Sura, Verse
1 2, 186| Mijn dienaren u over Mij vragen, zeg dan: "Ik ben nabij.
2 2, 189| 189. Zij vragen u betreffende de nieuwe
3 2, 215| 215. Zij vragen u, wat zij moeten besteden.
4 2, 217| 217. Zij vragen u omtrent het vechten in
5 2, 219| 219. Zij vragen u omtrent wijn en kansspel.
6 2, 219| dan het voordeel." En zij vragen u, wat zij moeten weggeven.
7 2, 220| 220. En zij vragen u omtrent de wezen. Zeg
8 2, 222| 222. En zij vragen u omtrent de menstruatie.
9 2, 273| opdringerige wijze bij de mensen vragen. En welke rijkdommen gij
10 2, 284| zal u er rekenschap voor vragen; dan zal Hij vergeven wie
11 2, 285| en gehoorzaamd, Heer, wij vragen U vergiffenis en tot U is (
12 3, 17 | doen en zij die vergiffenis vragen in de morgenstond. ~
13 3, 133| Wedijvert met elkaar in het vragen om vergiffenis van uw Heer
14 3, 135| gedenken en om vergiffenis vragen voor hun zonden - wie kan
15 4, 6 | toereikend om rekenschap te vragen. ~
16 4, 127| 127. En zij (de gelovigen) vragen uw uitspraak over de vrouwen;
17 4, 153| De mensen van het Boek vragen u een Boek uit de hemel
18 4, 176| 176. Zij vragen om een uitspraak. Zeg: "
19 5, 4 | 4. Zij vragen u, wat hun geoorloofd is.
20 5, 74 | wenden en om Zijn vergiffenis vragen terwijl Allah Vergevensgezind,
21 5, 102| Vóór u stelde een volk vragen omtrent zo iets - naderhand
22 7, 37 | te nemen; zij zullen hen vragen: "Waar is hetgeen gij naast
23 7, 187| 187. Vragen zij u omtrent het uur, wanneer
24 8, 1 | 1. Zij vragen u omtrent de oorlogsbuit.
25 8, 33 | indien zij om vergiffenis vragen. ~
26 9, 44 | zullen u niet om toestemming vragen om te worden vrijgesteld
27 9, 45 | vol twijfel is, zullen u vragen om te worden vrijgesteld
28 9, 83 | en zij u om toestemming vragen om uit te trekken (tot het
29 9, 86 | met Zijn boodschapper," vragen de rijken onder hen u om
30 9, 93 | degenen die u om verlof vragen, terwijl zij rijk zijn.
31 9, 113| geoorloofd om vergiffenis te vragen voor de afgodendienaren,
32 9, 114| 114. Het vragen om vergiffenis door Abraham
33 10, 53 | 53. En zij vragen u: "Is dit de waarheid?"
34 11, 47 | toevlucht tot U om niet te vragen waar ik geen kennis van
35 12, 98 | Heer om vergiffenis voor u vragen. Voorzeker, Hij ls de Vergevensgezinde,
36 13, 6 | 6. En zij vragen eerder het kwade van u dan
37 17, 51 | hoofd schudden tegen u en vragen: "Wanneer zal dit geschieden?"
38 17, 85 | 85. En zij stellen u vragen betreffende de Geest. Zeg: "
39 18, 55 | hun Heer vergiffenis te vragen, dan (dat zij vragen) dat
40 18, 55 | te vragen, dan (dat zij vragen) dat de weg der voorvaderen
41 18, 70 | volgen stel mij nergens vragen over eer ik zelf daaromtrent
42 18, 77 | gij er loon voor kunnen vragen." ~
43 20, 105| 105. Zij (de ongelovigen) vragen u betreffende de bergen.
44 20, 132| wees daarin volhardend. Wij vragen geen levensonderhoud van
45 23, 101| zal de een naar de ander vragen. ~
46 23, 112| 112. Hij (God) zal vragen: "Hoeveel jaren zijt gij
47 24, 58 | driemaal uw toestemming vragen (bij u te mogen komen),
48 24, 59 | bereiken, moeten ook zij verlof vragen evenals ouderen dan zij
49 24, 59 | ouderen dan zij om toestemming vragen. Zo maakt Allah u Zijn geboden
50 24, 62 | gevraagd. Zij die u om verlof vragen zijn degenen die werkelijk
51 24, 62 | zij daarom uw toestemming vragen terwille van hun zaken,
52 25, 17 | zal verzamelen, zal Hij vragen: "Waart gij het, die deze
53 26, 204| 204. Vragen zij dan Onze straf te verhaasten?" ~
54 28, 66 | zullen elkander niet kunnen vragen. ~
55 29, 53 | 53. Zij vragen u de straf te verhaasten;
56 29, 54 | 54. Zij vragen u de straf te verhaasten;
57 33, 63 | 63. De mensen vragen u over het Uur. Zeg: "De
58 36, 21 | die van u geen beloning vragen en die goed geleid zijn. ~
59 36, 57 | hebben en alles waar zij om vragen ontvangen. ~
60 37, 54 | 54. Hij zal vragen: "Wilt gij opzien?" ~
61 40, 7 | en zij geloven in Hem en vragen vergiffenis voor de gelovigen,
62 41, 24 | zij om verontschuldiging vragen, behoren zij niet tot hen
63 41, 49 | wordt niet moe het goede te vragen; maar als het kwade hem
64 42, 5 | de lof die Hem toekomt en vragen vergiffenis voor hen die
65 42, 18 | 18. De ongelovigen vragen het te verhaasten maar de
66 44, 55 | daar naar alle fruitsoorten vragen (en deze ontvangen) in vrede
67 47, 36 | niet om uw (gehele) bezit vragen. ~
68 47, 37 | indien Hij dit van u zou vragen en er op zou aandringen,
69 51, 12 | 12. Zij vragen: "Wanneer zal de Tijd des
70 60, 4 | zeker om vergiffenis voor u vragen, ik heb niets van Allah
71 60, 10 | besteed hebt; en laten zij vragen om hetgeen zij besteed hebben.
72 63, 5 | zal voor u om vergiffenis vragen," dan wenden zij hun hoofd
73 67, 8 | bewakers er van (der hel) hun vragen: "Kwam er geen waarschuwer
74 67, 27 | Dit is wat gij placht te vragen." ~
75 70, 10 | vriend zal een vriend niet vragen, ~
76 74, 40 | 40. In tuinen (wonende) vragen zij: ~
77 78, 1 | 1. Waarover vragen zij? ~
78 79, 42 | 42. Zij vragen u omtrent het Uur: "Wanneer
79 88, 26 | zullen Wij rekenschap van hen vragen. ~~
|