bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1 Voo | rechtstreekse aanspraak. Derhalve is het mogelijk, dat de
2 2, 18 | 18. Doof, stom en blind, derhalve keren zij niet terug; ~
3 2, 22 | voedsel voor u. Plaatst derhalve geen gelijken nevens Allah,
4 2, 54 | het kalf te aanvaarden: derhalve keert terug tot Uw Schepper
5 2, 86 | tegenwoordig leven hebben verkocht. Derhalve zal hun straf niet worden
6 2, 88 | ongeloof vervloekt. Weinig is derhalve hetgeen zij geloven. ~
7 2, 89 | verwierpen het. Gods vloek rust derhalve op de ongelovigen. ~
8 2, 158| tekenen van Allah. Er rust derhalve op hem, die de Hadj (pelgrimstocht)
9 2, 235| uw gedachten is en vreest derhalve voor Hem en weet, dat Allah
10 2, 256| van dwaling onderscheiden; derhalve, hij die de duivel verloochent
11 4, 74 | 74. Laten derhalve zij, die hun tegenwoordig
12 4, 89 | gelijk zult worden. Neemt derhalve geen vrienden uit hun midden
13 4, 91 | blindelings mee. Als zij zich derhalve niet op een afstand van
14 4, 119| Allah's schepping bederven." Derhalve hij, die buiten Allah Satan
15 4, 155| hun ongeloof verzegeld, derhalve geloven zij slechts weinig; ~
16 5, 13 | bevinden op enkelen na, derhalve vergeef hen en wend u van
17 5, 34 | hen in uw macht hebt. Weet derhalve, dat Allah Vergevensgezind,
18 5, 68 | ongeloof doen toenemen; treurt derhalve niet over het ongelovige
19 5, 71 | geen beproeving zou zijn, derhalve werden zig blind en doof.
20 5, 85 | 85. Derhalve beloonde Allah hen voor
21 5, 94 | in het verborgene vrezen. Derhalve zal voor hen, die na deze (
22 7, 136| 136. Wij straften hen derhalve en verdronken hen in zee,
23 9, 87 | en hun hart is verzegeld, derhalve begrijpen zij niet.
24 9, 93 | hun hart een zegel gelegd, derhalve begrijpen zij niet. ~
25 14, 47 | 47. Denk derhalve niet dat Allah zal falen
26 17, 16 | maar zij overtreden dit, derhalve wordt de verordening tegen
27 17, 103| 103. Derhalve besloot hij hem uit het
28 18, 11 | 11. Derhalve zonderden Wij hen in de
29 18, 50 | Hij was één der djinn, derhalve was hij ongehoorzaam aan
30 18, 57 | hun oren. Indien gij hen derhalve tot de leiding roept, willen
31 18, 64 | waarnaar wij hebben gezocht." Derhalve keerden beiden op hun schreden
32 18, 81 | 81. "Derhalve wensten wij dat hun Heer
33 18, 82 | was een rechtvaardig man derhalve behaagde het uw Heer dat
34 18, 97 | 97. Derhalve waren zij (Gog en Magog)
35 18, 105| ontmoeting met Hem verwerpen. Derhalve zijn hun werken verloren
36 19, 26 | gelofte gedaan te vasten; derhalve zal ik heden met niemand
37 19, 36 | en uw Heer. Aanbidt Hem derhalve, dit is de rechte weg." ~
38 19, 65 | hier tussen is. Dien Hem derhalve en wees volhardend in Zijn
39 20, 14 | God behalve Ik, aanbid Mij derhalve en verricht het gebed tot
40 20, 47 | boodschappers van uw Heer; laat derhalve de kinderen van Israël met
41 20, 58 | tegenover (de uwe) stellen; maak derhalve een afspraak met ons die
42 20, 64 | 64. "Beraamt derhalve uw plan en treedt dan eensgezind
43 20, 72 | ons geschapen heeft. Doet derhalve wat gij wilt; gij kunt alleen
44 20, 87 | lading sieraden van het volk, derhalve wierpen wij deze weg, en
45 20, 90 | de Barmhartige; volgt mij derhalve en gehoorzaamt mijn bevel." ~
46 20, 117| vrouw een vijand; laat hij u derhalve niet uit de tuin verdrijven,
47 20, 121| het gebod van zijn Heer, derhalve leed hij. ~
48 20, 135| Een ieder wacht; wacht gij derhalve ook en weldra zult gij te
49 21, 25 | God buiten Mij, aanbidt derhalve Mij alleen." ~
50 21, 77 | voorzeker een slecht volk; derhalve verdronken Wij hen allen. ~
51 21, 92 | ben uw Heer, aanbidt Mij derhalve. ~
52 22, 30 | is verkondigd. Vermijdt derhalve de onreinheid der afgodsbeelden
53 23, 48 | 48. Derhalve verloochenden zij hen en
54 23, 52 | Ik uw Heer ben. Neemt Mij derhalve tot uw Beschermer. ~
55 29, 56 | is uitgestrekt, aanbidt derhalve Mij alleen. ~
56 33, 47 | 47. Verkondig derhalve aan de gelovigen het blijde
57 38, 73 | 73. Derhalve vielen alle engelen neder, ~
58 39, 16 | Mijn dienaren, vreest Mij derhalve." ~
59 41, 6 | slechts één God is; weest derhalve oprecht jegens Hem en vraagt
60 41, 14 | engelen hebben nedergezonden. Derhalve verwerpen wij datgene waarmede
61 41, 37 | nacht, de zon en de maan; derhalve werpt u niet neder voor
62 50, 5 | toen deze tot hen kwam, derhalve zijn zij in een verwarde
63 51, 59 | van hun gezellen. Laat hen derhalve niet wensen dit te verhaasten. ~
64 57, 15 | 15. Derhalve zal op deze Dag geen losgeld
65 63, 3 | omhelsden en daarna verwierpen. Derhalve is een zegel op hun hart
66 86, 5 | 5. Laat de mens derhalve overwegen waaruit hij geschapen
67 86, 17 | 17. Geef derhalve de ongelovigen voor een
68 106, 3 | 3. Laten zij derhalve de Heer van dit Huis aanbidden. ~
69 109, 6 | 6. Derhalve voor u uw godsdienst en
|