bold = Main text
   Sura, Verse                                  grey = Comment text

 1 Voo     |          de Arabische taal klanken kent, die in het Nederlands eenvoudig
 2   2, 95 |            hunner handen. En Allah kent de boosdoeners goed. ~
 3   2, 246|         klein aantal hunner; Allah kent de overtreders goed. ~
 4   2, 255|            zonder Zijn verlof? Hij kent hetgeen voor hen is en wat
 5   3, 7  |       verkeerde uitleg. En niemand kent de juiste uitleg dan Allah
 6   3, 23 |                                23. Kent gij niet degenen, aan wie
 7   3, 63 |           zij zich afwenden, Allah kent de onheilstichters toch
 8   3, 115|            worden ontkend en Allah kent de Godvrezenden. ~
 9   4, 25 |       gelovige slavinnen. En Allah kent uw geloof het beste. Gij
10   4, 32 |         overvloed. Waarlijk, Allah kent alle dingen. ~
11   4, 39 |            heeft geschonken? Allah kent hen zeer goed. ~
12   4, 44 |                                44. Kent gij niet degenen, die deel
13   4, 45 |                          45. Allah kent uw vijanden goed. Allah
14   4, 60 |                                60. Kent gij niet degenen, die beweren
15   6, 3  |           hemelen en op aarde. Hij kent uw innerlijk en uw uiterlijk
16   6, 53 |       onder ons heeft begunstigd?" Kent Allah degenen die dankbaar
17   6, 58 |       reeds zijn beslist. En Allah kent de onrechtvaardigen met
18   6, 59 |           het onzienlijke; niemand kent dit, behalve Hij. En Hij
19   6, 117|           Zijn weg afdwaalt en Hij kent degenen, die recht geleid
20   6, 119|          kennis. Waarlijk, uw Heer kent de overtreders het beste. ~
21   8, 60 |           buiten hen, die gij niet kent, doch die Allah kent, moogt
22   8, 60 |          niet kent, doch die Allah kent, moogt afschrikken. En wat
23   9, 44 |        bezit en hun persoon. Allah kent de rechtvaardigen goed. ~
24   9, 47 |            zouden hebben. En Allah kent de onrechtvaardigen goed. ~
25   9, 78 |       alsook hun heimelijk overleg kent en dat Allah de Oerkenner
26   9, 94 |       onzienlijke en het zienlijke kent, worden teruggebracht en
27   9, 101|      volharden in huichelarij. Gij kent hen niet; Wij kennen hen
28  10, 40 |         niet in geloven en uw Heer kent de onruststokers goed. ~
29  10, 107|           genade kan beletten. Hij kent haar toe aan diegene van
30  11, 6  |  voorziening berust bij Allah, Hij kent zijn tehuis en zijn verblijfplaats.
31  12, 50 |        sneden, voorzeker mijn Heer kent haar sluwe plan goed." ~
32  14, 9  |              Niemand behalve Allah kent ze. Hun boodschappers kwamen
33  16, 8  |           zal ook wat gij nog niet kent, scheppen. ~
34  16, 125|          weg is afgedwaald; en Hij kent degenen goed die juist geleid
35  17, 17 |       verdelgd na Noach! Voldoende kent en ziet uw Heer de zonden
36  17, 30 |         Hem behaagt. Voorzeker Hij kent en ziet Zijn dienaren goed. ~
37  17, 54 |                        54. Uw Heer kent u het best. Indien het Hem
38  17, 55 |                     55. En uw Heer kent het best al hetgeen in de
39  18, 22 |         hun hond." Zeg: "Mijn Heer kent hun getal het beste. Niemand
40  18, 22 |           getal het beste. Niemand kent hen, enkelen uitgezonderd."
41  19, 65 |     volhardend in Zijn aanbidding. Kent gij Zijn gelijke? ~
42  19, 94 |                  94. Voorwaar, Hij kent hen en heeft hen allen precies
43  20, 7  |     verkondigt (of fluistert), Hij kent het geheime en verborgene. ~
44  22, 70 |            hemelen en op aarde is, kent? Voorwaar dat is vastgesteld
45  24, 41 |           verheerlijken? Een ieder kent zijn eigen bidden en lofzang.
46  24, 63 |          elkander behandelt. Allah kent degenen uwer die wegsluipen
47  24, 64 |        hemelen en op aarde is. Hij kent uw toestand goed. En de
48  25, 6  |           der hemelen en der aarde kent, heeft het nedergezonden.
49  27, 65 |          in de hemelen en op aarde kent het onzienlijke, behalve
50  28, 56 |          leidt wie Hij wil; en Hij kent hen het beste die geleid
51  30, 30 |             De schepping van Allah kent geen verandering. - Dat
52  33, 5  |        Maar als gij hun vader niet kent, dan zijn zij uw broeders
53  33, 18 |                          18. Allah kent degenen onder u die de mensen
54  35, 31 | geopenbaard) was. Voorzeker, Allah kent en doorziet Zijn dienaren. ~
55  35, 38 |                38. Voorwaar, Allah kent de geheimen der hemelen
56  35, 45 |          tijd komt: voorwaar Allah kent Zijn dienaren goed. ~~
57  40, 19 |                            19. Hij kent de oneerlijkheid der ogen
58  42, 27 |       neder zoals Hij dat wil. Hij kent en ziet Zijn dienaren inderdaad
59  47, 19 |           mannen en vrouwen. Allah kent de plaats uwer handelingen
60  47, 26 |           gehoorzamen." Maar Allah kent hun geheimen. ~
61  48, 25 |            en vrouwen die gij niet kent en die gij hadt kunnen vertrappen
62  49, 18 |                18. Voorwaar, Allah kent de geheimen der hemelen
63  53, 30 |          kennis. Voorwaar, uw Heer kent het beste degene die van
64  53, 30 |           Zijn pad afdwaalt en Hij kent het beste degene die Zijn
65  53, 32 |        uzelf niet om reinheid. Hij kent de godvruchtigen het beste. ~
66  56, 61 |            te brengen die gij niet kent. ~
67  56, 62 |                       62. En zeker kent gij de eerste schepping.
68  60, 10 |      beproeft haar (geloof); Allah kent hun geloof het beste. Als
69  62, 7  |        hebben uitgevoerd. En Allah kent de onrechtvaardigen goed. ~
70  68, 7  |           Zijn weg afdwaalt en Hij kent het beste degenen die de
71  74, 31 |         leidt wie Hij wil. Niemand kent de legerscharen van uw Heer
72  84, 15 |           Ja! Voorzeker, zijn Heer kent hem goed. ~
73  87, 7  |          Allah wil - Voorwaar, Hij kent het openlijke en het verborgene. ~
74 100, 11 |            hen op die Dag volkomen kent? ~~