Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
vreselijke 4
vreugde 3
vreze 1
vrezen 73
vrezend 2
vrezende 2
vriend 34
Frequency    [«  »]
73 opstanding
73 vergiffenis
73 vinden
73 vrezen
72 27
72 gaven
72 gelijk

Koran

IntraText - Concordances

vrezen

   Sura, Verse
1 2, 40 | houden en Mij alleen zult gij vrezen. ~ 2 2, 229| hebt gegeven, tenzij beiden vrezen, Allah's bepalingen niet 3 2, 274| hun Heer; zij zullen niet vrezen, noch zullen zij treuren. ~ 4 2, 282| hij moet Allah, zijn Heer vrezen en niets daaraan afdoen. 5 2, 283| laat hem Allah zijn Heer vrezen. Verbergt geen getuigenis; 6 3, 15 | Voor degenen, die God vrezen, zijn er tuinen bij hun 7 3, 198| Maar zij, die hun Heer vrezen, zullen tuinen hebben, waar 8 4, 9 | 9. En laat hen Allah vrezen, die, indien zij hun eigen 9 4, 9 | zijn. Laat hen Allah daarom vrezen en laat hen het juiste woord 10 4, 77 | zoals men Allah behoort te vrezen, of zelfs nog erger en zij 11 4, 131| ook u geboden: Allah te vrezen. Maar als gij verwerpt - 12 5, 52 | haasten, zeggende: "Wij vrezen, dat ons rampspoed zal overkomen." 13 5, 54 | verwijt van een berisper niet vrezen. Dit is Allah's genade; 14 5, 93 | zij eten mits zij Allah vrezen en geloven en goede werken 15 5, 93 | werken doen en nogmaals vrezen en geloven en zelfs nogmaals 16 5, 93 | geloven en zelfs nogmaals vrezen en goeddoen. En Allah heeft 17 5, 94 | die Hem in het verborgene vrezen. Derhalve zal voor hen, 18 5, 108| naar de feiten, of hen doen vrezen, dat andere eden na hun 19 6, 32 | Doch voor degenen die God vrezen, is het tehuis van het Hiernamaals 20 6, 51 | Waarschuw daarmede degenen die vrezen, dat zij tot hun Heer worden 21 6, 51 | hebben, opdat zij (God) mogen vrezen. ~ 22 6, 69 | 69. En degenen die God vrezen, zijn in het geheel niet 23 6, 81 | En hoe kan ik uw afgoden vrezen, terwijl gij zelf uw afgoderij 24 7, 35 | voordragen, dan, wie Allah zal vrezen en goede daden verrichten, 25 7, 65 | Wilt gij dan niet (God) vrezen?" ~ 26 7, 116| der mensen en deden hen vrezen en toonden hun grote toverkunst. ~ 27 7, 154| voor degenen, die hun Heer vrezen. ~ 28 7, 156| verordenen voor degenen die Mij vrezen en de Zakaat betalen en 29 7, 169| voor degenen, die (God) vrezen. Begrijpt gij dat niet? ~ 30 7, 201| 201. Degenen die (God) vrezen, wanneer hen een boze neiging 31 8, 56 | verbond telkens weer en zij vrezen niet. ~ 32 9, 13 | waardig, dat gij Hem zoudt vrezen als gij gelovigen zijt. ~ 33 9, 64 | 64. De huichelaars vrezen, dat een Soerah tegen hen 34 12, 57 | degenen die geloven en God vrezen. ~ 35 12, 109| beter voor degenen, die vrezen. Wilt gij dan niet begrijpen? ~ 36 13, 21 | te worden en die hun Heer vrezen en de kwade afrekening duchten. ~ 37 15, 52 | antwoordde: "Voorwaar, wij vrezen u." ~ 38 16, 50 | 50. Zij vrezen hun Heer boven hen en doen 39 16, 52 | gij dan iets buiten Allah vrezen? ~ 40 16, 128| is met degenen, die (God) vrezen en goeddoen. ~~ 41 18, 49 | zult gij de schuldigen zien vrezen wegens hetgeen daarin staat 42 20, 44 | lering uit moge trekken, of vrezen." ~ 43 20, 45 | antwoordden: "Onze Heer, wij vrezen dat hij tegenover ons gewelddadig 44 20, 77 | zee. Gij behoeft niet te vrezen, dat gij zult worden ingehaald, 45 20, 112| ongerechtigheid of verlies te vrezen. ~ 46 20, 113| uiteengezet, opdat men (God) moge vrezen en opdat het hen tot nadenken 47 21, 49 | hun Heer in het verborgene vrezen en het Uur duchten. ~ 48 23, 23 | buiten Hem. Wilt gij dan niet vrezen?" ~ 49 23, 32 | dan Hem. Wilt gij dan niet vrezen?" ~ 50 24, 37 | de Zakaat te betalen, zij vrezen de Dag waarop harten en 51 24, 50 | hart? Of twijfelen zij, of vrezen zij dat Allah en Zijn boodschapper 52 26, 11 | Pharao. Zullen zij (Mij) niet vrezen?" ~ 53 26, 106| zeide: "Wilt gij niet (God) vrezen?" ~ 54 27, 10 | niet, voorwqwaar bij Mij vrezen de boodschappers niet." ~ 55 33, 37 | heeft dat gij Hem zoudt vrezen. Toen Zaid van haar scheidde, 56 33, 39 | s boodschappen brengen, vrezen Hem en buiten Allah niemand. 57 35, 18 | hun Heer in het verborgene vrezen en het gebed onderhouden. 58 35, 28 | dienaren die kennis bezitten, vrezen Allah. Voorwaar, Allah is 59 36, 11 | Barmhartige in het verborgene vrezen. Geef hem daarom blijde 60 39, 20 | Maar voor hen die hun Heer vrezen zijn woningen boven elkaar 61 39, 23 | huid van hen die hun Heer vrezen ineenkrimpt, daarna ontspant 62 39, 36 | En zij trachten u te doen vrezen voor hen (de afgoden) die 63 42, 18 | verhaasten maar de gelovigen vrezen er voor en weten dat het 64 45, 14 | de dagen van Allah niet vrezen, moeten vergeven, zodat 65 51, 28 | Daarop begon hij hen te vrezen. Zij zeiden: "Vrees niet" 66 51, 37 | die de pijnlijke straf vrezen. ~ 67 65, 4 | zijn. En degenen die Allah vrezen, zal Hij van het nodige 68 67, 12 | hun Heer in het verborgene vrezen, zullen vergiffenis en een 69 70, 27 | die de straf van hun Heer vrezen ~ 70 74, 53 | 53. Voorwaar, zij vrezen het Hiernamaals niet! ~ 71 76, 7 | vervullen de gelofte, en vrezen een Dag waarvan het kwaad 72 76, 10 | 10. Wij vrezen van onze Heer een moeilijke 73 79, 19 | leiden opdat gij Hem moogt vrezen." ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License