Sura, Verse
1 2, 84 | vergieten noch uw volk uit hun huizen verdrijven", toen hebt Gij
2 2, 85 | gedeelte van uw volk uit hun huizen verdrijft, elkaar tegen
3 2, 189| is geen deugd, dat gij de huizen binnengaat aan de achterzijde:
4 2, 189| Allah vreest. Dus gaat de huizen door de deuren binnen en
5 2, 243| uit angst voor de dood hun huizen verlieten - het waren er
6 2, 246| onthouden, wanneer wij van onze huizen en onze kinderen zijn verdreven?"
7 3, 49 | zult eten en wat gij in uw huizen zult opslaan. Voorzeker,
8 3, 154| Zeg: "Indien gij in uw huizen waart gebleven, zouden zij
9 3, 195| land verlieten en van hun huizen zijn verjaagd en voor Mijn
10 4, 15 | getuigen, sluit haar dan in de huizen op, totdat de dood haar
11 4, 66 | ten dode" of: "verlaat uw huizen" zouden zij het met uitzondering
12 7, 74 | de vlakten en gij hieuwt huizen uit de bergen. Gedenkt daarom
13 7, 78 | uitgestrekt op de grond in hun huizen. ~
14 7, 91 | uitgestrekt op de grond in hun huizen. ~
15 8, 47 | degenen die pochend uit hun huizen kwamen om door de mensen
16 8, 72 | die hebben geloofd en hun huizen verlieten en met hun bezittingen
17 8, 72 | degenen die geloven en die hun huizen niet verlieten, gij zijt
18 8, 72 | bescherming tenzij zij hun huizen verlaten. Maar als zij hulp
19 8, 74 | degenen die geloven en hun huizen verlaten en die streden
20 8, 75 | naderhand zullen geloven en hun huizen verlaten en tezamen met
21 10, 87 | broeder: "Neemt gij beiden huizen voor uw volk in Egypte en
22 10, 87 | volk in Egypte en bouwt uw huizen tegenover elkaar en houdt
23 11, 65 | u voor drie dagen in uw huizen. Dit is een belofte die
24 11, 67 | lagen uitgestrekt in hun huizen, ~
25 11, 94 | zodat zij uitgestrekt in hun huizen lagen, ~
26 13, 31 | daden, of het zult bij hun huizen neerkomen, totdat de belofte
27 15, 82 | zij hieuwen tot veiligheid huizen in de bergen uit. ~
28 16, 41 | 41. En degenen, die (hun) huizen ter wille van Allah hebben
29 16, 68 | bezield, (zeggende): "Maakt huizen in de heuvels en in de bomen
30 16, 80 | 80. En Allah heeft van uw huizen een rustplaats voor u gemaakt,
31 17, 5 | macht tegen u uit, die de huizen binnendrongen; dit was een
32 22, 40 | die ten onrechte uit hun huizen werden verdreven alleen
33 22, 58 | 58. Degenen die hun huizen verlaten terwille van Allah,
34 24, 22 | behoeftigen en hun die hun huizen terwille van Allah hebben
35 24, 27 | gelooft, gaat geen andere huizen dan de uwe binnen zonder
36 24, 29 | zonde indien gij onbewoonde huizen, waarin uw goederen staan,
37 24, 36 | 36. In huizen waaromtrent Allah heeft
38 24, 61 | kwaad, dat gij in uw eigen huizen eet of in de huizen van
39 24, 61 | eigen huizen eet of in de huizen van uw broeders, of in de
40 24, 61 | van uw broeders, of in de huizen van uw zusters, of in de
41 24, 61 | van uw zusters, of in de huizen van uw vaders broeders,
42 24, 61 | vaders broeders, of in de huizen van uw vaders zusters, of
43 24, 61 | vaders zusters, of in de huizen van uw moeders broeders,
44 24, 61 | moeders broeders, of in de huizen van uw moeders zusters,
45 24, 61 | afzonderlijk eet. Wanneer gij de huizen betreedt groet dan elkander
46 26, 149| 149. En de huizen, welke gij met grote handigheid
47 27, 52 | dit zijn hun ingestorte huizen omdat zij onrechtvaardig
48 29, 37 | aardbeving en zij lagen in hun huizen plat tegen de grond. ~
49 29, 41 | maakt: en het zwakste der huizen is zeker het huis van de
50 33, 13 | Profeet, zeggende: "Onze huizen staan aan de vijand bloot."
51 33, 27 | En Hij deed u hun land, huizen en hun rijkdommen erven
52 33, 33 | 33. Blijft in uw huizen en stelt uw schoonheid niet
53 33, 34 | en de wijsheid die in uw huizen wordt verkondigd; want Allah
54 33, 53 | gij die gelooft! Gaat de huizen van de profeet niet binnen
55 43, 33 | verwerpen, daken voor hun huizen en trappen waarop zij naar
56 43, 34 | 34. En deuren voor hun huizen; en rustbanken, waarop zij
57 49, 4 | Zij, die van buiten de huizen uit naar u schreeuwen -
58 59, 2 | mensen van het Boek, uit hun huizen zette bij de eerste verbanning.
59 59, 2 | hun hart, zodat zij hun huizen met hun eigen handen en
60 59, 8 | vluchtelingen die van hun huizen en hun eigendommen zijn
61 60, 8 | gevochten, noch u uit uw huizen hebben verdreven, goed te
62 60, 9 | godsdienst, en die u uit uw huizen hebben verdreven of geholpen
63 65, 6 | van wie gij scheidt) in de huizen waar gij vertoeft, overeenkomstig
|