Sura, Verse
1 2, 54 | mijn volk, gij hebt uzelf onrecht aangedaan door het kalf
2 2, 231| doet gewis zijn eigen ziel onrecht. En drijft niet de spot
3 2, 272| terugbetaald en u zal geen onrecht worden aangedaan. ~
4 2, 279| kapitaal: zo zult gij geen onrecht doen, noch zal u onrecht
5 2, 279| onrecht doen, noch zal u onrecht worden aangedaan. ~
6 2, 281| hetgeen zij heeft verdiend; en onrecht zal hen niet worden aangedaan. ~
7 3, 25 | worden betaald en hun geen onrecht zal worden aangedaan.
8 3, 117| van een volk, dat zichzelf onrecht heeft aangedaan en deze
9 3, 117| vernietigt. En Allah had hun geen onrecht aangedaan, maar zij doen
10 3, 117| maar zij doen zichzelf onrecht aan. ~
11 3, 135| daad begaan of zichzelf onrecht aandoen Allah gedenken en
12 3, 161| verdiende, - toch zal hun geen onrecht worden aangedaan. ~
13 4, 40 | doet in het geheel geen onrecht aan. Als het een goede daad
14 4, 49 | Hen zal niet het minste onrecht worden aangedaan. ~
15 4, 64 | gekomen, toen zij hun ziel onrecht hadden aangedaan en Allah
16 4, 77 | En u zal niet het minste onrecht worden aangedaan. ~
17 4, 97 | terwijl dezen hun eigen ziel onrecht aandoen, zeggen: "In welke
18 4, 107| voor degenen, die hun ziel onrecht aandoen. Voorzeker, Allah
19 4, 110| kwaad doet of zijn ziel onrecht aandoet en daarna Allah
20 4, 124| hem zal niet het geringste onrecht worden aangedaan. ~
21 4, 148| behalve door iemand, die onrecht wordt aangedaan; en Allah
22 6, 160| ontvangen; hun zal geen onrecht worden aangedaan. ~
23 7, 23 | Heer, wij hebben onszelf onrecht aangedaan en als Gij ons
24 7, 160| En zij deden Ons geen onrecht aan, maar zij schaadden
25 8, 60 | terugbetaald en u zal geen onrecht worden aangedaan. ~
26 9, 36 | Doet u zelf dus hierin geen onrecht aan. En bestrijdt de afgodendienaren
27 9, 70 | Allah was het niet die hun onrecht aandeed, maar zij deden
28 9, 70 | maar zij deden zichzelf onrecht aan. ~
29 10, 44 | mensen in het geheel geen onrecht aan, maar de mensen doen
30 10, 44 | mensen doen hun eigen ziel onrecht aan. ~
31 10, 47 | geoordeeld en hun wordt geen onrecht aangedaan. ~
32 10, 54 | gericht en hun zal geen onrecht worden aangedaan. ~
33 11, 101| 101. En Wij deden hun geen onrecht maar zij deden zichzelf
34 11, 101| maar zij deden zichzelf onrecht aan. En hun goden, die zij
35 14, 45 | van degenen die zichzelf onrecht aandeden en het was u duidelijk
36 16, 28 | sterven terwijl zij hun ziel onrecht aandoen zullen onderdanigheid
37 16, 33 | evenzo. Allah deed hun geen onrecht aan, maar zij deden zichzelf
38 16, 33 | maar zij deden zichzelf onrecht aan. ~
39 16, 41 | hebben verlaten, nadat hun onrecht was aangedaan, Wij zullen
40 16, 111| zij deed en haar zal geen onrecht worden aangedaan. ~
41 16, 113| hen de straf, terwijl zij onrecht begingen. ~
42 16, 118| vermeld. En Wij deden hun geen onrecht aan doch zij handelden onrechtvaardig
43 16, 126| doe dit dan naar mate u onrecht werd aangedaan; maar als
44 17, 71 | boek lezen en hen zal geen onrecht worden aangedaan. ~
45 18, 49 | zien en uw Heer zal niemand onrecht aandoen. ~
46 21, 47 | enkele ziel in enig opzicht onrecht zal worden aangedaan. En
47 22, 39 | gevochten wordt, omdat hun onrecht is aangedaan, voorzeker
48 22, 60 | vergeldt in de mate waarin hem onrecht is aangedaan en men doet
49 22, 60 | men doet hem dan opnieuw onrecht, hem zal Allah voorzeker
50 23, 62 | spreekt en hun zal geen onrecht worden aangedaan. ~
51 26, 227| zich verdedigen nadat hun onrecht is aangedaan, maar de onrechtvaardigen
52 27, 44 | heb mijn ziel inderdaad onrecht aangedaan; en ik onderwerp
53 28, 16 | ik heb mijn eigen ziel onrecht gedaan, bescherm mij." Daarom
54 28, 28 | vervul, er zal mij geen onrecht worden aangedaan; en Allah
55 29, 40 | Allah was het niet, die hen onrecht aandeed, maar zij handelden
56 30, 9 | Allah was het niet Die hun onrecht aandeed, maar zij waren
57 30, 9 | waren het die hun eigen ziel onrecht aandeden. ~
58 34, 19 | En zij deden zich daarmee onrecht aan, daarom maakten Wij
59 36, 54 | op die Dag zal geen ziel onrecht worden aangedaan, noch zult
60 37, 113| anderen die zichzelf openlijk onrecht aandoen.
61 38, 22 | waarvan de ene de ander onrecht heeft aangedaan; spreek
62 38, 24 | Voorzeker, hij heeft u onrecht aangedaan door uw ooi te
63 38, 24 | mededingers doen elkaar onrecht aan, met uitzondering van
64 39, 69 | geoordeeld worden en hun zal geen onrecht worden aangedaan. ~
65 40, 17 | zij heeft verdiend. Geen onrecht zal geschieden op deze Dag.
66 40, 31 | Allah wil Zijn dienaren geen onrecht aandoen. ~
67 42, 41 | zich verdedigen nadat hun onrecht is aangedaan. ~
68 42, 42 | tegen hen, die de mensen onrecht aandoen en ten onrechte
69 43, 76 | 76. Wij deden hun geen onrecht, doch zij waren tet die
70 43, 76 | zij waren tet die zichzelf onrecht plachten te doen. ~
71 45, 22 | moge worden en hun zal geen onrecht worden aangedaan. ~
72 46, 19 | belonen en hun zal geen onrecht worden aangedaan. ~
73 65, 1 | doet zeker zijn eigen ziel onrecht aan. Gij weet niet; misschien
74 72, 13 | geen vrees voor verlies of onrecht.
|