Sura, Verse
1 2, 160| met vergiffenis wend - Ik ben Berouwaanvaardend, Genadevol. ~
2 2, 186| Mij vragen, zeg dan: "Ik ben nabij. Ik verhoor het gebed
3 2, 259| reeds?" Hij antwoordde: "Ik ben een dag, of een gedeelte
4 3, 36 | zeide zij: "Mijn Heer, ik ben verlost van een meisje." -
5 3, 81 | zeide: "Getuigt dan en Ik ben met u onder de getuigen." ~
6 4, 160| hen de reine dingen die ben (voordien) waren toegestaan. ~
7 5, 12 | Allah zeide: "Voorzeker, Ik ben met u. Indien gij het gebed
8 6, 50 | noch zeg ik tot u: 'Ik ben een engel'; ik volg slechts
9 6, 57 | 57. Zeg: "Ik ben op de rechte weg van mijn
10 6, 66 | de waarheid is. Zeg: "Ik ben geen voogd over u." ~
11 6, 104| is tegen hemzelf. En ik ben geen bewaker over u." ~
12 6, 163| Zo is mij bevolen en ik ben de eerste der Moslims." ~
13 7, 12 | gebood?" Hij antwoordde: "Ik ben beter dan hij. Gij hebt
14 7, 21 | En hij zwoer tot hen: "Ik ben voor u zeker een oprechte
15 7, 61 | mij geen dwaling, doch ik ben een boodschapper van de
16 7, 67 | geen dwaasheid, maar ik ben een boodschapper van de
17 7, 68 | woorden van mijn Heer en ik ben voor u een eerlijke raadgever." ~
18 7, 71 | nedergezonden? Wacht dan, ik ben met u onder de wachtenden." ~
19 7, 87 | gelooft in hetgeen waarmede ik ben gezonden en een andere groep
20 7, 104| Mozes zeide: "O, Pharao, ik ben waarlijk een boodschapper
21 7, 105| waarheid over Allah spreken. Ik ben met een duidelijk teken
22 7, 143| ik wend mij tot U en ik ben de eerste der gelovigen." ~
23 7, 158| 158. Zeg: "O mensdom, ik ben u allen tot een boodschapper
24 7, 172| getuigen over henzelf: "Ben ik uw Heer niet?" antwoordden
25 7, 188| niet hebben gedeerd. Ik ben slechts een waarschuwer
26 8, 12 | engelen openbaarde: "Ik ben met u; versterkt de gelovigen.
27 8, 48 | overhand over u hebben want ik ben uw metgezel." Maar toen
28 10, 20 | alleen Allah toe. Wacht, ik ben met u onder de wachtenden." ~
29 10, 102| Zeg: "Wacht daarom, ik ben met u onder de wachtenden." ~
30 10, 108| slechts tot haar nadeel. En ik ben geen bewaker over u." ~
31 11, 2 | Voorzeker, ik (Mohammed) ben voor u een waarschuwer en
32 11, 25 | zeggende: "Waarlijk, ik ben voor u een duidelijke waarschuwer, ~
33 11, 31 | onzienlijke, noch zeg ik: 'Ik ben een engel'." "Noch zeg ik
34 11, 57 | hetgeen waarmede ik tot u ben gezonden medegedeeld, en
35 11, 72 | baren nu ik een oude vrouw ben en deze mijn echtgenoot
36 11, 86 | gij gelovigen zijt. En ik ben geen bewaker over u." ~
37 11, 88 | aanbrengen. Alleen door Allah ben ik hiertoe in staat. In
38 12, 55 | schatten van het land want ik ben een deskundig bewaarder." ~
39 12, 59 | dat ik een goed gastheer ben?" ~
40 12, 69 | zich. En hij zeide: "Ik ben uw broeder, treur daarom
41 12, 72 | kameellast koren ontvangen en ik ben er borg voor." ~
42 12, 90 | dan Jozef?" Hij zeide: "Ik ben Jozef en dit is mijn broeder.
43 15, 49 | Vergevensgezind, Genadevol ben. ~
44 15, 89 | 89. En zeg: "Ik ben inderdaad een duidelijk
45 17, 93 | Glorie zij mijn Heer: ik ben slechts mens en boodschapper!" ~
46 17, 102| tekenen heeft gezonden; en ik ben zeker dat gij, o Pharao,
47 18, 34 | gesprek tot zijn gezel: "Ik ben rijker dan gij, aan bezit
48 18, 73 | verwijt omdat ik het vergeten ben en maak het mij niet moeilijk." ~
49 18, 110| 110. Zeg: "Ik ben slechts een mens gelijk
50 19, 4 | grijze haren, niettemin ben ik niet wanhopig, mijn Heer,
51 19, 19 | 19. Hij antwoordde: "Ik ben slechts een boodschapper
52 19, 30 | Hij (Jezus) zeide: "Ik ben een dienaar van Allah. Hij
53 19, 66 | Zal ik wanneer ik dood ben, dan tot leven worden terug
54 20, 12 | 12. "Voorwaar, Ik ben uw Heer, ontdoe u van uw
55 20, 14 | 14. "Voorwaar, Ik ben Allah; er is geen God behalve
56 20, 46 | zei: "Vreest niet, want Ik ben met u. Ik hoor en Ik zie." ~
57 20, 82 | 82. "Maar voorzeker, Ik ben Vergevensgezind jegens hem
58 21, 29 | wie hunner zou zeggen: "Ik ben een God naast Hem," die
59 21, 92 | één gemeenschap; en Ik ben uw Heer, aanbidt Mij derhalve. ~
60 22, 49 | 49. Zeg: "O mensdom, ik ben slechts een duidelijke waarschuwer
61 23, 52 | gemeenschap is en dat Ik uw Heer ben. Neemt Mij derhalve tot
62 26, 80 | geneest wanneer ik ziek ben; ~
63 26, 107| 107. "Waarlijk, ik ben voor u een getrouwe boodschapper, ~
64 26, 115| 115. Ik ben niets dan een duidelijke
65 26, 125| 125. "Waarlijk, ik ben tot u een getrouwe boodschapper. ~
66 26, 143| 143. Waarlijk ik ben voor u een getrouwe boodschapper. ~
67 26, 162| 162. Waarlijk, ik ben u een getrouwe boodschapper, ~
68 26, 178| 178. Waarlijk, ik ben voor u een getrouwe boodschapper, ~
69 27, 9 | 9. O Mozes, Ik ben Allah, de Machtige, de Alwijze. ~
70 27, 11 | vereffent; want waarlijk, Ik ben dan Vergevensgezind, Genadevol. ~
71 27, 39 | ik daar macht over en ik ben betrouwbaar." ~
72 27, 40 | ik dankbaar of ondankbaar ben. En wie dankbaar is, is
73 27, 92 | tegen hem die dwaalt: "Ik ben slechts een waarschuwer." ~
74 28, 20 | doden. Ga daarom weg, ik ben u welgezind." ~
75 28, 30 | O Mozes, voorwaar, Ik ben Allah, de Heer der Werelden. ~
76 29, 50 | bij Allah alleen, en ik ben slechts een duidelijke waarschuwer." ~
77 34, 50 | en indien ik goed geleid ben, is het door hetgeen mijn
78 37, 89 | 89. En zei: "Ik ben er ziek van." ~
79 38, 65 | 65. Zeg: "Ik ben slechts een waarschuwer;
80 38, 70 | een duidelijke waarschuwer ben." ~
81 38, 76 | 76. Hij zeide: "Ik ben beter dan hij, Gij hebt
82 39, 39 | handel op uw plaats, ik ben ook werkzaam, maar weldra
83 41, 6 | 6. Zeg: "Ik ben slechts een mens zoals gij.
84 43, 46 | leiders, en hij zeide: "Ik ben waarlijk een boodschapper
85 43, 52 | 52. Of ben ik niet beter dan deze onaanzienlijke
86 43, 63 | zeide hij: "Waarlijk ik ben met wijsheid tot u gekomen
87 44, 18 | van Allah, voorwaar, ik ben voor u een betrouwbare Boodschapper. ~
88 46, 9 | 9. Zeg: "Ik ben geen nieuwe boodschapper,
89 46, 9 | mij is geopenbaard; en ik ben slechts een duidelijke waarschuwer." ~
90 46, 23 | Allah, ik breng waarmede ik ben gezonden aan u over, maar
91 50, 29 | niet worden veranderd en Ik ben in het geheel niet onrechtvaardig
92 51, 50 | daarom tot Allah. Waarlijk ik ben voor u een duidelijke waarschuwer
93 51, 51 | naast Allah, waarlijk ik ben voor u een duidelijke waarschuwer
94 54, 10 | bad hij tot zijn Heer: "Ik ben gewis verslagen, sta mij
95 61, 5 | Allah's boodschapper voor u ben?" En toen zij afdwaalden
96 61, 6 | kinderen van Israël, Ik ben Allah's boodschapper voor
97 67, 26 | ligt alleen bij Allah en ik ben slechts een duideliike waarschuwer." ~
98 71, 2 | O mijn volk! Waarlijk ik ben een duidelijke waarschuwer
99 79, 24 | 24. (Zeggende), "Ik ben uw Heer de Allerhoogste." ~
|