Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
117 13
118 15
119 12
12 93
120 14
121 11
122 11
Frequency    [«  »]
98 teken
97 volgen
96 10
93 12
93 beste
93 moogt
93 woord

Koran

IntraText - Concordances

12

                                         bold = Main text
   Sura, Verse                           grey = Comment text
1 2, 12| 12. Pas op! Voorzeker zij zijn 2 3, 12| 12. Zeg tot de ongelovigen: " 3 4, 12| 12. En gij zult de helft hebben 4 5, 12| 12. Waarlijk Allah sloot een 5 6, 12| 12. Zeg: "Aan wie behoort hetgeen 6 7, 12| 12. (Allah) zeide: "Wat belette 7 8, 12| 12. Toen uw Heer aan de engelen 8 9, 12| 12. Maar indien zij na hun 9 10, 12| 12. En wanneer de mens een 10 11, 12| 12. (Zij verbeelden zich dat) 11 12 | 12. Jozef (Joesof) ~Geopenbaard 12 12, 12| 12. "Zend hem morgen met ons 13 13, 12| 12. Hij is het, Die u de bliksem 14 14, 12| 12. "En waarom zouden wij niet 15 15, 12| 12. Zo doen Wij dat in het 16 16, 12| 12. Hij heeft door Zijn gebod 17 17, 12| 12. En Wij hebben de nacht 18 18, 12| 12. Daarna wekten Wij hen op, 19 19, 12| 12. "O Jahja (Johannes), houd 20 20, 12| 12. "Voorwaar, Ik ben uw Heer, 21 21, 12| 12. En toen zij Onze straf 22 22, 12| 12. Hij roept naast Allah datgene 23 23, 12| 12. Voorwaar, Wij scheppen 24 24, 12| 12. Waarom dachten de gelovige 25 25, 12| 12. Wanneer de hel hen vanuit 26 26, 12| 12. Zeide hij: "Mijn Heer, 27 27, 12| 12. En stop uw hand in uw boezem, 28 28, 12| 12. En Wij hadden hem de minnen 29 29, 12| 12. En de ongelovigen zeggen 30 30, 12| 12. En de Dag, waarop het Uur 31 31, 12| 12. En Wij schonken wijsheid 32 32, 12| 12. O, kondet gij het slechts 33 33, 12| 12. En toen de huichelaars 34 34, 12| 12. En aan Salomo onderwierpen 35 35, 12| 12. De twee wateren zijn niet 36 36, 12| 12. Voorzeker, Wij zijn het 37 37, 12| 12. Neen, gij verwondert u 38 38, 12| 12. Vóór hen loochende het 39 39, 12| 12. En mij is bevolen de eerste 40 40, 12| 12. Dit kwam omdat gij niet 41 41, 12| 12. Zij zeiden: "Wij komen 42 42, 12| 12. Aan Hem behoren de schatten 43 43, 12| 12. En Die alles in paren schiep 44 44, 12| 12. "Onze Heer, neem de marteling 45 45, 12| 12. Allah is Hij, Die de zee 46 46, 12| 12. En voordien was het Boek 47 47, 12| 12. Voorwaar, Allah zal hen 48 48, 12| 12. Neen, gij dacht dat de 49 49, 12| 12. O, gij die gelooft! Vermijdt 50 50, 12| 12. Vóór hen verloochende ook 51 51, 12| 12. Zij vragen: "Wanneer zal 52 52, 12| 12. Die zich in ijdel gesprek 53 53, 12| 12. Wilt gij dan met hem redetwisten 54 54, 12| 12. En Wij spleten de aarde 55 55, 12| 12. En gebolsterd graan en 56 56, 12| 12. In tuinen van verrukking. ~ 57 57, 12| 12. En de Dag waarop gij de 58 58, 12| 12. O, gij die gelooft, indien 59 59, 12| 12. Als zij (de ongelovigen) 60 60, 12| 12. O profeet! Wanneer gelovige 61 61, 12| 12. Hij zal u uw zonden vergeven 62 64, 12| 12. Gehoorzaamt dus aan Allah 63 65 | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 12 strofen. ~In naam van Allah, 64 65, 12| 12. Allah is Hij Die de zeven 65 66 | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 12 strofen. ~In naam van Allah, 66 66, 12| 12. En met Maria, de dochter 67 67, 12| 12. Waarlijk, degenen die hun 68 68, 12| 12. Tegenhouder van het goede, 69 69, 12| 12. Opdat Wij dit tot een les 70 70, 12| 12. En zijn vrouw en zijn broeder, ~ 71 71, 12| 12. En Hij zal uw rijkdommen 72 72, 12| 12. En wij beseffen dat wij 73 73, 12| 12. Voorzeker, bij Ons zijn 74 74, 12| 12. Ik heb hem overvloedig 75 75, 12| 12. Slechts bij uw Heer zal 76 76, 12| 12. En Hij zal hen voor hun 77 77, 12| 12. Tot welke Dag is dit einde 78 78, 12| 12. En hebben Wij niet zeven 79 79, 12| 12. Zij zeggen: "Dan zou deze 80 80, 12| 12. Dus, wie het wil, laat 81 81, 12| 12. En wanneer de hel wordt 82 82, 12| 12. Die weten wat gij doet. ~ 83 83, 12| 12. En niemand behalve de zondige 84 84, 12| 12. En een laaiend Vuur ingaan. ~ 85 85, 12| 12. Waarlijk, de greep van 86 86, 12| 12. En de aarde, die door planten 87 87, 12| 12. Die het grote Vuur zal 88 88, 12| 12. Waarin een stromende bron 89 89, 12| 12. En veel verderf daarin 90 90, 12| 12. En wat weet gij (er van) 91 91, 12| 12. Toen de ongelukkigste onder 92 92, 12| 12. Voorwaar, het is aan Ons 93 96, 12| 12. Of tot rechtvaardigheid


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License