Sura, Verse

 1   2, 39 |                 verloochenen, zullen de bewoners van het Vuur zijn; zij zullen
 2   2, 81 |                is omringd - zij zijn de bewoners van het Vuur; daarin zullen
 3   2, 82 |              werken doen, - zij zijn de bewoners van de Hemel, daarin zullen
 4   2, 119| verantwoordelijk worden gesteld voor de bewoners der hel. ~
 5   2, 126|               en geef vruchten aan haar bewoners, die aan Allah en de laatste
 6   2, 217|            toekomende. Dezulken zijn de bewoners van het Vuur en zij zullen
 7   2, 257|               duisternis; dezen zijn de bewoners van het vuur, daarin zullen
 8   3, 116|                Allah en dezen worden de bewoners van het Vuur. Zij zullen
 9   4, 75 |                uit deze stad waarvan de bewoners onderdrukkers zijn en schenk
10   5, 10 |            tekenen verwerpen, zullen de bewoners der hel zijn. ~
11   5, 29 |            terugkeert, zodat gij tot de bewoners van het Vuur zult behoren,
12   5, 86 |          tekenen verloochenen zullen de bewoners der hel zijn. ~
13   7, 36 |               afkeren - dezen zullen de bewoners van het Vuur zijn, zij zullen
14   7, 42 |              vermogen - dezen zullen de bewoners van het paradijs zijn, zij
15   7, 44 |                                  44. De bewoners van het paradijs zullen
16   7, 44 |                 paradijs zullen naar de bewoners van de hel roepen: "Wij
17   7, 46 |         herkennen. En zij zullen tot de bewoners van het paradijs roepen: "
18   7, 47 |                wanneer hun ogen naar de bewoners van het Vuur zijn gericht,
19   7, 48 |                               48. En de bewoners van de verheven plaatsen
20   7, 50 |                               50. En de bewoners van het Vuur zullen tot
21   7, 50 |              van het Vuur zullen tot de bewoners van het paradijs roepen: "
22   7, 97 |                             97. Zijn de bewoners der steden veilig voor de
23   7, 98 |                          98. Of zijn de bewoners dezer steden veilig voor
24   7, 100|              beerven na haar (vroegere) bewoners niet inzien, dat, indien
25   7, 123|                 gesmeed, opdat gij haar bewoners er uit moogt verdrijven
26   9, 70 |              het volk van Abraham en de bewoners van Midian en van de steden
27  10, 26 |               bedekken. Dezen zullen de bewoners van het paradijs zijn, zij
28  10, 27 |            bedekt ware. Dezen zullen de bewoners van het Vuur zijn, zij zullen
29  11, 23 |               Heer gehoorzamen, zijn de bewoners van de Hemel, waarin zij
30  11, 73 |               zegeningen zijn over u, o bewoners van dit huis. Voorzeker,
31  11, 117|                 vernietigen, terwijl de bewoners er van oprecht zijn. ~
32  13, 5  |                om hun hals hebben en de bewoners van het Vuur zijn; daarin
33  20, 128|                        128. Is het hun (bewoners van Mekka) dan niet duidelijk
34  21, 6  |                            6. Vóór hen (bewoners van Mekka) heeft nooit een
35  22, 51 |         krachteloos te maken, zullen de bewoners van het Vuur zijn. ~
36  24, 27 |                 de uwe binnen zonder de bewoners er van te waarschuwen en
37  25, 24 |                                  24. De bewoners van het paradijs zullen
38  28, 15 |               op een tijdstip waarop de bewoners achteloos waren, en hij
39  28, 57 |                          57. En zij (de bewoners van Mekka) zeggen: "Als
40  28, 59 |         verwoesten Wij steden tenzij de bewoners er van onrechtvaardig zijn. ~
41  29, 34 |                straf van de hemel op de bewoners dezer stad nederzenden,
42  35, 6  |           volgelingen slechts opdat zij bewoners van het brandende Vuur mogen
43  36, 13 |                hun de gelijkenis van de bewoners ener stad , to en de boodschappers
44  36, 15 |                             15. Zij (de bewoners) antwoordden: "Gij zijt
45  36, 55 |          Voorwaar, op die Dag zullen de bewoners van de Hemel in (een groot)
46  39, 8  |                gij behoort zeker tot de bewoners van het Vuur." ~
47  40, 6  |                 ongelovigen: dat zij de bewoners van het Vuur zouden zijn. ~
48  40, 43 |                de overtreders zullen de bewoners van het Vuur zijn. ~
49  46, 14 |                       14. Dezen zijn de bewoners van het paradijs: zij zullen
50  46, 16 |               hoofd. Zij behoren tot de bewoners van het paradijs, volgens
51  48, 11 |                    11. Degenen onder de bewoners der woestijn die achterbleven,
52  49, 14 |                                  14. De bewoners der woestijn zeggen: "Wij
53  57, 19 |                verloochenden, zullen de bewoners der hel zijn. ~
54  58, 17 |                 iets baten, dit zijn de bewoners van het Vuur en zij zullen
55  59, 20 |                                  20. De bewoners van het Vuur en de bewoners
56  59, 20 |             bewoners van het Vuur en de bewoners van het paradijs zijn niet
57  59, 20 |           paradijs zijn niet gelijk: de bewoners van het paradijs zullen
58  64, 10 |                 en loochenen, zullen de bewoners van het Vuur zijn, daarin
59  67, 11 |                zonden bekennen; maar de bewoners van het Vuur zijn verre (