Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
31 65
32 63
33 63
34 64
35 63
36 62
37 61
Frequency    [«  »]
65 31
65 nu
65 uwer
64 34
64 deel
64 man
64 zonder

Koran

IntraText - Concordances

34

                                         bold = Main text
   Sura, Verse                           grey = Comment text
1 2, 34| 34. En toen Wij tot de engelen 2 3, 34| 34. Afstammelingen, de een 3 4, 34| 34. Mannen zijn voogden over 4 5, 34| 34. Dit, met uitzondering van 5 6, 34| 34. Gewis, de boodschappers 6 7, 34| 34. En er is voor elk volk 7 8, 34| 34. Waarom zal Allah hen niet 8 9, 34| 34. O, gij die gelooft, velen 9 10, 34| 34. Zeg: "Is er één uwer afgoden 10 11, 34| 34. "En als ik u raad geef 11 12, 34| 34. Daarom verhoorde zijn Heer 12 13, 34| 34. Er is voor hen een straf 13 14, 34| 34. En Hij gaf u al hetgeen 14 15, 34| 34. God zeide: "Ga dan heen, 15 16, 34| 34. Het boze dat zij deden 16 17, 34| 34. En raakt het eigendom van 17 18, 34| 34. En hij had overvloed,en 18 19, 34| 34. Aldus was Jezus, de zoon 19 20, 34| 34. "En U zeer indachtig mogen 20 21, 34| 34. Wij hebben aan niemand 21 22, 34| 34. En voor elk volk hebben 22 23, 34| 34. En indien gij een man gelijk 23 24, 34| 34. En Wij hebben duidelijke 24 25, 34| 34. Zij die vernederd naar 25 26, 34| 34. Pharao zeide tot de vooraanstaanden 26 27, 34| 34. Zij zeide: "Voorzeker, 27 28, 34| 34. Maar mijn broeder Aäron 28 29, 34| 34. Wij zullen gewis een straf 29 30, 34| 34. Zodat zij ondankbaar worden 30 31 | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 34 strofen. ~In naam van Allah, 31 31, 34| 34. Voorwaar, Allah alleen 32 33, 34| 34. En herinnert u de woorden 33 34 | 34. De Stad van Saba (Saba) 34 34, 34| 34. En Wij zonden geen waarschuwer 35 35, 34| 34. En zij zullen zeggen: " 36 36, 34| 34. En Wij hebben er tuinen 37 37, 34| 34. Zo behandelen Wij de schuldigen; ~ 38 38, 34| 34. Voorzeker Wij beproefden 39 39, 34| 34. Zij zullen van hun Heer 40 40, 34| 34. En voordien kwam Jozef 41 41, 34| 34. Het goede en kwade zijn 42 42, 34| 34. Of Hij kan ze vernietigen: 43 43, 34| 34. En deuren voor hun huizen; 44 44, 34| 34. Deze mensen (de ongelovigen) 45 45, 34| 34. En er zal worden gezegd: " 46 46, 34| 34. En de Dag, waarop de ongelovigen 47 47, 34| 34. Waarlijk, de ongelovigen, 48 50, 34| 34. Gaat hier in vrede binnen. 49 51, 34| 34. Door uw Heer gemerkt (ter 50 52, 34| 34. Laat hen dan een woord 51 53, 34| 34. En die weinig geeft en 52 54, 34| 34. En Wij zonden een storm 53 55, 34| 34. Welke van de gunsten van 54 56, 34| 34. En edele vrouwen. ~ 55 68, 34| 34. Inderdaad, voor de rechtvaardigen 56 69, 34| 34. Noch moedigde hij aan, 57 70, 34| 34. En degenen die hun gebeden 58 74, 34| 34. En de dageraad wanneer 59 75, 34| 34. "Wee u! Wee dus over u." ~ 60 77, 34| 34. Wee op die Dag degenen 61 78, 34| 34. En een gevulde beker. ~ 62 79, 34| 34. Maar als de grote ramp 63 80, 34| 34. De Dag waarop een man van 64 83, 34| 34. Daarom zullen op deze Dag


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License