Sura, Verse
1 2, 21 | degenen, die vóór u waren, schiep - opdat gij behouden zult
2 2, 29 | wat op aarde is, voor u schiep: daarna wendde Hij Zich
3 3, 59 | dat van Adam. Hij (Allah) schiep hem uit stof en zeide: "
4 4, 1 | Die u van één enkele ziel schiep en daaruit haar gezellin
5 4, 1 | en daaruit haar gezellin schiep en uit hen beiden mannen
6 5, 18 | mensen onder degenen die Hij schiep. Hij vergeeft, wie Hij wil
7 6, 1 | Die de hemelen en de aarde schiep en de duisternis en het
8 6, 2 | Hij is het, Die u uit klei schiep en daarna een termijn bepaalde.
9 6, 73 | de aarde in werkelijkheid schiep. En de dag, waarop Hij zegt: "
10 6, 79 | Die de hemelen en de aarde schiep en ik behoor niet tot de
11 6, 100| Allah ofschoon Hij dezen schiep; en zij dichten Hem, zonder
12 6, 142| 142. En Hij schiep onder het vee lastvee en
13 7, 54 | en de aarde in zes dagen schiep; daarna zette Hij Zich op
14 9, 36 | Hij de hemelen en de aarde schiep. Vier hiervan zijn heilig.
15 10, 3 | en de aarde in zes dagen schiep, en Hij zette Zich op de
16 11, 7 | en de aarde in zes dagen schiep en Zijn troon rustte op
17 11, 51 | alleen bij Hem, Die mij schiep. Wilt gij dan niet begrijpen?" ~
18 14, 19 | en de aarde in waarheid schiep? Als Hij het wil kan Hij
19 14, 32 | Die de hemelen en de aarde schiep en water uit die wolken
20 17, 99 | Die de hemelen en de aarde schiep, bij machte is hun evenbeeld
21 18, 37 | Gelooft gij niet in Hem, Die u schiep uit stof, daarna uit een
22 21, 33 | Die de nacht en de dag schiep. Ook de zon en de maan,
23 21, 56 | en van de aarde, Die deze schiep en ik leg getuigenis er
24 23, 91 | zou elke God hetgeen Hij schiep, voor zich houden, en sommigen
25 25, 59 | tussen is, in zes dagen schiep, zette Zich dan op de Troon.
26 26, 184| en de vroegere geslachten schiep." ~
27 27, 60 | Die de hemelen en de aarde schiep en water uit de hemelen
28 29, 44 | 44. Allah schiep de hemelen en de aarde in
29 30, 20 | behoort, dat Hij u uit stof schiep; en ziet! gij zijt mensen
30 30, 21 | midden echtgenoten voor u schiep, opdat gij er rust in moogt
31 31, 25 | als gij hun vraagt: "Wie schiep de hemelen en de aarde?"
32 32, 4 | er tussen is in zes dagen schiep; daarna zette Hij Zich op
33 35, 11 | 11. Allah schiep u uit stof, dan uit een
34 36, 22 | ik, dat ik Hem, Die mij schiep en tot Wie gij zult worden
35 36, 36 | Hem, Die alles in paren schiep van hetgeen op aarde groeit
36 36, 79 | hen voor de eerste keer schiep zal hen doen herleven; Hij
37 36, 81 | Die de hemelen en de aarde schiep, niet in staat hun gelijken
38 39, 5 | 5. Hij schiep de hemelen en de aarde in
39 39, 6 | 6. Hij schiep u uit één ziel, dan maakte
40 40, 67 | Hij is het Die u uit stof schiep, dan uit een levenskiem
41 41, 9 | Die de aarde in twee dagen schiep? En richt gij gelijken aan
42 41, 15 | niet dat Allah, Die hen schiep machtiger was dan zij? Doch
43 41, 21 | het Die u de eerste keer schiep en gij zijt tot Hem teruggebracht. ~
44 41, 37 | neder voor Allah Die hen schiep, indien gij Hem wilt aanbidden. ~
45 43, 9 | indien gij hun vraagt: "Wie schiep de hemelen en de aarde?"
46 43, 12 | 12. En Die alles in paren schiep en u schepen heeft gegeven
47 43, 16 | Hij uit de wezens die Hij schiep dochters genomen en u met
48 43, 27 | 27. Doch Hij, Die mij schiep zal mij zeker leiden." ~
49 43, 87 | indien gji hun vraagt: "Wie schiep hen?", zullen zij zeker
50 46, 33 | Die de hemelen en de aarde schiep en niet moe werd door hen
51 55, 14 | 14. Hij schiep de mens uit droge klei,
52 55, 15 | 15. En Hij schiep de djinn uit de vlam van
53 57, 4 | en de aarde in zes dagen schiep; daarna zette Hij zich op
54 64, 3 | 3. Hij schiep de hemelen en de aarde in
55 65, 12 | Hij Die de zeven hemelen schiep, en van de aarde desgelijks.
56 67, 14 | 14. Zou Hij Die schiep niet alles weten? Hij is
57 67, 23 | Zeg: "Hij is het, Die u schiep, en u oren, ogen en hart
58 71, 15 | zeven opeenvolgende hemelen schiep? ~
59 74, 11 | Mij alleen met hem die Ik schiep. ~
60 75, 38 | een klonter bloed daarna schiep en vervolmaakte Hij hem. ~
61 82, 7 | 7. Die u schiep, daarna voltooide en u de
62 96, 2 | mens uit geronnen bloed schiep. ~
|