bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1 2, 45| 45. Zoekt hulp door geduld
2 3, 45| 45. Toen de engelen zeiden: "
3 4, 45| 45. Allah kent uw vijanden
4 5, 45| 45. En Wij schreven hen daarin
5 6, 45| 45. Zo werd de levensader van
6 7, 45| 45. Die anderen van het pad
7 8, 45| 45. O, gij die gelooft, blijft
8 9, 45| 45. Alleen degenen, die niet
9 10, 45| 45. En de Dag, waarop Hij hen
10 11, 45| 45. En Noach riep zijn Heer
11 12, 45| 45. En degene van de twee die
12 14, 45| 45. En gij vertoeft thans in
13 15, 45| 45. Voorwaar, de rechtschapenen
14 16, 45| 45. Voelen degenen die boze
15 17, 45| 45. En wanneer gij de Koran
16 18, 45| 45. Geef hun de gelijkenis
17 19, 45| 45. "O mijn vader, ik vrees
18 20, 45| 45. Zij antwoordden: "Onze
19 21, 45| 45. Zeg: "Ik waarschuw u slechts
20 22, 45| 45. Hoe menige stad hebben
21 23, 45| 45. Dan zonden Wij Mozes en
22 24, 45| 45. En Allah heeft elk dier
23 25, 45| 45. Hebt gij niet gezien hoe
24 26, 45| 45. Daarna wierp Mozes zijn
25 27, 45| 45. En Wij zonden zeker tot
26 28, 45| 45. Maar Wij brachten vele
27 29, 45| 45. Verkondig hetgeen u in
28 30, 45| 45. Opdat Hij hen, die geloven
29 33, 45| 45. O, profeet. Wij hebben
30 34, 45| 45. Zij, die vóór hen waren
31 35 | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 45 strofen. ~In naam van Allah,
32 35, 45| 45. En indien Allah de mensen
33 36, 45| 45. En wanneer er tot hen wordt
34 37, 45| 45. En een beker zal hun worden
35 38, 45| 45. En gedenk Onze dienaren
36 39, 45| 45. En wanneer Allah wordt
37 40, 45| 45. Daarom beschermde Allah
38 41, 45| 45. En Wij gaven Mozes het
39 42, 45| 45. En gij zult hen aan het
40 43, 45| 45. En vraagt aan Onze boodschappers
41 44, 45| 45. Als gesmolten koper zal
42 45 | 45. Het Knielen (Al-Djaasi'
43 50 | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 45 strofen. ~In naam van Allah,
44 50, 45| 45. Wij weten het beste wat
45 51, 45| 45. En zij konden niet opstaan
46 52, 45| 45. Laat hen daarom, totdat
47 53, 45| 45. En dat Hij de twee echtgenoten
48 54, 45| 45. De scharen zullen allen
49 55, 45| 45. Welke van de gunsten van
50 56, 45| 45. Voordien waren zij inderdaad
51 68, 45| 45. En Ik geef hun uitstel;
52 69, 45| 45. Dan zouden Wij hem zeker
53 74, 45| 45. En wij plachten ijdele
54 77, 45| 45. Wee op die Dag degenen
55 79, 45| 45. Gij zijt slechts een waarschuwer
|