Sura, Verse
1 2, 54 | Uw Schepper en doodt uw eigen ik, dat is het beste voor
2 2, 57 | niet, maar zij plachten hun eigen ziel te schaden. ~
3 2, 79 | degenen, die een boek met hun eigen handen schrijven en dan
4 2, 85 | zijt gij het volk, dat uw eigen broeders doodt en een gedeelte
5 2, 195| Allah en stort u niet met uw eigen handen in het verderf doch
6 2, 231| zulks doet, doet gewis zijn eigen ziel onrecht. En drijft
7 3, 13 | zagen de anderen voor hun eigen ogen dubbel zo talrijk als
8 4, 4 | Maar als zij naar haar eigen behagen u er een gedeelte
9 4, 5 | gegeven niet aan de dwazen (in eigen beheer), maar voedt hen
10 4, 9 | vrezen, die, indien zij hun eigen zwakke nageslacht mochten
11 4, 23 | rusten en de vrouwen uwer eigen zonen (zign ook verboden)
12 4, 90 | verzet u te bestrijden of hun eigen volk aan te vallen. En indien
13 4, 91 | u willen zijn en bij hun eigen volk; telkens wanneer zij
14 4, 97 | sterven, terwijl dezen hun eigen ziel onrecht aandoen, zeggen: "
15 4, 111| deze slechts jegens zijn eigen ziel. En Allah is Alwetend,
16 6, 123| smeden slechts tegen hun eigen ziel, maar zij bemerken
17 9, 29 | totdat zij de belasting met eigen hand betalen, terwijl zij
18 9, 118| uitgestrektheid hun te eng werd en hun eigen leven voor hen te moeilijk
19 9, 120| blijven, of dat zij hun eigen leven in plaats van het
20 10, 44 | maar de mensen doen hun eigen ziel onrecht aan. ~
21 10, 108| volgt haar ten bate van zijn eigen ziel en wie dwaalt, dwaalt
22 13, 8 | bij Hem heeft alles een eigen maat. ~
23 17, 14 | 14. "Lees het boek. Uw eigen ziel is op deze dag als
24 17, 15 | volgt deze slechts voor zijn eigen heil en hij die dwaalt,
25 17, 84 | Ieder handelt op zijn eigen wijze maar uw Heer weet
26 18, 51 | der aarde, noch van hun eigen schepping noch neem Ik degenen
27 20, 16 | niet in gelooft en zijn eigen neigingen volgt, u er niet
28 20, 50 | is Hij, Die aan alles een eigen vorm gaf en het daarna leidde." ~
29 20, 87 | antwoordden: "Wij hebben niet uit eigen beweging onze belofte aan
30 24, 12 | hoorden geen goed over hun eigen mensen en zeiden: "Dit is
31 24, 41 | verheerlijken? Een ieder kent zijn eigen bidden en lofzang. En Allah
32 24, 61 | geen kwaad, dat gij in uw eigen huizen eet of in de huizen
33 25, 43 | gij hem gezien, die zijn eigen begeerte als zijn God aanneemt?
34 27, 40 | voor het welzijn van zijn eigen ziel, maar wie ondankbaar
35 27, 41 | zeide: "Zorgt dat haar eigen troon haar tegenstaat. Wij
36 27, 92 | leiding volgt, volgt haar ten eigen bate. En zeg tegen hem die
37 28, 15 | mannen, de ene van zijn eigen volk en de andere van zijn
38 28, 16 | Mijn Heer, ik heb mijn eigen ziel onrecht gedaan, bescherm
39 28, 50 | dan dat zij slechts hun eigen begeerten volgen. En wie
40 28, 50 | dwaalt meer dan hij die zijn eigen neigingen volgt zonder de
41 29, 13 | Voorzeker zij zullen hun eigen last dragen en andere last
42 29, 13 | en andere last buiten hun eigen last. En waarlijk zij zullen
43 29, 60 | hoeveel dieren zijn er die hun eigen onderhoud niet meedragen!
44 30, 9 | maar zij waren het die hun eigen ziel onrecht aandeden. ~
45 30, 29 | onrechtvaardigen volgen hun eigen neigingen zonder enige kennis.
46 30, 36 | kwaad hen overkomt door hun eigen werken, ziet! dan wanhopen
47 30, 44 | verrichten, bereiden dit voor hun eigen ziel. ~
48 35, 18 | reinigt zich alleen in zijn eigen belang en tot Allah is de
49 36, 40 | voorbijstreven. Zij zweven elk in hun eigen baan. ~
50 36, 78 | verhalen voor en vergeet zijn eigen ontstaan. Hij zegt: "Wie
51 38, 24 | ooi te eisen naast zijn eigen ooien. En voorzeker, vele
52 39, 41 | volgt haar ten bate van zijn eigen ziel en wie dwaalt, dwaalt
53 40, 10 | Allah was groter dan uw eigen misnoegen toen gij tot het
54 41, 46 | doet, doet dit voor zijn eigen ziel; en wie kwaad bedrijft,
55 45, 15 | dat ten voordele van zijn eigen ziel: en wie kwaad doet,
56 45, 15 | doet, doet dat tegen zijn eigen ziel. Ten slotte zult gij
57 45, 23 | gij hem gezien, die zijn eigen begeerte tot zijn God maakt,
58 47, 14 | zijn gemaakt en die hun eigen begeerten volgen? ~
59 47, 16 | verzegeld, zij volgen hun eigen neigingen. ~
60 48, 10 | schendt, doet dit tot zijn eigen nadeel en wie zijn belofte
61 48, 29 | waardoor zij dik wordt en op eigen stengel komt te staan, tot
62 52, 35 | geschapen of zijn zij (hun eigen) schepper? ~
63 52, 42 | ongelovigen zullen door hun eigen plan worden gevangen. ~
64 53, 3 | 3. Noch spreekt hij naar eigen begeerte. ~
65 54, 3 | verloochenen en volgen hun eigen begeerten. Maar elke verordening (
66 59, 2 | zodat zij hun huizen met hun eigen handen en met die van de
67 59, 9 | armoede. En wie voor zijn eigen vrekkigheid wordt behoed,
68 59, 19 | vergaten, zodat Hij hun hun eigen ziel heeft doen vergeten.
69 64, 16 | voor u. En degenen die voor eigen vrekkigheid zijn behoed
70 65, 1 | overschrijdt doet zeker zijn eigen ziel onrecht aan. Gij weet
|