Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
29 73
3 118
30 70
31 65
32 63
33 63
34 64
Frequency    [«  »]
67 vrede
66 nadat
66 totdat
65 31
65 nu
65 uwer
64 34

Koran

IntraText - Concordances

31

                                         bold = Main text
   Sura, Verse                           grey = Comment text
1 2, 31| 31. En Hij leerde Adam al de 2 3, 31| 31. Zeg: "Indien gij Allah 3 4, 31| 31. Als gij de grootste dingen 4 5, 31| 31. Toen zond Allah een raaf, 5 6, 31| 31. Voorzeker, zij, die de 6 7, 31| 31. O, kinderen van Adam, let 7 8, 31| 31. En wanneer Onze verzen 8 9, 31| 31. Zij hebben naast Allah 9 10, 31| 31. Zeg: "Wie voorziet u van 10 11, 31| 31. "En ik zeg u niet: 'Ik 11 12, 31| 31. En toen zij van hun plannen 12 13, 31| 31. En als er een Koran was, 13 14, 31| 31. Zeg tot mijn gelovige dienaren 14 15, 31| 31. Maar Iblies weigerde tot 15 16, 31| 31. Tuinen der eeuwigheid zullen 16 17, 31| 31. En doodt uw kinderen niet 17 18, 31| 31. Voor dezulken zijn de Tuinen 18 19, 31| 31. "Hij heeft mij gezegend 19 20, 31| 31. "Vergroot mijn kracht door 20 21, 31| 31. En Wij hebben op aarde 21 22, 31| 31. Oprecht zijnde voor Allah, 22 23, 31| 31. Toen verwekten Wij een 23 24, 31| 31. En zeg tot de gelovige 24 25, 31| 31. Zo maken Wij voor elke 25 26, 31| 31. Pharao zeide: "Breng het 26 27, 31| 31. Weest niet laatdunkend 27 28, 31| 31. Werp uw staf neder." En 28 29, 31| 31. En toen onze boodschappers 29 30, 31| 31. U tot Hem bekerende, vreest 30 31 | 31. De Wijzen (Loqmaan) Geopenbaard 31 31, 31| 31. Hebt gij niet gezien, dat 32 33, 31| 31. Maar wie van u aan Allah 33 34, 31| 31. En de ongelovigen zeggen: " 34 35, 31| 31. En hetgeen Wij u hebben 35 36, 31| 31. Hebben zij niet gezien, 36 37, 31| 31. Nu is het woord van onze 37 38, 31| 31. Herinnert u, toen er renpaarden 38 39, 31| 31. Dan zult gij op de Dag 39 40, 31| 31. Zoals hoe geval was bij 40 41, 31| 31. "Wij zijn uw vrienden in 41 42, 31| 31. En gij kunt op aarde niet 42 43, 31| 31. En men zegt: "Waarom is 43 44, 31| 31. Door Pharao: want hij was 44 45, 31| 31. Maar tot de ongelovigen ( 45 46, 31| 31. "O, ons volk, geef gehoor 46 47, 31| 31. En Wij zullen u zeker beproeven 47 50, 31| 31. En de Hemel zal dicht bij 48 51, 31| 31. Abraham zeide: "Wat is 49 52, 31| 31. Zeg: "Wacht! Ik wacht ook 50 53, 31| 31. En aan Allah behoort hetgeen 51 54, 31| 31. Wij zonden een enkele straf 52 55, 31| 31. Wij zullen spoedig met 53 56, 31| 31. En stromende wateren, ~ 54 68, 31| 31. En zeiden: "Wee ons, wij 55 69, 31| 31. Werpt hem dan in de hel. ~ 56 70, 31| 31. Maar degenen die buiten 57 74, 31| 31. En Wij hebben niets dan 58 75, 31| 31. Want hij (mens) nam de 59 76 | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 31 strofen. ~In naam van Allah, 60 76, 31| 31. Hij laat tot Zijn barmhartigheid 61 77, 31| 31. Die geen koelte geeft, 62 78, 31| 31. Voorwaar, er is triomf 63 79, 31| 31. Daaruit bracht Hij water 64 80, 31| 31. En vruchten en weiden, ~ 65 83, 31| 31. En wanneer zij tot de hunnen


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License