Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
33 63
34 64
35 63
36 62
37 61
38 60
39 58
Frequency    [«  »]
63 huizen
63 kunt
63 leidt
62 36
62 dus
62 nog
62 schiep

Koran

IntraText - Concordances

36

                                         bold = Main text
   Sura, Verse                           grey = Comment text
1 2, 36| 36. Doch door middel van de 2 3, 36| 36. Maar, toen zij er van verlost 3 4, 36| 36. En aanbidt Allah en vereenzelvigt 4 5, 36| 36. Voorzeker, al hadden de 5 6, 36| 36. Alleen degenen die luisteren, 6 7, 36| 36. Maar zij, die Onze tekenen 7 8, 36| 36. Voorzeker, de ongelovigen 8 9, 36| 36. Het aantal der maanden 9 10, 36| 36. En de meesten hunner volgen 10 11, 36| 36. En er werd aan Noach geopenbaard: " 11 12, 36| 36. En er gingen met hem twee 12 13, 36| 36. En degenen, wie Wij het 13 14, 36| 36. Mijn Heer, zij hebben inderdaad 14 15, 36| 36. Hij zeide: "Mijn Heer, 15 16, 36| 36. En voorzeker Wij wekten 16 17, 36| 36. En volgt niet datgene waarvan 17 18, 36| 36. "Noch denk ik dat het Uur 18 19, 36| 36. "Voorwaar, Allah is mijn 19 20, 36| 36. God zeide: "Uw verzoek 20 21, 36| 36. Wanneer de ongelovigen 21 22, 36| 36. En onder de heilige tekenen 22 23, 36| 36. Verre, verre is hetgeen 23 24, 36| 36. In huizen waaromtrent Allah 24 25, 36| 36. En Wij zeiden: "Gaat samen 25 26, 36| 36. Zij zeiden: "Geef hem en 26 27, 36| 36. Toen de gezant (der koningin) 27 28, 36| 36. En toen Mozes met Onze 28 29, 36| 36. En tot Midian, (zonden 29 30, 36| 36. En wanneer Wij de mensen 30 33, 36| 36. En het betaamt de gelovige 31 34, 36| 36. Zeg: "Waarlijk, mijn Heer 32 35, 36| 36. Maar voor de ongelovigen 33 36 | 36. Jaa Sien ~Geopenbaard vóór 34 36, 36| 36. Glorie zij Hem, Die alles 35 37, 36| 36. En zeiden: "Zullen wij 36 38, 36| 36. Wij onderwierpen de wind 37 39, 36| 36. Is Allah niet toereikend 38 40, 36| 36. En Pharao zeide: "O Hamaan, 39 41, 36| 36. En als een ophitsing van 40 42, 36| 36. Wat u is gegeven is slechts 41 43, 36| 36. En wie zich van de aanbidding 42 44, 36| 36. Breng onze voorvaderen 43 45, 36| 36. Alle lof komt Allah toe, 44 47, 36| 36. Het leven dezer wereld 45 50, 36| 36. Maar hoevele geslachten 46 51, 36| 36. Maar Wij vonden er slechts 47 52, 36| 36. Schiepen zij de hemelen 48 53, 36| 36. Is hem niet verteld over 49 54, 36| 36. En Lot had hen inderdaad 50 55, 36| 36. Welke van de gunsten van 51 56, 36| 36. Wij maakten haar maagden, ~ 52 68, 36| 36. Wat is er met u? Hoe oordeelt 53 69, 36| 36. Noch voedsel, behalve spoelsel 54 70, 36| 36. Maar wat scheelt de ongelovigen 55 74, 36| 36. Een waarschuwing voor de 56 75, 36| 36. Denkt de mens dat hij zonder 57 77, 36| 36. Noch zal hun worden toegestaan 58 78, 36| 36. Een beloning van uw Heer, 59 79, 36| 36. En de hel zal zichtbaar 60 80, 36| 36. En van zijn vrouw en zijn 61 83 | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 36 strofen. In naam van Allah, 62 83, 36| 36. Voorzeker wordt de ongelovigen


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License