Sura, Verse
1 2, 36 | middel van de boom verleidde Satan hen beiden en dreef hen
2 2, 168| niet in de voetstappen van Satan; voorzeker, hij is voor
3 2, 208| volgt de voetstappen van Satan niet; hij is voorzeker uw
4 2, 268| 268. Satan dreigt u met armoede en
5 2, 275| verrijzen zoals iemand, die door Satan met krankzinnigheid is geslagen.
6 3, 36 | onder Uw bescherming tegen Satan, de verworpene." ~
7 3, 155| omkeerden, werden door Satan wegens hun daden aan het
8 3, 175| 175. Satan alleen maakt zijn vrienden
9 4, 38 | laatste Dag geloven. En wie Satan als metgezel heeft, heeft
10 4, 60 | dezen te verwerpen. En Satan wenst hen ver van het rechte
11 4, 76 | daarom tegen de vrienden van Satan; voorzeker, Satan's plan
12 4, 76 | vrienden van Satan; voorzeker, Satan's plan is zwak. ~
13 4, 83 | uitzondering van enkelen, Satan hebben gevolgd. ~
14 4, 117| zij roepen niemand aan dan Satan, de opstandige. ~
15 4, 118| heeft hem vervloekt. En hij (Satan) zeide: "Ik zal voorzeker
16 4, 119| Derhalve hij, die buiten Allah Satan tot vriend neemt, zal zeker
17 4, 120| beloften en wekt begeerten en Satan belooft hun niets dan bedrog. ~
18 5, 90 | anders dan gruwelen, door Satan gewrocht. Vermijdt ze dus,
19 5, 91 | wijn en hazardspel, wenst Satan onder u vijandschap en afgunst
20 6, 43 | hun hart was verhard en Satan deed hun schoon schijnen
21 6, 68 | gesprek beginnen. En als Satan het u doet vergeten zit
22 6, 142| volgt de voetstappen van Satan niet. Voorzeker, hij is
23 7, 20 | 20. Maar Satan fluisterde hun (boze ingevingen)
24 7, 22 | Ik niet tot u: 'Voorwaar, Satan is een openlijke vijand
25 7, 27 | kinderen van Adam, laat Satan u niet verleiden, zoals
26 7, 175| wendde zich af, daarom volgde Satan hem en hij werd verleid. ~
27 7, 200| als een boze ingeving van Satan u (tot het kwade) aanspoort,
28 7, 201| hen een boze neiging van Satan overvalt, gedenken Allah
29 8, 11 | reinigen en het vuil van Satan van u mocht verwijderen
30 8, 48 | 48. Toen deed Satan hun hun daden schoon schijnen
31 12, 5 | plannen tegen u smeden, want Satan is een openlijke vijand
32 12, 42 | Vermeld mij bij uw heer." Maar Satan deed hem vergeten het aan
33 12, 100| de woestijn bracht, nadat Satan tweedracht tussen mij en
34 14, 22 | Wanneer de zaak is beslist zal Satan zeggen: "Allah deed u een
35 15, 17 | hem tegen elke vervloekte Satan beschermd. ~
36 16, 63 | volkeren die vóór u waren; maar Satan deed hun werken voor hen
37 16, 98 | toevlucht tot Allah tegen Satan de verworpene. ~
38 17, 53 | het beste is. Voorwaar, Satan sticht onenigheid onder
39 17, 53 | onenigheid onder hen. Voorwaar, Satan is de mens een verklaarde
40 17, 64 | doe hun beloften," - maar Satan geeft slechts bedriegelijk
41 18, 63 | vergat ik de vis - en slechts Satan deed mij vergeten er over
42 19, 44 | 44. "O mijn vader, dien Satan niet want Satan is weerspannig
43 19, 44 | vader, dien Satan niet want Satan is weerspannig tegen de
44 19, 45 | dat gij dan een gezel van Satan zult worden,"
45 20, 120| 120. Doch Satan fluisterde hem kwaad in,
46 22, 3 | kennis en elke opstandige Satan volgen. ~
47 22, 52 | Doch Allah doet hetgeen Satan inblaast te niet. Dan bevestigt
48 22, 53 | 53. Zodat Hij hetgeen Satan inblaast tot een beproeving
49 24, 21 | volgt de voetstappen van Satan niet. Wie de voetstappen
50 24, 21 | Wie de voetstappen van Satan volgt die zal hij zeker
51 25, 29 | tot mij was gekomen." En Satan laat de mens in de steek. ~
52 27, 24 | aanbaden in plaats van Allah en Satan heeft hun werken voor schoonschijnend
53 28, 15 | stierf. Hij zeide: "Dit is Satan's werk, en deze is inderdaad
54 29, 38 | woonplaatsen duidelijk zien. Satan deed hun daden hun goed
55 31, 21 | zagen volgen." Zelfs al zou Satan hen tot de straf van het
56 35, 6 | 6. Voorwaar, Satan is een vijand van u, behandelt
57 36, 60 | kinderen van Adam, dat gij Satan niet zoudt dienen, daar
58 37, 7 | tegen iedere opstandige Satan. ~
59 38, 41 | hij tot zijn Heer riep: "Satan heeft mij met kommer en
60 41, 36 | En als een ophitsing van Satan u treft, zoek dan toevlucht
61 43, 36 | achter hem zetten Wij een satan, die zijn metgezel wordt. ~
62 43, 62 | 62. En laat Satan u niet verleiden. Voorzeker,
63 47, 25 | duidelijk is geworden, heeft Satan het gemakkelijk gemaakt
64 58, 10 | samenzwering gaat alleen uit van Satan, opdat hij verdriet moge
65 58, 19 | 19. Satan heeft hen volledig in zijn
66 59, 16 | 16. Evenals Satan, wanneer hij tegen de mens
67 81, 25 | dit is niet het woord van Satan de vervloekte. ~
|