bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1 Voo | ons leven. ~Dit gebeurt nu eens in de vorm van gelijkenissen,
2 2, 68 | tussen beide in - doet nu, wat u geboden is." ~
3 2, 71 | vlekkeloos." Zij zeiden: "Nu hebt gij het precies gezegd."
4 2, 101| 101. En nu er een boodschapper van
5 2, 165| als zij die overtreden (nu) de tijd kunnen zien wanneer
6 2, 187| geschonken. Daarom moogt gij nu tot haar ingaan en betrachten,
7 2, 258| sterven." Abraham zeide: "Nu, Allah doet de zon van het
8 2, 259| honderd jaren gebleven. Kijk nu naar uw voedsel en uw drank;
9 3, 61 | 61. Zou men nu met u over hem (Jezus) redetwisten,
10 3, 143| voordat gij hem ontmoettet, nu hebt gij hem gezien en gij
11 5, 3 | dus niet hen, maar Mij. Nu heb Ik uw godsdienst voor
12 6, 89 | profetenambt gaven. Maar nu dezen er ondankbaar voor
13 6, 94 | 94. Nu zijt gij één voor één tot
14 6, 94 | niet bij u. Voorzeker is nu (de band) tussen u afgesneden
15 6, 128| elkander geprofiteerd, maar nu hebben wij de termijn welke
16 6, 157| zijn geleid dan zij." Er is nu een duidelijk bewijs, leiding
17 7, 84 | stenen over hen komen. Ziet nu wat het einde was van de
18 7, 110| land zetten. Wat raadt gij nu aan?" ~
19 8, 66 | 66. Maar nu heeft Allah uw last verlicht,
20 9, 35 | vergaard, ondergaat daarom nu (de gevolgen van) hetgeen
21 10, 29 | 29. "Allah is nu toereikend als Getuige tussen
22 10, 51 | overvalt er in geloven?" Nu? Terwijl gij dit wilde verhaasten?" ~
23 10, 91 | 91. Nu? Terwijl gij voordien ongehoorzaam
24 10, 108| 108. Zeg: "O, gij mensen, nu is de waarheid van uw Heer
25 11, 32 | veel getwist, breng ons nu de straf waarmede gij ons
26 11, 38 | bespotten zoals gij (ons) nu doet, ~
27 11, 72 | wonder! Zal ik een kind baren nu ik een oude vrouw ben en
28 12, 23 | de deuren en zeide: "Kom nu." Hij antwoordde: "Dat verhoede
29 12, 32 | Zij zeide: "Dit is hij nu over wie gij mij beschuldigdet,
30 12, 32 | hij redde zich. En als hij nu niet doet wat ik hem verzoek,
31 12, 51 | vrouw van de Aziez zeide: "Nu is de waarheid aan het licht
32 12, 107| 107. Voelen zij zich dan nu veilig voor het komen van
33 13, 17 | en de valsheid toe. Wat nu het schuim betreft, het
34 16, 63 | schijnen. Daarom is hij nu (in deze wereld) hun vriend
35 18, 48 | gebracht. (Hij zal zeggen) Nu zijt gij tot Ons gekomen
36 18, 77 | gastvrijheid te betonen. Nu vonden zij daar een muur,
37 18, 96 | ijzer) wit gloeiend werd, nu zeide hij: "Brengt mij gesmolten
38 21, 99 | niet daarin zijn gegaan; nu zullen allen er in verblijven. ~
39 26, 100| 100. En wij hebben nu geen bemiddelaar, ~
40 28, 33 | en ik vrees dat zij mij nu zullen doden. ~
41 31, 11 | Schepping van Allah. Toont mij nu wat degenen hebben geschapen
42 32, 12 | hebben gehoord, zend ons nu terug opdat wij goede werken
43 32, 14 | deze Dag vergat. Voorzeker nu hebben Wij u vergeten. Ondergaat
44 32, 26 | in wier woonplaatsen zij nu rondlopen? Daarin zijn zeker
45 37, 31 | 31. Nu is het woord van onze Heer
46 37, 149| 149. Vraag hun nu of hun Heer dochters heeft
47 39, 24 | worden gezegd: "Ondergaat (nu) wat gij verdiendet." ~
48 39, 49 | 49. Wanneer nu de mens tegenspoed treft,
49 39, 71 | antwoorden: "Ja zeker!" Maar nu is de uitspraak van de straf
50 40, 11 | bekennen onze zonden. Is er nu een uitweg?" ~
51 40, 12 | toegeschreven, geloofdet gij. Nu behoort het oordeel aan
52 40, 47 | volgelingen; wilt gij dan nu een gedeelte van het Vuur
53 40, 48 | er allen in. Allah heeft nu over Zijn dienaren recht
54 40, 76 | daarin vertoevende. Kwaad is nu het tehuis voor de laatdunkenden." ~
55 41, 24 | 24. Indien zij nu volharden, is het Vuur hun
56 43, 30 | 30. Maar nu de Waarheid tot hen is gekomen,
57 50, 22 | waart hieromtrent achteloos. Nu hebben Wij uw sluier van
58 53, 23 | leiding van hun Heer is nu tot hen gekomen. ~
59 54, 37 | ogen en zeiden: "Ondergaat nu Mijn straf en Mijn waarschuwing." ~
60 54, 39 | 39. "Ondergaat nu Mijn straf en Mijn waarschuwing." ~
61 56, 88 | 88. Als hij nu behoort tot degenen, die
62 68, 29 | 29. Nu riepen zij uit: "Glorie
63 72, 9 | te beluisteren. Maar wie nu luistert, vindt een vlam
64 77, 39 | 39. Indien gij nu enig plan hebt gebruikt
65 80, 24 | 24. Laat nu de mens naar zijn voedsel
|