Sura, Verse

 1   2, 24 |         Doch, indien gij het niet kunt doen - en gij zult het nimmer
 2   2, 28 |                           28. Hoe kunt gij Allah verwerpen, terwijl
 3   2, 145|      nooit uw Qiblah volgen, noch kunt gij hun Qiblah volgen, noch
 4   2, 188|    rijkdommen der mensen in zonde kunt verteren, tegen beter weten
 5   2, 219|   weggeven. Zeg hun: "Hetgeen gij kunt missen." Zo maakt Allah
 6   3, 101|                          101. Hoe kunt gij verwerpen, terwijl u
 7   4, 21 |                        21. En hoe kunt gij het nemen, wanneer de
 8   4, 129|                          129. Gij kunt geen volkomen gelijkheid
 9   6, 35 |        een ladder naar de hemelen kunt vinden. En indian Allah
10   6, 134|       voorzeker geschieden en gij kunt het niet voorkomen. ~
11   9, 2  |          weet, dat gij Allah niet kunt ontsnappen en dat Allah
12   9, 3  |           dan, dat gij Allah niet kunt ontsnappen. En geeft tijding
13  10, 38 |        roept buiten Allah wie gij kunt (om hulp aan), als gij waarachtig
14  10, 42 |        die naar u luisteren. Maar kunt gij de doven doen horen,
15  10, 43 |           die naar u kijken. Maar kunt gij de blinden leiden, zelfs
16  10, 53 |          het is zeker waar en gij kunt het niet verijdelen." ~
17  11, 13 |        roept buiten Allah wie gij kunt, als gij waarachtig zijt." ~
18  11, 33 |       brengen als Hij wil, en gij kunt niets verijdelen." ~
19  11, 57 |          plaats doen innemen. Gij kunt Hem in het geheel niet deren.
20  12, 43 |       droom uit als gij een droom kunt verklaren." ~
21  13, 2  |  verrijzen zonder pilaren die gij kunt zien. Daarna zette Hij Zich
22  14, 21 |         voorzeker uw volgelingen; kunt gij ons dan tegen Allah'
23  14, 22 |          kan u niet bijstaan noch kunt gij mij bijstaan. Ik verwerp
24  16, 18 |          Van Allah wilt opsommen, kunt gij dat stellig niet doen.
25  17, 12 |        Heer en opdat gij de jaren kunt tellen en (de tijd kunt)
26  17, 12 |           kunt tellen en (de tijd kunt) berekenen. En Wij hebben
27  17, 37 | hoogmoedig op aarde rond want gij kunt de aarde niet doen splijten,
28  17, 37 |          niet doen splijten, noch kunt gij de bergen in hoogte
29  17, 64 |        bekoor met uw stem wie gij kunt en spoor uw ruiterij en
30  18, 67 |          67. Hij antwoordde: "Gij kunt geen geduld hebben met mij." ~
31  18, 68 |                     68. "Want hoe kunt gij geduldig zijn over dingen
32  18, 95 |        bekleed is beter, doch gij kunt mij met lichamelijke kracht
33  19, 98 |         vóór hen niet vernietigd? Kunt gij een enkeling hunner
34  20, 72 |        derhalve wat gij wilt; gij kunt alleen over het leven dezer
35  21, 10 |          waardoor gij tot aanzien kunt komen, wilt gij dan met
36  25, 19 |           zodat gij de straf niet kunt afwenden of hen helpen.
37  27, 80 |                 80. Waarlijk, gij kunt de doden, noch de doven
38  27, 81 |                          81. Noch kunt gij de blindeen van hun
39  27, 81 |         hun dwaling afleiden. Gij kunt alleen hen doen horen die
40  28, 26 |         want de beste man die gij kunt huren is hij, die sterk,
41  28, 72 |      nacht kan brengen waarin gij kunt rusten? Wilt gij dat niet
42  29, 22 |                        22. Nimmer kunt gij de plannen van Allah
43  29, 38 |          Aad en de Samoed; en dit kunt gij aan hun woonplaatsen
44  30, 52 |                        52. En gij kunt de doden niet doen horen,
45  30, 52 |       doden niet doen horen, noch kunt gij de doven de roep doen
46  30, 53 |                          53. Noch kunt gij de blinden uit hun dwaling
47  30, 53 |           hun dwaling leiden. Gij kunt slechts diegene doen horen
48  33, 13 |         van Jasrab (Madinah), gij kunt hier geen stand houden,
49  34, 30 |        een vastgestelde tijd, gij kunt geen uur eerder gaan of
50  35, 18 |         hij een bloedverwant; gij kunt slechts hen waarschuwen,
51  35, 22 |       horen die Hij wil, maar gij kunt degenen die in hun graven
52  36, 11 |                           11. Gij kunt slechts hem waarschuwen
53  37, 162|                          162. Gij kunt niemand verleiden tegen
54  39, 19 |                               19. Kunt gij hem, tegen wie de uitspraak
55  42, 31 |                        31. En gij kunt op aarde niet ontkomen noch
56  43, 40 |                               40. Kunt gij dan de doven doen horen
57  43, 51 |      rivieren niet op mijn bevel? Kunt, gij dat niet inzien? ~
58  43, 73 |          fruit voor u waarvan gij kunt eten." ~
59  46, 8  |         Als ik het heb verzonnen, kunt gij mij tegen Allah niets
60  48, 15 |      waarbij gij gemakkelijk buit kunt maken: "Sta ons toe u te
61  67, 3  | opeenvolgend heeft geschapen. Gij kunt geen tekort zien in de schepping
62  69, 8  |                                8. Kunt gij enige overblijfselen
63  73, 20 |        Hij weet, dat gij het niet kunt volhouden, en daarom heeft