Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
49 51
5 114
50 86
51 84
52 51
53 46
54 46
Frequency    [«  »]
86 50
86 gebed
85 engelen
84 51
84 ten
82 20
81 rechte

Koran

IntraText - Concordances

51

                                bold = Main text
   Sura, Verse                  grey = Comment text
1 2 | 51 - 100~ 2 2, 51| 51. En toen Wij met Mozes een 3 3 | 51 - 100~ 4 3, 51| 51. Voorzeker, Allah is mijn 5 4 | 51 - 100~ 6 4, 51| 51. Hebt gij degenen niet waargenomen 7 5 | 51 - 100~ 8 5, 51| 51. O, gij die gelooft, neemt 9 6 | 51 - 100~ 10 6, 51| 51. Waarschuw daarmede degenen 11 7 | 51 - 100~ 12 7, 51| 51. Degenen, die hun godsdienst 13 8 | 51 - 75~ 14 8, 51| 51. Dit komt door hetgeen uw 15 9 | 51 - 100~ 16 9, 51| 51. Zeg: "Niets kan ons overkomen, 17 10 | 51 - 100~ 18 10, 51| 51. "Zult gij dan, wanneer 19 11 | 51 - 100~ 20 11, 51| 51. "O, mijn volk, ik vraag 21 12 | 51 - 100~ 22 12, 51| 51. Hij, (de koning) zeide 23 14, 51| 51. Opdat Allah elke ziel moge 24 15 | 51 - 99~ 25 15, 51| 51. En vertel hun van Abrahams 26 16 | 51 - 100~ 27 16, 51| 51. Allah heeft gezegd: "Neemt 28 17 | 51 - 100~ 29 17, 51| 51. "Of een andere schepping 30 18 | 51 - 100~ 31 18, 51| 51. Ik riep hen niet om te 32 19 | 51 - 98~ 33 19, 51| 51. En vermeld Mozes in het 34 20 | 51 - 100~ 35 20, 51| 51. Hij (Pharao) zeide: "Hoe 36 21 | 51 - 100~ 37 21, 51| 51. En voorheen schonken Wij 38 22 | 51 - 78~ 39 22, 51| 51. Doch degenen die trachten 40 23 | 51 - 100~ 41 23, 51| 51. O gij boodschappers, eet 42 24 | 51 - 64~ 43 24, 51| 51. Wanneer de gelovigen tot 44 25 | 51 - 77~ 45 25, 51| 51. Als Wij het hadden gewild 46 26 | 51 - 100~ 47 26, 51| 51. Wij hopen dat onze Heer 48 27 | 51 - 93~ 49 27, 51| 51. Ziet dan hoe het einde 50 28 | 51 - 88~ 51 28, 51| 51. En Wij hebben inderdaad 52 29 | 51 - 69~ 53 29, 51| 51. Is het niet genoeg voor 54 30 | 51 - 60~ 55 30, 51| 51. En indien Wij een (droge) 56 33 | 51 - 73~ 57 33, 51| 51. Gij moogt verlaten wie 58 34, 51| 51. Kondet gij (hen) maar zien, 59 36 | 51 - 83~ 60 36, 51| 51. En de bazuin zal worden 61 37 | 51 - 100~ 62 37, 51| 51. Een hunner zal zeggen: " 63 38 | 51 - 88~ 64 38, 51| 51. Op tronen rustend zullen 65 39 | 51 - 75~ 66 39, 51| 51. En het kwaad dat zij deden 67 40 | 51 - 85~ 68 40, 51| 51. Voorwaar, Wij helpen Onze 69 41, 51| 51. Wanneer Wij gunsten aan 70 42, 51| 51. Het is voor een mens niet 71 43 | 51 - 89~ 72 43, 51| 51. En Pharao riep tot zijn 73 44, 51| 51. Voorwaar, de rechtvaardigen 74 51 | 51. De Winden die verspreiden ( 75 51, 51| 51. En werpt geen andere God 76 53, 51| 51. En Samoed, en Hij spaarde ( 77 54, 51| 51. En Wij hebben inderdaad 78 55 | 51 - 78~ 79 55, 51| 51. Welke van de gunsten van 80 56 | 51 - 96~ 81 56, 51| 51. Dan, o gij, die waart verdwaald 82 68, 51| 51. En de ongelovigen wanneer 83 69, 51| 51. En voorwaar, het is de 84 74, 51| 51. Vluchtende voor een leeuw? ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License