1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2411
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1501 27, 60 | kunnen doen groeien. Is er een God naast Allah? Neen, zij
1502 27, 60 | naast Allah? Neen, zij zijn een volk dat het spoor bijster
1503 27, 61 | 61. Hij Die de aarde tot een rustplaats maakte, er rivieren
1504 27, 61 | hechte bergen op zette en een dam tussen de beide zeeën?
1505 27, 61 | tussen de beide zeeën? Is er een God naast Allah? Neen, de
1506 27, 62 | opvolgers op aarde maakt? Is er een God naast Allah? Hoe weinig
1507 27, 63 | Zijn barmhartigheid? Is er een God naast Allah? Verheven
1508 27, 64 | hemel en de aarde? Is er een God naast Allah?" Zeg: "
1509 27, 72 | Zeg: "Het kan zijn, dat een gedeelte van de straf die
1510 27, 75 | verborgen, of het staat in een duidelijk boek opgeschreven. ~
1511 27, 82 | bewaarheid wordt, zullen Wij een dier uit de aarde te voorschijn
1512 27, 86 | zijn voorwaar tekenen voor een volk dat gelooft. ~
1513 27, 89 | 89. Wie een goede daad doet, zal een
1514 27, 89 | een goede daad doet, zal een betere beloning hebben dan
1515 27, 90 | 90. Maar zij die een slechte daad begaan, zullen
1516 27, 92 | dwaalt: "Ik ben slechts een waarschuwer." ~
1517 28, 3 | in waarheid, ten bate van een volk dat wil geloven. ~
1518 28, 4 | in partijen scheiden; van een groep die hij als zwak beschouwde
1519 28, 5 | als zwak beschouwd werden een gunst te bewijzen door hen
1520 28, 7 | teruggeven en zullen hem tot een boodschapper maken." ~
1521 28, 8 | hem op zodat hij voor hen een vijand en een smart zou
1522 28, 8 | hij voor hen een vijand en een smart zou worden; want Pharao
1523 28, 9 | vrouw zeide: "(Dit kind is) een troost voor de ogen voor
1524 28, 12 | zijn zuster): "Zal ik u een familie noemen die hem voor
1525 28, 15 | hij ging de stad binnen op een tijdstip waarop de bewoners
1526 28, 15 | werk, en deze is inderdaad een vijand en openbare verleider." ~
1527 28, 18 | Gij zijt voorzeker stellig een dwalende." ~
1528 28, 19 | hij hem wilde grijpen die een vijand van beiden was, zeide
1529 28, 19 | doden, zoals gij gisteren een man gedood hebt? Gij wenst
1530 28, 19 | hebt? Gij wenst slechts een geweldenaar te worden in
1531 28, 20 | 20. En er kwam een man aangehold van het andere
1532 28, 23 | Midian aankwam, vond hij daar een groep mannen die hun vee
1533 28, 23 | terugnemen want onze vader is een zeer oude man." ~
1534 28, 25 | 25. En een der twee vrouwen kwam verlegen
1535 28, 25 | hij: "Vrees niet, gij zijt een onrechtvaardig volk ontvlucht." ~
1536 28, 26 | 26. Een der twee vrouwen zeide: "
1537 28, 27 | En hij zeide: "Ik zou u een dezer twee dochters van
1538 28, 28 | Mozes antwoordde: "Dat is een overeenkomst tussen u en
1539 28, 29 | reis ging, bemerkte hij een vuur in de richting van
1540 28, 29 | familie: "Wacht hier, ik zie een vuur, misschien kan ik u
1541 28, 30 | er bij kwam werd hij door een stem van de rechterzijde
1542 28, 31 | hij hem zag bewegen als een slang, vluchtte hij en keerde
1543 28, 32 | leiders. Waarlijk, zij zijn een opstandig volk." ~
1544 28, 33 | zeide: "Mijn Heer, ik doodde een man onder hen, en ik vrees
1545 28, 38 | naast mij; stook voor mij een vuur O Hamaan, om stenen
1546 28, 38 | van klei te bakken en bouw een toren, opdat ik moge opklimmen
1547 28, 38 | waarlijk ik beschouw hem als een leugenaar." ~
1548 28, 42 | hen in deze wereld door een vloek achtervolgen, en op
1549 28, 43 | geslachten hadden vernietigd als een duidelijk bewijs voor de
1550 28, 43 | bewijs voor de mensen en als een leiding en een genade, opdat
1551 28, 43 | mensen en als een leiding en een genade, opdat zij er lering
1552 28, 46 | gij gezonden, opdat gij een volk naar hetwelk geen waarschuwer
1553 28, 47 | 47. En indien een ramp over hen zou komen
1554 28, 49 | 49. Zeg: "Brengt dan een Boek van Allah dat een betere
1555 28, 49 | dan een Boek van Allah dat een betere leiding geeft dan
1556 28, 57 | vruchten worden gebracht als een voorziening van Ons? Maar
1557 28, 59 | voordat Hij in de hoofdstad een boodschapper heeft verwekt
1558 28, 61 | 61. Staat hij aan wie Wij een goede belofte hebben gedaan,
1559 28, 71 | is er naast Allah die u een licht kan brengen? Wilt
1560 28, 72 | er dan naast Allah die u een nacht kan brengen waarin
1561 28, 75 | Wij zullen uit elk volk een getuige nemen en Wij zullen
1562 28, 76 | dat zijn sleutels zeker een last waren geweest voor
1563 28, 76 | last waren geweest voor een groep sterke mannen. Toen
1564 28, 79 | Waarlijk, hij is bezitter van een groot fortuin." ~
1565 28, 85 | heeft gebracht en wie op een openlijk dwaalspoor is." ~
1566 28, 86 | geopenbaard; maar het is een barmhartigheid van uw Heer;
1567 28, 86 | Heer; wees daarom nooit een ondersteuner der ongelovigen. ~
1568 29, 10 | vervolging van de mens als een straf van Allah. Maar als
1569 29, 15 | en Wij maakten dit tot een teken voor alle volkeren. ~
1570 29, 22 | verijdelen; noch hebt gij een enkele vriend of helper
1571 29, 23 | barmhartigheid; dezen zullen een smartelijke straf ontvangen. ~
1572 29, 24 | zijn zeker tekenen voor een volk dat wil geloven. ~
1573 29, 28 | volk zeide: "Gij verricht een gruweldaad die niemand onder
1574 29, 34 | 34. Wij zullen gewis een straf van de hemel op de
1575 29, 35 | 35. En Wij lieten hier een duidelijk teken achter voor
1576 29, 35 | duidelijk teken achter voor een volk, dat begrijpt. ~
1577 29, 37 | hem. Daarom overviel hen een hevige aardbeving en zij
1578 29, 40 | onder hen waren er, die een rukwind achterhaalde, en
1579 29, 41 | gelijkenis van de spin die zich een huis maakt: en het zwakste
1580 29, 44 | waarheid Daarin is zeker een teken voor hen die willen
1581 29, 50 | alleen, en ik ben slechts een duidelijke waarschuwer." ~
1582 29, 51 | barmhartigheid en aanzien voor een volk dat gelooft. ~
1583 29, 64 | tegenwoordige leven is niets dan een leeg vermaak en een spel,
1584 29, 64 | dan een leeg vermaak en een spel, maar het tehuis van
1585 29, 65 | wanneer zij aan boord van een schip gaan, roepen zij Allah
1586 29, 67 | zij niet gezien, dat Wij een veilig Heiligdom (Makka)
1587 29, 67 | weggerukt? Geloven zij dan aan een leugen en ontkennen zij
1588 29, 68 | onrechtvaardiger dan hij, die een leugen verzint over Allah,
1589 30, 4 | 4. Binnen een negental jaren - van Allah
1590 30, 8 | dan in waarheid en voor een vastgestelde tijd. Toch
1591 30, 13 | hunner afgoden zal voor hen een bemiddelaar zijn; en zij
1592 30, 15 | goede werken verrichtten in een tuin gelukkig worden. ~
1593 30, 21 | zijn zeker tekenen voor een volk, dat nadenkt. ~
1594 30, 23 | zijn zeker tekenen voor een volk, dat luistert. ~
1595 30, 24 | zijn zeker tekenen voor een volk, dat wil begrijpen. ~
1596 30, 26 | 26. En aan Hem behoort een ieder, die in de hemelen
1597 30, 28 | 28. Hij geeft een gelijkenis uit uzelf. Hebt
1598 30, 28 | leggen Wij de tekenen uit aan een volk dat begrijpt. ~
1599 30, 33 | 33. En als een ramp over de mensen komt
1600 30, 33 | smaken, ziet! dan schrijft een gedeelte hunner aan hun
1601 30, 34 | geschonken. Vermaakt u dan voor een wijle, maar gij zult het
1602 30, 36 | zij zich daarin; maar als een kwaad hen overkomt door
1603 30, 37 | zijn waarlijk tekenen voor een volk dat wil geloven. ~
1604 30, 40 | Hij u doen herleven. Is er een onder uw afgoden, die iets
1605 30, 41 | gewrocht, zodat Hij hen een gedeelte van hun daden zou
1606 30, 51 | 51. En indien Wij een (droge) wind hadden gezonden
1607 30, 54 | Het is Allah, Die u in een staat van zwakheid schept,
1608 30, 55 | zweren, dat zij slechts een uur hebben geleefd - zo
1609 30, 58 | voorzeker, als gij hun een teken brengt, zullen de
1610 31, 3 | 3. Een leiding en een genade voor
1611 31, 3 | 3. Een leiding en een genade voor de goeden. ~
1612 31, 6 | drijft; voor zulken zal er een vernederende straf zijn. ~
1613 31, 7 | waren. Kondig hem daarom een pijnlijke straf aan. ~
1614 31, 13 | afgoderij is inderdaad een grote ongerechtigheid." ~
1615 31, 15 | hen samen in de wereld op een behoorlijke wijze en volg
1616 31, 16 | zou het het gewicht van een mosterdzaadje zijn, en al
1617 31, 16 | zijn, en al zou het zich in een rots bevinden of in de hemelen
1618 31, 17 | wat u ook overkome. Dit is een ernstige zaak. ~
1619 31, 19 | onaangename stem is het gebalk van een ezel." ~
1620 31, 20 | kennis of enige leiding of een verlichtend Boek.
1621 31, 22 | goede doet, heeft inderdaad een sterk houvast gegrepen.
1622 31, 24 | 24. Wij zullen hen voor een poosje zich laten vermaken;
1623 31, 24 | daarna zullen Wij hen tot een strenge straf voortdrijven. ~
1624 31, 28 | zijn slechts als die van een enkele ziel. Voorwaar, Allah
1625 31, 29 | gesteld? Elk loopt voor een vastgestelde tijd; Allah
1626 31, 31 | daarin zijn tekenen voor een ieder, die geduldig en dankbaar
1627 32, 3 | Waarheid van uw Heer, opdat gij een volk moogt waarschuwen onder
1628 32, 5 | deze tot Hem opstijgen in een dag, waarvan de duur naar
1629 32, 8 | Hij zijn nageslacht uit een uittreksel van een nietige
1630 32, 8 | nageslacht uit een uittreksel van een nietige vloeistof. ~
1631 32, 23 | en Wij maakten dit tot een richtsnoer voor de kinderen
1632 32, 24 | waren en in Onze woorden een hecht geloof hadden. ~
1633 33, 4 | gemaakt. Dat is slechts een woord dat men uit, maar
1634 33, 6 | Mohadjirien tenzij gij uw vrienden een gunst bewijst. Dit is in
1635 33, 7 | toen Wij met de profeten een verbond sloten: met u, met
1636 33, 7 | zoon van Maria, sloten wij een hecht verbond. ~
1637 33, 8 | de ongelovigen heeft Hij een pijnlijke straf bereid. ~
1638 33, 9 | opkwamen en Wij tegen hen een wind zonden en legers die
1639 33, 12 | huichelaars en zij in wier hart een ziekte is, zeiden: "Wat
1640 33, 13 | 13. En toen een gedeelte van hen zei: "O
1641 33, 13 | keert daarom terug." En een gedeelte vroeg zelfs om
1642 33, 15 | zij hadden reeds vroeger een verbond gesloten dat zij
1643 33, 21 | in de Profeet van Allah een prachtig voorbeeld voor
1644 33, 27 | rijkdommen erven en ook een land waarop gij nog nooit
1645 33, 27 | land waarop gij nog nooit een voet had gezet. Allah heeft
1646 33, 28 | wenst, komt dan, ik zal u een geschenk geven en u op een
1647 33, 28 | een geschenk geven en u op een grootmoedige manier vrij
1648 33, 29 | degenen onder u die goed doen, een grote beloning." ~
1649 33, 30 | onder u schuldig is aan een openbaar onbetamelijk gedrag
1650 33, 31 | en Wij hebben voor haar een waardige voorziening bereid. ~
1651 33, 32 | profeet, gij zijt niet zoals een andere vrouw. Indien gij
1652 33, 32 | zijt, spreekt dan niet op een verleidelijke manier, anders
1653 33, 32 | koesteren; maar spreekt een oprechte taal. ~
1654 33, 35 | heeft Allah vergiffenis en een grote beloning bereid. ~
1655 33, 36 | en Zijn boodschapper over een zaak hebben beslist, dat
1656 33, 36 | beslist, dat er voor hen een keuze zou zijn in die zaak.
1657 33, 38 | en het gebod van Allah is een vastgestelde verordening. ~
1658 33, 44 | zijn. En Hij heeft hun een eervolle beloning bereid. ~
1659 33, 46 | 46. En als een roeper tot Allah door Zijn
1660 33, 46 | door Zijn gebod, en als een stralende zon. ~
1661 33, 49 | gij die gelooft! Als gij een gelovige vrouw huwt en daarna
1662 33, 49 | berekenen. Schenkt haar daarom een gave en laat haar op een
1663 33, 49 | een gave en laat haar op een grootmoedige wijze vrij. ~
1664 33, 50 | van haar, die Allah u als een oorlogsbuit heeft gegeven
1665 33, 53 | gij uitgenodigd wordt tot een maaltijd, doch niet wachtend
1666 33, 53 | ogen van Allah inderdaad een grote (belediging) zijn. ~
1667 33, 57 | Hiernamaals vervloekt en heeft een vernederende straf voor
1668 33, 58 | de schuld van laster en een openlijke zonde. ~
1669 33, 59 | vrouwen der gelovigen dat zij een gedeelte van haar omslagdoeken
1670 33, 60 | en degenen in wier hart een ziekte is en degenen die
1671 33, 60 | zullen zij slechts voor een korte tijd in uw nabijheid
1672 33, 64 | zeker vervloekt en heeft een laaiend Vuur voor hen bereid. ~
1673 33, 68 | 68. Onze Heer, geef hun een dubbele straf en vloek hen
1674 33, 68 | dubbele straf en vloek hen met een zware vloek." ~
1675 33, 71 | gehoorzaamt, heeft zeker een grote overwinning behaald. ~
1676 34, 3 | zelfs niet het gewicht van een atoom, noch bestaat er iets,
1677 34, 3 | dan dit of het staat in een duidelijk Boek. ~
1678 34, 4 | zijn het die vergiffenis en een eervol onderhoud zullen
1679 34, 5 | trachten te verijdelen, zullen een pijnlijke straf ontvangen. ~
1680 34, 7 | ongelovigen zeggen: "Zullen wij u een man aanwijzen die u meedeelt
1681 34, 8 | 8. "Heeft hij een leugen uitgedacht over Allah,
1682 34, 8 | uitgedacht over Allah, of is hij een waanzinnige?" Neen, zij
1683 34, 9 | met hen doen inzinken, of een deel van de hemel op hen
1684 34, 9 | nedervallen. Hierin is waarlijk een teken voor elke dienaar,
1685 34, 12 | de avondreis daarvan was een maand, en Wij deden een
1686 34, 12 | een maand, en Wij deden een stroom van gesmolten koper
1687 34, 14 | zijn dood beseffen, dan een worm der aarde die zijn
1688 34, 14 | hadden, zij niet zolang in een toestand van vernederende
1689 34, 15 | voorzeker, er was voor Saba een teken in hun woonplaatsen,
1690 34, 15 | Heer en weest Hem dankbaar. Een schone stad en een vergevende
1691 34, 15 | dankbaar. Een schone stad en een vergevende Heer!" ~
1692 34, 16 | zich af; daarom zonden Wij een sterke overstroming over
1693 34, 19 | zijn zeker tekenen voor een ieder die geduldig en dankbaar
1694 34, 20 | zij volgden hem, behalve een deel der ware gelovigen. ~
1695 34, 22 | macht over het gewicht van een atoom in de hemelen of op
1696 34, 22 | aan beiden, noch heeft Hij een enkele helper onder hen. ~
1697 34, 28 | hebben u slechts gezonden als een brenger van blijde tijdingen
1698 34, 28 | van blijde tijdingen en een waarschuwer voor het gehele
1699 34, 30 | Antwoord: "Er is voor u een vastgestelde tijd, gij kunt
1700 34, 34 | zonden geen waarschuwer tot een stad of de rijken er van
1701 34, 37 | goede werken doen, zullen een veelvuldige beloning ontvangen,
1702 34, 43 | zeggen zij: "Dit is slechts een man, die u van hetgeen uw
1703 34, 43 | zeggen: "Dit is slechts een verzonnen leugen." En de
1704 34, 44 | bestudeerden, noch zonden Wij hun een waarschuwer vóór u. ~
1705 34, 46 | is; hij is voor u slechts een waarschuwer vóór een strenge
1706 34, 46 | slechts een waarschuwer vóór een strenge straf (komt)." ~
1707 34, 53 | omtrent het onzichtbare van een verre plaats. ~
1708 34, 54 | 54. En er is een hinderpaal (afscheiding)
1709 34, 54 | verkeerden inderdaad in een verontrustende twijfel. ~
1710 35, 3 | van Allah jegens u. Is er een andere Schepper buiten Allah
1711 35, 6 | 6. Voorwaar, Satan is een vijand van u, behandelt
1712 35, 7 | 7. Er is een strenge straf voor hen die
1713 35, 7 | Maar er is vergiffenis en een grote beloning voor de gelovigen
1714 35, 9 | Wij deze (de wolken) naar een verdord land en geven leven
1715 35, 10 | plannen maken, hun wacht een strenge straf en hun plan
1716 35, 11 | schiep u uit stof, dan uit een levenskiem, daarna maakte
1717 35, 13 | elk volgt haar baan, voor een vastgestelde termijn. Alzo
1718 35, 16 | Hij u kunnen wegnemen en een nieuwe schepping voortbrengen. ~
1719 35, 18 | lastdragende kan de last van een ander dragen en indien een
1720 35, 18 | een ander dragen en indien een zwaarbelaste (een ander)
1721 35, 18 | indien een zwaarbelaste (een ander) roept tot (verlichting
1722 35, 18 | overgenomen, zelfs al is hij een bloedverwant; gij kunt slechts
1723 35, 23 | Gij (profeet) zijt slechts een waarschuwer. ~
1724 35, 25 | met de Geschriften en met een verlichtend Boek. ~
1725 35, 29 | geschonken, mogen hopen op een winst die nooit zal vergaan; ~
1726 35, 37 | antwoorden): "Gaven Wij u niet een leven, lang genoeg dat wie
1727 35, 37 | nadenken, bovendien kwam een waarschuwer tot u. Ondergaat
1728 35, 40 | geschapen. Of hebben zij een aandeel aan de hemelen?"
1729 35, 40 | hemelen?" Hebben Wij hun een Boek gegeven waaruit zij
1730 35, 40 | Boek gegeven waaruit zij een bewijs hebben? Neen, de
1731 35, 42 | plechtigste eden, dat indien een waarschuwer tot hen zou
1732 35, 42 | andere volkeren. Maar toen een waarschuwer tot hen kwam,
1733 35, 43 | Maar het slechte komplot is een val voor hen alleen die
1734 35, 43 | handelwijze van Allah nooit een verandering aantreffen,
1735 35, 45 | schenkt hun uitstel tot een vastgestelde tijd; en wanneer
1736 36, 5 | 5. Dit is een openbaring van de Almachtige,
1737 36, 6 | 6. Opdat gij een volk moogt waarschuwen welks
1738 36, 9 | 9. En Wij hebben een hinderpaal vóór hen en een
1739 36, 9 | een hinderpaal vóór hen en een hinderpaal achter hen geplaatst
1740 36, 11 | tijdingen van vergiffenis en een ruime beloning. ~
1741 36, 12 | Wij hebben alle dingen in een duidelijk boek geschreven. ~
1742 36, 14 | dezen waarop wij hen met een derde versterkten en zij
1743 36, 18 | Waarlijk, wij beschouwen u als een slecht voorteken; als gij
1744 36, 18 | wij u gewis stenigen en een pijnlijke straf zal zeker
1745 36, 19 | vermaand zijt? Neen, gij zijt een volk dat alle perken te
1746 36, 20 | 20. En er kwam een man aanhollen van het verste
1747 36, 27 | heeft geschonken en mij tot een der geëerden heeft gemaakt!" ~
1748 36, 29 | 29. Het was slechts een enkele kreet en ziet; zij
1749 36, 33 | dorre aarde is voor hen een teken; Wij doen deze herleven
1750 36, 37 | En voor hen is de nacht een teken. Wij nemen de dag
1751 36, 39 | fasen bepaald tot zij als een oude tak van een palmboom
1752 36, 39 | zij als een oude tak van een palmboom wordt. ~
1753 36, 41 | 41. En het is voor hen een teken, dat Wij hun nakomelingen
1754 36, 47 | Gij verkeert slechts in een klaarblijkelijke dwaling." ~
1755 36, 49 | Zij wachten slechts op een plotselinge straf die hen
1756 36, 53 | 53. Het zal slechts een kreet zijn en ziet! zij
1757 36, 55 | bewoners van de Hemel in (een groot) werk hun geluk vinden. ~
1758 36, 60 | niet zoudt dienen, daar hij een openlijke vijand van u is, ~
1759 36, 62 | 62. Toch deed hij een groot gedeelte uwer dwalen.
1760 36, 68 | 68. En wie Wij een lang leven schenken, doen
1761 36, 69 | passend, dit is slechts een vermaning en een duidelijke
1762 36, 69 | slechts een vermaning en een duidelijke verkondiging; ~
1763 36, 75 | helpen maar zij zullen als een schare tegen hen worden
1764 36, 77 | hem hebben geschapen uit een levenskiem? Doch ziet, hij
1765 36, 77 | hij is klaarblijkelijk een redetwister! ~
1766 36, 80 | 80. Hij is het, Die uit een groene boom voor u vuur
1767 37, 9 | verworpenen en er is voor hen een voortdurende straf; ~
1768 37, 10 | opvangt, hem achtervolgt een heldere vlam. ~
1769 37, 14 | 14. En wanneer zij een teken zien, bespotten zij
1770 37, 15 | zeggen: "Dit is niets dan een klaarblijkelijke tovenarij." ~
1771 37, 30 | macht over u, maar gij waart een overtredend volk. ~
1772 37, 41 | 41. Zullen een bekende voorziening ontvangen; ~
1773 37, 45 | 45. En een beker zal hun worden rondgereikt
1774 37, 45 | hun worden rondgereikt uit een stromende bron. ~
1775 37, 51 | 51. Een hunner zal zeggen: "Ik had
1776 37, 51 | hunner zal zeggen: "Ik had een metgezel, ~
1777 37, 62 | 62. Is dit een beter onthaal of de boom
1778 37, 63 | Voorzeker, wij hebben deze tot een beproeving voor de onrechtvaardigen
1779 37, 64 | 64. Het is een boom die uit de bodem der
1780 37, 67 | Dan zullen zij bovendien een drank van kokend water ontvangen. ~
1781 37, 84 | hij tot zijn Heer kwam met een deemoedig hart; ~
1782 37, 97 | 97. Zij zeiden: "Laat ons een omheining bouwen en hem
1783 37, 98 | 98. En zij hadden een komplot tegen hem gesmeed,
1784 37, 100| 100. Mijn Heer, schenk mij een nakomeling die goed zal
1785 37, 101| hem de blijde tijding van een verdraagzame zoon. ~
1786 37, 102| mijn lieve zoon, ik heb in een droom gezien, dat ik u heb
1787 37, 106| 106. Dit was voorzeker een grote beproenng. ~
1788 37, 107| En Wij verlosten hem door een groot offer. ~
1789 37, 112| blijde nieuws van Izaäk, een profeet onder de rechtvaardigen. ~
1790 37, 115| hen beiden en hun volk uit een grote nood; ~
1791 37, 123| 123. En Elias was óók een der boodschappers ~
1792 37, 133| En Lot was voorzeker óók een der boodschappers.
1793 37, 139| Jonas was voorzeker ook een der boodchappers. ~
1794 37, 142| 142. Een grote vis slokte hem op
1795 37, 145| 145. Wij wierpen hem op een kaal strand terwijl hij
1796 37, 146| 146. En Wij lieten een pompoen voor hem opgroeien. ~
1797 37, 148| daarom gaven Wij hun voor een korte tijd de voorziening (
1798 37, 156| 156. Of hebt gij een duidelijk bewijs? ~
1799 37, 158| 158. En zij beweren een bloedverwantschap tussen
1800 37, 164| niet één onzer of hij heeft een vaste plaats. ~
1801 37, 168| 168. "Als wij een vermaning hadden gehad van
1802 37, 174| 174. Wend u daarom voor een wijle van hen af. ~
1803 37, 178| 178. Wend u daarom voor een wijle van hen af. ~
1804 38, 4 | verwonderen zich, omdat een waarschuwer uit hun midden
1805 38, 4 | ongelovigen zeggen. "Dit is een tovenaar en een leugenaar. ~
1806 38, 4 | Dit is een tovenaar en een leugenaar. ~
1807 38, 7 | Dit is niets anders dan een verzinsel. ~
1808 38, 11 | 11. Zij zijn een leger van bondgenoten dat
1809 38, 15 | dezen wachten slechts op een enkele roep waarvoor geen
1810 38, 20 | en gaven hem wijsheid en een beslissend oordeel. ~
1811 38, 25 | bescherming en inderdaad had hij een dichte toenadering en een
1812 38, 25 | een dichte toenadering en een voortreffelijk toevlucht
1813 38, 26 | Allah afdwalen zullen gewis een strenge straf ontvangen,
1814 38, 30 | David schonken Wij Salomo; een voortreffelijke dienaar,
1815 38, 31 | ras en vlug ter been op een avond voor hem werden gebracht, ~
1816 38, 32 | Toen zij (de zon) door een sluier verborgen waren,
1817 38, 34 | op zijn troon zetten Wij een zielloos lichaam. En hij (
1818 38, 35 | vergeef mij, en schenk mij een koninkrijk hetwelk na mij
1819 38, 40 | 40. En hij had inderdaad een dichte toenadering tot Ons
1820 38, 40 | dichte toenadering tot Ons en een voortreffelijke toevlucht. ~
1821 38, 43 | evenveel bovendien, als een barmhartigheid van Ons en
1822 38, 44 | En Wij zeiden:) "Neem een handvol gedroogde stengels
1823 38, 44 | hem standvastig. Hij was een voortreffelijke dienaar
1824 38, 49 | 49. Dit is een aanmaning. En voor de godvruchtigen
1825 38, 49 | godvruchtigen zal zeker een voortreffelijke toevlucht
1826 38, 55 | voor de opstandigen zal er een slechte plaats van terugkeer
1827 38, 56 | zullen zij branden, het is een slechte rustplaats, ~
1828 38, 57 | 57. Deze! Laat hen daarom een kokende en een ijskoude
1829 38, 57 | hen daarom een kokende en een ijskoude drank proeven. ~
1830 38, 59 | 59. Hier is een groep van uw volgelingen
1831 38, 60 | voor ons bereid. En het is een slechte plaats!" ~
1832 38, 61 | ons bereid heeft, voeg hem een dubbele straf in het Vuur
1833 38, 65 | 65. Zeg: "Ik ben slechts een waarschuwer; en er is geen
1834 38, 67 | 67. Zeg: "Het is een belangrijke mededeling, ~
1835 38, 70 | aan mij geopenbaard dat ik een duidelijke waarschuwer ben." ~
1836 38, 87 | 87. Dit is slechts een vermaning voor de werelden. ~
1837 38, 88 | 88. En na een wijle zult gij de tijding
1838 39, 3 | verschillen. Voorwaar, Allah leidt een ondankbare leugenaar niet. ~
1839 39, 4 | 4. Had Allah een zoon begeerd dan zou Hij
1840 39, 5 | dienst gesteld; elk loopt een vaste baan. Voorzeker, Hij
1841 39, 7 | lastdragende kan de last van een ander dragen - Dan is uw
1842 39, 8 | 8. Wanneer een mens wordt benadeeld, roept
1843 39, 8 | wendend. Dan, wanneer Hij hem een gunst bewijst van Zichzelf,
1844 39, 8 | Geniet door uw ongeloof voor een wijle, gij behoort zeker
1845 39, 21 | breken. Voorwaar daarin is een les voor de mensen van begrip. ~
1846 39, 23 | verkondiging geopenbaard, een Boek (de Koran), overeenkomstig
1847 39, 28 | 28. Dit is een duidelijke verkondiging
1848 39, 29 | 29. Allah geeft een gelijkenis; een man die
1849 39, 29 | Allah geeft een gelijkenis; een man die aan meer aanspraak-hebbenden
1850 39, 29 | elkander oneens zijn, en een man die geheel aan één man
1851 39, 32 | onrechtvaardiger dan hij, die een leugen over Allah verzint
1852 39, 42 | en zendt de overigen tot een bepaalde tijd (in het lichaam)
1853 39, 42 | zijn stellig tekenen voor een volk dat nadenkt. ~
1854 39, 49 | geschonken." Neen, het is slechts een beproeving; maar de meesten
1855 39, 52 | daarin zijn tekenen voor een volk dat wil geloven. ~
1856 39, 56 | ziel moge zeggen: "O wat een spijt heb ik over hetgeen
1857 39, 58 | Ik wilde dat er voor mij een terugkeer was, dan zou ik
1858 40, 9 | behoed hen voor het kwade; en een ieder die Gij op die Dag
1859 40, 11 | bekennen onze zonden. Is er nu een uitweg?" ~
1860 40, 23 | Mozes met Onze tekenen en een duidelijk gezag, ~
1861 40, 24 | maar zij zeiden: "Hij is een tovenaar en de grootste
1862 40, 28 | 28. En een gelovig man uit het volk
1863 40, 28 | verborg, zeide: "Wilt gij een man doden omdat hij zegt: '
1864 40, 28 | tekenen van uw Heer? Is hij een leugenaar, dan rust zijn
1865 40, 28 | hem die buitensporig en een grote leugenaar is, niet. ~
1866 40, 30 | mijn volk, ik vrees voor u een gebeurtenis zoals op de
1867 40, 33 | 33. Een Dag waarop gij u zult afwenden
1868 40, 36 | zeide: "O Hamaan, bouw mij een toren opdat ik de toegangswegen
1869 40, 37 | ofschoon ik zeker weet dat hij een leugenaar is." Zo werd voor
1870 40, 39 | dezer wereld is slechts een voorbijgaand genoegen; en
1871 40, 45 | kwade hunner plannen, en een zware straf kwam over het
1872 40, 47 | volgelingen; wilt gij dan nu een gedeelte van het Vuur van
1873 40, 49 | hel zeggen: "Bidt uw Heer, een dag van onze straf te verlichten." ~
1874 40, 64 | Die de aarde voor u als een rustplaats heeft gemaakt
1875 40, 64 | Die u gevormd heeft en u een schone vorm heeft gegeven
1876 40, 67 | uit stof schiep, dan uit een levenskiem en uit een klonter
1877 40, 67 | uit een levenskiem en uit een klonter bloed, vervolgens
1878 40, 67 | vervolgens brengt Hij u voort als een kind, dan bereikt gij de
1879 40, 67 | en anderen onder u zullen een vastgestelde tijd bereiken;
1880 40, 78 | en geen boodschapper kan een teken brengen zonder Allah'
1881 41, 2 | 2. Een openbaring van de Barmhartige,
1882 41, 3 | 3. Een Boek waarvan de verzen zijn
1883 41, 5 | oren en tussen u en ons is een scherm. Daarom ga door met
1884 41, 6 | 6. Zeg: "Ik ben slechts een mens zoals gij. Het is mij
1885 41, 8 | werken doen, zij zullen zeker een loon ontvangen dat nooit
1886 41, 11 | tot de hemel terwijl deze een soort damp was en zeide
1887 41, 13 | dan: "Ik waarschuw u voor een bliksemstraal, zoals de
1888 41, 16 | Daarom zonden Wij tegen hen een razende wind gedurende verscheidene
1889 41, 27 | zullen zeker de ongelovigen een strenge straf doen toekomen
1890 41, 28 | het Vuur. Daar zullen zij een langdurig tehuis hebben;
1891 41, 28 | langdurig tehuis hebben; een vergelding, omdat zij Onze
1892 41, 35 | gegeven behalve zij die een grote gave hebben. ~
1893 41, 36 | 36. En als een ophitsing van Satan u treft,
1894 41, 41 | verliezers); waarlijk het is een machtig Boek. ~
1895 41, 42 | noch van achteren. Het is een Openbaring van de Alwijze,
1896 41, 44 | Indien Wij deze Koran in een vreemde taal hadden gegeven,
1897 41, 44 | niet-Arabisch gelijk?" Zeg: "Het is een leiding en een genezing
1898 41, 44 | Het is een leiding en een genezing voor de gelovigen."
1899 41, 44 | worden aangeroepen vanaf een verre plaats. ~
1900 41, 45 | waarlijk zij verkeerden er in een verontrustende twijfel over. ~
1901 41, 47 | bloemscheden noch wordt een enkele vrouw zwanger noch
1902 41, 50 | en Wij zullen hen zeker een zware straf doen ondergaan. ~
1903 42, 7 | waaromtrent geen twijfel is. Een deel zal in het paradijs
1904 42, 7 | in het paradijs zijn, en een ander deel in het laaiend
1905 42, 8 | Allah wilde kon Hij hen tot een enkel volk hebben gemaakt,
1906 42, 14 | elkander. En ware het niet dat een Woord reeds van uw Heer
1907 42, 14 | Heer was uitgegaan voor een vastgestelde tijd, dan zou
1908 42, 14 | erfden, na hen, zijn er in een verontrustende twijfel over. ~
1909 42, 16 | toorn over hen en er zal een strenge straf voor hen zijn. ~
1910 42, 21 | dan medegoden, die hun een godsdienst hebben voorgeschreven
1911 42, 21 | onrechtvaardigen zullen zeker een pijnlijke straf ontvangen. ~
1912 42, 24 | Zeggen zij: "Hij heeft een leugen over Allah verzonnen?"
1913 42, 26 | maar de ongelovigen zullen een strenge straf ontvangen. ~
1914 42, 31 | niet ontkomen noch hebt gij een enkele vriend of helper
1915 42, 36 | u is gegeven is slechts een voorziening voor dit leven,
1916 42, 38 | wier manier van handelen een zaak van wederzijds overleg
1917 42, 39 | En voor degenen die, als een aanval hen treft, zich verdedigen. ~
1918 42, 42 | veroorzaken. Dezen zullen een pijnlijke straf ontvangen. ~
1919 42, 43 | vergeeft, - dat is voorzeker een (teken) van een sterk karakter. ~
1920 42, 43 | voorzeker een (teken) van een sterk karakter. ~
1921 42, 45 | onrechtvaardigen zullen een blijvende straf ontvangen. ~
1922 42, 48 | zich er in. Maar indien hun een kwaad overkomt door hetgeen
1923 42, 51 | 51. Het is voor een mens niet mogelijk dat Allah
1924 42, 51 | door ingeving of van achter een sluier of door een boodschapper
1925 42, 51 | achter een sluier of door een boodschapper te zenden om
1926 42, 52 | 52. En zo hebben Wij u een woord door ons gebod geopenbaard.
1927 42, 52 | Maar Wij maakten het tot een licht waarbij Wij leiding
1928 43, 3 | Voorzeker, Wij hebben het tot een duidelijke verkondiging
1929 43, 5 | herinnering brengen, omdat gij een buitensporig volk zijt? ~
1930 43, 7 | En er kwam tot hen nooit een profeet of zij bespotten
1931 43, 11 | nederzendt, waardoor Wij een dood land doen herleven.
1932 43, 17 | 17. Doch wanneer aan een hunner nieuws wordt gegeven
1933 43, 18 | grootgebracht en die zich bij een twist moeilijk kan uiten? ~
1934 43, 21 | Hebben Wij hun ooit te voren een Boek gegeven waar zij zich
1935 43, 22 | Wij zagen onze vaderen een godsdienst volgen en wij
1936 43, 23 | Wij geen waarschuwer naar een stad vóór u of de rijken
1937 43, 23 | Wij zagen onze vaderen een godsdienst volgen, en wij
1938 43, 24 | boodschappers) zeiden: "Hoewel wij u een betere leiding brengen dan
1939 43, 28 | 28. En Hij maakte dit een blijvende leer voor zijn
1940 43, 29 | leven totdat de Waarheid en een welsprekende boodschapper,
1941 43, 31 | Waarom is deze Koran niet aan een groot man uit de twee steden
1942 43, 35 | Maar dat alles is niets dan een voorziening voor het tegenwoordige
1943 43, 36 | afkeert, achter hem zetten Wij een satan, die zijn metgezel
1944 43, 38 | ware er tussen u en mij een afstand van het Oosten naar
1945 43, 38 | Westen geweest. Wat is dit een boze metgezel!" ~
1946 43, 44 | 44. Waarlijk, het is een eer voor u en voor uw volk
1947 43, 46 | zeide: "Ik ben waarlijk een boodschapper van de Heer
1948 43, 48 | andere en Wij deden hen een straf ondergaan opdat zij
1949 43, 54 | hem. Zij waren inderdaad een overtredend volk. ~
1950 43, 56 | vergaan en maakten dit tot een voorbeeld voor de komende (
1951 43, 58 | twisten. Waarlijk zij zijn een twistziek volk. ~
1952 43, 59 | Hij (Jezus) is niets dan een dienaar wie Wij Onze gunst
1953 43, 61 | 61. Maar dit is een teken van het Uur. Twijfelt
1954 43, 62 | Voorzeker, hij is voor u een openlijke vijand. ~
1955 43, 65 | onrechtvaardigen wegens de straf van een smartelijke Dag! ~
1956 43, 73 | 73. Er is daarin een overvloed van fruit voor
1957 43, 77 | O, Malik, laat uw Heer een einde aan ons maken." Deze
1958 43, 79 | 79. Hebben zij een richting bepaald? Dan doen
1959 43, 81 | 81. Indien de Barmhartige een zoon had, dan zou ik de
1960 43, 88 | gezegde: "O, mijn Heer, dit is een volk dat niet gelooft." ~
1961 44, 3 | Wij openbaarden het in een gezegende nacht en Wij zijn
1962 44, 6 | 6. Als een barmhartigheid van uw Heer;
1963 44, 10 | op de Dag waarop de hemel een zichtbare damp zal voortbrengen, ~
1964 44, 11 | volk zal omhullen. Dit zal een pijnlijke straf zijn. ~
1965 44, 13 | zijn, terwijl er tot hen een boodschapper is gekomen,
1966 44, 14 | door mensen) onderwezen, een bezetene." ~
1967 44, 15 | Wij zullen de straf voor een wijle wegnemen, maar zij
1968 44, 16 | dag, waarop Wij hen met een machtige greep aanvallen,
1969 44, 17 | hen beproefd en er kwam een eerwaardige boodschapper
1970 44, 18 | voorwaar, ik ben voor u een betrouwbare Boodschapper. ~
1971 44, 22 | Heer: "Dit is inderdaad een zondig volk." ~
1972 44, 24 | is. Voorzeker, zij zijn een schare die zal verdrinken." ~
1973 44, 28 | was het, maar Wij deden ze een ander volk erven.
1974 44, 30 | kinderen van Israël van een vernederende kwelling. ~
1975 44, 33 | gaven hun tekenen, waar een duidelijke beproeving in
1976 44, 41 | 41. De Dag waarop een vriend de vriend niets zal
1977 44, 51 | rechtvaardigen zullen in een woning van vrede en veiligheid
1978 44, 57 | 57. Als een genade van uw Heer. Dit
1979 45, 4 | aarde), zijn tekenen voor een volk dat zekerheid van geloof
1980 45, 5 | zijn eveneens tekenen voor een volk, dat zijn verstand
1981 45, 8 | Geef hem tijding van een pijnlijke straf. - ~
1982 45, 9 | spot. Voor dezulken is er een vernederende straf. ~
1983 45, 10 | beschermers namen, terwijl zij een grote straf zullen ontvangen. ~
1984 45, 11 | verwerpen, is de kwelling van een pijnlijke straf gereed. ~
1985 45, 13 | zijn zeker tekenen voor een volk, dat nadenkt. ~
1986 45, 18 | hebben Wij u (o Mohammed) een duidelijke weg gewezen;
1987 45, 20 | bewijzen voor de mensen en een richtsnoer en barmhartigheid
1988 45, 20 | richtsnoer en barmhartigheid aan een volk dat zekerheid van geloof
1989 45, 23 | verzegeld en op wiens ogen Hij een sluier heeft gelegd? Wie
1990 45, 31 | waart hoogmoedig en werdt een schuldig volk." ~
1991 46, 3 | waarheid geschapen en voor een vastgestelde tijd; maar
1992 46, 4 | aan de hemelen? Brengt mij een boek, dat vóór dit is geopenbaard
1993 46, 4 | vóór dit is geopenbaard of een spoor van kennis, indien
1994 46, 9 | geopenbaard; en ik ben slechts een duidelijke waarschuwer." ~
1995 46, 10 | gij hem verwerpt, hoewel een getuige vanuit de kinderen
1996 46, 10 | Mozes) heeft getuigd van een aan hem gelijke en hij geloofde (
1997 46, 11 | gevolgd, zeggen zij: "Dit is een oude leugen." ~
1998 46, 12 | voordien was het Boek van Mozes een leiding en een barmhartigheid:
1999 46, 12 | van Mozes een leiding en een barmhartigheid: en dit Boek (
2000 46, 21 | want ik vrees de straf van een grote Dag voor u." ~
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2411 |