Sura, Verse
1 2, 228| hetgeen billijk is, de mannen hebben voorrang boven haar,
2 2, 282| dicteren. En roept van onder uw mannen twee getuigen en als er
3 2, 282| getuigen en als er geen twee mannen zijn, dan één man en twee
4 4, 1 | schiep en uit hen beiden mannen en vrouwen verspreidde en
5 4, 7 | 7. Er is voor mannen een aandeel van hetgeen
6 4, 32 | anderen deed uitblinken. Mannen zullen een aandeel hebben
7 4, 34 | 34. Mannen zijn voogden over de vrouwen
8 4, 75 | Allah en voor de zwakken -- mannen, vrouwen en kinderen - die
9 4, 98 | van de zwakken onder de mannen en vrouwen en kinderen,
10 4, 176| als er meer zijn - zowel mannen als vrouwen - dan zal de
11 5, 23 | 23. Daarop zeiden twee mannen van degenen die hun Heer
12 5, 95 | gedood - twee rechtvaardige mannen onder u zullen dat beoordelen; -
13 5, 106| twee uwer rechtvaardige mannen; of van twee anderen die
14 6, 139| is uitsluitend voor onze mannen en is onze vrouwen verboden,
15 7, 46 | op de verheven plaatsen mannen zijn die allen aan hun merktekenen
16 7, 81 | Gij nadert met wellust mannen, in plaats van vrouwen.
17 7, 82 | uit uw stad, want zij zijn mannen die zich rein willen houden." ~
18 7, 88 | 88. De leidende mannen van zijn volk die aanmatigend
19 7, 90 | 90. En de leidende mannen van zijn volk die niet geloofden,
20 7, 155| Onze ontmoeting zeventig mannen van zijn volk. Maar toen
21 9, 31 | naast Allah hun geleerde mannen en hun monniken tot Heren
22 9, 67 | 67. De huichelaars, mannen en vrouwen zijn allen met
23 9, 68 | belooft de huichelaars, mannen en vrouwen en de ongelovigen
24 9, 71 | 71. En de gelovigen, mannen en vrouwen, zijn vrienden
25 9, 72 | Allah heeft de gelovigen, mannen en vrouwen tuinen beloofd
26 12, 35 | 35. Dus kwam het hun (mannen) voor, nadat zij de tekenen
27 12, 36 | gingen met hem twee jonge mannen de gevangenis binnen. Een
28 16, 43 | Wij zonden vóór u, slechts mannen aan wie Wij een openbaring
29 16, 76 | een gelijkenis van twee mannen: een hunner is stom, heeft
30 18, 32 | hun de gelijkenis der twee mannen. Voor een hunner maakten
31 21, 7 | vóór u zonden Wij slechts mannen aan wie Wij een openbaring
32 23, 47 | Moeten wij geloven in twee mannen aan ons gelijk terwigl hun
33 24, 12 | Waarom dachten de gelovige mannen en vrouwen, toen zij dit
34 24, 26 | vrouwen zijn voor de slechte mannen, en de slechte mannen zijn
35 24, 26 | slechte mannen, en de slechte mannen zijn voor de slechte vrouwen.
36 24, 26 | vrouwen zijn voor de goede mannen en de goede mannen zijn
37 24, 26 | goede mannen en de goede mannen zijn voor de goede vrouwen,
38 24, 30 | 30. Zeg tot de gelovige mannen dat zij hun ogen neergeslagen
39 26, 165| gij van alle schepselen de mannen?
40 27, 55 | Nadert gij wellustig de mannen in plaats van de vrouwen?
41 28, 15 | hij vond er twee vechtende mannen, de ene van zijn eigen volk
42 28, 23 | vond hij daar een groep mannen die hun vee drenkten. En
43 28, 76 | geweest voor een groep sterke mannen. Toen zijn volk tot hem
44 29, 29 | 29. Nadert gij mannen met wellust en rooft gij
45 33, 35 | Moslima's en de gelovige mannen en vrouwen, de gehoorzame
46 33, 35 | en vrouwen, de gehoorzame mannen en vrouwen, de waarachtige
47 33, 35 | vrouwen, de waarachtige mannen en vrouwen, de standvastige
48 33, 35 | vrouwen, de standvastige mannen en vrouwen, de mannen en
49 33, 35 | standvastige mannen en vrouwen, de mannen en de vrouwen die nederig
50 33, 35 | vrouwen die nederig zijn, de mannen en de vrouwen die aalmoezen
51 33, 35 | die aalmoezen geven, de mannen en de vrouwen die vasten,
52 33, 35 | de vrouwen die vasten, de mannen en de vrouwen die hun kuisheid
53 33, 35 | hun kuisheid bewaren, de mannen en de vrouwen die Allah
54 33, 40 | niet de vader van één uwer mannen, maar de boodschapper van
55 33, 58 | 58. En zij, die gelovige mannen en vrouwen lastig vallen
56 33, 67 | onze leiders en onze grote mannen maar zij deden ons van de
57 33, 73 | dat Allah huichelachtige mannen en vrouwen, en afgodendienaren
58 33, 73 | barmhartigheid tot gelovige mannen en vrouwen, en Allah is
59 46, 35 | zoals de boodschappers, die mannen van karaktervastheid waren,
60 47, 19 | en voor die van gelovige mannen en vrouwen. Allah kent de
61 48, 5 | 5. Zodat Hij de gelovige mannen en vrouwen in tuinen moge
62 48, 25 | het niet om de gelovige mannen en vrouwen die gij niet
63 56, 17 | 17. Daar zullen jonge mannen onder hen rondgaan die niet
64 57, 12 | Dag waarop gij de gelovige mannen en vrouwen zult zien, hun
65 57, 18 | 18. De mannen en vrouwen die aalmoezen
66 71, 28 | binnentreedt, ook de gelovige mannen en vrouwen; en doe de onrechtvaardigen
67 85, 10 | En zij, die de gelovige mannen en vrouwen vervolgen en
|