1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2349
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
501 6, 93 | onrechtvaardiger dan hij die een leugen over Allah uitdenkt
502 6, 93 | niets is geopenbaard en die zegt: "Ik zal iets nederzenden
503 6, 95 | Voorwaar, het is Allah die de graankorrel en de dadelpit
504 6, 97 | 97. Hij is het, Die de sterren voor u heeft
505 6, 98 | 98. En Hij is het, Die u van uit één ziel heeft
506 6, 99 | 99. En Hij is het, Die water uit de wolken nederzendt
507 6, 108| 108. En scheldt degenen, die zij naast Allah aanroepen
508 6, 113| opdat de harten dergenen die niet in het Hiernamaals
509 6, 114| Allah, terwijl Hij het is, Die u het Boek heeft nedergezonden
510 6, 114| daarom niet tot degenen die twijfelen. ~
511 6, 116| gij het merendeel dergenen die op aarde zijn, volgt, zullen
512 6, 117| afdwaalt en Hij kent degenen, die recht geleid zijn. ~
513 6, 120| geheime zonden. Gewis, degenen die zonden begaan, zal voor
514 6, 122| 122. Is hij, die dood was en wie Wij het
515 6, 125| was. Zo legt Allah degenen die niet geloven, onreinheid
516 6, 130| midden boodschappers tot u die u Mijn tekenen verhaalden
517 6, 130| Mijn tekenen verhaalden en die u voor de ontmoeting van
518 6, 138| zeggen: "Dit en dat vee en die en die oogsten zijn verboden,
519 6, 138| Dit en dat vee en die en die oogsten zijn verboden, niemand
520 6, 140| 140. Zij, die hun kinderen door gebrek
521 6, 141| 141. Hij is het, Die tuinen doet ontstaan, wel
522 6, 143| twee mannelijke dieren, die Hij heeft verboden, of de
523 6, 144| de twee mannelijke dieren die Hij heeft verboden of de
524 6, 144| onrechtvaardiger dan hij die een leugen over Allah bedenkt
525 6, 146| verboden de Joden alle dieren die klauwen hebben en Wij verboden
526 6, 148| 148. Zij die afgoderij bedrijven, zullen
527 6, 148| wijze loochenden ook zij die vóór hen waren, totdat zij
528 6, 150| Zeg: "Brengt uw getuigen die getuigenis willen afleggen,
529 6, 150| boze neigingen van degenen die Onze tekenen verloochenen
530 6, 150| verloochenen en van degenen, die niet in het Hiernamaals
531 6, 150| het Hiernamaals geloven en die medegoden aan hun Heer toeschrijven. ~
532 6, 151| armoede doodt. - Wij zijn het, Die voor u en voor hen zorgen -
533 6, 151| ziel ten onrechte doodt die Allah heilig heeft verklaard.
534 6, 154| voltooiing van de gunst aan hem die goed wilde doen en een uitleg
535 6, 156| geopenbaard voor twee volkeren die vóór ons leefden, en wij
536 6, 157| onrechtvaardiger dan hij die de tekenen van Allah verwerpt
537 6, 157| afkeert? Wij zullen degenen, die zich van Onze tekenen afwenden
538 6, 158| geloven geen ziel baten die voorheen niet geloofde noch
539 6, 159| 159. Degenen, die scheiding in hun godsdienst
540 6, 165| 165. En Hij is het, die u op aarde tot opvolgers
541 7, 3 | Hoe gering is de lering, die gij trekt. ~
542 7, 8 | menselijke daden) zal op die Dag eerlijk zijn. Degenen,
543 7, 11 | behoorde niet tot degenen die zich onderwierpen. ~
544 7, 13 | behoort stellig tot degenen, die vernederd zullen worden." ~
545 7, 20 | naaktheid zou openbaren die voor hen verborgen was,
546 7, 22 | en zeide: "Verbood Ik u die boom niet en zeide Ik niet
547 7, 27 | vrienden gemaakt voor hen, die niet geloven. ~
548 7, 32 | heeft de tooi van Allah, die Hij voor Zijn dienaren heeft
549 7, 33 | gij van Allah dingen zegt, die gij niet weet. ~
550 7, 35 | vanuit uw midden tot u komen, die Mijn tekenen aan u voordragen,
551 7, 36 | 36. Maar zij, die Onze tekenen verloochenen
552 7, 37 | onrechtvaardiger dan hij, die een leugen over Allah uit,
553 7, 37 | verloochent? Dezen zijn het, die hun lot zullen ondergaan
554 7, 38 | volkeren van djinn en mensen die vóór u heengingen, het Vuur
555 7, 40 | 40. Voorzeker, voor hen die Onze tekenen verloochenen
556 7, 42 | 42. Maar, die geloven en goede werken
557 7, 43 | Alle lof komt Allah toe, Die ons hiertoe heeft geleid.
558 7, 45 | 45. Die anderen van het pad van
559 7, 45 | het oneffen wensende, en die het Hiernamaals verwierpen." ~
560 7, 46 | verheven plaatsen mannen zijn die allen aan hun merktekenen
561 7, 48 | plaatsen zullen tot de mensen die zij aan hun merktekenen
562 7, 51 | 51. Degenen, die hun godsdienst tot tijdverdrijf
563 7, 53 | komen zal, zullen degenen die het voorheen vergaten, zeggen: "
564 7, 53 | enige bemiddelaars hebben, die voor ons zullen bemiddelen?
565 7, 54 | Voorzeker, uw Heer is Allah, Die de hemelen en de aarde in
566 7, 54 | de nacht de dag bedekken, die hem snel opvolgt. De zon
567 7, 57 | 57. En Hij is het, Die de winden als blijde tijdingen
568 7, 64 | Wij redden hem en degenen die met hem in de ark waren
569 7, 64 | Wij verdronken degenen, die Onze tekenen verwierpen.
570 7, 70 | moeten aanbidden en de goden die onze vaderen aanbaden zullen
571 7, 71 | gij met mij over namen, die gij hebt genoemd - gij en
572 7, 72 | Wij redden hem en degenen, die met hem waren door Onze
573 7, 72 | levenswortel af van degenen die Onze tekenen verloochenden.
574 7, 75 | De leiders van zijn volk, die aanmatigend waren, zeiden
575 7, 75 | zeiden tot de gelovigen, die zij zwak achtten: "Weet
576 7, 76 | 76. Degenen die aanmatigend waren zeiden: "
577 7, 82 | stad, want zij zijn mannen die zich rein willen houden." ~
578 7, 86 | niet op de wegen om degenen die in Hem geloven te bedreigen
579 7, 87 | er een groep onder u is die gelooft in hetgeen waarmede
580 7, 87 | gezonden en een andere groep die dit niet gelooft, wacht
581 7, 88 | leidende mannen van zijn volk die aanmatigend waren, antwoordden: "
582 7, 90 | leidende mannen van zijn volk die niet geloofden, zeiden: "
583 7, 92 | 92. Degenen, die Shoaib verloochenden werden (
584 7, 92 | hadden gewoond. Degenen, die Shoaib van leugen beschuldigden -
585 7, 96 | En indien de mensen van die steden hadden geloofd en
586 7, 98 | steden veilig voor Onze straf die over hen zou kunnen komen,
587 7, 100| 100. Doet het degenen, die de aarde beerven na haar (
588 7, 112| 112. Die elke vaardige tovenaar tot
589 7, 135| voor een bepaalde termijn, die zij moesten voleindigen,
590 7, 137| En Wij deden de mensen die voor zwak werden gehouden
591 7, 142| Aldus werd de periode, die door zijn Heer was vastgesteld
592 7, 146| Ik zal voorzeker degenen, die ten onrechte trots handelen
593 7, 147| 147. En zij, die Onze tekenen en de laatste
594 7, 152| 152. Voorzeker, degenen die het kalf aanbaden zal de
595 7, 152| zo bejegenen Wij degenen, die een leugen verzinnen. ~
596 7, 153| 153. Doch diegenen die kwaad doen en daarna berouw
597 7, 154| geschrift voor degenen, die hun Heer vrezen. ~
598 7, 156| verordenen voor degenen die Mij vrezen en de Zakaat
599 7, 156| Zakaat betalen en voor hen die in Onze tekenen geloven." ~
600 7, 157| 157. "Hun, die de boodschapper, de reine
601 7, 157| de reine profeet volgen, die zij in de Torah en het Evangelie
602 7, 157| de last en de kluisters die hen bonden. Zij, die in
603 7, 157| kluisters die hen bonden. Zij, die in hem geloven en hem eren
604 7, 158| boodschapper, de reine Profeet, die in Allah en Zijn woorden
605 7, 161| zullen meer geven aan hen die goed doen." ~
606 7, 163| vraag hun omtrent de stad, die aan de zee lag. Toen zij
607 7, 165| vergaten redden Wij degenen die het kwade verboden en grepen
608 7, 167| Hij dezulken zou zenden, die hen (de Joden) met een marteling
609 7, 169| Hiernamaals is beter voor degenen, die (God) vrezen. Begrijpt gij
610 7, 170| 170. En die zich aan het Boek vasthouden
611 7, 173| waren alleen onze vaderen die afgoderij bedreven en wij
612 7, 175| hun het verhaal van de man die Wij Onze tekenen gaven,
613 7, 176| het geval van de mensen, die Onze tekenen verloochenen.
614 7, 180| daarbij aan. En laat degenen, die ten opzichte van Zijn eigenschappen
615 7, 181| 181. En er is onder hen die Wij hebben geschapen een
616 7, 182| 182. En degenen, die Onze tekenen verwerpen zullen
617 7, 182| aangrijpen, op een wijze die zij niet verwachten. ~
618 7, 185| der aarde en alle dingen die Allah geschapen heeft, niet
619 7, 189| 189. Hij is het, Die u uit een enkele ziel heeft
620 7, 191| Vereenzelvigen zij met Allah degenen die niets scheppen terwijl deze
621 7, 194| 194. Voorwaar, degenen die gij naast Allah aanroept
622 7, 196| Beschermer is alleen Allah Die het Boek (de Koran) heeft
623 7, 197| 197. En zij, die gij naast Hem aanroept hebben
624 7, 201| 201. Degenen die (God) vrezen, wanneer hen
625 7, 206| 206. Waarlijk, degenen die dicht bij uw Heer zijn wenden
626 8, 3 | 3. Die het gebed houden en van
627 8, 9 | met duizend engelen helpen die elkander opvolgen." ~
628 8, 15 | 15. O, gij die gelooft, wanneer gij degenen
629 8, 15 | gelooft, wanneer gij degenen die niet geloven, op u af ziet
630 8, 16 | 16. En wie op die dag zijn rug toekeert, tenzij
631 8, 17 | niet, doch Allah was het, Die hen doodde. En gij wierpt
632 8, 17 | wierpt, maar Allah was het die wierp, opdat Hij de gelovigen
633 8, 18 | voorzeker is Allah degene, Die het plan van de ongelovigen
634 8, 20 | 20. O, gij die gelooft, gehoorzaamt Allah
635 8, 21 | weest niet zoals degenen, die zeggen: "Wij horen," maar
636 8, 22 | Allah de doven en de stommen die niet willen begrijpen. ~
637 8, 24 | 24. O, gij die gelooft, geeft gehoor aan
638 8, 25 | dat niet alleen degenen, die onder u kwaad doen zal treffen.
639 8, 27 | 27. O, gij die gelooft, weest Allah en
640 8, 29 | 29. O, gij die gelooft, als gij Allah vreest
641 8, 36 | worden overwonnen. En zij die verwerpen zullen in de hel
642 8, 38 | 38. Zeg tot degenen die niet geloven, dat als zij
643 8, 42 | zoudt gij ten opzichte van die afspraak zeker (van mening)
644 8, 42 | stand zou brengen, zodat hij die zou omkomen door een duidelijk
645 8, 42 | teken zou sterven en dat hij die zou leven door een even
646 8, 45 | 45. O, gij die gelooft, blijft standvastig
647 8, 47 | weest niet zoals degenen die pochend uit hun huizen kwamen
648 8, 52 | volk van Pharao en degenen die vóór hen waren; zij verwierpen
649 8, 53 | omdat Allah nooit een gunst die Hij een volk heeft bewezen
650 8, 54 | volk van Pharao en degenen, die vóór hen waren; zij verloochenden
651 8, 55 | ogen van Allah zijn zij, die (de waarheid) verwerpen
652 8, 57 | ontmoet, jaagt dan degenen die achter hen zign vrees aan
653 8, 60 | vijand en anderen buiten hen, die gij niet kent, doch die
654 8, 60 | die gij niet kent, doch die Allah kent, moogt afschrikken.
655 8, 62 | toereikend voor u. Hij is het, Die u heeft versterkt met Zijn
656 8, 62 | versterkt met Zijn hulp en met die der gelovigen, ~
657 8, 64 | voor diegenen der gelovigen die u volgen. ~
658 8, 65 | er twintig onder u zijn die stand houden, zullen zij
659 8, 66 | daarom honderd uwer zijn die standvastig zijn, zullen
660 8, 66 | En Allah is met degenen die standvastig zijn. ~
661 8, 69 | 69. Eet van de buit die gij ontvangt als wettig
662 8, 70 | profeet, zeg tot de gevangenen die in uw handen zijn: "Als
663 8, 72 | 72. Voorzeker, degenen die hebben geloofd en hun huizen
664 8, 72 | hebben gestreden en degenen die schuilplaats verstrekten
665 8, 72 | van elkander. Maar degenen die geloven en die hun huizen
666 8, 72 | Maar degenen die geloven en die hun huizen niet verlieten,
667 8, 74 | 74. En degenen die geloven en hun huizen verlaten
668 8, 74 | en hun huizen verlaten en die streden voor de zaak van
669 8, 74 | zaak van Allah en degenen die hun schuilplaats verstrekken
670 8, 75 | 75. En degenen die naderhand zullen geloven
671 9, 4 | verbond hebt gesloten en die in niets hebben gefaald,
672 9, 16 | niet heeft onderscheiden die (voor Hem) strijden en niemand
673 9, 18 | de Moskeeën onderhouden die in Allah en de laatste Dag
674 9, 18 | behalve Allah. Dezen zijn het die tot de geleiden behoren. ~
675 9, 19 | gelijk aan de werken van hem die in Allah en de laatste Dag
676 9, 20 | 20. Zij, die geloven en van hun woonplaatsen
677 9, 23 | 23. O gij, die gelooft, neemt uw vaders
678 9, 24 | verwanten en de rijkdommen die gij verkregen hebt en de
679 9, 26 | neder en Hij zond scharen, die gij niet zaagt en Hij strafte
680 9, 26 | is de vergelding voor hen die niet geloven. ~
681 9, 28 | 28. O, gij die gelooft, de afgodendienaren
682 9, 29 | de mensen van het Boek, die in Allah noch in de laatste
683 9, 30 | de woorden na van degenen die vóór hen ongelovig waren;
684 9, 33 | 33. Hij is het, Die Zijn boodschapper met leiding
685 9, 34 | 34. O, gij die gelooft, velen der priesters
686 9, 34 | van Allah af. En degenen, die goud en zilver ophopen en
687 9, 37 | aan het ongeloof. Degenen, die niet geloven worden daardoor
688 9, 38 | 38. O, gij die gelooft, waarom buigt gij
689 9, 40 | versterkte hem met scharen die gij niet zaagt en vernederde
690 9, 43 | hun toe, voordat degenen die de waarheid spraken u bekend
691 9, 44 | 44. Degenen, die in Allah en de laatste Dag
692 9, 45 | 45. Alleen degenen, die niet in Allah en de laatste
693 9, 47 | zaaiende. En er zijn er onder u die naar hen geluisterd zouden
694 9, 49 | 49. En onder hen is hij die zegt: "Geef mij verlof en
695 9, 58 | 58. Er zijn onder hen die u inzake aalmoezen belasteren.
696 9, 60 | behoeftigen en voor degenen die daarbij werkzaam zijn en
697 9, 60 | de slaven en voor degenen die schuld hebben en voor de
698 9, 61 | 61. En er zijn onder hen, die de profeet lastig vallen
699 9, 61 | gelovigen onder u." En zij, die de boodschapper van Allah
700 9, 63 | Weten zij niet, dat hem die Allah en Zijn Boodschapper
701 9, 64 | hen zou worden geopenbaard die hen zou onderrichten over
702 9, 69 | 69. Evenals die vóór u waren: zij hadden
703 9, 69 | deel genieten, zoals zij die voor u waren hun deel genoten.
704 9, 70 | niet bereikt van degenen, die vóór hen waren? Het volk
705 9, 70 | Midian en van de steden die verwoest werden? Hun boodschappers
706 9, 70 | hen. Allah was het niet die hun onrecht aandeed, maar
707 9, 75 | 75. En er zijn onder hen die met Allah een verbond sloten.
708 9, 79 | 79. Zij, die de gelovigen belasteren
709 9, 79 | vrijwillig aalmoezen geven en hen die niets vinden (te geven)
710 9, 81 | 81. Zij die achter de boodschapper van
711 9, 83 | daarom thans met degenen, die achterblijven. ~
712 9, 84 | voor geen enkele hunner die sterft, noch sta bij zijn
713 9, 88 | persoon en zij zijn het, die het goede zullen ontvangen
714 9, 90 | worden verleend. En degenen, die logen jegens Allah en Zijn
715 9, 90 | thuis. En degenen hunner, die niet geloven, zal een pijnlijke
716 9, 91 | de zieken en op degenen die niets vinden om weg te geven,
717 9, 91 | rust geen blaam op degenen die goed doen; Allah is Vergevensgezind,
718 9, 92 | 92. Noch op degenen, die tot u kwamen en verzochten
719 9, 93 | is alleen tegen degenen die u om verlof vragen, terwijl
720 9, 94 | tonen, dan zult gij tot Hem die het onzienlijke en het zienlijke
721 9, 97 | meest geneigd de geboden, die Allah tot Zijn boodschapper
722 9, 98 | onder de woestijn-Arabieren, die hetgeen zij weggeven als
723 9, 99 | onder de woestijn-Arabieren, die in Allah en de laatste Dag
724 9, 99 | de laatste Dag geloven en die hetgeen zij weggeven als
725 9, 100| en Hulpgevers en degenen, die hen in goedheid volgen,
726 9, 102| 102. En er zijn anderen, die hun fouten bekennen. Zij
727 9, 107| 107. En degenen die een moskee hebben gebouwd
728 9, 107| een hinderlaag voor hem, die voorheen tegen Allah en
729 9, 108| het gebed). Een Moskee, die van het begin af op godsvrucht
730 9, 108| zijt. Er zijn daarin mensen die gaarne gelouterd willen
731 9, 108| en Allah heeft degenen, die zich louteren lief. ~
732 9, 109| 109. Is daarom hij, die zijn gebouw op godsvrucht
733 9, 109| stichtte, beter of hij, die zijn gebouw op een afbrokkelende,
734 9, 111| u dan in de verbintenis, die gij met Hem hebt gesloten
735 9, 112| 112. Die zich tot Allah bekeren,
736 9, 112| zich tot Allah bekeren, die aanbidden, die prijzen,
737 9, 112| bekeren, die aanbidden, die prijzen, die vasten, die
738 9, 112| aanbidden, die prijzen, die vasten, die zich nederbuigen,
739 9, 112| die prijzen, die vasten, die zich nederbuigen, die zich
740 9, 112| vasten, die zich nederbuigen, die zich ter aarde werpen, die
741 9, 112| die zich ter aarde werpen, die tot het goede aansporen
742 9, 112| en het kwade verbieden, die de door Allah gestelde grenzen
743 9, 114| alleen wegens een belofte die hij hem had afgelegd, maar
744 9, 117| Migranten en de Hulpgevers, die deze (profeet) in het uur
745 9, 118| barmhartigheid) tot de drie die waren achtergelaten gewend,
746 9, 119| 119. O gij die gelooft, vreest Allah en
747 9, 120| de beloning van degenen, die goed doen niet verloren
748 9, 123| 123. O, gij die gelooft, bestrijdt de ongelovigen
749 9, 123| bestrijdt de ongelovigen die in uw nabijheid zijn en
750 9, 124| zijn er sommigen hunner die zeggen: "Wie uwer heeft
751 10, 2 | blijde tijding aan degenen die geloven, dat zij een ware
752 10, 3 | Voorwaar, Allah is uw Heer, Die de hemelen en de aarde in
753 10, 4 | voort, opdat Hij degenen die geloven en goede werken
754 10, 5 | 5. Hij is het, Die de zon tot een stralend
755 10, 7 | 7. Voorzeker, die niet uitzien naar de ontmoeting
756 10, 7 | de ontmoeting met Ons en die met het leven dezer wereld
757 10, 7 | voldoening in vinden en degenen, die onoplettend op Onze tekenen
758 10, 9 | 9. Maar degenen die geloven en goede werken
759 10, 11 | Maar Wij laten degenen die niet naar de ontmoeting
760 10, 13 | vernietigden de geslachten die vóór u bestonden toen zij
761 10, 15 | voorgedragen, zeggen degenen, die niet naar de ontmoeting
762 10, 17 | dan onrechtvaardiger, hij, die een leugen over Allah spreekt,
763 10, 17 | leugen over Allah spreekt, of die Zijn tekenen verloochent?
764 10, 22 | 22. Hij is het, Die u in staat stelt door het
765 10, 26 | 26. Er zal voor degenen die goede daden verrichten het
766 10, 27 | 27. En degenen die boze daden verrichten, de
767 10, 31 | de aarde? Of wie is het, die macht heeft over de oren
768 10, 33 | bewaarheid tegen degenen, die overtraden omdat zij niet
769 10, 34 | Is er één uwer afgoden die de schepping voortbrengt
770 10, 34 | voortzet?" Zeg: "Allah is het, Die de schepping voortbrengt,
771 10, 35 | Is er één uwer afgoden, die tot de waarheid leidt?"
772 10, 35 | leidt?" Zeg: "Allah is het, Die tot de waarheid leidt. Is
773 10, 35 | waarheid leidt. Is daarom Hij, Die tot de waarheid leidt waardiger
774 10, 35 | worden gevolgd, ofwel hij, die zelf de weg niet vindt,
775 10, 39 | gekomen. Zo deden ook degenen, die vóór hen waren. Maar ziet,
776 10, 40 | zijn sommigen onder hen die er in geloven en er zijn
777 10, 40 | zijn sommigen onder hen die er niet in geloven en uw
778 10, 42 | zijn sommigen onder hen die naar u luisteren. Maar kunt
779 10, 43 | zijn sommigen onder hen die naar u kijken. Maar kunt
780 10, 45 | Verliezers zijn zeker degenen die de ontmoeting met Allah
781 10, 52 | Dan zal er tot degenen die kwaad deden worden gezegd: "
782 10, 54 | 54. En indien elke ziel die onrechtvaardig handelt al
783 10, 60 | 60. Wat denken degenen die leugens tegen Allah verzinnen
784 10, 63 | 63. Zig die geloven en zich aan rechtvaardigheid
785 10, 66 | bestaat. Wat volgen zij die buiten Allah afgoden aanroepen?
786 10, 67 | 67. Hij is het, Die de nacht voor u heeft gesteld,
787 10, 69 | 69. Zeg: "Degenen, die over Allah een leugen verzinnen,
788 10, 73 | redden Wij hem en degenen die met hem in de ark waren.
789 10, 73 | stedehouders, terwijl Wij degenen die Onze tekenen verloochenden
790 10, 73 | het einde was van degenen, die werden gewaarschuwd. ~
791 10, 92 | moogt zijn voor degenen die na u komen. En waarlijk,
792 10, 94 | twijfelt, vraagt dan degenen die het Boek vóór u hebben gelezen.
793 10, 95 | behoor niet tot degenen, die de tekenen van Allah verloochenen,
794 10, 99 | had gewild, zouden allen die op aarde zijn, zeker tezamen
795 10, 100| onreinheid over degenen die hun verstand niet gebruiken. ~
796 10, 102| van de dagen dergenen, die vóór hen stierven? Zeg: "
797 10, 104| dat ik niet aanbid degenen die gij naast Allah aanbidt,
798 10, 104| aanbidt, maar ik aanbid Allah Die u doet sterven en het is
799 10, 107| kwade treft, is er niemand die dit kan verwijderen dan
800 10, 107| voor u wenst, is er niemand die Zijn genade kan beletten.
801 10, 107| diegene van Zijn dienaren, die Hem behaagt. En Hij is de
802 10, 108| tot u gekomen. Wie daarom die leiding volgt, volgt haar
803 11, 3 | schenkt Zijn genade aan ieder die zich hiervoor verdienstelijk
804 11, 7 | 7. En Hij is het, Die de hemelen en de aarde in
805 11, 11 | 11. Maar degenen die geduldig zijn en goede werken
806 11, 16 | 16. Dezen zijn degenen, die in het Hiernamaals niets
807 11, 17 | hij dan (aan hen gelijk), die een duidelijk bewijs van
808 11, 17 | getuige van Hem volgt, en die voorafgegaan is door het
809 11, 18 | onrechtvaardiger dan hij, die een leugen tegen Allah smeedt?
810 11, 18 | zeggen: "Dezen zijn degenen die tegen hun Heer logen." Ziet
811 11, 19 | 19. Die van het pad van Allah afleiden,
812 11, 21 | 21. Dezen zijn het, die hun ziel hebben te kort
813 11, 22 | zijn ongetwijfeld degenen, die in het Hiernamaals de grootste
814 11, 23 | 23. Voorwaar, die geloven en goede werken
815 11, 23 | goede werken verrichten en die hun Heer gehoorzamen, zijn
816 11, 28 | barmhartigheid heeft geschonken, die voor u duister is gemaakt,
817 11, 31 | Noch zeg ik over degenen, die gij minacht dat Allah hun
818 11, 36 | zal geloven, dan degenen die reeds hebben geloofd; treur
819 11, 42 | Noach riep tot zijn zoon, die zich afzijdig hield: "O
820 11, 43 | weldra op een berg zoeken, die mij tegen het water zal
821 11, 48 | over u en over de volkeren die met u zijn. En er zullen
822 11, 49 | mededelingen van het onzienlijke die Wij u openbaren, welke gij
823 11, 51 | beloning is alleen bij Hem, Die mij schiep. Wilt gij dan
824 11, 52 | tot Hem, Hij zal wolken die regelmatig regen nedergieten
825 11, 56 | vertrouwen in Allah gesteld, Die mijn Heer en uw Heer is.
826 11, 65 | huizen. Dit is een belofte die niet geloochend kan worden." ~
827 11, 66 | redden hen van de schande van die dag. Voorzeker, uw Heer
828 11, 67 | straf achterhaalde degenen die kwaad hadden gesticht en
829 11, 82 | gebod kwam, keerden Wij die stad ondersteboven en Wij
830 11, 83 | 83. Die volgens de verordening van
831 11, 98 | En slecht is de plaats die wordt bereikt. ~
832 11, 99 | opgelegd. Slecht is de gave, die zal worden gegeven. ~
833 11, 100| tijdingen over de steden die Wij u verhalen. Sommige
834 11, 101| onrecht aan. En hun goden, die zij naast Allah aanriepen,
835 11, 103| gewis een teken voor hem die de straf van het Hiernamaals
836 11, 106| 106. Degenen dan, die ongelukkig zullen zijn,
837 11, 108| 108. Maar degenen, die gelukkig zullen blijken
838 11, 108| moge behagen, een gave, die niet zal worden afgesneden. ~
839 11, 112| bevolen en ook degenen, die zich met u hebben bekeerd
840 11, 114| een aanmaning voor degenen die er lering uit trekken. ~
841 11, 116| waren er onder de geslachten die vóór u waren dan geen verstandige
842 11, 116| geen verstandige mensen, die het verderf op aarde konden
843 11, 116| verhinderen op enkelen na, die Wij uit hun midden redden?
844 11, 119| uitzondering van degenen, die uw Heer barmhartigheid heeft
845 11, 121| 121. En zeg tot degenen die niet geloven: "Handelt naar
846 12, 6 | Jacob vervohnaken, zoals Hij die voordien aan twee uwer voorvaderen,
847 12, 19 | deze zond een waterputter, die zijn emmer nederliet. "O,
848 12, 21 | 21. En de Egyptenaar, die hem kocht, zeide tot zijn
849 12, 25 | de straf zijn voor iemand die kwade bedoelingen had met
850 12, 26 | Jozef) zeide: "Zij is het die mij tegen mijn wil zocht
851 12, 40 | niets, dan ijdele namen die gij hebt uitgedacht, gij
852 12, 43 | zag zeven vette koeien, die door zeven magere koeien
853 12, 45 | 45. En degene van de twee die bevrijd was, herinnerde
854 12, 46 | uit van zeven vette koeien die door zeven magere worden
855 12, 48 | zeven harde jaren komen, die al hetgeen gij van te voren
856 12, 50 | met de vrouwen is gesteld die zich in de handen sneden,
857 12, 51 | licht gekomen. Ik was het die hem tegen zijn wil zocht
858 12, 57 | zeker beter voor degenen die geloven en God vrezen. ~
859 12, 65 | ontvangen. Dat is een maat die gemakkelijk verkrijgbaar
860 12, 67 | vertrouwen en laat allen die willen vertrouwen, alleen
861 12, 78 | gij tot degenen behoort die goed doen." ~
862 12, 102| tijdingen van het verborgene die Wij u (o Profeet ) openbaren.
863 12, 109| de inwoners der steden, die Wij inspireerden. Hebben
864 12, 109| wat het einde was dergenen die vóór hen waren? En het tehuis
865 12, 109| voorzeker beter voor degenen, die vrezen. Wilt gij dan niet
866 13, 2 | 2. Allah is Hij, Die de hemelen heeft doen verrijzen
867 13, 2 | verrijzen zonder pilaren die gij kunt zien. Daarna zette
868 13, 3 | 3. En Hij is het, Die de aarde uitspreidde, er
869 13, 5 | geschapen?" Deze zijn het, die hun Heer hebben verworpen,
870 13, 10 | Voor Hem is hij gelijk die onder u het woord verbergt
871 13, 10 | het woord verbergt en hij die het openlijk uit; alsook
872 13, 10 | openlijk uit; alsook hij, die zich 's nachts verbergt
873 13, 10 | nachts verbergt en hij, die overdag (openlijk) voortgaat. ~
874 13, 12 | 12. Hij is het, Die u de bliksem toont vrees
875 13, 13 | verkondigt Zijn glorie met de lof die Hem toekomt, en de engelen
876 13, 14 | ware gebed. En degenen, die zij buiten Hem aanroepen,
877 13, 14 | doch zij zijn als iemand die zijn handen uitstrekt naar
878 13, 16 | Hem dan helpers genomen, die voor zich over goed noch
879 13, 16 | aan Allah medegoden toe die iets, op Zijn schepping
880 13, 18 | 18. Er zal voor degenen die aan hun Heer gehoor geven
881 13, 18 | goede zijn, en degenen, die Hem geen gehoor geven -
882 13, 18 | aanbieden. Dezen zijn het die een boze afrekening zullen
883 13, 19 | 19. Is dan hij die weet, dat hetgeen u van
884 13, 19 | waarheid is, gelijk aan hem die blind is? Alleen degenen
885 13, 19 | blind is? Alleen degenen die met begrip zijn begiftigd
886 13, 20 | 20. Degenen, die Allah's verbond vervullen
887 13, 21 | 21. En degenen, die verbinden, wat Allah bevolen
888 13, 21 | heeft verbonden te worden en die hun Heer vrezen en de kwade
889 13, 22 | 22. En degenen, die volharden in het zoeken
890 13, 22 | en openlijk weggeven en die het kwade met het goede
891 13, 22 | afwenden, dezen zijn het die de beloning en het goede
892 13, 25 | 25. En degenen, die het verbond van Allah breken
893 13, 27 | 27. En degenen die niet geloven, zeggen: "Waarom
894 13, 27 | Allah laat diegene dwalen die Hij wil en leidt tot Zichzelf
895 13, 27 | leidt tot Zichzelf degene die zich bekeert." ~
896 13, 28 | 28. Degenen die geloven, en wier hart rust
897 13, 29 | 29. Degenen die geloven en goede werken
898 13, 33 | 33. Zal Hij, Die over elke ziel waakt ten
899 13, 33 | weg teruggehouden. En hij, die Allah laat dwalen zal geen
900 13, 35 | Het beeld van de Hemel die de godvrezenden is beloofd,
901 13, 36 | zijn sommige der partijen die er een gedeelte van ontkennen.
902 13, 42 | 42. En degenen, die vóór hen waren, verzonnen
903 13, 43 | Zeg: "Allah, alsmede hij die kennis van het Boek bezit
904 14, 3 | 3. Die het tegenwoordige leven
905 14, 3 | wensend - dezen zijn het die ver afgedwaald zijn. ~
906 14, 5 | voorzeker tekenen voor ieder die geduldig en dankbaar is. ~
907 14, 8 | zijt, gij en al degenen die op aarde zijn, voorwaar,
908 14, 9 | tot u gekomen van degenen die vóór u waren, het volk van
909 14, 9 | Aad en Samoed en degenen (die) na hen (kwamen)? Niemand
910 14, 12 | dragen. Laat daarom allen die willen vertrouwen, in Allah
911 14, 14 | vestigen. Dit is voor hem die vreest vóór Mij te staan
912 14, 14 | vreest vóór Mij te staan en die Mijn waarschuwing vreest." ~
913 14, 18 | 18. De toestand dergenen die in hun Heer niet geloven,
914 14, 23 | 23. En de gelovigen die goede werken doen, zullen
915 14, 26 | is als een slechte boom die ontworteld ter aarde ligt
916 14, 27 | Allah versterkt degenen, die geloven in het tegenwoordige
917 14, 28 | Ziet gij niet degenen, die Allah's gunst in ondankbaarheid
918 14, 32 | 32. Allah is Hij, Die de hemelen en de aarde schiep
919 14, 32 | aarde schiep en water uit die wolken doet nederkomen en
920 14, 33 | heeft ook de zon en de maan, die beiden hun werk voortdurend
921 14, 36 | van mij en wat betreft hem die mij niet gehoorzaamt - Gij
922 14, 39 | Alle lof behoort aan Allah, Die mij in weerwil van ouderdom
923 14, 45 | woonplaatsen van degenen die zichzelf onrecht aandeden
924 14, 49 | 49. En op die Dag zult gij de schuldigen
925 14, 52 | God is en opdat degenen die begrip hebben er lering
926 15, 20 | Waarvan Wij voor u en degenen die gij niet onderhoudt bestaansmiddelen
927 15, 22 | en gij zijt niet degenen die het vergaart. ~
928 15, 23 | voorwaar, Wij zijn het, die leven geven en doen sterven
929 15, 24 | 24. En Wij kennen degenen die onder u vooruitgaan en Wij
930 15, 24 | vooruitgaan en Wij kennen degenen die achterblijven. ~
931 15, 31 | weigerde tot degenen te behoren die zich onderwierpen. ~
932 15, 32 | niet onder degenen zijt die zich onderwerpen?" ~
933 15, 33 | onderwerpen aan de mens, die Gij uit droge, klinkende
934 15, 42 | uitzondering van de dwalenden die u volgen." ~
935 15, 53 | blijde tijding over een zoon, die met kennis zal zijn begiftigd." ~
936 15, 55 | behoor dus niet tot hen die wanhopen." ~
937 15, 60 | tot degenen zal behoren die achterblijven." ~
938 15, 75 | voorzeker tekenen voor hen die onderzoeken. ~
939 15, 77 | voorzeker een teken voor hen die (willen) geloven. ~
940 15, 91 | 91. Die de Koran verloochenen. ~
941 15, 95 | toereikend tegen degenen die bespotten, ~
942 15, 96 | 96. Die andere goden met Allah vereenzelvigen;
943 15, 98 | verheerlijk uw Heer met de lof die Hem toekomt en behoor tot
944 15, 98 | toekomt en behoor tot degenen die zich ter aarde werpen. ~
945 16, 9 | tonen) en er zijn wegen die afwijken. En als Hij wilde,
946 16, 10 | 10. Hij is het, Die water voor u uit de wolken
947 16, 13 | 13. En in de dingen, die Hij in verscheidene kleuren
948 16, 14 | 14. En Hij is het, Die de zee tot uw beschikking
949 16, 14 | sieraden uit moogt nemen die gij draagt. En gij ziet
950 16, 17 | 17. Is dan Hij, Die schept gelijk aan iemand
951 16, 17 | schept gelijk aan iemand die niet schept? Wilt gij dan
952 16, 20 | 20. Maar degenen, die zij naast Allah aanroepen,
953 16, 22 | Uw God is Eén God. En zij die in het Hiernamaals niet
954 16, 25 | gedeelte der last van degenen die zij zonder kennis doen dwalen.
955 16, 26 | 26. Degenen, die vóór hen waren, smeedden
956 16, 27 | placht te strijden?" Degenen, die met kennis zign begiftigd
957 16, 28 | 28. "Degenen, die de engelen doen sterven
958 16, 30 | En wordt er tot degenen, die rechtvaardig handelden gezegd: "
959 16, 30 | beste." Er is voor degenen, die goed doen, goeds in deze
960 16, 32 | 32. Tot degenen, die de engelen doen sterven
961 16, 33 | worden uitgevoerd. Degenen, die vóór hen waren deden dat
962 16, 35 | hebben verboden." Degenen, die vóór hen waren handelden
963 16, 36 | waren er sommigen onder hen die Allah leidde en er waren
964 16, 36 | leidde en er waren sommigen die bleven dwalen. Reist daarom
965 16, 37 | voorzeker degenen niet leidt, die (zich zelve) doen dwalen.
966 16, 41 | 41. En degenen, die (hun) huizen ter wille van
967 16, 42 | 42. (Voor) hen, die geduldig zijn en hun vertrouwen
968 16, 43 | vraagt daarom aan degenen, die de vermaning bezitten als
969 16, 45 | 45. Voelen degenen die boze plannen verzinnen,
970 16, 60 | Het kenteken van degenen die niet in het Hiernamaals
971 16, 63 | boodschappers) tot de volkeren die vóór u waren; maar Satan
972 16, 64 | barmhartigheid voor de mensen die geloven. ~
973 16, 66 | en aangenaam voor degenen die drinken, ~
974 16, 70 | er zijn sommigen onder u die een hoge ouderdom bereiken,
975 16, 71 | bevoorrecht. Maar degenen die Hij bevoordeelde geven hun
976 16, 73 | naast Allah dingen (afgoden) die over hun levensonderhoud
977 16, 75 | gelijkenis van een slaaf, die nergens macht over heeft;
978 16, 75 | over heeft; en van iemand die Wij van een ruim levensonderhnud
979 16, 75 | levensonderhnud hebben voorzien, die er heimelijk en openlijk
980 16, 76 | deze gelijk zijn aan hem die rechtvaardigheid gelast
981 16, 76 | rechtvaardigheid gelast en die zelf op het rechte pad is? ~
982 16, 80 | woonplaatsen voor u gemaakt die gij licht vindt, op de tijd
983 16, 81 | geschapen dingen voor u gemaakt die schaduw geven, en Hij heeft
984 16, 81 | klederen voor u gemaakt die u tegen hitte beschermen
985 16, 81 | beschermen en harnassen die u in uw oorlogen beschermen.
986 16, 84 | opwekken zal het degenen die niet geloven, niet worden
987 16, 85 | 85. En wanneer degenen die kwaad verrichten de straf
988 16, 86 | dezen zijn onze goden, die wij buiten u aanbaden."
989 16, 87 | 87. En op die dag zullen zij aan Allah
990 16, 88 | 88. Degenen die verwerpen en anderen van
991 16, 89 | blijde tijding voor hen die zich onderwerpen. ~
992 16, 92 | En weest niet zoals zij die haar garen in stukken breekt
993 16, 93 | gemaakt; maar Hij laat hem die wil, dwalen en leidt hem
994 16, 93 | wil, dwalen en leidt hem die dit wenst, en gij zult zeker
995 16, 96 | blijvend. En Wij zullen degenen die standvastig zijn, voorzeker
996 16, 97 | 97. Die juist handelt, hetzij man
997 16, 99 | geen macht over degenen die geloven en die vertrouwen
998 16, 99 | over degenen die geloven en die vertrouwen in hun Heer stellen. ~
999 16, 100| heerst alleen over degenen die met hem vriendschap aanknopen
1000 16, 100| vriendschap aanknopen en die anderen met God vereenzelvigen. ~
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2349 |