Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
wassen 1
wast 2
wat 572
water 72
wateren 5
watergegeven 1
waterputter 1
Frequency    [«  »]
72 27
72 gaven
72 gelijk
72 water
72 werden
71 één
70 30

Koran

IntraText - Concordances

water

   Sura, Verse
1 2, 22 | hemel tot een gewelf en Die water van de wolken deed nederkomen 2 2, 60 | 60. En toen Mozes om water voor zijn volk bad zeiden 3 2, 74 | die splijten en er vloeit water uit. En sommige zijn er 4 2, 164| voordeel strekt; en in het water dat Allah van de hemel nederzendt, 5 4, 43 | aangeraakt en gij vindt geen water, neemt dan uw toevlucht 6 5, 6 | aangeraakt en gij vindt geen water, zoekt dan uw toevlucht 7 6, 70 | zullen een drank van kokend water en een smartelijke straf 8 6, 99 | 99. En Hij is het, Die water uit de wolken nederzendt 9 7, 50 | paradijs roepen: "Giet wat water over ons uit of iets, waarmnee 10 7, 57 | drijven, daarna zenden Wij er water uit neder, dan brengen Wij 11 7, 163| aan de oppervlakte van het water, maar de dag waarop zij 12 8, 11 | als beveiliging van Hem en water van de wolken over u nederzond, 13 9, 109| een afbrokkelende, door water aangetaste rand stichtte, 14 10, 4 | zullen een drank van kokend water en een pijnlijke straf ontvangen, 15 10, 24 | tegenwoordige leven is slechts als water, dat Wij uit de wolken nederzenden, 16 11, 7 | en Zijn troon rustte op water, opdat Hij u moge beproeven 17 11, 43 | zoeken, die mij tegen het water zal beschermen." Hij antwoordde: " 18 11, 44 | O, aarde, slok op uw water en o, hemel, houd op (met 19 11, 44 | op (met regenen)." En het water werd tot zakken gebracht 20 13, 4 | zij worden met hetzelfde water besproeid en toch doen Wij 21 13, 14 | handen uitstrekt naar het water, opdat het zijn mond zal 22 13, 17 | 17. Hij zendt water van de hemel neder, zodat 23 14, 16 | worden gedwongen kokend water te drinken. ~ 24 14, 32 | hemelen en de aarde schiep en water uit die wolken doet nederkomen 25 15, 22 | winden, daarna zenden Wij water uit de wolken neder en geven 26 16, 10 | 10. Hij is het, Die water voor u uit de wolken zendt, 27 16, 65 | 65. En Allah heeft water uit de hemel nedergezonden 28 18, 29 | zullen zij worden begoten met water als gesmolten lood, dat 29 18, 41 | 41. "Of het water er van in de grond doen 30 18, 45 | dezer wereld: het is als Wij water uit de hemel nederzenden, 31 18, 86 | in een bron van modderig water zag ondergaan, waarbij hij 32 21, 30 | hetgeen leeft, hebben Wij uit water gemaakt. Willen zij dan 33 22, 19 | over hun hoofd zal kokend water worden uitgegoten. ~ 34 22, 63 | gij niet gezien, dat Allah water uit de hemel nederzendt 35 23, 18 | 18. Wij zenden water uit de hemel neer in bepaalde 36 24, 39 | De dorstige denkt dat het water is, wanneer hij er bij komt 37 24, 45 | Allah heeft elk dier uit water geschapen. Sommigen hiervan 38 25, 48 | uitzendt en Wij zenden zuiver water uit de wolken neer. ~ 39 25, 54 | Hij is het Die de mens uit water heeft geschapen en heeft 40 27, 44 | dacht zij dat het een massa water was, en zij raakte in verwarring. 41 27, 60 | hemelen en de aarde schiep en water uit de hemelen nederzendt 42 29, 63 | gij hun vraagt: "Wie zendt water uit de hemel neder en geeft 43 30, 24 | vrees en hoop. En dat Hij water uit de hemel nederzendt 44 31, 10 | over verspreid. Wij hebben water uit de wolken nedergezonden 45 32, 27 | niet gezien dat Wij het water naar het droge land voeren 46 35, 27 | gij niet gezien, dat Wij water van de hemel nederzenden 47 37, 67 | bovendien een drank van kokend water ontvangen. ~ 48 38, 42 | uw voet aan, hier is koel water om u er mee te wassen en 49 39, 21 | gij niet gezien, dat Allah water van de hemel nederzendt 50 40, 72 | 72. In kokend water; dan zullen zij in het vuur 51 41, 39 | ziet, maar wanneer Wij er water op nederzenden, beweegt 52 43, 11 | 11. En Die water in juiste maat van de hemel 53 44, 46 | Gelijk het koken van ziedend water. ~ 54 44, 48 | daarna als marteling kokend water op zijn hoofd." ~ 55 47, 15 | er zijn daarin stromen water dat niet bederft; en stromen 56 47, 15 | vertoeven en die kokend water te drinken krijgen zodat 57 50, 9 | 9. En Wij zenden water vol zegeningen uit de hemel 58 54, 11 | hemel voor het stromende water. ~ 59 54, 28 | 28. En zeg hun, dat het water tussen hen is verdeeld en 60 55, 44 | tussen vuur en fel kokend water rondgaan. ~ 61 55, 66 | ook twee bronnen zijn die water in overvloed spuiten. ~ 62 56, 42 | verschroeiende winden en kokend water. ~ 63 56, 54 | 54. En daama kokend water drinken, ~ 64 56, 68 | 68. Ziet, het water dat gij drinkt, ~ 65 56, 93 | hem een onthaal op kokend water ~ 66 67, 30 | Vertel mij, indien uw water diep in de aarde wegzakt, 67 67, 30 | zal u dan helder stromend water kunnen brengen?" ~~ 68 72, 16 | pad houden zullen Wij hun water in overvloed te drinken 69 78, 25 | 25. Behalve kokend water en een stinkende vloeistof 70 79, 31 | 31. Daaruit bracht Hij water en weide voort. ~ 71 80, 25 | 25. Hoe Wij water doen neerstromen, ~ 72 83, 27 | zal vermengd worden met water van Tasniem; ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License