bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1 2, 8| 8. En er zijn mensen, die
2 3, 8| 8. "Onze Heer, laat ons hart
3 4, 8| 8. Wanneer verwanten en wezen
4 5, 8| 8. O, gij die gelooft, weest
5 6, 8| 8. Zij zeggen: "Waarom is
6 7, 8| 8. En het wegen (der menselijke
7 8 | 8. De Oorlogsbuit (Al-An'faal) ~
8 8, 8| 8. Opdat Hij de waarheid mocht
9 9, 8| 8. Hoe kan het zijn dat wanneer
10 10, 8| 8. Dezen zijn het, wier verblijfplaats
11 11, 8| 8. En als Wij hun straf tot
12 12, 8| 8. Toen zij zeiden: "Voorwaar,
13 13, 8| 8. Allah weet wat elke vrouw
14 14, 8| 8. En Mozes zeide: "Als gij
15 15, 8| 8. Wij zenden alleen engelen
16 16, 8| 8. En paarden en muildieren
17 17, 8| 8. "Het kan zijn dat uw Heer
18 18, 8| 8. En zie! al hetgeen daarop
19 19, 8| 8. Hij zeide: "Mijn Heer,
20 20, 8| 8. Allah, - er is geen God
21 21, 8| 8. En Wij maakten hun lichaam
22 22, 8| 8. En onder de mensen zijn
23 23, 8| 8. Zij die zorgzaam zijn voor
24 24, 8| 8. Maar het zal de straf van
25 25, 8| 8. Ofwel een schat had tot
26 26, 8| 8. Daarin is inderdaad een
27 27, 8| 8. En toen hij er bij kwam,
28 28, 8| 8. En Pharao's familie nam
29 29, 8| 8. En Wij hebben de mens geboden
30 30, 8| 8. Hebben zij over zichzelf
31 31, 8| 8. Voorzeker, die geloven
32 32, 8| 8. Daarna maakte Hij zijn
33 33, 8| 8. Opdat Hij de waarachtigen
34 34, 8| 8. "Heeft hij een leugen uitgedacht
35 35, 8| 8. Hij wiens boze daden schoonschijnend
36 36, 8| 8. Wij hebben om hun hals
37 37, 8| 8. Zij kunnen van de verheven
38 38, 8| 8. Aan hem is onder ons de
39 39, 8| 8. Wanneer een mens wordt
40 40, 8| 8. Onze Heer, en doe hen de
41 41, 8| 8. Wat hen betreft, die geloven
42 42, 8| 8. Indien Allah wilde kon
43 43, 8| 8. Daarom vernietigden Wij
44 44, 8| 8. Er is geen God naast Hem.
45 45, 8| 8. Die de woorden van Allah,
46 46, 8| 8. Zeggen zij: "Hij heeft
47 47, 8| 8. Maar de ongelovigen wacht
48 48, 8| 8. Wij hebben u als getuige
49 49, 8| 8. Door de genade en gunst
50 50, 8| 8. Als inzicht en les voor
51 51, 8| 8. Waarlijk gij hebt uiteenlopende
52 52, 8| 8. Er is niemand die haar
53 53, 8| 8. Hij naderde en kwam steeds
54 54, 8| 8. Zich naar de omroeper haastend.
55 55, 8| 8. Opdat gij het evenwicht
56 56, 8| 8. De mensen aan de rechter
57 57, 8| 8. Wat scheelt u dat gij niet
58 58, 8| 8. Hebt gij degenen niet waargenomen,
59 59, 8| 8. Een deel behoort aan de
60 60, 8| 8. Allah verbiedt u niet,
61 61, 8| 8. Zij wensen Allah's licht
62 62, 8| 8. Zeg: "De dood waarvoor
63 63, 8| 8. Zij zeggen: "Als wij naar
64 64, 8| 8. Gelooft daarom in Allah
65 65, 8| 8. Hoe vele steden kwamen
66 66, 8| 8. O gij gelovigen, wendt
67 67, 8| 8. Zij zal bijna barsten van
68 68, 8| 8. Dus gehoorzaam de loochenaars
69 69, 8| 8. Kunt gij enige overblijfselen
70 70, 8| 8. De Dag waarop de hemelen
71 71, 8| 8. Toen riep ik hen luide, ~
72 72, 8| 8. En wij trachtten de hemel
73 73, 8| 8. Daarom gedenk de naam van
74 74, 8| 8. Want als de bazuin wordt
75 75, 8| 8. En de maan verduisterd
76 76, 8| 8. En zij geven voedsel, uit
77 77, 8| 8. Dus, als de sterren verduisterd
78 78, 8| 8. En hebben Wij u niet in
79 79, 8| 8. Op die Dag zullen de harten
80 80, 8| 8. Maar hij die zich tot u
81 81, 8| 8. En wanneer er over het
82 82, 8| 8. Hij heeft u gevormd in
83 83, 8| 8. En wat weet gij er van
84 84, 8| 8. Hij zal waarlijk een gemakkelijke
85 85, 8| 8. En zij wreekten zich slechts
86 86, 8| 8. Voorzeker, Hij kan hem (
87 87, 8| 8. En Wij zullen uw weg effenen
88 88, 8| 8. Op die Dag zullen andere
89 89, 8| 8. Wier gelijken nog in geen
90 90, 8| 8. Hebben Wij hem niet twee
91 91, 8| 8. Hij openbaarde haar wat
92 92, 8| 8. Maar hij, die vrekkig en
93 93, 8| 8. En vond Hij u niet in armoede
94 94 | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 8 strofen. ~In naam van Allah,
95 94, 8| 8. En wend u tot uw Heer. ~~
96 95 | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 8 strofen. ~In naam van Allah,
97 95, 8| 8. Is Allah niet de Rechter
98 96, 8| 8. Voorwaar uw terugkeer is
99 98 | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 8 strofen. ~In naam van Allah,
100 98, 8| 8. Hun beloning is bij hun
101 99 | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 8 strofen. ~In naam van Allah,
102 99, 8| 8. En wie ter grootte van
103 100, 8| 8. En voorzeker, hij heeft
104 101, 8| 8. Doch hij, wiens schalen
105 102 | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 8 strofen. ~In naam van Allah,
106 102, 8| 8. Op die Dag zult gij worden
107 104, 8| 8. Voorwaar het zal hen omsluiten ~
|