1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-2844
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1 Voo | Voorwoord~ ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.~
2 Voo | Genadevolle.~Geprezen zij Allah de Heer der hemelen en der
3 Voo | klinken: ~"Alle lof komt Allah toe de Heer der Werelden."~'
4 1, 1 | 1. In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
5 1, 2 | 2. Alle lof zij Allah, de Heer der Werelden. ~
6 2 | 286 strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
7 2, 7 | 7. Allah heeft hun hart en oren verzegeld
8 2, 8 | zeggen: "Wij geloven in Allah en in de laatste Dag, hoewel
9 2, 9 | 9. Zij trachten Allah en de gelovigen te bedriegen,
10 2, 10 | een ziekte in hun hart en Allah heeft die ziekte verergerd;
11 2, 15 | 15. Allah zal hun spotternij bestraffen
12 2, 17 | omgeving verlichtte, nam Allah hun licht weg en liet hen
13 2, 19 | vanwege de donderslagen. Allah omringt de ongelovigen. ~
14 2, 20 | dan staan zij stil. En, zo Allah het wilde, zou Hij hun het
15 2, 20 | kunnen ontnemen, waarlijk, Allah heeft macht over alle dingen. ~
16 2, 22 | derhalve geen gelijken nevens Allah, tegen beter weten in. ~
17 2, 23 | roept uw helpers buiten Allah, als gij waarachtig zijt. ~
18 2, 26 | 26. Waarlijk, Allah acht het niet beneden zich,
19 2, 26 | geloven, zeggen:"Wat bedoelt Allah met zulk een voorbeeld?"
20 2, 27 | 27. Die het verbond met Allah breken na de bekrachtiging
21 2, 27 | bekrachtiging er van en datgene, wat Allah gebood te verenigen, scheiden
22 2, 28 | 28. Hoe kunt gij Allah verwerpen, terwijl gij levenloos
23 2, 55 | geenszins geloven, totdat wij Allah van aangezicht tot aangezicht
24 2, 60 | kende. Eet en drinkt van wat Allah heeft voortgebracht en wandelt
25 2, 61 | en arrmoede en brachten Allah's toorn over zich; dit kwam,
26 2, 61 | omdat zij de tekenen van Allah verwierpen en de profeten
27 2, 62 | Sabianen - wie onder hen ook in Allah en de laatste Dag geloven
28 2, 64 | gij wenddet u af en, had Allah u Zijn genade en barmhartigheid
29 2, 67 | zijn volk zeide: "Waarlijk, Allah gebiedt u, een koe te slachten",
30 2, 67 | Ik zoek toevlucht bij Allah, om niet tot de onwetenden
31 2, 70 | voor ons gelijk uit; en als Allah het wil, zullen wij juist
32 2, 72 | elkander er over twisttet, was Allah de onthuller van wat gij
33 2, 73 | de gedode)". Aldus geeft Allah leven aan de doden en toont
34 2, 74 | zijn er die uit vrees voor Allah neervallen. En Allah is
35 2, 74 | voor Allah neervallen. En Allah is niet achteloos, ten opzichte
36 2, 75 | aantal hunner het woord van Allah heeft vernomen en het verdraait,
37 2, 76 | Verhaalt gij hun, wat Allah u heeft geopenbaard, zodat
38 2, 77 | Begrijpen zij dan niet, dat Allah weet, wat zij verbergen
39 2, 79 | dan zeggen: "Dit is van Allah", opdat zij er een onwaardige
40 2, 80 | Hebt gij dan een woord van Allah verkregen? Dan zal Allah
41 2, 80 | Allah verkregen? Dan zal Allah Zijn belofte nooit breken.
42 2, 80 | breken. Of zegt gij iets over Allah, dat gij niet weet? ~
43 2, 83 | niemand zult aanbidden, dan Allah alleen en dat gij goed zult
44 2, 85 | kastijding moeten ondergaan, want Allah is niet onachtzaam betreffende
45 2, 88 | hart is verhuld." Neen, Allah heeft hen vanwege hun ongeloof
46 2, 89 | 89. En toen een Boek van Allah tot hen kwam, vervullend
47 2, 90 | daar zij verwerpen, hetgeen Allah heeft geopenbaard, er afkerig
48 2, 90 | afkerig van zijnde, dat Allah Zijn genade doet dalen over
49 2, 91 | gezegd: "Gelooft in hetgeen Allah heeft geopenbaard," zeggen
50 2, 91 | de vroegere profeten van Allah gedood, als gij inderdaad
51 2, 94 | van het Hiernamaals, bij Allah alleen voor u is, met uitsluiting
52 2, 95 | het werk hunner handen. En Allah kent de boosdoeners goed. ~
53 2, 96 | straf toch niet beschermen. Allah ziet hetgeen zij doen. ~
54 2, 97 | waarlijk, hij openbaarde het op Allah's bevel aan uw hart, vervullende
55 2, 98 | Al wie een vijand is van Allah en Zijn engelen en Zijn
56 2, 98 | Gabriël en Michaël, waarlijk, Allah is een vijand van zulke
57 2, 101| er een boodschapper van Allah tot hen is gekomen, vervullend
58 2, 101| der mensen van het Boek, Allah's Boek achter zich geworpen,
59 2, 102| niemand mede, tenzij door Allah's bevel; maar dezen leren
60 2, 103| een schonere beloning van Allah gewis hun deel zijn geweest,
61 2, 105| wordt van uw Heer; maar Allah kiest voor Zijn barmhartigheid,
62 2, 105| barmhartigheid, wie Hij wil en Allah is de Heer van grote genade. ~
63 2, 106| gelijke. Weet gij niet, dat Allah macht heeft over alle dingen? ~
64 2, 107| hemelen en der aarde aan Allah behoort? En buiten Allah
65 2, 107| Allah behoort? En buiten Allah is er geen beschermer of
66 2, 109| weest toegefelijk totdat Allah Zijn gebod uitbrengt. Voorzeker,
67 2, 109| gebod uitbrengt. Voorzeker, Allah heeft macht over alle dingen. ~
68 2, 110| uzelf, gij zult het bij Allah vinden. Voorzeker, Allah
69 2, 110| Allah vinden. Voorzeker, Allah ziet al hetgeen gij doet. ~
70 2, 112| Neen, wie zich volledig aan Allah onderwerpt en goede daden
71 2, 113| geen kennis hebben. Maar Allah zal op de Dag der Opstanding
72 2, 114| verbiedt, dat de naam van Allah wordt verheerlijkt in Allah'
73 2, 114| Allah wordt verheerlijkt in Allah's bedehuizen en deze tracht
74 2, 115| 115. En aan Allah behoort het Oosten en het
75 2, 115| daar zal het Aangezicht van Allah zijn. Zeker, Allah is Alomvattend,
76 2, 115| Aangezicht van Allah zijn. Zeker, Allah is Alomvattend, Alwetend. ~
77 2, 116| 116. En zij zeggen: "Allah heeft Zich een zoon verwekt.
78 2, 118| zeggen: "Waarom spreekt Allah niet tot ons, of, komt er
79 2, 120| belijdt. Zeg: "Voorzeker, Allah's leiding is de Merkelijke
80 2, 120| is gekomen, zult gij aan Allah Vriend noch Helper hebben. ~
81 2, 126| aan haar bewoners, die aan Allah en de laatste dag geloven",
82 2, 132| zeggende: "O mijn zonen, Allah heeft waarlijk dit geloof
83 2, 136| 136. Zegt: "Wij geloven in Allah en in hetgeen ons is geopenbaard
84 2, 137| dan zijn zij in verzet; Allah zal u zeker voldoende zijn
85 2, 138| 138. Maakt Allah's kleur tot de uwe en wie
86 2, 138| wie is beter in kleur, dan Allah? Hem alleen aanbidden wij. ~
87 2, 139| Twist gij met ons omtrent Allah, terwijl Hij uw Heer en
88 2, 140| Weet gij het beter of Allah?" En wie is onrechtvaardiger,
89 2, 140| getuigenis verbergt, die hij van Allah heeft? En Allah is niet
90 2, 140| hij van Allah heeft? En Allah is niet onbekend met hetgeen
91 2, 142| volgden, afgekeerd?" Zeg: "Aan Allah behoort het Oosten en het
92 2, 143| Wij hem, die de gezant van Allah volgt, onderscheiden van
93 2, 143| moeilijk, behalve voor hen, die Allah heeft geleid. En Allah zal
94 2, 143| die Allah heeft geleid. En Allah zal u uw geloof niet doen
95 2, 143| doen verliezen; voorzeker, Allah is Liefderijk en Genadevol
96 2, 144| Waarheid is van hun Heer; Allah is niet achteloos ten aanzien
97 2, 148| werken. Waar gij ook zijt, Allah zal u allen tezamen brengen.
98 2, 148| tezamen brengen. Voorzeker, Allah heeft macht over alle dingen. ~
99 2, 149| Waarheid van uw Heer. En Allah is niet achteloos ten aanzien
100 2, 153| geduld en gebed; voorzeker, Allah is met de geduldigen. ~
101 2, 154| niet van degenen, die voor Allah's zaak zijn gedood, dat
102 2, 156| Voorzeker, wij zijn van Allah en tot Hem zullen wij wederkeren". ~
103 2, 158| zijn onder de tekenen van Allah. Er rust derhalve op hem,
104 2, 158| vrijwillig goed doet, voorzeker, Allah is Waarderend, Alwetend. ~
105 2, 159| hebben gemaakt, zijn het, die Allah vervloekt en zij die het
106 2, 161| hen zal de vloek komen van Allah en van de engelen en van
107 2, 164| strekt; en in het water dat Allah van de hemel nederzendt,
108 2, 165| voorwerpen van aanbidding buiten Allah nemen en ze liefhebben,
109 2, 165| ze liefhebben, zoals zij Allah behoren lief te hebben.
110 2, 165| sterker in hun liefde voor Allah. En als zij die overtreden (
111 2, 165| beseffen) dat alle macht aan Allah toebehoort en dat Allah
112 2, 165| Allah toebehoort en dat Allah streng is in het straffen. ~
113 2, 167| hebben verzaakt". Zo zal Allah aan hen hun werken tonen
114 2, 169| onrein is en dat gij over Allah zegt, wat gij niet weet. ~
115 2, 170| wordt gezegd: "Volgt hetgeen Allah heeft geopenbaard", zeggen
116 2, 172| hebben voorzien en dankt Allah, indien gij Hem alleen aanbidt. ~
117 2, 173| andere naam, dan die van Allah is uitgeroepen, verboden.
118 2, 173| hem rust geen zonde. Want Allah is Vergevensgezind, Genadevol. ~
119 2, 174| die datgene verbergen, wat Allah heeft geopenbaard, namelijk
120 2, 174| buik met niets, dan Vuur. Allah zal op de Dag der Opstanding
121 2, 176| 176. Dit komt, omdat Allah het Boek met de Waarheid
122 2, 177| deugd is in hem, die in Allah, de Laatste Dag, de engelen,
123 2, 181| dat verandert. Waarlijk, Allah is Alhorend, Alwetend. ~
124 2, 182| zonde begaan. Voorzeker, Allah is Vergevensgezind, Genadevol. ~
125 2, 185| een aantal andere dagen. Allah wenst gemak voor u en geen
126 2, 185| zult voltooien en opdat gij Allah's grootheid zult prijzen,
127 2, 187| gij zijt haar een gewaad. Allah weet, dat gij onrechtvaardig
128 2, 187| ingaan en betrachten, hetgeen Allah u heeft verordend; en eet
129 2, 187| zijn de beperkingen van Allah - dus nadert deze niet.
130 2, 187| nadert deze niet. Zo zet Allah zijn geboden uiteen voor
131 2, 189| deugdzaamheid is in hem, die Allah vreest. Dus gaat de huizen
132 2, 189| deuren binnen en vreest, Allah, opdat gij zult slagen. ~
133 2, 190| strijdt voor de zaak van Allah tegen degenen, die tegen
134 2, 190| de grens niet. Voorzeker, Allah heeft de overtreders niet
135 2, 192| als zij ophouden, dan is Allah zeker Vergevensgezind, Genadevol. ~
136 2, 193| de godsdienst alleen voor Allah wordt. Maar indien zij (
137 2, 194| heeft gedaan. En vreest Allah en weet, dat Allah met de
138 2, 194| vreest Allah en weet, dat Allah met de godvruchtzgen is. ~
139 2, 195| uw bezit voor de zaak van Allah en stort u niet met uw eigen
140 2, 195| doch doet goed: voorzeker, Allah heeft hen lief, die goed
141 2, 196| en Omrah, ter wille van Allah, maar als gij verhinderd
142 2, 196| Moskee woont. En vreest Allah en weet, dat Allah streng
143 2, 196| vreest Allah en weet, dat Allah streng is in het straffen. ~
144 2, 197| gij ook aan goeds doet, Allah weet het. En rust u uit
145 2, 198| Arafaat weggaat, gedenkt dan Allah te het Sacrale Monument
146 2, 199| en zoekt vergiffenis van Allah; Voorwaar, Allah is Vergevensgezind,
147 2, 199| vergiffenis van Allah; Voorwaar, Allah is Vergevensgezind, Genadevol. ~
148 2, 200| hebt verricht, gedenkt dan Allah, zoals gij uw vaderen gedenkt
149 2, 202| zij hebben verdiend. En Allah is vlug in het verrekenen. ~
150 2, 203| 203. En gedenkt Allah gedurende het vastgestelde
151 2, 203| die God vreest. Vreest Allah en weet, dat gij voor Hem
152 2, 204| zou behagen en hij stelt Allah tot getuige voor wat in
153 2, 205| mens) te vernietigen, maar Allah houdt niet van wanorde. ~
154 2, 206| hem wordt gezegd: "Vrees Allah", dan spoort de trots hem
155 2, 207| iemand, die zich weggeeft, Allah's welbehagen zoekende; Allah
156 2, 207| Allah's welbehagen zoekende; Allah is goedertieren jegens Zijn
157 2, 209| zijn gekomen, weet dan, dat Allah Almachtig, Alwijs is. ~
158 2, 210| op niets anders, dan dat Allah en de engelen in de schaduw
159 2, 210| zaak beslist wordt. En tot Allah worden alle dingen teruggebracht. ~
160 2, 211| Maar hij die de gunst van Allah verandert, nadat zij tot
161 2, 211| hem is gekomen, (wete) dat Allah streng is in het straffen. ~
162 2, 212| op de dag der opstanding: Allah schenkt Zijn gaven overvloedig
163 2, 213| gemeenschap. Daarna verwekte Allah profeten als brengers van
164 2, 213| jegens elkander. Dan heeft Allah door Zijn gebod de gelovigen
165 2, 213| zij hot oneens waren; en Allah leidt naar het rechte pad,
166 2, 214| hem zeiden: "Wanneer komt Allah's hulp?" Ja, voorzeker,
167 2, 214| voorzeker, de hulp van Allah is nabij. ~
168 2, 215| welke weldaad gij ook doet - Allah weet het goed. ~
169 2, 216| terwijl het slecht voor u is. Allah weet het en gij weet het
170 2, 217| de mensen van de weg van Allah af te houden en Hem ondankbaar
171 2, 217| van te verdrijven, is bij Allah een grotere zonde; en vervolging
172 2, 218| zij die voor de zaak van Allah hun land verlaten en er
173 2, 218| voor ijveren, zijn het, die Allah's barmhartigheid verwachten
174 2, 218| barmhartigheid verwachten en Allah is Vergevensgezind, Genadevol. ~
175 2, 219| gij kunt missen." Zo maakt Allah u Zijn geboden duidelijk,
176 2, 220| zijn zij uw broeders. En Allah weet de kwaadstichters van
177 2, 220| onderscheiden. En indien Allah het had gewild, zou Hij
178 2, 220| hebben gemaakt. Voorzeker, Allah is Almachtig, Alwijs. ~
179 2, 221| noden tot het Vuur, maar Allah noodt u tot de Hemel en
180 2, 222| gaat tot haar in, zoals Allah het u heeft bevolen. Allah
181 2, 222| Allah het u heeft bevolen. Allah bemint hen, die zich tot
182 2, 223| goed voor uzelf en vreest Allah en weet, dat gij Hem zult
183 2, 224| verschuilt u niet achter Allah met uw eden om u te onthouden
184 2, 224| vrede tussen de mensen. Allah is Alhorend, Alwetend. ~
185 2, 225| 225. Allah zal u niet ter verantwoording
186 2, 225| uw hart heeft verdiend. Allah is Vergevensgezind, Verdraagzaam. ~
187 2, 226| terugkomen, voorzeker, dan is Allah Vergevensgezind, Genadevol. ~
188 2, 227| echtscheiding voorzeker Allah is Alhorend, Alwetend. ~
189 2, 228| niet geoorloofd, hetgeen Allah in haar baarmoeder heeft
190 2, 228| verbergen, indien zij in Allah en de laatste dag geloven;
191 2, 228| hebben voorrang boven haar, Allah is Machtig, Alwijs. ~
192 2, 229| gegeven, tenzij beiden vrezen, Allah's bepalingen niet in acht
193 2, 229| familieleden) vreest, dat zij Allah's bepalingen niet in acht
194 2, 229| worden. Dit zijn de door Allah voorgeschreven beperkingen,
195 2, 229| daarom niet; wie de door Allah voorgeschreven grenzen overschrijden,
196 2, 230| overtuigd zijn, dat zij de door Allah voorgeschreven beperkingen
197 2, 230| acht zullen nemen. Dit zijn Allah's bepalingen, welke Hij
198 2, 231| drijft niet de spot met Allah's geboden en gedenkt Allah'
199 2, 231| Allah's geboden en gedenkt Allah's gunst aan u en (gedenkt)
200 2, 231| Hij u vermaant. En vreest Allah en weet, dat Allah de Kenner
201 2, 231| vreest Allah en weet, dat Allah de Kenner is van alle dingen. ~
202 2, 232| voor hem, die onder u in Allah en de laatste dag gelooft.
203 2, 232| beter en reiner voor u; Allah weet en gij niet. ~
204 2, 233| vreest Allan en weet, dat Allah ziet, wat gij doet. ~
205 2, 234| behoorlijke wijze doen; Allah weet, wat gij doet. ~
206 2, 235| gedachten verborgen houdt. Allah weet, dat gij het haar zult
207 2, 235| ten einde is. En weet, dat Allah weet, wat in uw gedachten
208 2, 235| derhalve voor Hem en weet, dat Allah Vergevensgezind, Verdraagzaam
209 2, 237| goed te doen. Voorzeker, Allah ziet, wat gij doet. ~
210 2, 238| en stelt u ootmoedig voor Allah. ~
211 2, 239| veilig zijt, gedenkt dan Allah, zoals Hij u heeft geleerd,
212 2, 240| behoorlijke wijze doen. En Allah is Almachtig, Alwijs. ~
213 2, 242| 242. Zo zet Allah Zijn geboden uiteen, opdat
214 2, 243| het waren er duizenden. Allah zeide tot hen: "Sterft"
215 2, 243| Hij hun leven. Voorzeker, Allah is genadig jegens de mensen,
216 2, 244| Strijdt voor de zaak van Allah en weet, dat Allah Alhorend,
217 2, 244| zaak van Allah en weet, dat Allah Alhorend, Alwetend is. ~
218 2, 245| 245. Wie aan Allah het goede deel afstaat,
219 2, 245| malen vermenigvuldigen en Allah vermindert en vermeerdert
220 2, 246| opdat wij ter wille van Allah kunnen strijden." Hij zeide: "
221 2, 246| ons van het vechten voor Allah's zaak te willen onthouden,
222 2, 246| een klein aantal hunner; Allah kent de overtreders goed. ~
223 2, 247| zeide tot hen: "Waarlijk, Allah heeft Taloet (Saul) als
224 2, 247| Hij zeide: "Voorzeker, Allah heeft hem boven u gekozen
225 2, 247| met kennis en kracht." En Allah geeft Zijn heerschappij
226 2, 247| heerschappij aan wie Hij wil en Allah is Milddadig, Alwetend. ~
227 2, 249| zeide hij: "Voorzeker, Allah zal u door een stroom beproeven:
228 2, 249| zeker van waren, dat zij Allah zouden ontmoeten, zeiden: "
229 2, 249| groepen hebben niet onder Allah's bevel over een grote groep
230 2, 249| grote groep gezegevierd." En Allah is met de geduldigen. ~
231 2, 251| zij hen door het gebod van Allah en David doodde Djaloet
232 2, 251| David doodde Djaloet en Allah gaf hem heerschappij en
233 2, 251| hetgeen Hij wilde. Had Allah sommige mensen niet door
234 2, 251| aarde verdorven zijn. Maar Allah is genadig jegens de werelden. ~
235 2, 252| Dit zijn de tekenen van Allah. Wij dragen ze u voor naar
236 2, 253| tot sommigen hunner sprak Allah en sommigen hunner verhief
237 2, 253| der heiligheid. En indien Allah wilde, zouden zij, die na
238 2, 253| anderen verwierpen. En indien Allah wilde, zouden zij elkander
239 2, 253| niet hebben bestreden, maar Allah doet, wat Hij wil. ~
240 2, 255| 255. Allah! Er is geen God dan Hij,
241 2, 256| duivel verloochent en in Allah gelooft, heeft een sterk
242 2, 256| gegrepen, dat onbreekbaar is. Allah is Alhorend, Alwetend. ~
243 2, 257| 257. Allah is de Vriend dergenen, die
244 2, 258| Heer redetwistte, omdat Allah hem het koninkrijk had gegeven?
245 2, 258| sterven." Abraham zeide: "Nu, Allah doet de zon van het Oosten
246 2, 258| ongelovige in verbazing. En Allah leidt het onrechtvaardige
247 2, 259| ingestort, uitriep: "Hoe zal Allah haar doen herleven na haar
248 2, 259| vernietiging?" Toen deed Allah hem sterven voor honderd
249 2, 259| zeide hij: "Ik weet, dat Allah macht heeft over alle dingen." ~
250 2, 260| tot u komen. En weet, dat Allah Almachtig, Alwijs is. ~
251 2, 261| rijkdommen voor de zaak van Allah besteden, is als de gelijkenis
252 2, 261| elke aar honderd korrels. Allah vermeerdert voor wie Hij
253 2, 261| vermeerdert voor wie Hij wil; Allah is Alomvattend, Alwetend. ~
254 2, 262| rijkdommen ter wille van Allah besteden, en het besteden
255 2, 263| gevolgd door krenking. En Allah is Zichzelf genoeg, Verdraagzaam. ~
256 2, 264| mensen en hij gelooft niet in Allah en de laatste dag. Hij is
257 2, 264| over wat zij verdienen. En Allah leidt het ongelovige volk
258 2, 265| hun rijkdommen weggeven, Allah's welbehagen zoekende en
259 2, 265| dan is dauw voldoende. Allah ziet, wat gij doet. ~
260 2, 266| hem verschroeit? Zo zet Allah u Zijn woorden uiteen, op
261 2, 267| oogluikend; en weet, dat Allah Zichzelf-genoeg, Geprezen
262 2, 268| hetgeen slecht is, terwijl Allah uit Zichzelf u vergiffenis
263 2, 268| en overvloed belooft; en Allah is Overvloedig-gevend, Alwetend. ~
264 2, 270| die gij aflegt, voorzeker Allah weet het; er is geen hulp
265 2, 271| fouten van u wegnemen. En Allah weet, wat gij doet. ~
266 2, 272| is niet uw plicht, maar Allah leidt wie Hij wil. En welke
267 2, 272| goede en gij geeft alleen om Allah's welbehagen te zoeken.
268 2, 273| zijn (door hun dienst) aan Allah, en in het land niet kunnen
269 2, 273| ook besteedt, voorzeker, Allah weet het goed. ~
270 2, 275| gelijk aan rente", terwijl Allah de heeft wettig en de rente
271 2, 275| ontvangen en zijn zaak is bij Allah. En zij, die terugvallen,
272 2, 276| 276. Allah schaft de rente af en doet
273 2, 276| weldadigheid toenemen. En Allah heeft niet lief alle ondankbaren
274 2, 278| gij die gelooft, vreest Allah en doet afstand van de rest
275 2, 279| bereidt u dan ten oorlog met Allah en Zijn boodschapper; indien
276 2, 281| vreest de dag, waarop gij tot Allah zult worden teruggebracht;
277 2, 282| weigeren, te schrijven, zoals Allah hem heeft onderwezen; laat
278 2, 282| schuldenaar dicteren en hij moet Allah, zijn Heer vrezen en niets
279 2, 282| de vervaltijd. Dit is in Allah's ogen eerder rechtvaardig,
280 2, 282| overtreding van u zijn. Vreest Allah. Allah schenkt u kennis
281 2, 282| van u zijn. Vreest Allah. Allah schenkt u kennis en Allah
282 2, 282| Allah schenkt u kennis en Allah weet alle dingen goed. ~
283 2, 283| toevertrouwde teruggeven en laat hem Allah zijn Heer vrezen. Verbergt
284 2, 283| hart is zeker zondig en Allah weet goed, wat gij doet. ~
285 2, 284| 284. Aan Allah behoort wat in de hemelen
286 2, 284| of het verborgen houdt, Allah zal u er rekenschap voor
287 2, 284| en straffen, wie Hij wil. Allah heeft macht over alle dingen. ~
288 2, 285| gelovigen, allen geloven in Allah, Zijn engelen, Zijn boeken
289 2, 286| 286. Allah belast geen ziel boven haar
290 3 | 200 strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
291 3, 2 | 2. Allah! Er is geen God, dan Hij,
292 3, 4 | zij, die de tekenen van Allah verwerpen, zullen een strenge
293 3, 4 | strenge straf ontvangen; Allah is machtig, de Heer der
294 3, 5 | aarde of in de hemelen voor Allah verborgern. ~
295 3, 7 | kent de juiste uitleg dan Allah en degenen, die vast gegrondvest
296 3, 9 | geen twijfel is; voorzeker, Allah breekt de belofte niet." ~
297 3, 10 | der ongelovigen hun tegen Allah in het geheel niet baten:
298 3, 11 | Onze tekenen, dus strafte Allah hen voor hun zonden; Allah
299 3, 11 | Allah hen voor hun zonden; Allah is streng in het straffen. ~
300 3, 13 | vechtend voor de zaak van Allah en het andere ongelovig,
301 3, 13 | talrijk als zijzelf. En Allah versterkt met Zijn hulp,
302 3, 14 | leven dezer wereld, maar Allah is het, bij Wie het juiste
303 3, 15 | reine metgezellen, alsmede Allah's welbehagen. En Allah ziet
304 3, 15 | alsmede Allah's welbehagen. En Allah ziet Zijn dienaren. ~
305 3, 18 | 18. Allah getuigt, dat er geen God
306 3, 19 | de ware godsdienst voor Allah is de Islam. En degenen,
307 3, 19 | gekomen. En wie de tekenen van Allah verwerpt, (wete) dat Allah
308 3, 19 | Allah verwerpt, (wete) dat Allah vlug is in het verrekenen. ~
309 3, 20 | mij volgen hebben zich aan Allah onderworpen." En zeg tot
310 3, 20 | duidelijke verkondiging ervan; en Allah ziet zijn dienaren. ~
311 3, 21 | degenen, die de tekenen van Allah verwerpen en de profeten
312 3, 23 | worden tot het Boek van Allah geroepen, opdat het onder
313 3, 26 | 26. Zeg: "O, Allah, Heer van het Koninkrijk,
314 3, 28 | doet heeft geen deel aan Allah, tenzij gij u zorgvuldig
315 3, 28 | zorgvuldig voor hen hoedt. En Allah waarschuwt u voor Hemzelf
316 3, 28 | waarschuwt u voor Hemzelf en tot Allah zullen allen wederkeren. ~
317 3, 29 | is verbergt of onthult, Allah weet het en Hij weet wat
318 3, 29 | hemelen en op aarde is. Allah heeft de macht over alle
319 3, 30 | tussen haar en het kwade. En Allah waarschuwt u voor Hemzelf.
320 3, 30 | waarschuwt u voor Hemzelf. En Allah is liefderijk jegens Zijn
321 3, 31 | 31. Zeg: "Indien gij Allah liefhebt, volgt mij, Allah
322 3, 31 | Allah liefhebt, volgt mij, Allah zal u liefhebben en uw zonden
323 3, 31 | liefhebben en uw zonden vergeven. Allah is Vergevensgezind, Genadig." ~
324 3, 32 | 32. Zeg: "Gehoorzaamt Allah en de boodschapper", maar
325 3, 32 | zich afwenden, dan heeft Allah de ongelovigen niet lief. ~
326 3, 33 | 33. Allah verkoos Adam en Noach en
327 3, 34 | de een van de ander. En Allah is Alhorend, Alwetend. ~
328 3, 36 | verlost van een meisje." - Allah wist het beste wat zij voortbracht. "
329 3, 37 | antwoordde: "Het komt van Allah." Voorzeker, Allah geeft
330 3, 37 | komt van Allah." Voorzeker, Allah geeft volop aan wie Hij
331 3, 39 | kamer stond te bidden: "Allah geeft u de blijde tijding
332 3, 39 | tijding over Johannes, die Allah's woord zal vervullen -
333 3, 40 | Hij antwoordde: "Zo doet Allah, wat Hij wil." ~
334 3, 42 | zeiden de engelen: "O, Maria, Allah heeft u uitverkoren en u
335 3, 45 | zeiden: "O, Maria, waarlijk, Allah geeft u blijde tijding door
336 3, 47 | Hij zeide: "Zo schept Allah, wat Hij wil. Wanneer Hij
337 3, 49 | zal een vogel worden, door Allah's gebod. En ik genees de
338 3, 50 | te staan; vreest daarom Allah en gehoorzaamt mij. ~
339 3, 51 | 51. Voorzeker, Allah is mijn Heer en uw Heer;
340 3, 52 | helpers zijn terwille van Allah?" De discipelen antwoordden: "
341 3, 52 | Wij zijn de helpers van Allah. Wij geloven in Allah. En
342 3, 52 | van Allah. Wij geloven in Allah. En getuigt gij dat wij
343 3, 54 | maakten plannen (tegen Jezus). Allah maakte ook plannen (tegen
344 3, 54 | plannen (tegen hen), maar Allah voorziet het beste. ~
345 3, 55 | 55. Toen Allah zeide: "O, Jezus, ik zal
346 3, 57 | beloning toekennen. Maar Allah heeft de onrechtvaardigen
347 3, 59 | het geval van Jezus is bij Allah hetzelfde als dat van Adam.
348 3, 59 | hetzelfde als dat van Adam. Hij (Allah) schiep hem uit stof en
349 3, 61 | vurig bidden en de vloek van Allah roepen over degenen, die
350 3, 62 | uitleg, en er is geen God dan Allah en waarlijk, Hij is de Almachtige,
351 3, 63 | indien zij zich afwenden, Allah kent de onheilstichters
352 3, 64 | overeenstemmen: dat wij niemand dan Allah aanbidden en dat wij niets
353 3, 64 | tot goden nemen, buiten Allah." Maar, als zij zich afwenden,
354 3, 66 | waarvan gij geen kennis hebt? Allah weet en gij weet niet. ~
355 3, 68 | profeet en de gelovigen; en Allah is de Vriend der gelovigen. ~
356 3, 70 | verwerpt gij de tekenen van Allah terwijl gij er getuige van
357 3, 73 | Voorzeker, de ware leiding is Allah's leiding - dat iemand zal
358 3, 73 | Heer." Zeg: "Genade is in Allah's hand. Hij schenkt deze
359 3, 73 | deze aan wie Hij wil". En Allah is Milddadig, Alwetend. ~
360 3, 74 | genade aan wie Hij wil. Allah is de Heer van grote genade. ~
361 3, 75 | weten in een leugen tegen Allah. ~
362 3, 76 | vervult en vreest - voorwaar, Allah heeft de godvrezenden lief. ~
363 3, 77 | nemen voor hun verbond met Allah en voor hun eed, voor dezen
364 3, 77 | voordeel in het Hiernamaals en Allah zal niet tot hen spreken,
365 3, 78 | zij zeggen: "Dit is van Allah," ofschoon het niet van
366 3, 78 | ofschoon het niet van Allah is en zij uiten een leugen
367 3, 78 | zij uiten een leugen tegen Allah, tegen beter weten in. ~
368 3, 79 | betaamt een mens niet, als Allah hem het Boek en de macht
369 3, 79 | Weest mijn dienaren buiten Allah''; maar (veeleer): "Weest
370 3, 81 | 81. En toen Allah met de profeten een verbond
371 3, 83 | godsdienst anders, dan die van Allah, terwijl al hetgeen in de
372 3, 84 | 84. Zeg: "Wij geloven in Allah en in hetgeen ons werd geopenbaard
373 3, 86 | 86. Hoe zal Allah een volk leiden, dat heeft
374 3, 86 | bewijzen tot hen waren gekomen? Allah leidt het onrechtvaardige
375 3, 87 | slechts, dat de vloek van Allah, de engelen en de mensen,
376 3, 89 | hebben en zich verbeteren. Allah is voorzeker Vergevensgezind,
377 3, 92 | en wat gij ook besteedt. Allah weet dit eveneens. ~
378 3, 94 | een leugen verzinnen tegen Allah, zijn de onrechtvaardigen. ~
379 3, 95 | 95. Zeg: "Allah heeft de waarheid gesproken;
380 3, 97 | bedevaart naar het Huis is door Allah aan de mensen opgelegd die
381 3, 97 | vinden. En wie niet gelooft, Allah is voorzeker Onafhankelijk
382 3, 98 | verwerpt gij de tekenen van Allah, terwijl Allah ziet hetgeen
383 3, 98 | tekenen van Allah, terwijl Allah ziet hetgeen gij doet?" ~
384 3, 99 | van het (rechte) pad van Allah en wenst gij het krom te
385 3, 99 | gij er getuige van zijt? Allah is niet onachtzaam over
386 3, 101| terwijl u de tekenen van Allah worden voorgedragen en Zijn
387 3, 101| is? En hij, die zich aan Allah vasthoudt, is inderdaad
388 3, 102| gij die gelooft, vreest Allah zoals het behoort en sterft
389 3, 103| tezamen vast aan het koord van Allah en weest niet verdeeld en
390 3, 103| en gedenkt de gunst van Allah, die Hij u bewees toen gij
391 3, 103| redde u er van. Zo legt Allah u Zijn geboden uit opdat
392 3, 107| verlicht zal zijn, dezen zullen Allah's barmhartigheid smaken;
393 3, 108| Dit zijn de tekenen van Allah welke wij u naar waarheid
394 3, 108| naar waarheid voordragen; Allah wenst de werelden geen kwaad
395 3, 109| 109. En aan Allah behoort al hetgeen in de
396 3, 109| hetgeen op aarde is en tot Allah worden alle dingen teruggebracht. ~
397 3, 110| wat kwaad is en gelooft in Allah. En, indien de mensen van
398 3, 112| tenzij zij een verbond met Allah of een verbond met andere
399 3, 112| hebben. Zij keerden terug met Allah's toorn en werden door armoede
400 3, 112| doordat zij de tekenen van Allah verwierpen en de profeten
401 3, 113| groep, die het Woord van Allah in de uren van de nacht
402 3, 114| 114. Zij geloven in Allah en de laatste Dag en gebieden
403 3, 115| zal niet worden ontkend en Allah kent de Godvrezenden. ~
404 3, 116| iets kunnen baten tegen Allah en dezen worden de bewoners
405 3, 117| aangedaan en deze vernietigt. En Allah had hun geen onrecht aangedaan,
406 3, 119| uw razernij." Waarlijk, Allah weet goed wat in de harter
407 3, 120| niet schaden; voorzeker, Allah weet hetgeen zij doen. ~
408 3, 121| gevecht aan te wijzen, - Allah is Alhorend, Alwetend. - ~
409 3, 122| groepen lafheid tonen, hoewel Allah hun Vriend was. En in Allah
410 3, 122| Allah hun Vriend was. En in Allah behoren de gelovigen te
411 3, 123| 123. En Allah had u reeds bij Badr geholpen,
412 3, 123| machteloos waart. Vreest daarom Allah, opdat gij dankbaar zult
413 3, 126| 126. En Allah heeft het alleen als blijde
414 3, 126| en hulp komt slechts van Allah, de Almachtige, de Alwijze. ~
415 3, 128| zaak niets uitstaande: Hij (Allah) moge Zich in barmhartigheid
416 3, 129| 129. En aan Allah behoort al hetgeen in de
417 3, 129| Hij straft wie Hij wil en Allah is Vergevensgezind, Genadevol. ~
418 3, 130| vermeerdering (van bezit) en vreest Allah, opdat gij moogt slagen. ~
419 3, 132| 132. En gehoorzaamt Allah en de boodschapper, zodat
420 3, 134| onderdrukken en mensen vergeven; Allah heeft hen die goed doen,
421 3, 135| zichzelf onrecht aandoen Allah gedenken en om vergiffenis
422 3, 135| deze zonden vergeven buiten Allah? - en niet volharden in
423 3, 140| de mensen wisselen, opdat Allah degenen, die geloven onderscheide
424 3, 140| getuigen (martelaren) neme en Allah heeft de onrechtvaardigen
425 3, 141| 141. Opdat Allah de gelovigen moge louteren
426 3, 142| moogt binnengaan, terwijl Allah degenen uwer die strijden
427 3, 144| die zich omkeert zal aan Allah in het geheel geen schade
428 3, 144| geen schade berokkenen. En Allah zal de dankbaren gewis belonen. ~
429 3, 145| ziel kan sterven zonder Allah's toestemming, daar de tijd
430 3, 146| niets wat hen op de weg van Allah overkwam, noch verzwakten
431 3, 146| vernederden zij zich. En Allah heeft de geduldigen lief. ~
432 3, 148| 148. Daarom gaf Allah hun de beloning van deze
433 3, 148| beloning in de volgende en Allah heeft degenen die goeddoen,
434 3, 150| 150. Neen, Allah is uw Beschermer en Hij
435 3, 151| vervullen omdat zij aan Allah deelgenoten toeschrijven
436 3, 152| 152. En Allah heeft Zijn belofte aan u
437 3, 152| Hij heeft het u vergeven. Allah is Genadevol jegens de gelovigen. ~
438 3, 153| hetgeen met u gebeurde. En Allah is goed op de hoogte van
439 3, 154| terwijl zij ten onrechte, over Allah de gedachte der onwetendheid
440 3, 154| Zeg: "De zaak is geheel in Allah's handen." Zij verbergen
441 3, 154| sterven, zijn gegaan, opdat Allah mocht beproeven wat in uw
442 3, 154| louteren wat in uw hart was. Allah weet, wat in het innerlijk
443 3, 155| wankelen gebracht. Maar Allah heeft het hen vergeven.
444 3, 155| hen vergeven. Voorwaar, Allah is Vergevensgezind, Verdraagzaam. ~
445 3, 156| gestorven of gedood; opdat Allah dit tot een oorzaak van
446 3, 156| ongelovigen) hart moge maken. Allah geeft leven en veroorzaakt
447 3, 156| en veroorzaakt de dood; Allah ziet, wat gij doet. ~
448 3, 157| als gij voor de zaak van Allah wordt gedood of sterft,
449 3, 157| wordt gedood of sterft, zal Allah's vergiffenis en barmhartigheid
450 3, 158| gedood wordt, voorzeker, tot Allah zult gij worden teruggebracht. ~
451 3, 159| Door de barmhartigheid van Allah zijt gij (de Profeet) zachtmoedig
452 3, 159| leg dan uw vertrouwen in Allah. Voorzeker, Allah heeft
453 3, 159| vertrouwen in Allah. Voorzeker, Allah heeft degenen lief die vertrouwen
454 3, 160| 160. Als Allah u helpt, zal niemand u overweldigen,
455 3, 160| buiten Hem kan helpen? In Allah zullen de gelovigen hun
456 3, 162| hij die het behagen van Allah zoekt en hij die de toorn
457 3, 162| en hij die de toorn van Allah tot zich trekt en wiens
458 3, 163| 163. Zij hebben bij Allah graden en Allah ziet wat
459 3, 163| hebben bij Allah graden en Allah ziet wat zij doen. ~
460 3, 164| 164. Voorwaar, Allah heeft de gelovigen een gunst
461 3, 165| komt door uzelf." Voorwaar, Allah heeft macht over alle dingen. ~
462 3, 166| overkomen, geschiedde met Allah's verlof en dit was om de
463 3, 167| gezegd: "Komt en vecht voor Allah's zaak en verdedigt u."
464 3, 167| niet in hun hart is. Doch Allah weet goed wat zij verbergen. ~
465 3, 169| degenen, die terwille van Allah zijn gedood, als doden.
466 3, 170| Jubelend, over hetgeen Allah hun van Zijn overvloed heeft
467 3, 171| Zij verheugen zich over Allah's gunst en Zijn overvloed
468 3, 171| en Zijn overvloed en dat Allah de beloning der gelovigen
469 3, 172| Degenen, die de roep van Allah en de boodschapper beantwoordden,
470 3, 173| geloof en zij antwoordden: "Allah is ons genoeg en Hij is
471 3, 174| met de gunst en genade van Allah terug, geen kwaad had hen
472 3, 174| aangeraakt en zij volgden Allah's welbehagen; en Allah is
473 3, 174| volgden Allah's welbehagen; en Allah is de Heer van grote overvloed. ~
474 3, 176| verdrieten; voorzeker, zij kunnen Allah niets aandoen. Allah wil
475 3, 176| kunnen Allah niets aandoen. Allah wil hen aan het toekomstig
476 3, 177| voor het geloof, kunnen Allah niets aandoen; hen wacht
477 3, 179| 179. Allah is niet zo dat Hij de gelovigen
478 3, 179| goeden scheidt, noch is Allah zo, dat Hij u het ongeziene
479 3, 179| ongeziene bekend maakt. Maar Allah kiest tot Zijn boodschappers,
480 3, 179| Hij wil. Gelooft daarom in Allah en Zijn boodschappers. Als
481 3, 180| zijn, ten opzichte van wat Allah hun van Zijn overvloed heeft
482 3, 180| nek worden gelegd. En aan Allah behoort het erfdeel der
483 3, 180| hemelen en der aarde en Allah is goed op de hoogte van
484 3, 181| 181. En voorzeker, Allah heeft de uiting gehoord
485 3, 181| van degenen, die zeiden: "Allah is arm en wij zijn rijk."
486 3, 182| hetgeen gij hebt verdiend: Allah is in het geheel niet onrechtvaardig
487 3, 183| En degenen, die zeggen: "Allah heeft ons opgedragen in
488 3, 187| 187. En toen Allah een verbond sloot met degenen,
489 3, 189| 189. En aan Allah behoort het koninkrijk der
490 3, 189| hemelen en der aarde en Allah heeft macht over alle dingen. ~
491 3, 195| stromen: een beloning van Allah en bij Allah is de beste
492 3, 195| beloning van Allah en bij Allah is de beste beloning." ~
493 3, 198| vertoeven als onthaal van Allah. En hetgeen bij Allah is,
494 3, 198| van Allah. En hetgeen bij Allah is, is voor de rechtvaardigen
495 3, 199| het Boek zijn er, die in Allah en in hetgeen u is geopenbaard
496 3, 199| neergedaald, geloven, zich voor Allah verootmoedigend. Zij ruilen
497 3, 199| Zij ruilen de tekenen van Allah niet in voor een geringe
498 3, 199| zullen ontvangen. Voorzeker, Allah is vlug in het verrekenen. ~
499 3, 200| blijft op uw hoede en vreest Allah, opdat gij zult slagen. ~~
500 4 | 176 strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-2844 |