bold = Main text
   Sura, Verse                           grey = Comment text

 1   2, 46|                              46. Die er zeker van zijn,
 2   3, 46|                              46. En hij zal tot het volk
 3   4, 46|                              46. Er zijn onder de Joden,
 4   5, 46|                              46. En Wij deden Jezus, zoon
 5   6, 46|                              46. Zeg: "Wat denkt gij? Als
 6   7, 46|                              46. En er zal een scheiding
 7   8, 46|                              46. En gehoorzaamt Allah en
 8   9, 46|                              46. Indien zij hadden willen
 9  10, 46|                              46. En als Wij u sommige der
10  11, 46|                              46. Hij (God) zeide: "O, Noach,
11  12, 46|                              46. "O, Jozef! gij man der
12  14, 46|                              46. En zij hadden hun plannen
13  15, 46|                              46. "Gaat er met vlede en veiligheid
14  16, 46|                              46. Of dat Hij hen in hun handel
15  17, 46|                              46. En Wij leggen een bedekking
16  18, 46|                              46. Rijkdom en kinderen zijn
17  19, 46|                              46. Antwoordde hij: "Verzaakt
18  20, 46|                              46. Hij (Allah) zei: "Vreest
19  21, 46|                              46. En indien een ademtocht
20  22, 46|                              46. Hebben zij dan niet in
21  23, 46|                              46. Tot Pharao en zijn opperhoofden;
22  24, 46|                              46. Wij hebben duidelijke tekenen
23  25, 46|                              46. Daarna trekken Wij haar
24  26, 46|                              46. Daarop wierpen de tovenaars
25  27, 46|                              46. Hij zeide: "O mijn volk,
26  28, 46|                              46. En gij waart niet aan de
27  29, 46|                              46. En twist met de mensen
28  30, 46|                              46. En één onder Zijn tekenen
29  33, 46|                              46. En als een roeper tot Allah
30  34, 46|                              46. Zeg: "Ik raad u aan slechts
31  36, 46|                              46. Maar er komt geen teken
32  37, 46|                              46. Helder, smakelijk voor
33  38, 46|                              46. Wij verkozen hen in het
34  39, 46|                              46. Zeg: "O, Allah! Schepper
35  40, 46|                              46. Aan het Vuur zullen zij
36  41, 46|                              46. Wie goed doet, doet dit
37  42, 46|                              46. Zij hebben buiten Allah
38  43, 46|                              46. Wij zonden Mozes met Onze
39  44, 46|                              46. Gelijk het koken van ziedend
40  46    |                              46. Bochtige Zandpaden (Al-Ahqaaf) ~
41  51, 46|                              46. En in het volk van Noach (
42  52, 46|                              46. De Dag, waarop hun samenzwering
43  53, 46|                              46. Uit een levenskiem wanneer
44  54, 46|                              46. Neen, het Uur is hun vastgestelde
45  55, 46|                              46. Maar er zullen voor hem
46  56, 46|                              46. En volhardden in grote
47  68, 46|                              46. Vraagt gij van hen een
48  69, 46|                              46. En daarna zijn levensader
49  74, 46|                              46. En wij plachten de Dag
50  77, 46|                              46. "Eet en vermaakt u een
51  79    | Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 46 strofen. ~In naam van Allah,
52  79, 46|                              46. Op de dag waarop zij dit