Sura, Verse
1 2, 206| en voorzeker, deze is een kwade rustplaats. ~
2 3, 12 | worden verzameld, dit is een kwade rustplaats. ~
3 3, 30 | zij heeft verricht en het kwade dat zij heeft gedaan, dan
4 3, 30 | ware tussen haar en het kwade. En Allah waarschuwt u voor
5 3, 104| rechtvaardigheid maant en het kwade verbiedt; dezen zijn het
6 3, 114| het goede en verbieden het kwade en wedijveren met elkander
7 4, 38 | metgezel heeft, heeft een kwade metgezel. ~
8 4, 85 | aandeel aan hebben en wie het kwade bijvalt zal er een gelijk
9 4, 97 | hel zal zijn en dat is een kwade bestemming. ~
10 4, 115| de hel werpen. Dat is een kwade bestemming. ~
11 5, 30 | 30. Maar zijn kwade neiging dreef hem er toe
12 7, 157| goede op en verbiedt het kwade, veroortooft hun de goede
13 7, 165| redden Wij degenen die het kwade verboden en grepen de onrechtvaardigen
14 7, 188| hebben bemachtigd en het kwade zou mij niet hebben gedeerd.
15 7, 200| ingeving van Satan u (tot het kwade) aanspoort, zoek dan uw
16 9, 67 | Zij sporen aan tot het kwade en verbieden het goede en
17 9, 71 | het goede en verbieden het kwade en houden het gebed en betalen
18 9, 112| het goede aansporen en het kwade verbieden, die de door Allah
19 10, 107| En als Allah u door het kwade treft, is er niemand die
20 11, 114| goede werken verdrijven kwade werken. Dit is een aanmaning
21 12, 25 | straf zijn voor iemand die kwade bedoelingen had met uw vrouw,
22 12, 53 | menselijke, ik' spoort tot het kwade aan, uitgezonderd dat waarover
23 13, 6 | En zij vragen eerder het kwade van u dan het goede; hoewel
24 13, 21 | die hun Heer vrezen en de kwade afrekening duchten. ~
25 13, 22 | openlijk weggeven en die het kwade met het goede afwenden,
26 16, 94 | gestaan en gij zult het kwade ondergaan omdat gij ook
27 17, 11 | 11. De mens vraagt om het kwade gelijk hij om het goede
28 17, 38 | 38. Het kwade van dit alles is verwerpelijk
29 22, 41 | het goede bevelen en het kwade verbieden. En het eindbesluit
30 23, 96 | 96. Verdrijf het kwade met het beste. Wij zijn
31 23, 107| daaruit; indien wij in het (kwade) terugvallen dan zijn wij
32 27, 11 | kwaad doet en daarna het kwade door goed vereffent; want
33 27, 46 | volk, waarom wenst gij het kwade te verhaasten boven het
34 27, 47 | u zijn." Hij zeide: "Uw kwade verwachting is bij Allah.
35 27, 62 | deze Hem aanroept, en het kwade wegneemt en u opvolgers
36 28, 54 | geweest en omdat zij het kwade met het goede weren, en
37 31, 17 | goede aan en verbied het kwade en verdraag geduldig wat
38 40, 9 | En behoed hen voor het kwade; en een ieder die Gij op
39 40, 9 | Gij op die Dag voor het kwade behoedt, hem betoont Gij
40 40, 45 | beschermde Allah hem voor het kwade hunner plannen, en een zware
41 40, 52 | hen zal de vloek en het kwade tehuis zijn. ~
42 41, 34 | 34. Het goede en kwade zijn niet gelijk. Daarom
43 41, 34 | gelijk. Daarom weerstaat (het kwade) door hetgeen best is. Dan
44 41, 49 | te vragen; maar als het kwade hem treft vertwijfelt hij
45 41, 51 | terzijde, maar wanneer het kwade hem raakt, ziet! dan offert
46 42, 40 | Doch de vergelding van het kwade is het daaraan gelijke;
47 54, 19 | woedende wind tegen hen, op een kwade, onvergetelijke dag. ~
48 59, 15 | degenen die kort vóór hen het kwade gevolg hunner daden ondergingen,
49 64, 5 | Zo ondergingen zij het kwade gevolg van hun gedrag, en
50 65, 9 | Zo ondervonden zij het kwade gevolg van hun gedrag en
51 66, 9 | is de hel en dit is een kwade bestemming! ~
52 76, 11 | Daarom zal Allah hen voor het kwade van die Dag beschermen en
53 113, 2 | 2. Tegen het kwade van wat Hij heeft geschapen ~
54 113, 3 | 3. En tegen het kwade van de duisternis wanneer
55 113, 4 | 4. En tegen het kwade van degenen die vaste banden
56 113, 5 | 5. En van het kwade van de benijder wanneer
57 114, 4 | Hij mij bevrijde van het kwade der inblazingen van de duivel. ~
|