1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2411
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1 Voo | lezers door deze vertaling een indruk zullen krijgen van
2 Voo | moge opgemerkt worden, dat een vertaling altijd een vertaling
3 Voo | dat een vertaling altijd een vertaling blijft - en dit
4 Voo | Dreigde de bedoeling door een directe vertaling teloor
5 Voo | dan hebben wij ons van een omschrijving bediend. Waar
6 Voo | omschrijving bediend. Waar een oorspronkelijk vers op tweeërlei
7 Voo | wij ter verduidelijking een woord tussen haakjes toegevoegd. ~
8 Voo | hebben wij vertaald met een Nederlands woord, dat o.
9 Voo | schrijfwijze der Arabische woorden~Een groot probleem was de schrijfwijze
10 Voo | omdat het hier niet gaat om een reeks van verhalen of om
11 Voo | Mohammad, doch integendeel om een volledig richtsnoer voor
12 Voo | verzen en hoofdstukken. Maar een aandachtige studie zal de
13 2, 2 | 2. Dit is een volmaakt Boek, daaraan is
14 2, 2 | daaraan is geen twijfel, een richtsnoer voor de godvrezenden. ~
15 2, 4 | vóór u is geopenbaard, en een standvastig vertrouwen hebben
16 2, 7 | verzegeld en over hun ogen is een sluier; hun wacht een zware
17 2, 7 | is een sluier; hun wacht een zware straf. ~
18 2, 10 | 10. Er is een ziekte in hun hart en Allah
19 2, 10 | verergerd; er wacht hun een pijnlijke straf, omdat zij
20 2, 17 | toestand van iemand die een vuur ontstak en toen het
21 2, 22 | 22. Die u de aarde tot een legerstede maakte en de
22 2, 22 | legerstede maakte en de hemel tot een gewelf en Die water van
23 2, 23 | geopenbaard, probeert dan een dergelijk hoofdstuk voort
24 2, 26 | acht het niet beneden zich, een mug of iets nog kleiners
25 2, 26 | Wat bedoelt Allah met zulk een voorbeeld?" Velen laat Hij
26 2, 30 | de engelen zeide: "Ik wil een stedehouder op aarde plaatsen,"
27 2, 36 | vijandig. Er zal op aarde een tijdelijke woonplaats en
28 2, 48 | zal worden aanvaard, noch een losprijs zal worden aangenomen,
29 2, 49 | sparend; hierin was voor u een zware beproeving van uw
30 2, 51 | 51. En toen Wij met Mozes een tijd afspraken van veertig
31 2, 55 | aangezicht zien", toen trof u een donderslag, terwijl gij
32 2, 57 | En Wij deden de wolken een schaduw over u zign en zonden
33 2, 59 | vervingen het woord door een ander, dat niet tegen hen
34 2, 59 | over de onrechtvaardigen een grote straf vanuit de hemel,
35 2, 61 | hetgeen beter is? Gaat naar een stad, daar zult gij vinden,
36 2, 63 | 63. En toen Wij een verbond met u aangingen
37 2, 66 | Zo maakten Wij hen tot een voorbeeld voor hen die in
38 2, 66 | die na hen kwamen en tot een les voor de godvrezenden. ~
39 2, 67 | Waarlijk, Allah gebiedt u, een koe te slachten", zeiden
40 2, 68 | duidelijk make, wat voor een koe dit moet zijn." Hij
41 2, 68 | antwoordde: "Hij zegt, dat het een koe moet zijn, noch oud,
42 2, 69 | antwoordde: "Hij zegt, dat het een gele koe is met een diepe
43 2, 69 | het een gele koe is met een diepe kleur, aangenaam voor
44 2, 71 | antwoordde: "Hij zegt, dat het een koe is, die nog nooit afgericht
45 2, 71 | de akkers te bevloeien, een koe, gaaf en vlekkeloos."
46 2, 72 | 72. En toen gij trachttet een mens te doden en onder elkander
47 2, 73 | hem (de moordenaar) voor een gedeelte van het vergrijp
48 2, 75 | zullen geloven, terwijl een aantal hunner het woord
49 2, 79 | Wee daarom degenen, die een boek met hun eigen handen
50 2, 79 | van Allah", opdat zij er een onwaardige prijs voor kunnen
51 2, 80 | Vuur zal ons slechts voor een klein aantal dagen deren".
52 2, 80 | Vraag hun: "Hebt gij dan een woord van Allah verkregen?
53 2, 83 | 83. En toen Wij een verbond sloten met de kinderen
54 2, 84 | 84. En toen Wij een verbond met u sloten: "Gij
55 2, 85 | eigen broeders doodt en een gedeelte van uw volk uit
56 2, 85 | Gelooft gij dan slechts in een gedeelte van het Boek en
57 2, 85 | het Boek en verwerpt gij een ander gedeelte? Er is geen
58 2, 87 | en deden boodschappers de een na de ander zijn voetsporen
59 2, 87 | heiligheid. Telkens als een boodschapper tot u kwam,
60 2, 89 | 89. En toen een Boek van Allah tot hen kwam,
61 2, 90 | toorn over zich en er is een vernederende kastijding
62 2, 93 | 93. En toen Wij een verbond met U sloten en
63 2, 96 | Ieder van hen wenst, dat hem een leven van duizend jaren
64 2, 96 | worden, doch al ware hem zulk een lang leven vergund, dan
65 2, 97 | 97. Zeg: "Al wie een vijand van Gabriël is" -
66 2, 97 | datgene, wat voordien kwam, een leidraad zijnde en een blijde
67 2, 97 | een leidraad zijnde en een blijde mare voor de gelovlgen. - ~
68 2, 98 | 98. "Al wie een vijand is van Allah en Zijn
69 2, 98 | Michaël, waarlijk, Allah is een vijand van zulke ongelovigen." ~
70 2, 100| dat? Telkens wanneer zij een verbond aangingen, schond
71 2, 100| verbond aangingen, schond een gedeelte hunner het. Neen,
72 2, 101| 101. En nu er een boodschapper van Allah tot
73 2, 101| zij reeds bezaten, heeft een gedeelte der mensen van
74 2, 102| gezegd: "Wij zijn slechts een beproeving; weest daarom
75 2, 102| hen datgene waarmede zij een geschil maken tussen een
76 2, 102| een geschil maken tussen een man en zijn vrouw, maar
77 2, 103| rechtvaardig gehandeld, zou een schonere beloning van Allah
78 2, 104| Er is voor de ongelovigen een pijnlijke straf. ~
79 2, 114| in deze wereld en er zal een grote straf voor hen zijn
80 2, 116| zeggen: "Allah heeft Zich een zoon verwekt. Heilig is
81 2, 118| duidelijk gemaakt, voor een volk, dat standvastig gelooft. ~
82 2, 123| de Dag, waarop geen ziel een andere ziel van nut kan
83 2, 125| En toen Wij het Huis tot een plaats van verzameling voor
84 2, 125| verzameling voor de mensheid en een toevluchtsoord maakten,
85 2, 125| de plaats van Abraham als een plaats voor gebed". En Wij
86 2, 126| maak deze plaats toch tot een oord van vrede en geef vruchten
87 2, 126| zeide Hij: "Ik zal voor een korte tijd ook aan hem,
88 2, 126| het Vuur drijven: het is een slechte verblijfplaats". ~
89 2, 128| maak van ons nageslacht een volk, dat U onderdanig zij.
90 2, 129| 129. Heer, doe onder hen een boodschapper opstaan, die
91 2, 134| 134. Dit is een volk, dat is heengegaan:
92 2, 140| onrechtvaardiger, dan hij, die een getuigenis verbergt, die
93 2, 141| 141. Dit is een volk, dat is heengegaan:
94 2, 143| En zo hebben Wij u tot een verheven volk gemaakt, opdat
95 2, 143| mensen en de Gezant zij een getuige tegenover u. Wij
96 2, 148| 148. Iedereen heeft een richting, waarheen hij zich
97 2, 151| Omdat Wij uit uw midden een boodschapper hebben gezonden,
98 2, 155| 155. En Wij zullen u een weinig beproeven door vrees,
99 2, 156| 156. Zij die, wanneer een rampspoed hen achterhaalt,
100 2, 164| zijn inderdaad tekenen voor een volk, dat begrijpt. ~
101 2, 168| voorzeker, hij is voor u een openlijke vijand. ~
102 2, 171| niets hoort, het blijft een roep en een schreeuw. Zij
103 2, 171| het blijft een roep en een schreeuw. Zij zijn doof,
104 2, 173| varkensvlees en datgene, waarover een andere naam, dan die van
105 2, 174| namelijk het Boek en het voor een geringe prijs verruilen,
106 2, 174| rein achten. Er wacht hun een pijnlijke straf. ~
107 2, 177| belofte nakomen, wanneer zij een belofte doen en de geduldigen
108 2, 178| daarna overtreedt, hem wacht een pijnlijke straf. ~
109 2, 180| tot één uwer komt, en hij een vermogen nalaat, hij een
110 2, 180| een vermogen nalaat, hij een testament opmake voor ouders
111 2, 180| billijkerwijze. Dit is een verplichting voor de godvruchtigen. ~
112 2, 182| maakte, partijdig werd, of een fout heeft begaan, en die
113 2, 182| fout heeft begaan, en die een schikking treft (tussen
114 2, 184| 184. Voor een zeker aantal dagen (zult
115 2, 184| ziek is, of op reis, vaste een aantal andere dagen - er
116 2, 184| aantal andere dagen - er is een losprijs voor degenen, die
117 2, 184| vasten - het voeden van een arme. Maar hij, die vrijwillig
118 2, 185| die, waarin de Koran als een richtsnoer voor de mensen
119 2, 185| onder u ziek of op reis is, een aantal andere dagen. Allah
120 2, 187| vrouwen in te gaan. Zij zijn een gewaad voor u en gij zijt
121 2, 187| voor u en gij zijt haar een gewaad. Allah weet, dat
122 2, 188| naar de rechters, opdat gij een deel der rijkdommen der
123 2, 194| de heilige maand! Er is (een wet van) vergelding voor
124 2, 196| En wie onder u ziek is of een kwaal in het hoofd heeft,
125 2, 196| in het hoofd heeft, moet een losprijs geven, óf door
126 2, 196| aalmoezen te geven, óf door een offer te brengen. En wanneer
127 2, 196| Omrah, tegelijk met de Hadj een offer brengen, dat gemakkelijk
128 2, 202| 202. Voor dezen zal er een aandeel zijn wegens hetgeen
129 2, 206| hem en voorzeker, deze is een kwade rustplaats. ~
130 2, 217| Het vechten hierin is een grote overtreding, maar
131 2, 217| verdrijven, is bij Allah een grotere zonde; en vervolging
132 2, 217| geloof afkeert en sterft als een ongelovige - diens werken
133 2, 220| bevordering van hun welzijn is een goede daad. En als gij met
134 2, 221| voordat zij geloven; waarlijk een gelovige slavin is beter,
135 2, 221| gelovige slavin is beter, dan een afgodendienares, ofschoon
136 2, 221| voordat zij geloven; waarlijk een gelovige slaaf is beter,
137 2, 221| gelovige slaaf is beter, dan een afgodendienaar, ofschoon
138 2, 223| 223. Uw vrouwen zijn een akker voor u - komt daarom
139 2, 230| meer geoorloofd, voordat ze een andere echtgenoot heeft
140 2, 231| bereiken, behoudt haar dan op een behoorlijke manier, of zendt
141 2, 231| manier, of zendt haar op een betamelijke manier weg,
142 2, 232| overeenstemming zijn gekomen. Dit is een vermaning voor hem, die
143 2, 233| hen. En als gij verkiest, een min voor uw kinderen te
144 2, 235| rechtstreeks spreekt over een huwelijksaanzoek aan die
145 2, 236| hebt benaderd of voor haar een bruidsschat hebt vastgesteld.
146 2, 236| vastgesteld. Maar maakt een voorziening voor haar, de
147 2, 236| arme naar zijn middelen, een gebruikelijke voorziening -
148 2, 236| gebruikelijke voorziening - dit is een verplichting voor de deugdzamen. ~
149 2, 237| hebt benaderd maar haar een bruidsschat hebt toegekend, (
150 2, 240| moeten voor hun vrouwen een testament maken voor hun
151 2, 241| voor de gescheiden vrouwen een billijke voorziening zijn,
152 2, 241| voorziening zijn, dit is een verplichting voor de godvruchtigen. ~
153 2, 246| profeten zeiden: "Stel ons een koning aan, opdat wij ter
154 2, 246| af, met uitzondering van een klein aantal hunner; Allah
155 2, 248| zijn heerschappij is, dat u een hart zal worden gegeven,
156 2, 248| volgelingen van Aäron, (een hart) door de engelen gebracht.
157 2, 248| Voorzeker, hierin is voor u een teken, als gij gelovigen
158 2, 249| Voorzeker, Allah zal u door een stroom beproeven: dus hij
159 2, 249| behalve wanneer hij maar een handvol neemt, en hij die
160 2, 249| onder Allah's bevel over een grote groep gezegevierd."
161 2, 256| in Allah gelooft, heeft een sterk houvast gegrepen,
162 2, 259| gelijk degene, die langs een stad komende, welke was
163 2, 259| Hij antwoordde: "Ik ben een dag, of een gedeelte van
164 2, 259| antwoordde: "Ik ben een dag, of een gedeelte van een dag gebleven."
165 2, 259| dag, of een gedeelte van een dag gebleven." Hij zeide: "
166 2, 259| dit is) opdat Wij u tot een teken voor de mensen maken.
167 2, 260| Zet dan ieder hunner op een heuvel; roep hen dan; ze
168 2, 261| is als de gelijkenis van een graankorrel, die zeven aren
169 2, 263| 263. Een vriendelijk woord en vergiffenis
170 2, 264| laatste dag. Hij is als een gladde rots, die met aarde
171 2, 264| aarde is bedekt, waarop een stortregen valt, welke haar
172 2, 265| ziel versterkende, is als een tuin op hooggelegen grond,
173 2, 266| uwer wensen dat er voor hem een tuin was met palmbomen en
174 2, 266| groeien, terwijl hij oud is en een zwak nakomelingschap heeft,
175 2, 266| heeft, en dat hem (de tuin) een vurige wervelwind treft
176 2, 273| herkennen, daar zij niet op een opdringerige wijze bij de
177 2, 275| heeft verklaard. Die daarom een vermaning van zijn Heer
178 2, 282| van elkander leent voor een vastgestelde periode, schrijft
179 2, 282| schrijft het dan op. Laat een schrijver het naar waarheid
180 2, 283| schrijver vindt, laat er dan een onderpand voor worden gegeven.
181 2, 286| niet als wij vergeten of een fout hebben begaan, Heer,
182 3, 4 | Allah verwerpen, zullen een strenge straf ontvangen;
183 3, 12 | worden verzameld, dit is een kwade rustplaats. ~
184 3, 13 | Voorzeker was er voor u een teken in de twee legers
185 3, 13 | Hij wil. Daarin is zeker een les voor hen, die ogen hebben. ~
186 3, 21 | aanmanen, verkondig hun een pijnlijke straf. ~
187 3, 23 | gij niet degenen, aan wie een gedeelte van het Boek werd
188 3, 23 | rechter zij; dan wendt zich een gedeelte hunner af terwijl
189 3, 24 | Vuur zal ons slechts voor een luttel aantal dagen deren."
190 3, 30 | dan zal zij wensen dat er een grote afstand ware tussen
191 3, 34 | 34. Afstammelingen, de een van de ander. En Allah is
192 3, 36 | Heer, ik ben verlost van een meisje." - Allah wist het
193 3, 38 | Heer: "Mijn Heer geef mij een rein nageslacht; voorzeker,
194 3, 39 | en hij zal edel, kuis en een profeet onder de rechtvaardigen
195 3, 40 | zeide: "Heer, hoe zal er een zoon voor mij zijn, waar
196 3, 41 | Hij zeide: "Heer, geef mij een teken." Hij antwoordde: "
197 3, 44 | 44. Dit is een van de tijdingen van het
198 3, 47 | zeide: "Heer, hoe zal ik een zoon hebben, daar geen man
199 3, 49 | 49. En hij zal een boodschapper voor de kinderen
200 3, 49 | zijn. "Ik kom tot u met een teken van uw Heer; ik zal
201 3, 49 | zal u uit klei de vorm van een vogel maken, dan adem ik
202 3, 49 | adem ik daarin en hij zal een vogel worden, door Allah'
203 3, 49 | Voorzeker, daarin is voor u een teken, indien gij gelovigen
204 3, 50 | 50. Ik kom tot u met een teken van uw Heer bevestigende
205 3, 67 | 67. Abraham was noch een Jood, noch een Christen,
206 3, 67 | was noch een Jood, noch een Christen, maar hij was een
207 3, 67 | een Christen, maar hij was een oprecht Moslim. En hij behoorde
208 3, 69 | 69. Een deel der mensen van het
209 3, 72 | 72. En een gedeelte der mensen van
210 3, 75 | is hij, die, als gij hem een schat toevertrouwt, u deze
211 3, 75 | onder, die, als gij hun een dinar toevertrouwt, deze
212 3, 75 | zij tegen beter weten in een leugen tegen Allah. ~
213 3, 77 | 77. Die een geringe prijs (het wereldse)
214 3, 77 | rein beschouwen en er zal een smartelijke straf voor hen
215 3, 78 | van Allah is en zij uiten een leugen tegen Allah, tegen
216 3, 79 | 79. Het betaamt een mens niet, als Allah hem
217 3, 81 | toen Allah met de profeten een verbond sloot, zeide Hij: "
218 3, 81 | geschonken en daarna zal een boodschapper tot u komen,
219 3, 83 | 83. Zoeken zij een godsdienst anders, dan die
220 3, 85 | 85. En wie een andere godsdienst zoekt
221 3, 86 | 86. Hoe zal Allah een volk leiden, dat heeft verworpen,
222 3, 91 | sterven, van geen hunner zal een aarde vol goud worden aanvaard
223 3, 91 | vrijkopen. Dezen zijn het wie een smartelijke straf wacht
224 3, 94 | 94. Degenen die hierna een leugen verzinnen tegen Allah,
225 3, 97 | de mensen opgelegd die er een weg naartoe kunnen vinden.
226 3, 103| gij waart aan de rand van een vuurput en Hij redde u er
227 3, 104| 104. En laat er een groep onder u zijn die tot
228 3, 105| gekomen. Voor hen zal er een zware straf zijn. ~
229 3, 112| vernedering getroffen, tenzij zij een verbond met Allah of een
230 3, 112| een verbond met Allah of een verbond met andere volkeren
231 3, 113| de mensen van het Boek is een oprechte groep, die het
232 3, 117| als de wind, gepaard aan een hevige koude, die de oogst
233 3, 117| die de oogst treft van een volk, dat zichzelf onrecht
234 3, 127| 127. Opdat Hij een deel der ongelovigen kon
235 3, 135| En zij, die wanneer zij een slechte daad begaan of zichzelf
236 3, 138| 138. Dit is een duidelijke verklaring voor
237 3, 138| verklaring voor de mensen, een leiding en vermaning voor
238 3, 140| de tegenstander) is reeds een dergelijk letsel overkomen.
239 3, 144| En Mohammed is slechts een boodschapper. Waarlijk,
240 3, 148| van deze wereld, alsmede een goede beloning in de volgende
241 3, 154| Toen zond Hij na de smart een vredige sluimer over u neder,
242 3, 154| sluimer over u neder, die een deel uwer overviel en het
243 3, 156| gedood; opdat Allah dit tot een oorzaak van wroeging in
244 3, 161| 161. En het betaamt een profeet niet oneerlijk te
245 3, 162| gelijk? Deze (laatste) is een slechte bestemming. ~
246 3, 164| Allah heeft de gelovigen een gunst bewezen, daar Hij
247 3, 164| gunst bewezen, daar Hij een boodschapper uit hun midden
248 3, 172| rechtvaardig handelen, zullen een grote beloning ontvangen. ~
249 3, 173| is ons genoeg en Hij is een uitstekende Beschermer." ~
250 3, 176| hebben, er zal voor hen een strenge straf zijn. ~
251 3, 177| niets aandoen; hen wacht een pijnlijke straf. ~
252 3, 178| toenemen; er zal voor hen een vernederende straf zijn. ~
253 3, 179| rechtvaardig zijt, zal er een grote beloning voor u zijn. ~
254 3, 180| de Dag der Opstanding als een halsband om hun nek worden
255 3, 183| geloven, voordat deze ons een offer brengt dat door het
256 3, 185| dezer wereld is niets dan een middel tot bedrog. ~
257 3, 186| handelt, dat is waarlijk een zaak van vastberadenheid. ~
258 3, 187| 187. En toen Allah een verbond sloot met degenen,
259 3, 188| voor straf. Er wacht hen een pijnlijke kastijding. ~
260 3, 193| 193. Onze Heer, wij hebben een prediker gehoord, die opriep
261 3, 195| doorheen rivieren stromen: een beloning van Allah en bij
262 3, 197| 197. Het is een gering voordeel voor hen;
263 3, 199| tekenen van Allah niet in voor een geringe prijs. Dezen zijn
264 4, 1 | Allah in Wiens naam gij een beroep op elkander doet
265 4, 2 | het uwe. Voorzeker, dat is een grote zonde. ~
266 4, 4 | haar eigen behagen u er een gedeelte van kwijtschelden,
267 4, 7 | 7. Er is voor mannen een aandeel van hetgeen hun
268 4, 7 | nalaten en er is voor vrouwen een aandeel van hetgeen hun
269 4, 7 | het weinig of veel zij: een vastgesteld gedeelte. ~
270 4, 10 | hun buik en zij zullen in een laaiend Vuur branden. ~
271 4, 11 | elk zijner ouders is er een zesde deel der erfenis,
272 4, 11 | deel der erfenis, als hij een kind heeft, maar als hij
273 4, 11 | dan is er voor zijn moeder een derde deel en als hij broeders
274 4, 11 | dan is er voor zijn moeder een zesde deel na de betaling
275 4, 12 | hebben, maar indien zij een kind hebben, is er voor
276 4, 12 | kind hebben, is er voor u een vierde van hetgeen zij nalaten
277 4, 12 | van schuld. En zij zullen een vierde hebben van hetgeen
278 4, 12 | kind hebt, maar als gij een kind hebt, zo is er voor
279 4, 12 | hebt, zo is er voor hen een achtste deel van hetgeen
280 4, 12 | onverrekende schuld. En indien er een man of een vrouw is, van
281 4, 12 | En indien er een man of een vrouw is, van wie wordt
282 4, 12 | ouderloos en kinderloos en heeft een broeder of een zuster, dan
283 4, 12 | en heeft een broeder of een zuster, dan is er voor elk
284 4, 12 | dan is er voor elk hunner een zesde deel. Maar als er
285 4, 12 | zijn zij deelgenoten in een derde na de betaling van
286 4, 13 | in verblijven en dat is een grote zegepraal. ~
287 4, 14 | verblijven en dit zal voor hem een vernederende straf zijn. ~
288 4, 15 | achterhaalt, of totdat Allah haar een weg opent. ~
289 4, 18 | Dezen zijn het, voor wie Wij een pijnlijke straf hebben bereid. ~
290 4, 19 | haar tegenhouden opdat gij een gedeelte van wat gij haar
291 4, 19 | tenzij zij schuldig zijn aan een schandelijk kwaad; en blijft
292 4, 20 | 20. En indien gij een vrouw in plaats van een
293 4, 20 | een vrouw in plaats van een andere wenst te nemen en
294 4, 20 | nemen en gij hebt één harer een schat gegeven, neemt er
295 4, 20 | Wilt gij het door laster en een klaarblijkelijk zondige
296 4, 21 | gij het nemen, wanneer de een uwer tot de andere is ingegaan
297 4, 21 | andere is ingegaan en zij een sterk verbond met u hebben
298 4, 22 | reeds gebeurd is. Het is een slecht en afschuwelijk iets
299 4, 22 | en afschuwelijk iets en een verkeerde weg. ~
300 4, 24 | haar, die gij bezit. Dit is een gebod van Allah voor u.
301 4, 24 | te plegen. En geeft haar een huwelijksgift, tegenover
302 4, 25 | haar meesters en geeft haar een huwelijksgift op de gebruikelijke
303 4, 31 | voor u bedekken en u tot een plaats van grote eer toelaten. ~
304 4, 32 | uitblinken. Mannen zullen een aandeel hebben in hetgeen
305 4, 32 | verdiend en vrouwen zullen een aandeel hebben in hetgeen
306 4, 33 | 33. En voor een ieder hebben Wij erfgenamen
307 4, 33 | degenen met wie uw eden een overeenkomst hebben bekrachtigd,
308 4, 35 | 35. En als gij een breuk tussen hen vreest,
309 4, 35 | tussen hen vreest, stelt dan een scheidsrechter van zijn
310 4, 36 | behoeftigen en aan de nabuur, die een vreemdeling is en de nabuur
311 4, 36 | vreemdeling is en de nabuur die een bloedverwant is en aan de
312 4, 37 | hebben voor de ongelovigen een vernederende straf bereid, ~
313 4, 38 | als metgezel heeft, heeft een kwade metgezel. ~
314 4, 40 | geen onrecht aan. Als het een goede daad is vermenigvuldigt
315 4, 40 | deze en geeft van Zijn kant een grote beloning. ~
316 4, 41 | wat geschiedt, wanneer Wij een getuige van elk volk zullen
317 4, 43 | ziek zijt, of op reis, of een uwer van de afzondering
318 4, 48 | vereenzelvigt, heeft inderdaad een zeer grote zonde begaan. ~
319 4, 50 | 50. Zie, hoe zij een leugen tegen Allah smeden.
320 4, 50 | smeden. En dat is, voorzeker, een klaarblijkelijke zonde. ~
321 4, 51 | niet waargenomen aan wie een gedeelte van het Boek was
322 4, 53 | 53. Hadden zij een aandeel in het koninkrijk
323 4, 54 | Wijsheid en Wij gaven hun ook een groot koninkrijk. ~
324 4, 62 | kan het dan dat, wanneer een rampspoed over hen komt
325 4, 63 | vermaan hen en spreek tot hen een doeltreffend woord ten bate
326 4, 67 | En Wij zouden hun gewis een grote beloning van Ons hebben
327 4, 72 | die achter blijft en als u een rampspoed overkomt, zegt
328 4, 73 | 73. Maar als een genade van Allah tot u komt,
329 4, 73 | geweest, dan zou ik inderdaad een groot voordeel hebben bereikt." ~
330 4, 74 | overwint, weldra zullen Wij hem een grote beloning geven. ~
331 4, 75 | onderdrukkers zijn en schenk ons een vriend en een helper uwerzijds. ~
332 4, 75 | schenk ons een vriend en een helper uwerzijds. ~
333 4, 77 | is voorgeschreven, ziet, een deel hunner vreest de mensen
334 4, 77 | Waarom hebt Gij ons niet voor een korte tijd uitstel verleend?"
335 4, 81 | zij van u weggaan, smeedt een deel hunner plannen in de
336 4, 85 | het kwade bijvalt zal er een gelijk aandeel aan hebben;
337 4, 86 | 86. En wanneer gij met een groet wordt begroet, groet
338 4, 86 | begroet, groet dan terug met een betere groet, of geeft deze
339 4, 90 | Behalve degenen die tot een volk behoren waarmee gij
340 4, 90 | volk behoren waarmee gij een verbond gesloten hebt, of
341 4, 90 | Dus, als zij zich van u op een afstand houden en u niet
342 4, 91 | zij zich derhalve niet op een afstand van u houden, noch
343 4, 92 | 92. Het betaamt een gelovige niet, een andere
344 4, 92 | betaamt een gelovige niet, een andere gelovige te doden,
345 4, 92 | vergissing gebeurt. En wie een gelovige bij vergissing
346 4, 92 | bij vergissing doodt moet een gelovige slaaf bevrijden
347 4, 92 | indien hij (de gedode) tot een u vijandig gezind volk behoort
348 4, 92 | vijandig gezind volk behoort en een gelovige is, dan moet (de
349 4, 92 | dan moet (de overtreder) een gelovige slaaf bevrijden
350 4, 92 | bevrijden en als hij van een volk is waarmede gij een
351 4, 92 | een volk is waarmede gij een verbond hebt, dan moet een
352 4, 92 | een verbond hebt, dan moet een bloedgeld aan zijn familie
353 4, 92 | familie worden betaald en een gelovige slaaf worden bevrijd.
354 4, 92 | achtereenvolgens vasten - een boete van Allah. En Allah
355 4, 93 | 93. En wie een gelovige opzettelijk doodt,
356 4, 93 | hem vervloekt en zal hem een grote straf bereiden. ~
357 4, 94 | gunst; stelt daaromtrent een nauwkeurig onderzoek in.
358 4, 95 | stilzittenden doen uitblinken door een grote beloning, ~
359 4, 97 | de hel zal zijn en dat is een kwade bestemming. ~
360 4, 98 | beschikking hebben, noch een weg kunnen vinden. ~
361 4, 101| Voorwaar, de ongelovigen zijn een openlijke vijand voor u. ~
362 4, 102| gebed voor hen leidt, laat een deel hunner bij u staan
363 4, 102| heeft voor de ongelovigen een vernederende straf bereid. ~
364 4, 107| die volkomen oneerlijk en een groot zondaar is, niet lief. ~
365 4, 108| de nacht doorbrengen met een bespreking, die Hem niet
366 4, 109| der opstanding, of wie zal een voogd over hen zijn? ~
367 4, 111| 111. En wie een zonde begaat, begaat deze
368 4, 112| 112. Wie een fout of een zonde begaat
369 4, 112| 112. Wie een fout of een zonde begaat en deze dan
370 4, 112| zonde begaat en deze dan aan een onschuldige toeschrijft,
371 4, 113| barmhartigheid niet over u, dan zou een gedeelte hunner hebben besloten
372 4, 114| welbehagen zoekt, hem zullen Wij een grote beloning schenken. ~
373 4, 115| duidelijk is geworden en die een andere weg dan die der gelovigen
374 4, 115| in de hel werpen. Dat is een kwade bestemming. ~
375 4, 118| zeide: "Ik zal voorzeker een bepaald deel van uw dienaren
376 4, 128| 128. Als een vrouw mishandeling of onverschilligheid
377 4, 128| blaam voor hen zijn als zij een verzoening met elkander
378 4, 138| de huichelaars, dat hen een pijnlijke straf wacht. ~
379 4, 140| zijn, dan dat zij zieh met een ander onderwerp bezig houden,
380 4, 141| Degenen, die afwachten tot u een overwinning van Allah ten
381 4, 144| gelovigen. Wilt gij Allah een duidelijk bewijs tegen uzelf
382 4, 146| zal de gelovigen weldra een grote beloning geven. ~
383 4, 149| 149. Of gij een goede daad openlijk verricht
384 4, 149| verricht of deze verbergt, of een kwaad vergeeft, Allah is
385 4, 150| niet in andere," zij willen een tussenweg volgen. ~
386 4, 151| hebben voor de ongelovigen een vernederende straf bereid. ~
387 4, 153| mensen van het Boek vragen u een Boek uit de hemel op hen
388 4, 154| En Wij sloten met hen een vast verbond. ~
389 4, 156| ongeloof en het uiten van een kwaadaardige laster tegen
390 4, 157| van doch volgen slechts een vermoeden en zij doodden
391 4, 161| onder hen die niet geloven een pijnlijke straf bereid. ~
392 4, 162| Maar degenen hunner, die een grondige kennis bezitten
393 4, 162| dezen zullen Wij zeker een grote beloning geven. ~
394 4, 163| openbaring zonden en Wij gaven een openbaring aan Abraham en
395 4, 163| Salomo en Wij gaven David een psalmen. ~
396 4, 168| vergeven, noch zal Hij hun een andere weg wijzen, ~
397 4, 169| der hel, waarin zij voor een lange tijd zullen vertoeven.
398 4, 171| zoon van Maria was slechts een boodschapper van Allah en
399 4, 171| Zijn heiligheid, dat Hij een zoon zou hebben. Aan Hem
400 4, 172| zal het nooit versmaden, een dienaar van Allah te zijn,
401 4, 173| hoogmoedig waren, zal Hij met een pijnlijke straf straffen;
402 4, 174| 174. O, gij mensen, een duidelijk bewijs is inderdaad
403 4, 174| u gekomen en Wij hebben een helder licht tot u nedergezonden. ~
404 4, 176| 176. Zij vragen om een uitspraak. Zeg: "Allah geeft
405 4, 176| betreffende "Kalalah": Indien een man sterft en geen kind
406 4, 176| achterlaat en hij heeft een zuster, dan moet zij de
407 5, 2 | laat de vijandschap van een volk, omdat zij u de toegang
408 5, 3 | varkensvlees en al waarover een andere naam dan die van
409 5, 3 | is gedood en hetgeen door een wild beest is aangevreten,
410 5, 3 | loot door pijlen, dit is een overtreding. Heden zullen
411 5, 5 | haar huwelijksgift geeft, een geldig huwelijk aangaande
412 5, 6 | ziek of op reis zijt en een uwer komt van de afzondering,
413 5, 8 | laat de vijandschap van een volk u niet aansporen, om
414 5, 9 | dat zij vergiffenis en een grote beloning zullen verkrijgen. ~
415 5, 11 | Allah's gunst aan u toen een volk zijn handen tegen u
416 5, 12 | 12. Waarlijk Allah sloot een verbond met de kinderen
417 5, 12 | en aan Allah's (dienst) een goede lening verstrekt,
418 5, 13 | uit hun verband en hebben een deel van hetgeen hun was
419 5, 14 | Christenen, sloten Wij (eveneens) een verbond, maar zij vergaten
420 5, 14 | verbond, maar zij vergaten een deel van hetgeen hen was
421 5, 15 | Er is van Allah inderdaad een licht en een duidelijk Boek
422 5, 15 | Allah inderdaad een licht en een duidelijk Boek tot u gekomen. ~
423 5, 19 | boodschapper is tot u gekomen na een onderbreking in de reeks
424 5, 19 | Er is geen brenger van een blijde tijding en geen waarschuwer
425 5, 19 | gekomen." Waarlijk er is een brenger van een blijde boodschap
426 5, 19 | Waarlijk er is een brenger van een blijde boodschap en een
427 5, 19 | een blijde boodschap en een waarschuwer tot u gekomen.
428 5, 22 | zeiden: "O, Mozes, daarin is een trots en machtig volk en
429 5, 25 | mijn broeder, maak daarom een onderscheid tussen ons en
430 5, 27 | zonen van Adam, toen zij een offer brachten en het van
431 5, 30 | dus doodde hij hem en werd een der verliezers. ~
432 5, 31 | 31. Toen zond Allah een raaf, die in de grond krabde,
433 5, 32 | Israëls voor, dat wie ook een mens doodt, behalve wegens
434 5, 33 | uitgezet. Dat zal voor hen een schande in deze wereld zijn
435 5, 33 | het Hiernamaals zullen zij een grote straf ontvangen. ~
436 5, 36 | worden aanvaard; er wacht hen een pijnlijke straf. ~
437 5, 37 | uitgaan en dit zal voor hen een blijvende straf zijn. ~
438 5, 38 | straf voor wat zij misdeden, een voorbeeldige straf van Allah.
439 5, 41 | de Joden zijn er die naar een leugen zouden willen luisteren,
440 5, 41 | dezen luisteren terwille van een ander volk dat niet tot
441 5, 41 | schande in deze wereld en een grote straf in het Hiernamaals
442 5, 45 | schreven hen daarin voor: Een leven voor een leven, oog
443 5, 45 | daarin voor: Een leven voor een leven, oog om oog, neus
444 5, 45 | recht hierop afziet, dit zal een verzoening voor zijn zonden
445 5, 46 | daarvóór in de Torah was en een leiding en een vermaning
446 5, 46 | Torah was en een leiding en een vermaning voor de godvrezenden. ~
447 5, 48 | Voor iedereen bepaalden Wij een wet en een weg. En indien
448 5, 48 | bepaalden Wij een wet en een weg. En indien Allah had
449 5, 49 | zonden wenst te treffen. En een groot aantal mensen is inderdaad
450 5, 50 | onwetendheid? En wie is een betere rechter dan Allah
451 5, 50 | betere rechter dan Allah voor een volk dat zekerheid van geloof
452 5, 52 | zult degenen in wier hart een ziekte is, zich tot hen
453 5, 52 | waarschijnlijk dat Allah een overwinning of iets anders
454 5, 54 | weten, dat Allah weldra een ander volk zal voortbrengen
455 5, 54 | strijden en het verwijt van een berisper niet vrezen. Dit
456 5, 57 | degenen tot vrienden die een spotternij en een spel maken
457 5, 57 | vrienden die een spotternij en een spel maken van uw godsdienst,
458 5, 58 | maken. Dit komt doordat zij een volk zijn dat niet begrijpt. ~
459 5, 60 | Dezen zijn inderdaad in een slechte toestand en ver
460 5, 66 | hebben gegeten. Onder hen is een groep die matig is, maar
461 5, 70 | 70. Wij hebben waarlijk een verbond met de kinderen
462 5, 70 | hen. Maar telkens, wanneer een boodschapper tot hen kwam
463 5, 73 | beweren, zal de ongelovigen een smartelijke straf overkomen. ~
464 5, 75 | zoon van Maria was slechts een boodschapper; voorzeker,
465 5, 75 | heengegaan. En zijn moeder was een waarheidslievende vrouw.
466 5, 77 | noch volgt de neigingen van een volk dat voordien afdwaalde
467 5, 89 | kleden, of het vrijmaken van een slaaf. Maar wie dat niet
468 5, 94 | waarschuwing) overtreden, een pijnlijke straf zijn. ~
469 5, 95 | doodt diens vergoeding is een huisdier gelijk aan hetgeen
470 5, 95 | hij moet als boetedoening (een aantal) arme mensen voeden,
471 5, 95 | arme mensen voeden, of een gelijk aantal dagen vasten,
472 5, 102| 102. Vóór u stelde een volk vragen omtrent zo iets -
473 5, 103| de ongelovigen verzinnen een leugen tegen Allah en de
474 5, 106| nadert, ten tijde dat gij een testament maakt, zal er
475 5, 106| testament maakt, zal er een getuigenis zijn van twee
476 5, 106| voor in ruil, hoewel hij een bloedverwant is, wij verbergen
477 5, 110| gebod uit klei de vorm van een vogel maakte, dan er in
478 5, 110| dan er in blies en het een vogel werd door Mijn gebod;
479 5, 112| uw Heer bij machte, ons een (met voedsel) gedekte tafel
480 5, 114| Allah, onze Heer, zend ons een (met voedsel) gedekte tafel
481 5, 114| eersten en de laatsten onzer een feest moge zijn en een teken
482 5, 114| onzer een feest moge zijn en een teken van U en tot onderhoud
483 5, 119| Allah zal zeggen: "Dit is een dag waarop waarachtigheid
484 6, 2 | uit klei schiep en daarna een termijn bepaalde. De vastgestelde
485 6, 6 | vanwege hun zonden en deden een ander geslacht na hen ontstaan. ~
486 6, 7 | 7. En al hadden Wij u een boek op perkament nedergezonden
487 6, 8 | nedergezonden?" En indien Wij een engel zenden dan wordt de
488 6, 9 | 9. En als Wij een engel hadden aangesteld,
489 6, 14 | 14. Zeg: "Zal ik een andere Beschermer nemen,
490 6, 16 | barmhartigheid betoond. En dat is een klaarblijkelijke overwinning. ~
491 6, 21 | onrechtvaardiger dan hij, die een leugen tegen Allah uitdenkt
492 6, 32 | wereldse leven is niets dan een spel en een ijdel vermaak.
493 6, 32 | is niets dan een spel en een ijdel vermaak. Doch voor
494 6, 35 | onverdraaglijk is, breng hun dan een teken, indien gij een opening
495 6, 35 | dan een teken, indien gij een opening in de aarde of een
496 6, 35 | een opening in de aarde of een ladder naar de hemelen kunt
497 6, 37 | Allah heeft de macht om een teken neder te zenden."
498 6, 38 | op de aarde kruipt, noch een vogel die op zijn vleugels
499 6, 42 | volkeren die vóór u waren, (een profeet) toen troffen Wij
500 6, 50 | noch zeg ik tot u: 'Ik ben een engel'; ik volg slechts
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2411 |