bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1 2, 9| 9. Zij trachten Allah en de
2 3, 9| 9. Onze Heer, Gij zijt het,
3 4, 9| 9. En laat hen Allah vrezen,
4 5, 9| 9. Allah heeft degenen, die
5 6, 9| 9. En als Wij een engel hadden
6 7, 9| 9. En zij, wier schalen licht
7 8, 9| 9. Toen gij de hulp van uw
8 9 | 9. Berouw (At-Taubah) ~Geopenbaard
9 9, 9| 9. Zij verkopen de tekenen
10 10, 9| 9. Maar degenen die geloven
11 11, 9| 9. Wanneer Wij de mens Onze
12 12, 9| 9. "Doodt Jozef of verdrijft
13 13, 9| 9. Hij is de Kenner van het
14 14, 9| 9. Zijn de tijdingen niet
15 15, 9| 9. Voorwaar, Wij hebben deze
16 16, 9| 9. En bij Allah berust het,
17 17, 9| 9. Voorzeker, deze Koran voert
18 18, 9| 9. Denkt gij dat de lieden
19 19, 9| 9. Hij zeide: "Het zij zo,
20 20, 9| 9. Hebt gij de geschiedenis
21 21, 9| 9. Aldus vervulden Wij aan
22 22, 9| 9. Zich hooghartig afkerend
23 23, 9| 9. En die hun gebeden in acht
24 24, 9| 9. En de vijfde maal zal zij
25 25, 9| 9. Zie, wat voor verhalen
26 26, 9| 9. En voorzeker uw Heer is
27 27, 9| 9. O Mozes, Ik ben Allah,
28 28, 9| 9. En Pharao's vrouw zeide: "(
29 29, 9| 9. En zij die geloven en goede
30 30, 9| 9. Hebben zij niet op aarde
31 31, 9| 9. Waarin zij zullen vertoeven,
32 32, 9| 9. Dan vormde Hij hem en ademde
33 33, 9| 9. O, gij die gelooft, herinnert
34 34, 9| 9. Hebben zij dan niet gezien
35 35, 9| 9. En het is Allah Die de
36 36, 9| 9. En Wij hebben een hinderpaal
37 37, 9| 9. Als verworpenen en er is
38 38, 9| 9. Bezitten zij de schatten
39 39, 9| 9. Is hij, die God vereert
40 40, 9| 9. "En behoed hen voor het
41 41, 9| 9. Zeg: "Verwerpt gij werkelijk
42 42, 9| 9. Hebben zij naast Hem besehermers
43 43, 9| 9. En indien gij hun vraagt: "
44 44, 9| 9. Doch zij vermaken zich
45 45, 9| 9. En die, wanneer hij van
46 46, 9| 9. Zeg: "Ik ben geen nieuwe
47 47, 9| 9. Dat is omdat zij, hetgeen
48 48, 9| 9. Opdat gji in Allah en Zijn
49 49, 9| 9. Indien twee partijen van
50 50, 9| 9. En Wij zenden water vol
51 51, 9| 9. Daarvan wordt afgewend
52 52, 9| 9. De Dag waarop de hemel
53 53, 9| 9. En werd als de spanning
54 54, 9| 9. Vóór hen verloochende het
55 55, 9| 9. Houdt de weegschaal naar
56 56, 9| 9. En de mensen aan de linker
57 57, 9| 9. Hij is het Die duidelijke
58 58, 9| 9. O. gij die gelooft, als
59 59, 9| 9. En degenen die zich in
60 60, 9| 9. Maar Allah verbiedt u vriendschap
61 61, 9| 9. Hij is het Die Zijn boodschapper
62 62, 9| 9. O, gij die gelooft! Wanneer
63 63, 9| 9. O, gij die gelooft, laat
64 64, 9| 9. Wanneer Hij u voor de Dag
65 65, 9| 9. Zo ondervonden zij het
66 66, 9| 9. O profeet, strijd tegen
67 67, 9| 9. Zij zullen zeggen: "Zeker,
68 68, 9| 9. Zij zouden willen dat gij
69 69, 9| 9. Ook Pharao, en degenen
70 70, 9| 9. En de bergen als zachte,
71 71, 9| 9. En verkondigde hun in het
72 72, 9| 9. En voorzeker, wij plachten
73 73, 9| 9. Hij is de Heer van het
74 74, 9| 9. Die Dag zal een moeilijke
75 75, 9| 9. En de zon en de maan zullen
76 76, 9| 9. (Zeggende): "Wij voeden
77 77, 9| 9. En als de hemelen geopend
78 78, 9| 9. En hebben Wij uw slaap
79 79, 9| 9. En de ogen zullen nedergeslagen
80 80, 9| 9. En Allah vreest, ~
81 81, 9| 9. Voor welke misdaad het
82 82, 9| 9. Neen, gij loochent het
83 83, 9| 9. Het is een geschreven boek. ~
84 84, 9| 9. En zal tot de zijnen in
85 85, 9| 9. Aan Wie het koninkrijk
86 86, 9| 9. Op de Dag waarop de geheimen
87 87, 9| 9. Maak (anderen) daarom indachtig,
88 88, 9| 9. Weltevreden met hun streven. ~
89 89, 9| 9. En met de Samoed die de
90 90, 9| 9. En een tong en twee lippen? ~
91 91, 9| 9. Voorwaar, geslaagd is hij
92 92, 9| 9. En het beste verwerpt, ~
93 93, 9| 9. Daarom verdruk de wees
94 96, 9| 9. Hebt gij degelle gezien
95 100, 9| 9. Weet zo iemand dan niet,
96 101, 9| 9. Zijn toevlucht zal Hawi'
97 104 | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 9 strofen. ~In naam van Allah,
98 104, 9| 9. In uitgestrekte rijen van
|