Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
67 35
68 35
69 37
7 106
70 34
71 34
72 34
Frequency    [«  »]
108 na
107 8
107 deden
106 7
104 geven
104 hel
104 mens

Koran

IntraText - Concordances

7

                                         bold = Main text
    Sura, Verse                          grey = Comment text
1 1 | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 7 strofen. ~ 2 1, 7| 7. Het pad dergenen, aan wie 3 2, 7| 7. Allah heeft hun hart en 4 3, 7| 7. Hij is het, Die u het Boek 5 4, 7| 7. Er is voor mannen een aandeel 6 5, 7| 7. En gedenkt Allah's gunst 7 6, 7| 7. En al hadden Wij u een 8 7 | 7. De Verheven Plaatsen (Al-Aa' 9 7, 7| 7. Dan zullen Wij hen zeker 10 8, 7| 7. En toen Allah u één der 11 9, 7| 7. Hoe kan er een verbond 12 10, 7| 7. Voorzeker, die niet uitzien 13 11, 7| 7. En Hij is het, Die de hemelen 14 12, 7| 7. Voorzeker, er zijn voor 15 13, 7| 7. En de ongelovigen zeggen: " 16 14, 7| 7. En toen uw Heer verklaarde: " 17 15, 7| 7. "Waarom brengt gij ons 18 16, 7| 7. En zij dragen uw lasten 19 17, 7| 7. (Zeggende) "Indien gij 20 18, 7| 7. Voorwaar, Wij hebben al 21 19, 7| 7. (God antwoordde) "O Zacharia, 22 20, 7| 7. Of gij het woord luide 23 21, 7| 7. En vóór u zonden Wij slechts 24 22, 7| 7. Voorzeker het Uur nadert, 25 23, 7| 7. Doch degenen die deze perken 26 24, 7| 7. En de vijfde maal zal hij 27 25, 7| 7. En zij zeggen: "Wat voor 28 26, 7| 7. Zien zij niet op aarde - 29 27, 7| 7. Gedenk toen Mozes tot zijn 30 28, 7| 7. En Wij openbaarden aan 31 29, 7| 7. Waarlijk Wij zullen de 32 30, 7| 7. Zij kennen slechts de schijn 33 31, 7| 7. En wanneer Onze woorden 34 32, 7| 7. Die de schepping van alles 35 33, 7| 7. En toen Wij met de profeten 36 34, 7| 7. En de ongelovigen zeggen: " 37 35, 7| 7. Er is een strenge straf 38 36, 7| 7. Het Woord heeft zich reeds 39 37, 7| 7. Als bescherming tegen iedere 40 38, 7| 7. Wij hebben hieromtrent 41 39, 7| 7. Indien gij ondankbaar zijt; 42 40, 7| 7. Zij, die de Troon dragen 43 41, 7| 7. Die geen Zakaat geven en 44 42, 7| 7. Zo hebben Wij u de Koran 45 43, 7| 7. En er kwam tot hen nooit 46 44, 7| 7. Van de Heer der hemelen 47 45, 7| 7. Wee elke zondige leugenaar, ~ 48 46, 7| 7. En wanneer Onze duidelijke 49 47, 7| 7. O gij, die gelooft, indien 50 48, 7| 7. Aan Allah behoren de scharen 51 49, 7| 7. En weet, dat de boodsehapper 52 50, 7| 7. En de aarde - Wij hebben 53 51, 7| 7. Bij de hemelen vol van 54 52, 7| 7. Voorzeker, de straf van 55 53, 7| 7. En hij staat aan de hoogste 56 54, 7| 7. Dan zullen zij met nedergeslagen 57 55, 7| 7. Hij heeft de hemel hoog 58 56, 7| 7. En gij zult in drie soorten 59 57, 7| 7. Gelooft in Allah en Zijn 60 58, 7| 7. Ziet gij niet, dat Allah 61 59, 7| 7. Wat Allah aan Zijn boodschapper 62 60, 7| 7. Het is mogelijk dat Allah 63 61, 7| 7. Wie is onrechtvaardiger 64 62, 7| 7. Maar zij zullen deze nooit 65 63, 7| 7. Zij zijn het die zeggen, " 66 64, 7| 7. De ongelovigen denken dat 67 65, 7| 7. Laat hij die overvloed 68 66, 7| 7. O, gij ongelovigen, verontschuldigt 69 67, 7| 7. Wanneer zij er in worden 70 68, 7| 7. Zeker, uw Heer weet het 71 69, 7| 7. Die Hij zeven nachten en 72 70, 7| 7. Maar Wij zien die nabij. ~ 73 71, 7| 7. En telkens wanneer ik hen 74 72, 7| 7. En zij meenden inderdaad, 75 73, 7| 7. Gij hebt inderdaad gedurende 76 74, 7| 7. En wees geduldig ter wille 77 75, 7| 7. Maar als het oog verblind 78 76, 7| 7. Zij vervullen de gelofte, 79 77, 7| 7. Voorwaar, hetgeen u is 80 78, 7| 7. En de bergen als palen 81 79, 7| 7. Hierop zal volgen, wat 82 80, 7| 7. Hoewel gij er niet voor 83 81, 7| 7. En wanneer de mensen worden 84 82, 7| 7. Die u schiep, daarna voltooide 85 83, 7| 7. Neen! Het gedenkschrift 86 84, 7| 7. Wat hem betreft, wie het 87 85, 7| 7. En waren getuigen van wat 88 86, 7| 7. Welke voortkomt van tussen 89 87, 7| 7. Behalve wat Allah wil - 90 88, 7| 7. Dat noch voedzaam zal zijn 91 89, 7| 7. Het volk van Iram dat verheven 92 90, 7| 7. Denkt hij dat niemand hem 93 91, 7| 7. En bij de ziel en haar 94 92, 7| 7. Wij zullen zijn weg effenen 95 93, 7| 7. En vond Hij u niet zoekende 96 94, 7| 7. Wanneer gij verlicht zijt, 97 95, 7| 7. Wat is de oorzaak die u 98 96, 7| 7. Omdat hij zich onafhankelijk 99 98, 7| 7. Doch zij die geloven en 100 99, 7| 7. Wie ter grootte van een 101 100, 7| 7. En waarlijk, hij is daar 102 101, 7| 7. Een aangenaam leven genieten. ~ 103 102, 7| 7. Ja, dan zult gij haar met 104 104, 7| 7. Dat boven de harten zal 105 107 | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 7 strofen. ~In naam van Allah, 106 107, 7| 7. En zich er van weerhouden


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License