bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1 2, 24| 24. Doch, indien gij het niet
2 3, 24| 24. Dat komt, doordat zij zeggen: "
3 4, 24| 24. En getrouwde vrouwen, met
4 5, 24| 24. Zij zeiden: "O, Mozes,
5 6, 24| 24. Zie, hoe zij tegen zichzelven
6 7, 24| 24. Hij zeide: "Gaat heen,
7 8, 24| 24. O, gij die gelooft, geeft
8 9, 24| 24. Zeg: "Indien uw vaders
9 10, 24| 24. De gelijkenis van het tegenwoordige
10 11, 24| 24. Het geval van de beide
11 12, 24| 24. En zij nam een besluit
12 13, 24| 24. "Vrede zij over u, omdat
13 14, 24| 24. Ziet gij niet hoe Allah
14 15, 24| 24. En Wij kennen degenen die
15 16, 24| 24. En wanneer er tot hen wordt
16 17, 24| 24. En wees teder voor hen
17 18, 24| 24. Zonder (er bij te zeggen): "
18 19, 24| 24. Dan riep (Gods boodschapper)
19 20, 24| 24. "Ga naar Pharao; hij heeft
20 21, 24| 24. Hebben zij Goden buiten
21 22, 24| 24. En zij zullen naar het
22 23, 24| 24. En de hoofden van zijn
23 24 | 24. Het Licht (An-Noer) Geopenbaard
24 24, 24| 24. Op de Dag waarop hun tong,
25 25, 24| 24. De bewoners van het paradijs
26 26, 24| 24. Mozes antwoordde: "De Heer
27 27, 24| 24. Ik vond, dat zij en haar
28 28, 24| 24. Daarop drenkte hij voor
29 29, 24| 24. Het antwoord van zijn volk
30 30, 24| 24. En tot Zijn tekenen behoort
31 31, 24| 24. Wij zullen hen voor een
32 32, 24| 24. En Wij stelden leiders
33 33, 24| 24. Zodat Allah de waarachtigen
34 34, 24| 24. Zeg: "Wie geeft u uw levensonderhoud
35 35, 24| 24. Voorwaar, Wij hebben u
36 36, 24| 24. Dan zou ik inderdaad in
37 37, 24| 24. Doch houdt hen staande
38 38, 24| 24. David zeide: "Voorzeker,
39 39, 24| 24. Is (deze beter) die voor
40 40, 24| 24. Tot Pharao en Hamaan en
41 41, 24| 24. Indien zij nu volharden,
42 42, 24| 24. Zeggen zij: "Hij heeft
43 43, 24| 24. Zij (de boodschappers)
44 44, 24| 24. En doorwaad de zee terwijl
45 45, 24| 24. En zij zeggen: "Er is niets
46 46, 24| 24. Toen zij een wolk naar
47 47, 24| 24. Willen zij dan niet over
48 48, 24| 24. En Hij is het, Die in het
49 50, 24| 24. "Werpt, werpt in de hel
50 51, 24| 24. Heeft het verhaal van Abrahams
51 52, 24| 24. En er zullen knapen rondgaan
52 53, 24| 24. Krijgt de mens alles waarnaar
53 54, 24| 24. En zij zeiden: "Moeten
54 55, 24| 24. En van Hem zijn de bergenhoge
55 56, 24| 24. Als beloning voor hetgeen
56 57, 24| 24. (Noch degenen,) die vrekkig
57 59 | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 24 strofen. ~In naam van Allah,
58 59, 24| 24. Hij is Allah, de Schepper,
59 67, 24| 24. Zeg: "Hij is het Die u
60 68, 24| 24. "Laat heden geen arme bij
61 69, 24| 24. "Eet en drinkt smakelijk
62 70, 24| 24. En degenen in wier rijkdommen
63 71, 24| 24. En zij hebben velen doen
64 72, 24| 24. Tot zij de straf zien waarmee
65 74, 24| 24. Hij zeide: "Dit is niets
66 75, 24| 24. En andere gezichten zullen
67 76, 24| 24. Wees daarom geduldig volgens
68 77, 24| 24. Wee op die Dag degenen
69 78, 24| 24. Zij zullen daar geen koelte
70 79, 24| 24. (Zeggende), "Ik ben uw
71 80, 24| 24. Laat nu de mens naar zijn
72 81, 24| 24. En hij is geen vrek wat
73 83, 24| 24. Gij zult in hun gezicht
74 84, 24| 24. Kondig hun hiervoor dus
75 88, 24| 24. Allah zal hem straffen
76 89, 24| 24. Hij zal zeggen: "o had
|