot zijn 16 15, 6| 6. En dezen zeggen: "O, gij, 17 16, 6| 6. En er is schoonheid in 18 17, 6| 6. Nadien gaven Wij u macht 19 18, 6| 6. Misschien zult gij uit 20 19, 6| 6. "Opdat hij mij en het Huis 21 20, 6| 6. Hem behoort al hetgeen 22 21, 6| 6. Vóór hen (bewoners van 23 22, 6| 6. Dit is zo omdat Allah de 24 23, 6| 6. Behalve met hun vrouwen 25 24, 6| 6. En betreffende degenen 26 25, 6| 6. Zeg: "Hij, Die de geheimen 27 26, 6| 6. Voorzeker zij hebben dit 28 27, 6| 6. Voorwaar, aan u wordt de 29 28, 6| 6. En hen te vestigen op aarde; 30 29, 6| 6. En wie streeft, streeft 31 30, 6| 6. (Dit is) Allah's Belofte; 32 31, 6| 6. En onder de mensen is iemand 33 32, 6| 6. Alzo is de Kenner van het 34 33, 6| 6. De Profeet is dichter bij 35 34, 6| 6. En zij, wie kennis is gegeven, 36 35, 6| 6. Voorwaar, Satan is een 37 36, 6| 6. Opdat gij een volk moogt 38 37, 6| 6. Wij hebben de laagste hemel 39 38, 6| 6. En de leiders onder hen 40 39, 6| 6. Hij schiep u uit één ziel, 41 40, 6| 6. Zo werd het woord van uw 42 41, 6| 6. Zeg: "Ik ben slechts een 43 42, 6| 6. En degenen, die naast Hem 44 43, 6| 6. Hoevele profeten hebben 45 44, 6| 6. Als een barmhartigheid 46 45, 6| 6. Dit zijn de tekenen van 47 46, 6| 6. En wanneer de mensen worden 48 47, 6| 6. En hen in het paradijs, 49 48, 6| 6. En dat Hij de huichelaars 50 49, 6| 6. O gij gelovigen, indien 51 50, 6| 6. Zien zij niet naar de hemel 52 51, 6| 6. En voorwaar, het gericht 53 52, 6| 6. En bij de boordevolle oceaan, ~ 54 53, 6| 6. Die kracht bezit. Zo is 55 54, 6| 6. Wend u daarom van hen af. 56 55, 6| 6. En planten en bomen aanbidden 57 56, 6| 6. Zullen deze als stof worden 58 57, 6| 6. Hij laat de nacht in de 59 58, 6| 6. De Dag, waarop Allah hen 60 59, 6| 6. Hetgeen Allah van hen als 61 60, 6| 6. Voorzeker, zij zijn een 62 61, 6| 6. En toen Jezus, zoon van 63 62, 6| 6. Zeg: "O gij Joden als gij 64 63, 6| 6. Het is hetzelfde of gij 65 64, 6| 6. Deze (gingen onder) omdat 66 65, 6| 6. Herbergt haar (van wie 67 66, 6| 6. O gij die gelooft, redt 68 67, 6| 6. En voor degenen die niet 69 68, 6| 6. Wie van u bezeten is. ~ 70 69, 6| 6. En de Aad werden door een 71 70, 6| 6. Zij (de ongelovigen) zien ( 72 71, 6| 6. Maar mijn roepen heeft 73 72, 6| 6. Voorzeker, waren er enige 74 73, 6| 6. Voorwaar, des nachts opstaan 75 74, 6| 6. Bewijs geen gunsten om 76 75, 6| 6. Hij vraagt: "Wanneer is 77 76, 6| 6. De dienaren van Allah drinken 78 77, 6| 6. Om tot verontschuldiging 79 78, 6| 6. Hebben Wij de aarde niet 80 79, 6| 6. De Dag waarop de bevende ( 81 80, 6| 6. Schenkt gij uw aandacht, ~ 82 81, 6| 6. En wanneer de zeëen worden 83 82, 6| 6. O mens, wat heeft u bedrogen 84 83, 6| 6. De Dag, waarop de mensheid 85 84, 6| 6. (Zal worden gezegd) "O 86 85, 6| 6. Ziet! Zij zaten er bij, ~ 87 86, 6| 6. Hij werd uit een stromende 88 87, 6| 6. Wij zullen u weldra onderwijzen 89 88, 6| 6. Zij zullen geen voedsel 90 89, 6| 6. Weet gij niet hoe uw Heer 91 90, 6| 6. Hij zegt: "Ik heb veel 92 91, 6| 6. En bij de aarde en haar 93 92, 6| 6. En het goede aanvaardt, ~ 94 93, 6| 6. Vond Hij u niet als wees, 95 94, 6| 6. Voorwaar, gemak komt naast 96 95, 6| 6. Behalve degenen die geloven 97 96, 6| 6. In het geheel niet. Voorwaar, 98 98, 6| 6. Voorwaar, de ongelovigen 99 99, 6| 6. Op die Dag zullen de mensen 100 100, 6| 6. Voorwaar, de mens is ondankbaar 101 101, 6| 6. Dan zal hij, wiens schalen 102 102, 6| 6. Zult gij zeker de hel zien. ~ 103 104, 6| 6. Het is het Vuur dat Allah 104 107, 6| 6. En zij, die er mee te koop 105 109 | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 6 strofen. ~In naam van Allah, 106 109, 6| 6. Derhalve voor u uw godsdienst 107 114 | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 6 strofen. ~In naam van Allah, 108 114, 6| 6. Vanuit het midden der djinn


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License