bold = Main text
   Sura, Verse                                    grey = Comment text

 1   2, 56 |          deden Wij u verrijzen na uw dood, opdat gij dankbaar zoudt
 2   2, 94 |             mensen, wenst dan eer de dood, als gij te goeder trouw
 3   2, 133|          waart gij aanwezig, toen de dood tot Jacob kwam en hij tot
 4   2, 154|            zaak zijn gedood, dat zij dood zijn - neen, zij leven,
 5   2, 164|          aarde doet herleven na haar dood en daarop alle soorten dieren
 6   2, 180|       voorgeschreven, dat wanneer de dood tot één uwer komt, en hij
 7   2, 243|       degenen, die uit angst voor de dood hun huizen verlieten - het
 8   3, 143|              143. En gij placht deze dood te wensen voordat gij hem
 9   3, 156|              leven en veroorzaakt de dood; Allah ziet, wat gij doet. ~
10   3, 168|          gedood." Zeg: "Wendt dan de dood van uzelf af, als gij waarheid
11   3, 185|                185. Elke ziel zal de dood ondergaan. En voorzeker
12   4, 15 |              de huizen op, totdat de dood haar achterhaalt, of totdat
13   4, 18 |            die kwaad doet, totdat de dood hem in het gezicht staart
14   4, 78 |            78. Waar gij ook zijt, de dood zal u achterhalen, zelfs
15   4, 100|              Zijn boodschapper en de dood achterhaalt hem - zijn beloning
16   4, 159|             in zal geloven vóór zijn dood. En op de Dag der Opstanding
17   5, 106|              die gelooft, wanneer de dood één uwer nadert, ten tijde
18   6, 61 |           over u, totdat, wanneer de dood tot een uwer komt, Onze
19   6, 122|                     122. Is hij, die dood was en wie Wij het leven
20   6, 139|       vrouwen verboden, maar als het dood geboren wordt hebben zij
21   6, 162|            offer, mijn leven en mijn dood zijn gewijd aan Allah, de
22   8, 6  |         alsof zij zienderogen tot de dood werden gedreven. ~
23   9, 116|              leven en veroorzaakt de dood. En gij hebt geen vriend
24  11, 7  |            Voorzeker, gij zult na de dood worden opgewekt," zullen
25  14, 17 |  ternauwernood kunnen slikken. En de dood zal van elke kant tot hem
26  15, 99 |             aanbid uw Heer totdat de dood u bereikt. ~~
27  16, 21 |                                  21. Dood en niet levend, en zij weten
28  16, 65 | nedergezonden en er de aarde na haar dood mee opgewekt. Daarin is
29  19, 33 |              zijn op de dag van mijn dood en evenzo op de dag dat
30  19, 66 |             zegt: "Zal ik wanneer ik dood ben, dan tot leven worden
31  21, 35 |               35. Iedere ziel zal de dood ondergaan en Wij beproeven
32  22, 5  |          zijn er onder u die door de dood worden achterhaald en anderen
33  23, 35 |        Belooft hij u dat wanneer gij dood zijt en stof en beenderen
34  23, 80 |              Die leven schenkt en de dood veroorzaakt en in Zijn handen
35  23, 82 |              Zullen wij, wanneer wij dood zijn en tot beenderen en
36  23, 99 |                       99. Wanneer de dood tot een hunner komt, zegt
37  25, 3  |               noch macht hebben over dood, leven of opstanding. ~
38  28, 9  |             ogen voor u en voor mij. Dood hem niet. Hij kan nuttig
39  29, 57 |                 57. Elk mens moet de dood ondergaan, daarna zult gij
40  29, 63 |            door aan de aarde na haar dood?", zullen zij gewis zeggen: "
41  30, 19 |         geeft de aarde leven na haar dood, en evenzo zult gij worden
42  30, 24 |          aarde doet herleven na haar dood. Hierin zijn zeker tekenen
43  30, 50 |          aarde doet herleven na haar dood. Voorwaar, Dezelfde zal
44  33, 16 |              brengen als gij voor de dood of voor het gevecht vlucht;
45  34, 14 |             toen Wij zijn (Salomo's) dood hadden veroorzaakt, deed
46  34, 14 |          deed niets hen (djinn) zijn dood beseffen, dan een worm der
47  35, 9  |           leven aan de aarde na haar dood. Zo is de Opstanding. ~
48  35, 36 |             der hel. Voor hen zal de dood niet worden verordend opdat
49  37, 16 |               Zullen wij wanneer wij dood zijn en stof en beenderen
50  37, 53 |                  53. Dat wanneer wij dood zijn en tot stof en beenderen
51  37, 59 |                   59. Na onze eerste dood, noch worden gestraft? ~
52  43, 11 |         nederzendt, waardoor Wij een dood land doen herleven. Zo zult
53  44, 35 |            Het is slechts onze enige dood want wij zullen niet worden
54  44, 56 |            zullen daarin geen andere dood smaken na de eerste dood.
55  44, 56 |             dood smaken na de eerste dood. En Hij heeft hen voor de
56  45, 5  |          aarde doet herleven na haar dood en in de verandering van
57  45, 21 |               zodat hun leven en hun dood gelijk zullen zijn? Verkeerd
58  47, 20 |            iemand die bezwijmt in de dood. Maar voor hen ware het
59  47, 27 |            wanneer de engelen bij de dood hun ziel zullen nemen, hun
60  50, 3  |          worden geroepen wanneer wij dood gaan en stof zijn geworden?
61  50, 11 |           Wij verkwikken daarmee een dood land. - Zo zal ook de Opstanding
62  50, 43 |            het die leven geven en de dood veroorzaken, en tot Ons
63  53, 44 |            En dat Hij het is, Die de dood veroorzaakt en het leven
64  56, 47 |         plachten te zeggen: "Als wij dood zijn en stof en beenderen
65  56, 60 |                    60. Wij hebben de dood onder u verordend en Wij
66  57, 17 |          aarde doet herleven na haar dood. Wij hebben de tekenen duidelijk
67  62, 6  |             Allah zijt, wenst dan de dood als gij de waarheid spreekt." ~
68  62, 8  |                          8. Zeg: "De dood waarvoor gij vlucht zal
69  63, 10 |           voorzien hebben voordat de dood één uwer overvalt en deze
70  67, 2  |                            2. Die de dood en het leven heeft ingesteld,
71  69, 27 |                        27. O, had de dood maar aan mij een einde gemaakt! ~
72  74, 47 |                        47. Totdat de dood ons overviel." ~
73 110     |           gereveleerd zijn voor zijn dood. Geopenbaard nà de Hidjrah.