Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
257 1
258 1
259 1
26 74
260 1
261 1
262 1
Frequency    [«  »]
75 25
75 datgene
75 geloof
74 26
74 28
74 abraham
74 kent

Koran

IntraText - Concordances

26

                                         bold = Main text
   Sura, Verse                           grey = Comment text
1 2, 26| 26. Waarlijk, Allah acht het 2 3, 26| 26. Zeg: "O, Allah, Heer van 3 4, 26| 26. Allah wenst u te onderrichten 4 5, 26| 26. Allah zeide: "Voorzeker, 5 6, 26| 26. En zij verbieden (anderen) 6 7, 26| 26. O kinderen van Adam! Wij 7 8, 26| 26. En gedenkt, toen gij weinigen 8 9, 26| 26. Daarna zond Allah Zijn 9 10, 26| 26. Er zal voor degenen die 10 11, 26| 26. Dat gij niemand dan Allah 11 12, 26| 26. Hij (Jozef) zeide: "Zij 12 13, 26| 26. Allah vergroot en vermindert 13 14, 26| 26. En een slecht woord is 14 15, 26| 26. Waarlijk Wij schiepen de 15 16, 26| 26. Degenen, die vóór hen waren, 16 17, 26| 26. Geef de verwanten, de armen 17 18, 26| 26. Zeg: "Allah weet het best, 18 19, 26| 26. "Eet en drink en koel uw 19 20, 26| 26. "En maak mij mijn taak 20 21, 26| 26. En zij zeggen: "De Barmhartige 21 22, 26| 26. En toen Wij Abraham de 22 23, 26| 26. Noach zeide: "O mijn Heer, 23 24, 26| 26. Slechte vrouwen zijn voor 24 25, 26| 26. Het ware Koninkrijk zal 25 26 | 26. De Dichters (Asj-Sjoaraa) 26 26, 26| 26. Mozes zeide: "Uw Heer, 27 27, 26| 26. Allah! Er is geen God naast 28 28, 26| 26. Een der twee vrouwen zeide: " 29 29, 26| 26. En Lot geloofde in hem. 30 30, 26| 26. En aan Hem behoort een 31 31, 26| 26. Aan Allah behoort al hetgeen 32 32, 26| 26. Komen zij niet tot inzicht ( 33 33, 26| 26. En Hij deed de mensen van 34 34, 26| 26. Zeg: "Onze Heer zal ons 35 35, 26| 26. Dan greep Ik de ongelovigen 36 36, 26| 26. Er werd gezegd: "Ga het 37 37, 26| 26. Neen, op die Dag zullen 38 38, 26| 26. (Wij zeiden): "O David, 39 39, 26| 26. En Allah vernederde hen 40 40, 26| 26. En Pharao zeide: "Laat 41 41, 26| 26. En de ongelovigen zeggen: " 42 42, 26| 26. En Hij verhoort de gelovigen 43 43, 26| 26. En (gedenkt) hoe Abraham 44 44, 26| 26. En de korenvelden en de 45 45, 26| 26. Zeg: "Het is Allah, Die 46 46, 26| 26. En Wij hadden hen stevig 47 47, 26| 26. Dat is doordat zij tot 48 48, 26| 26. Toen de ongelovigen verwaandheid 49 50, 26| 26. "Die een andere God naast 50 51, 26| 26. Maar hij ging rustig naar 51 52, 26| 26. Zij zullen zeggen: "Voorheen 52 53, 26| 26. En hoevele engelen zijn 53 54, 26| 26. Morgen zullen zij weten 54 55, 26| 26. Al hetgeen is, zal vergaan. ~ 55 56, 26| 26. Doch het woord "vrede, 56 57, 26| 26. En Wij zonden Noach en 57 67, 26| 26. Zeg: "De kennis daarvan 58 68, 26| 26. Maar toen zij de tuin zagen, 59 69, 26| 26. En had ik maar niet geweten 60 70, 26| 26. En degenen die de Dag des 61 71, 26| 26. En Noach had gezegd: "Mijn 62 72, 26| 26. Hij is de Kenner van het 63 74, 26| 26. Weldra zal Ik hem in het 64 75, 26| 26. Ja! Als de ziel van de 65 76, 26| 26. En aanbid Hem gedurende ( 66 77, 26| 26. De levenden en de doden 67 78, 26| 26. Een passende vergelding ( 68 79, 26| 26. Waarlijk daarin is een 69 80, 26| 26. Dan de aarde splijten, ~ 70 81, 26| 26. Waarheen richt gij u dan? ~ 71 83, 26| 26. Welks zegel muskus is. 72 88 | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 26 strofen. ~In naam van Allah, 73 88, 26| 26. Dan zullen Wij rekenschap 74 89, 26| 26. Noch boeit iemand zoals


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License