bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1 2, 30| 30. En toen uw Heer tot de
2 3, 30| 30. (Gedenkt) de Dag, waarop
3 4, 30| 30. En wie dit ook doet bij
4 5, 30| 30. Maar zijn kwade neiging
5 6, 30| 30. En wanneer gij het slechts
6 7, 30| 30. Sommigen heeft Hij geleid
7 8, 30| 30. Toen smeedden de ongelovigen
8 9, 30| 30. En de Joden zeggen: "Ezra
9 10, 30| 30. Daarna zal iedere ziel
10 11, 30| 30. "O, mijn volk, wie zou
11 12, 30| 30. En de vrouwen in de stad
12 13, 30| 30. Zo hebben Wij u tot een
13 14, 30| 30. En zij hebben medegoden
14 15, 30| 30. De engelen onderwierpen
15 16, 30| 30. En wordt er tot degenen,
16 17, 30| 30. Voorwaar, uw Heer vergroot
17 18, 30| 30. Wat betreft degenen die
18 19, 30| 30. Hij (Jezus) zeide: "Ik
19 20, 30| 30. "Aäron, mijn broeder;" ~
20 21, 30| 30. Hebben de ongelovigen niet
21 22, 30| 30. Zo zij het. Wie dus de
22 23, 30| 30. Voorwaar, hierin zijn tekenen,
23 24, 30| 30. Zeg tot de gelovige mannen
24 25, 30| 30. En de boodschapper zal
25 26, 30| 30. Mozes antwoordde: "Ofschoon
26 27, 30| 30. Hij is van Salomo en luidt: "
27 28, 30| 30. En toen hij er bij kwam
28 29, 30| 30. Hij (Lot) zeide: "Help
29 30 | 30. De Romeinen (Ar-Roem)
30 30, 30| 30. Daarom, richt uw aangezicht
31 31, 30| 30. Dit is omdat Allah de Waarheid
32 32 | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 30 strofen. ~In naam van Allah,
33 32, 30| 30. Wend u daarom van hen af,
34 33, 30| 30. O vrouwen van de profeet!
35 34, 30| 30. Antwoord: "Er is voor u
36 35, 30| 30. Opdat Hij hun de volle
37 36, 30| 30. Wee, over de mensen: er
38 37, 30| 30. En wij hadden geen macht
39 38, 30| 30. En aan David schonken Wij
40 39, 30| 30. Waarlijk gij zult sterven
41 40, 30| 30. En de gelovige zeide: "
42 41, 30| 30. Voorzeker zij, die zeggen: "
43 42, 30| 30. Welke ramp u ook overkomt,
44 43, 30| 30. Maar nu de Waarheid tot
45 44, 30| 30. En zo redden Wij de kinderen
46 45, 30| 30. Maar wat hen betreft, die
47 46, 30| 30. Zij zeiden: "O, ons volk,
48 47, 30| 30. En indien Wij wilden, konden
49 50, 30| 30. Op die Dag zullen Wij tot
50 51, 30| 30. "Uw Heer heeft het zo gezegd,"
51 52, 30| 30. Zeggen zij: "Hij is een
52 53, 30| 30. Zo ver reikt hun kennis.
53 54, 30| 30. Hoe vreselijk was toen
54 55, 30| 30. Welke van de gunsten van
55 56, 30| 30. En dekkende schaduwen, ~
56 67 | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 30 strofen. ~In naam van Allah,
57 67, 30| 30. Zeg: "Vertel mij, indien
58 68, 30| 30. Toen gingen zij elkaar
59 69, 30| 30. Grijpt hem en boeit hem. ~
60 70, 30| 30. - Uitgezonderd met hun
61 74, 30| 30. Daarover waken er negentien (
62 75, 30| 30. Dan wordt (hij) tot uw
63 76, 30| 30. En gij zult niets anders
64 77, 30| 30. Begeeft u tot een schaduw
65 78, 30| 30. Smaakt dus de straf! Wij
66 79, 30| 30. En ook de aarde spreidde
67 80, 30| 30. En tuinen, dicht beplant. ~
68 83, 30| 30. En wanneer zij hen voorbijgingen,
69 89 | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 30 strofen. ~In naam van Allah,
70 89, 30| 30. En ga Mijn paradijs binnen. ~~
|