Sura, Verse
1 2, 102| geschil maken tussen een man en zijn vrouw, maar zij
2 2, 178| voorgeschreven: de vrije man tegen de vrije man, de slaaf
3 2, 178| vrije man tegen de vrije man, de slaaf tegen de slaaf
4 2, 232| niet, haar (aanstaande) man te huwen, als zij met elkander
5 2, 282| twee mannen zijn, dan één man en twee vrouwen van degenen,
6 3, 36 | zij voortbracht. "En de man is niet gelijk aan de vrouw.
7 3, 47 | een zoon hebben, daar geen man mij heeft benaderd?" Hij
8 3, 195| iedere werker onder u, hetzij man of vrouw, niet verloren
9 4, 12 | schuld. En indien er een man of een vrouw is, van wie
10 4, 124| werken verricht, hetzij man of vrouw, en gelovig is,
11 4, 128| onverschilligheid van haar man vreest, zal het geen blaam
12 4, 176| betreffende "Kalalah": Indien een man sterft en geen kind achterlaat
13 4, 176| als vrouwen - dan zal de man evenveel als het aandeel
14 7, 63 | tot u is gekomen door een man uit uw midden opdat hij
15 7, 69 | tot u is gekomen door een man uit uw midden, opdat hij
16 7, 175| vertel hun het verhaal van de man die Wij Onze tekenen gaven,
17 8, 24 | weet, dat Allah tussen een man en zijn hart komt en dat
18 10, 2 | voor de mensen, dat Wij een man uit hun midden openbaarden: "
19 11, 27 | Wij zien in u slechts een man zoals wij en wij zien dat
20 11, 72 | mijn echtgenoot een oude man is? Dit is inderdaad iets
21 11, 78 | onder u geen weldenkend man?" ~
22 12, 28 | 28. Toen hij (haar man) zag dat zijn hemd van achteren
23 12, 46 | 46. "O, Jozef! gij man der waarheid, leg ons de
24 12, 54 | zijt van deze dag af een man van positie en vertrouwen
25 16, 97 | Die juist handelt, hetzij man of vrouw en een gelovige
26 16, 103| zeggen dat het slechts een man is, die hem (de profeet)
27 17, 47 | volgt slechts een betoverd man." ~
28 18, 82 | vader was een rechtvaardig man derhalve behaagde het uw
29 19, 17 | gestalte van een volmaakte man. ~
30 19, 20 | zoon ontvangen terwijl geen man mij heeft aangeraakt en
31 19, 28 | vader was geen verdorven man noch was uw moeder een onkuise
32 20, 40 | treuren. En gij dooddet een man, doch Wij verlosten u van
33 21, 60 | Wij hoorden een jonge man over hen spreken; hij heet
34 23, 34 | 34. En indien gij een man gelijk aan uzelf gehoorzaamt
35 24, 9 | over haar zij als hij (haar man) de waarheid spreekt. ~
36 25, 8 | volgt slechts een betoverd man!" ~
37 26, 186| zijt niets meer dan een man zoals wij en wij denken
38 28, 19 | zoals gij gisteren een man gedood hebt? Gij wenst slechts
39 28, 20 | 20. En er kwam een man aangehold van het andere
40 28, 23 | onze vader is een zeer oude man." ~
41 28, 26 | in dienst, want de beste man die gij kunt huren is hij,
42 28, 33 | Mijn Heer, ik doodde een man onder hen, en ik vrees dat
43 33, 4 | 4. Allah heeft voor geen man twee harten in zijn binnenste
44 33, 36 | het betaamt de gelovige man of vrouw niet, wanneer Allah
45 34, 7 | zeggen: "Zullen wij u een man aanwijzen die u meedeelt
46 34, 43 | zij: "Dit is slechts een man, die u van hetgeen uw vaderen
47 36, 20 | 20. En er kwam een man aanhollen van het verste
48 39, 29 | geeft een gelijkenis; een man die aan meer aanspraak-hebbenden
49 39, 29 | elkander oneens zijn, en een man die geheel aan één man toebehoort.
50 39, 29 | een man die geheel aan één man toebehoort. Zijn zij beiden
51 40, 28 | 28. En een gelovig man uit het volk van Pharao
52 40, 28 | verborg, zeide: "Wilt gij een man doden omdat hij zegt: 'Mijn
53 40, 40 | vergolden; maar wie goed doet, man of vrouw, en gelovig is
54 43, 31 | Koran niet aan een groot man uit de twee steden geopenbaard?" ~
55 43, 52 | dan deze onaanzienlijke man die zich nauwelijks kan
56 49, 13 | mensdom! Wij hebben u uit man en vrouw geschapen en Wij
57 54, 24 | zeiden: "Moeten wij een man uit ons midden volgen? Dan
58 58, 1 | die met u aangaande haar man twistte en tot Allah klaagde.
59 68, 48 | Heer en wees niet als de man van de vis toen hij (Allah)
60 75, 39 | kiem) maakt Hij een paar, man en vrouw. ~
61 80, 2 | 2. Omdat er een blinde man tot hem kwam. ~
62 80, 34 | 34. De Dag waarop een man van zijn broeder vlucht, ~
63 89, 5 | zeker genoeg bewijs voor een man van begrip. ~
64 92, 3 | En bij de schepping van man en vrouw. ~
|