Sura, Verse
1 2, 102| en zij leerden de mensen leugen en bedrog. En (zij handelen
2 3, 71 | verwart gij de waarheid met de leugen en verbergt de waarheid
3 3, 75 | tegen beter weten in een leugen tegen Allah. ~
4 3, 78 | Allah is en zij uiten een leugen tegen Allah, tegen beter
5 3, 94 | Degenen die hierna een leugen verzinnen tegen Allah, zijn
6 4, 29 | elkanders eigendom niet met leugen en bedrog maar handelt bij
7 4, 50 | 50. Zie, hoe zij een leugen tegen Allah smeden. En dat
8 5, 41 | Joden zijn er die naar een leugen zouden willen luisteren,
9 5, 103| ongelovigen verzinnen een leugen tegen Allah en de meesten
10 6, 21 | onrechtvaardiger dan hij, die een leugen tegen Allah uitdenkt of
11 6, 93 | onrechtvaardiger dan hij die een leugen over Allah uitdenkt of zegt: "
12 6, 138| uitspreken en zij bedenken een leugen over Hem. Hij zal hen weldra
13 6, 140| voorzien, onwettig maken, een leugen over Allah smedende, zijn
14 6, 144| onrechtvaardiger dan hij die een leugen over Allah bedenkt om de
15 7, 37 | onrechtvaardiger dan hij, die een leugen over Allah uit, of Zijn
16 7, 89 | hebben wij voorzeker een leugen aangaande Allah verzonnen.
17 7, 92 | Degenen, die Shoaib van leugen beschuldigden - zij waren
18 7, 152| bejegenen Wij degenen, die een leugen verzinnen. ~
19 8, 8 | waarheid mocht bevestigen en de leugen teniet mocht doen, ofschoon
20 10, 17 | onrechtvaardiger, hij, die een leugen over Allah spreekt, of die
21 10, 41 | 41. En indien zij u van leugen besehuldigen, zeg dan: "
22 10, 69 | Degenen, die over Allah een leugen verzinnen, zullen niet slagen." ~
23 11, 18 | onrechtvaardiger dan hij, die een leugen tegen Allah smeedt? Zulken
24 16, 62 | dochters); hun tong spreekt leugen, nl. dat hun het beste gewordt.
25 16, 116| dat is onwettig.", om een leugen tegen Allah te verzinnen.
26 16, 116| verzinnen. Degenen, die een leugen tegen Allah verzinnen, slagen
27 17, 81 | Waarheid is gekomen en leugen is verdwenen. En de leugen
28 17, 81 | leugen is verdwenen. En de leugen is inderdaad onderhevig
29 18, 15 | onrechtvaardiger, dan hij die een leugen over Allah verzint?" ~
30 20, 61 | hen: "Wee u; verzint geen leugen over Allah, anders zal Hij
31 20, 61 | kastijding verdelgen. Hij die een leugen verzint, slaagt nimmer." ~
32 23, 38 | anders dan een mens die een leugen heeft verzonnen over Allah;
33 25, 4 | zeggen: "Dit is niets dan een leugen, die hij (de Profeet) verzonnen
34 25, 4 | daarmee onrechtvaardigheid en leugen. ~
35 29, 52 | aarde is. Zij die in de leugen geloven en Allah verwerpen
36 29, 67 | Geloven zij dan aan een leugen en ontkennen zij de gunsten
37 29, 68 | onrechtvaardiger dan hij, die een leugen verzint over Allah, of de
38 34, 8 | 8. "Heeft hij een leugen uitgedacht over Allah, of
39 34, 43 | is slechts een verzonnen leugen." En de ongelovigen zeggen
40 34, 49 | Waarheid is gekomen en de leugen zal niet meer beginnen,
41 39, 32 | onrechtvaardiger dan hij, die een leugen over Allah verzint of de
42 40, 5 | te vangen en twistte door leugen om de Waarheid er mee te
43 40, 28 | leugenaar, dan rust zijn leugen op hem; maar als hij oprecht
44 42, 24 | Zeggen zij: "Hij heeft een leugen over Allah verzonnen?" Als
45 42, 24 | verzegelen. Maar Allah zal de leugen uitvagen en de Waarheid
46 46, 11 | zeggen zij: "Dit is een oude leugen." ~
47 46, 28 | geheel in. -Dat was hun leugen - en wat zij plachten te
48 47, 3 | omdat de ongelovigen de leugen volgen, terwijl de gelovigen
49 58, 2 | iets onbetamelijks en een leugen; doch Allah is Verdraagzaam,
50 58, 14 | hunnen, zij zweren bij de leugen tegen beter weten in. ~
51 61, 7 | onrechtvaardiger dan hij die leugen over Allah verzint, terwijl
52 72, 4 | onder ons placht over Allah leugen te spreken. ~
53 72, 5 | mensen en djinn nooit een leugen over Allah zouden uiten. ~
|