1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2349
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1001 16, 102| nedergebracht, opdat Hij degenen die geloven, moge versterken
1002 16, 102| blijde tijding voor hen die zich onderwerpen." ~
1003 16, 103| het slechts een man is, die hem (de profeet) onderwijst.
1004 16, 103| onderwijst. De taal van hem die zij bedoelen is vreemd,
1005 16, 104| 104. Degenen die in de tekenen van Allah
1006 16, 105| slechts zij verzinnen leugens die in de tekenen van Allah
1007 16, 106| hebben geloofd - behalve hij die wordt gedwongen terwijl
1008 16, 110| Heer voorzeker voor degenen die ontvluchten, nadat zij worden
1009 16, 112| gelijkenis van een stad, die in rust en vrede was en
1010 16, 115| verboden. Maar voor hem, die door noodzaak wordt gedreven (
1011 16, 116| niet - vanwege de leugens die uw tong spreekt - "Dit is
1012 16, 116| Allah te verzinnen. Degenen, die een leugen tegen Allah verzinnen,
1013 16, 119| voorzeker - voor degenen die in onwetendheid kwaad doen,
1014 16, 123| van Abraham, de oprechte, die geen afgodendienaar was." ~
1015 16, 124| alleen aan degenen opgelegd, die daaromtrent van mening verschilden;
1016 16, 125| en Hij kent degenen goed die juist geleid zijn. ~
1017 16, 126| voorzeker het beste voor degenen die geduldig zign. ~
1018 16, 128| Voorwaar, Allah is met degenen, die (God) vrezen en goeddoen. ~~
1019 17, 1 | 1. Heilig is Hij Die Zijn dienaar bij nacht voerde
1020 17, 3 | O, nageslacht dergenen die Wij met Noach (in de Ark)
1021 17, 5 | grote macht tegen u uit, die de huizen binnendrongen;
1022 17, 5 | binnendrongen; dit was een belofte die in vervulling ging. ~
1023 17, 9 | en geeft aan gelovigen die goede werken verrichten
1024 17, 10 | En dat Wij voor degenen die niet geloven in het Hiernamaals
1025 17, 15 | 15. Degene die de rechte weg volgt, volgt
1026 17, 15 | voor zijn eigen heil en hij die dwaalt, dwaalt alleen tegen
1027 17, 18 | 18. Voor een ieder die het wereldse verkiest haasten
1028 17, 19 | 19. En een ieder die het Hiernamaals begeert
1029 17, 25 | Vergevensgezind jegens degenen die zich bekeren. ~
1030 17, 31 | voor armoede. Wij zijn het die in hun behoeften en in de
1031 17, 33 | 33. En doodt niemand die Allah heilig heeft verklaard,
1032 17, 44 | hemelen en de aarde en degenen die daarin vertoeven prijzen
1033 17, 44 | dat Hem niet met de lof die Hem toekomt verheerlijkt;
1034 17, 45 | Wij tussen u en degenen die niet in het Hiernamaals
1035 17, 51 | Of een andere schepping die naar uw gedachte het moeilijkst,
1036 17, 51 | doen herleven?" Zeg: "Hij Die u de eerste maal heeft geschapen."
1037 17, 52 | zult gij Hem met de lof die Hem toekomt antwoorden en
1038 17, 56 | Zeg, "Roept degenen aan die gij u naast Hem inbeeldt;
1039 17, 58 | geen stad of Wij zullen die voor de Dag der Opstanding
1040 17, 61 | aarde werpen voor iemand die Gij geschapen hebt uit klei?" ~
1041 17, 66 | 66. Uw Heer is Hij Die de schepen voor u over de
1042 17, 67 | treft, verdwijnen u degenen die gij aanroept, behalve Hij.
1043 17, 70 | verheven boven velen dergenen die Wij hebben geschapen. ~
1044 17, 71 | leider zullen oproepen. Zij die hun boek in de rechter hand
1045 17, 77 | handelwijze met Onze boodschappers die Wij vóór u zonden; en gij
1046 17, 97 | 97. En hij die Allah leidt, is goed geleid,
1047 17, 97 | goed geleid, doch voor hem die Hij laat dwalen zult gij
1048 17, 99 | zij niet in, dat Allah, Die de hemelen en de aarde schiep,
1049 17, 103| verwijderen; doch Wij deden hem en die met hem waren allen tezamen
1050 17, 111| Alle lof komt Allah toe Die Zich geen zoon heeft genomen
1051 17, 111| geen zoon heeft genomen en Die geen mededinger heeft in
1052 18, 1 | Alle lof behoort aan Allah, Die het Boek aan Zijn dienaar
1053 18, 2 | kastijding en de gelovigen die goede werken verrichten
1054 18, 3 | 3. Die zij zullen smaken in eeuwigheid. ~
1055 18, 4 | diegenen te waarschuwen, die zeggen: "Allah heeft Zich
1056 18, 13 | verhalen. Zij waren jongelingen die in hun Heer geloofden en
1057 18, 15 | onrechtvaardiger, dan hij die een leugen over Allah verzint?" ~
1058 18, 17 | de tekenen van Allah. Hij die door Allah wordt geleid,
1059 18, 17 | juist geleid doch degene, die Hij laat dwalen, voor hem
1060 18, 21 | wat het beste is. Degenen, die de overhand behielden, zeiden: "
1061 18, 27 | het Boek. Er is niemand, die Zijn woorden kan veranderen
1062 18, 28 | 28. Blijf bij degenen die hun Heer 's morgens en '
1063 18, 28 | en 's avonds aanroepen en die Zijn welbehagen zoeken en
1064 18, 28 | gedachte aan Ons, noch degene die zijn begeerte volgt en wiens
1065 18, 29 | Heer: laat daarom geloven die geloven wil en niet geloven,
1066 18, 29 | geloven wil en niet geloven, die niet wil." Voorwaar, wij
1067 18, 30 | 30. Wat betreft degenen die geloven en goede werken
1068 18, 37 | Gelooft gij niet in Hem, Die u schiep uit stof, daarna
1069 18, 38 | mij betreft, het is Allah Die mijn Heer is, ik zal niemand
1070 18, 45 | zij en breken in stukken die de wind verspreidt. Allah
1071 18, 51 | schepping noch neem Ik degenen die misleiden ooit tot helpers. ~
1072 18, 57 | onrechtvaardiger dan hij die herinnerd wordt aan de tekenen
1073 18, 66 | onderwijst in de leiding, die u is gegeven?" ~
1074 18, 68 | geduldig zijn over dingen die uw begrip te boven gaan?" ~
1075 18, 74 | gij een onschuldige gedood die niemand had vermoord? Voorwaar,
1076 18, 77 | vonden zij daar een muur, die op het punt stond in te
1077 18, 79 | behoorde aan arme lieden die op de rivier werkten, en
1078 18, 79 | achter hen was een koning die alle (goede) schepen met
1079 18, 87 | zeide: "Wat betreft degene die kwaad doet, hem zullen wij
1080 18, 87 | teruggebracht tot zijn Heer die hem straffen zal met een
1081 18, 88 | 88. "Doch wat hem betreft die gelooft en oprecht handelt,
1082 18, 99 | 99. En op die Dag zullen Wij sommigen
1083 18, 100| 100. En Wij zullen op die dag de hel aan de ongelovigen
1084 18, 101| herinnering aan Mij, en die zelfs niet konden horen. ~
1085 18, 103| verhalen omtrent degenen die het grootste verlies in
1086 18, 105| 105. Dezen zijn het die de tekenen van hun Heer
1087 18, 106| hun ongeloof en de spot die zij met Mijn Tekenen en
1088 18, 107| Voorwaar, de gelovigen die goede werken doen, zullen
1089 18, 110| is. Laat daarom degene, die op de ontmoeting met zijn
1090 19, 38 | horen en hun zien zijn op die Dag wanneer zij tot Ons
1091 19, 40 | 40. Wij zijn het, Die de aarde en alles wat zich
1092 19, 43 | inderdaad kennis tot mij gekomen die niet tot u is gekomen, volg
1093 19, 58 | van Adam en van degenen die Wij met Noach droegen (in
1094 19, 58 | zij behoren tot degenen die Wij leidden en uitverkoren.
1095 19, 59 | Hen volgden de bozen op, die het gebed verwaarloosden,
1096 19, 60 | 60. Maar zij die berouw hebben en geloven
1097 19, 63 | geven aan Onze dienaren, die rechtvaardig zijn. ~
1098 19, 69 | diegenen onder hen uitkiezen die het opstandigst waren tegen
1099 19, 74 | niet vóór hen verdelgd, die een groter bezit hadden
1100 19, 75 | Weldadige geeft degenen die dwalen uitstel totdat zij
1101 19, 76 | vermeerdert leiding voor degenen die leiding volgen. De blijvende
1102 19, 77 | Hebt gij hem dan gezien die Onze tekenen verwerpt en
1103 19, 87 | voorspraak hebben behalve degenen die van de Weldadige een belofte
1104 19, 93 | de hemelen en op de aarde die niet als een dienaar tot
1105 19, 96 | 96. Degenen die geloven en goede daden doen -
1106 20, 3 | als een vermaning voor hem die (God) vreest.
1107 20, 4 | Een openbaring van Hem, Die de aarde en de verheven
1108 20, 5 | 5. De Barmhartige, Die Zich nederzette op de Troon. ~
1109 20, 16 | 16. "Laat degene die er niet in gelooft en zijn
1110 20, 40 | Zal ik u iemand noemen die hem zal verzorgen?' Aldus
1111 20, 47 | Heer; vrede rust op hem die de leiding volgt;'" ~
1112 20, 48 | kastijding zal komen over hem, die loochent en zich afwendt.'" ~
1113 20, 50 | antwoordde: "Onze Heer is Hij, Die aan alles een eigen vorm
1114 20, 53 | 53. Hij is het Die u de aarde heeft gegeven
1115 20, 53 | u heeft doen ontstaan en Die regen doet nederdalen uit
1116 20, 54 | liggen tekenen voor degenen die verstand bezitten. ~
1117 20, 58 | derhalve een afspraak met ons die wij noch gij zullen verzuimen
1118 20, 61 | kastijding verdelgen. Hij die een leugen verzint, slaagt
1119 20, 63 | twee zijn zeker tovenaars die u met behulp van hun toverkunst
1120 20, 64 | naar voren. En voorwaar hij die op deze dag zegeviert, zal
1121 20, 71 | Hij moet uw meester zijn die u in de toverkunst heeft
1122 20, 72 | boven de duidelijke tekenen die tot ons zijn gekomen, en
1123 20, 72 | zijn gekomen, en boven Hem Die ons geschapen heeft. Doet
1124 20, 73 | onze zonden en de tovenarij die gij ons hebt gedwongen te
1125 20, 74 | 74. Voorwaar hij die tot zijn Heer komt als schuldige,
1126 20, 75 | 75. Doch die als gelovigen tot Hem komen
1127 20, 76 | is de beloning dergenen die zich louteren. ~
1128 20, 81 | Eet van de goede dingen die Wij u hebben verschaft en
1129 20, 82 | Vergevensgezind jegens hem die berouw heeft en gelooft
1130 20, 108| 108. Op die Dag zullen zij de oproeper
1131 20, 108| zij de oproeper volgen, die recht op zijn doel afgaat;
1132 20, 109| 109. Op die Dag zal voorspraak niet
1133 20, 111| Bestaande. Voorzeker, hij die ongerechtigheid begaat zal
1134 20, 112| 112. Maar hij die goede werken verricht en
1135 20, 123| u komt dan zal een ieder die Mijn leiding volgt, noch
1136 20, 124| 124. Doch degene die zich van Mijn gedachtenis
1137 20, 127| wijze vergelden Wij hem die buitensporig is en niet
1138 20, 128| liggen tekenen voor degenen die met rede zijn begaafd. ~
1139 20, 130| verheerlijk uw Heer met de lof die Hem toekomt voor het opgaan
1140 21, 6 | heeft nooit een stad geloofd die Wij vernietigden; zullen
1141 21, 7 | gezonden - Vraagt degenen, die de Vermaning bezitten, indien
1142 21, 9 | Wij redden hen en degenen die Wij wilden; doch Wij verdelgden
1143 21, 13 | keert terug tot de genoegens die u waren veroorloofd en tot
1144 21, 19 | op aarde is, en degenen die zich in Zijn tegenwoordigheid
1145 21, 21 | goden genomen van de aarde die de doden kunnen opwekken? ~
1146 21, 24 | de verkondiging dergenen die vóór mij waren. Doch de
1147 21, 28 | voorspraak behalve voor degene die Hem behaagt en zij sidderen
1148 21, 29 | ben een God naast Hem," die zouden Wij met de hel vergelden.
1149 21, 33 | 33. En Hij is het, Die de nacht en de dag schiep.
1150 21, 36 | zij zeggen: "Is dit degene die kwaad spreekt van uw Goden?"
1151 21, 36 | Goden?" terwijl zij het zijn die de verkondiging van de Barmhartige
1152 21, 41 | ook bespot, maar degenen die hen bespotten, werden door
1153 21, 43 | 43. Hebben zij goden die hen kunnen beschermen tegen
1154 21, 49 | 49. Die hun Heer in het verborgene
1155 21, 50 | een gezegende verkondiging die Wij hebben nedergezonden:
1156 21, 56 | hemelen en van de aarde, Die deze schiep en ik leg getuigenis
1157 21, 73 | maakten hen tot leiders die de mensen leidden op Ons
1158 21, 73 | een Openbaring tot hen, die aanspoorde, goede werken
1159 21, 74 | bevrijdden hem uit de stad die gruwelijk handelde. Zij
1160 21, 77 | stonden hem bij tegen degenen die Onze tekenen verloochenden.
1161 21, 79 | loven. En Wij waren het, Die dat deden. ~
1162 21, 82 | maakten onder de duivels, die voor hem doken en daarnaast
1163 21, 82 | verrichtten en Wij waren het die over hen waakten. ~
1164 21, 91 | 91. En (gedenk) haar, die haar kuisheid bewaarde;
1165 21, 95 | 95. En voor een stad die Wij verdelgd hebben, is
1166 21, 103| zeggende: "Dit is de Dag die u was beloofd." ~
1167 21, 106| een boodschap voor mensen die God dienen. ~
1168 22, 3 | mensen zijn er sommigen, die over Allah redetwisten zonder
1169 22, 4 | 4. Voor ieder die hem tot vriend neemt is
1170 22, 5 | En daar zijn er onder u die door de dood worden achterhaald
1171 22, 5 | worden achterhaald en anderen die zulk een hoge ouderdom bereiken,
1172 22, 6 | Waarheid is en omdat Hij het is Die de doden tot leven wekt
1173 22, 7 | twijfel; Allah zal al degenen die in de graven zijn, opwekken. ~
1174 22, 8 | onder de mensen zijn er die over Allah redetwisten zonder
1175 22, 11 | onder de mensen zijn er die Allah weifelend aanbidden.
1176 22, 13 | 13. Hij roept degene aan, die eerder schaadt dan baat.
1177 22, 14 | Voorwaar, Allah zal hen die geloven en goede werken
1178 22, 15 | 15. Laat hij die denkt dat Allah hem (de
1179 22, 18 | kastijding ten deel. En die Allah vernedert, kan niemand
1180 22, 19 | zijn twee tegenstanders die redetwisten over hun Heer.
1181 22, 23 | Doch Allah zal degenen die geloven en goede werken
1182 22, 25 | 25. Voorzeker degenen die niet geloven en mensen afhouden
1183 22, 25 | Heilige Moskee (te Mekka) - die Wij gelijk voor alle mensen
1184 22, 25 | aangewezen, hetzij degene die er in (de stad) vertoeft
1185 22, 25 | vertoeft of (de vreemdeling) die van buiten komt - en hij
1186 22, 25 | van buiten komt - en hij die in de Moskee onrechtvaardig
1187 22, 26 | Mijn Huis rein voor degenen die de rondgang verrichten en
1188 22, 26 | rondgang verrichten en degenen die opstaan (voor gebed) en
1189 22, 35 | s naam wordt genoemd, en die geduldig dragen al hetgeen
1190 22, 35 | al hetgeen hun overkomt, die het gebed onderhouden, en
1191 22, 38 | Allah heeft niemand lief die oneerlijk, ondankbaar is. ~
1192 22, 40 | 40. Degenen die ten onrechte uit hun huizen
1193 22, 40 | ongetwijfeld degene ondersteunen die Hem helpt - Allah is inderdaad
1194 22, 41 | 41. Degenen die, indien Wij hen op aarde
1195 22, 46 | Voorzeker, het zijn niet de ogen die blind zijn doch het hart
1196 22, 50 | 50. Degenen, die geloven en goede werken
1197 22, 51 | 51. Doch degenen die trachten Onze woorden krachteloos
1198 22, 54 | Waarlijk Allah leidt degenen die geloven naar het rechte
1199 22, 56 | 56. Op die Dag zal het koninkrijk van
1200 22, 56 | zal onder hen richten. Zij die geloven en goede werken
1201 22, 57 | 57. Doch die niet geloven en Onze tekenen
1202 22, 58 | 58. Degenen die hun huizen verlaten terwille
1203 22, 66 | 66. Hij is het, Die u leven schonk. Hij zal
1204 22, 67 | Wij wijdingen vastgesteld die zij moeten volgen; laat
1205 22, 71 | bezitten. En voor degenen die kwaad bedrijven is er geen
1206 22, 72 | Bijna zouden zij degenen, die Onze tekenen aan hen verhalen,
1207 22, 73 | naar. Voorzeker, degenen die grij in plaats van Allah
1208 22, 74 | Allah niet met de achting die Hem verschuldigd is. Voorzeker,
1209 22, 77 | 77. O, gij die gelooft, buigt u neder en
1210 23, 2 | 2. Die ootmoedig zijn in hun gebeden. ~
1211 23, 3 | 3. En die al hetgeen ijdel is, schuwen. ~
1212 23, 4 | 4. En die aktief zijn in het betalen
1213 23, 5 | 5. En die hun vleselijke lusten beheersen. ~
1214 23, 7 | 7. Doch degenen die deze perken te buiten gaan,
1215 23, 8 | 8. Zij die zorgzaam zijn voor het hun
1216 23, 9 | 9. En die hun gebeden in acht nemen. ~
1217 23, 11 | 11. Die het paradijs zullen erven.
1218 23, 18 | voorzeker zijn Wij ook in staat die weer weg te nemen. ~
1219 23, 20 | Wij brengen een boom voort die groeit uit de berg Sinaï:
1220 23, 20 | een saus voort voor hen die het willen nuttigen. ~
1221 23, 21 | u te drinken van de melk die in hun buik is en gij trekt
1222 23, 24 | de hoofden van zijn volk, die ongelovig waren, zeiden: "
1223 23, 28 | betrokken - gij en degenen die met u zijn zeg dan: "Alle
1224 23, 28 | Alle lof behoort aan Allah, Die ons van een boosaardig volk
1225 23, 32 | boodschapper uit hun midden, die zeide: "Dient Allah, gij
1226 23, 33 | de hoofden van zijn volk, die ongelovig waren en die de
1227 23, 33 | die ongelovig waren en die de ontmoeting in het Hiernamaals
1228 23, 38 | niet anders dan een mens die een leugen heeft verzonnen
1229 23, 43 | overschrijden, evenmin kunnen zij die uitstellen. ~
1230 23, 48 | zij behoorden tot degenen die vernietigd werden. ~
1231 23, 57 | 57. Voorwaar, degenen die sidderen van ontzag voor
1232 23, 58 | 58. En degenen die geloven in de tekenen van
1233 23, 59 | 59. En degenen die hun Heer geen deelgenoten
1234 23, 60 | 60. En degenen die weggeven hetgeen zij (kunnen)
1235 23, 61 | 61. Dezen zijn het die zich haasten en wedijveren
1236 23, 64 | wanneer Wij degenen hunner die in weelde leven met straf
1237 23, 74 | 74. Maar degenen, die in het Hiernamaals niet
1238 23, 78 | 78. (Allah) is het, Die oren, en ogen en hart voor
1239 23, 79 | 79. En Hij is het, Die u heeft vermenigvuldigd
1240 23, 80 | 80. En Hij is het, Die leven schenkt en de dood
1241 23, 88 | over alle dingen is - en Die beschermt doch tegen Wie
1242 23, 101| bazuin wordt geblazen zal er die Dag geen verwantschap tussen
1243 23, 103| zijn - dit zijn degenen die hun ziel benadeelden - zullen
1244 23, 113| een dag. Vraag dus degenen die rekening houden." ~
1245 23, 117| 117. En diegene die naast Allah een andere god
1246 24, 4 | 4. En zij, die kuise vrouwen beschuldigen
1247 24, 5 | Met uitzondering van hen die daarna berouw tonen en zich
1248 24, 6 | En betreffende degenen die hun vrouwen beschuldigen
1249 24, 6 | vrouwen beschuldigen en die buiten zich geen getuigen
1250 24, 11 | 11. Waarlijk, zij die de lastering voortbrachten
1251 24, 11 | zal de straf voor de zonde die hij heeft begaan, ontvangen
1252 24, 11 | begaan, ontvangen en hij, die onder hen het voornaamste
1253 24, 19 | 19. Zij die graag willen dat onbetamelijkheid
1254 24, 21 | 21. O gij die gelooft, volgt de voetstappen
1255 24, 21 | voetstappen van Satan volgt die zal hij zeker onzedelijkheid
1256 24, 22 | 22. En laat hen, die rijkdommen en overvloed
1257 24, 22 | verwanten en behoeftigen en hun die hun huizen terwille van
1258 24, 23 | 23. Zij die kuise, gelovige vrouwen,
1259 24, 23 | kuise, gelovige vrouwen, die geen kwaad kennen, belasteren,
1260 24, 25 | 25. Op die Dag zal Allah hun de hun
1261 24, 27 | 27. O gij die gelooft, gaat geen andere
1262 24, 31 | zulke mannelijke bedienden die geen geslachtsdrang hebben,
1263 24, 31 | hebben, of de jonge kinderen die van de naaktheid van een
1264 24, 33 | 33. En laat degenen, die geen mogelijkheid tot trouwen
1265 24, 33 | overvloed verrijkt. En de slaven die een acte van vrijmaking
1266 24, 33 | de rijkdommen van Allah, die Hij u heeft geschonken.
1267 24, 33 | dwingt, dan zal Allah na die dwang (voor haar) Vergevensgezind,
1268 24, 34 | en de voorbeelden van hen die vóór u zijn geweest en een
1269 24, 35 | gezegende boom, een olijfboom, die van het Oosten noch van
1270 24, 37 | 37. Mensen die noch door handel noch door
1271 24, 39 | Allah in zijn nabijheid, Die hem zijn rekening ten volle
1272 24, 44 | zeker een les voor degenen die ogen hebben. ~
1273 24, 51 | gehoorzamen." Dezen zijn het die zullen slagen. ~
1274 24, 55 | heeft aan degenen onder u die geloven en goede werken
1275 24, 55 | stellen, zoals Hij degenen die vóór hen waren tot stedehouders
1276 24, 55 | en dat Hij de godsdienst, die Hij voor hen heeft gekozen,
1277 24, 57 | Denkt niet, dat degenen die niet geloven, op aarde kunnen
1278 24, 58 | 58. O gij die gelooft, laten uw slaven
1279 24, 58 | uw slaven en degenen uwer die de geslachtsrijpheid nog
1280 24, 60 | 60. Bejaarde vrouwen die geen hoop op het huwelijk
1281 24, 61 | met een groet van uw Heer, die vol van zegen en reinheid
1282 24, 62 | Zij alleen zijn gelovigen die in Allah en Zijn boodschapper
1283 24, 62 | boodschapper geloven, en die, wanneer zij wegens iets
1284 24, 62 | toestemming hebben gevraagd. Zij die u om verlof vragen zijn
1285 24, 62 | verlof vragen zijn degenen die werkelijk in Allah en Zijn
1286 24, 63 | Allah kent degenen uwer die wegsluipen en zich verbergen.
1287 24, 63 | verbergen. Laat daarom degenen die tegen Zijn gebod ingaan,
1288 25, 1 | 1. Gezegend is Hij, die de Forqaan (het onderscheid)
1289 25, 3 | naast Hem goden genomen die niets kunnen scheppen, doch
1290 25, 3 | zelf geschapen zijn, en die geen macht hebben om zichzelf
1291 25, 4 | is niets dan een leugen, die hij (de Profeet) verzonnen
1292 25, 6 | 6. Zeg: "Hij, Die de geheimen der hemelen
1293 25, 7 | voor boodschapper is deze die voedsel gebruikt en op straat
1294 25, 10 | 10. Gezegend is Hij Die, indien Hij het wil u iets
1295 25, 11 | het Uur en voor degenen die dat Uur verloochenen hebben
1296 25, 15 | of de tuin der eeuwigheid die de rechtvaardigen is beloofd?
1297 25, 17 | de ongelovigen en degenen die zij naast Allah aanbidden
1298 25, 17 | vragen: "Waart gij het, die deze mijn dienaren deedt
1299 25, 21 | 21. Zij die Onze ontmoeting niet verwachten
1300 25, 24 | van het paradijs zullen op die Dag er beter aan toe zijn
1301 25, 26 | Het ware Koninkrijk zal op die Dag aan de Genadevolle behoren,
1302 25, 34 | 34. Zij die vernederd naar de hel zullen
1303 25, 40 | regen was gevallen. Zien zij die (plaats) dan niet? Neen,
1304 25, 41 | bespotting. "Is hij het, die Allah als boodschapper heeft
1305 25, 43 | 43. Hebt gij hem gezien, die zijn eigen begeerte als
1306 25, 47 | 47. En Hij is het, Die de nacht tot een bedekking
1307 25, 48 | 48. En Hij is het, Die de winden als blijde aankondiging
1308 25, 53 | 53. En Hij is het die twee wateren heeft doen
1309 25, 54 | 54. En Hij is het Die de mens uit water heeft
1310 25, 57 | er voor, behalve dat hij, die dit wil, de weg naar zijn
1311 25, 58 | vertrouwen in de Levende, Die niet sterft, en verheerlijk
1312 25, 58 | verheerlijk Hem met de lof die Hem toekomt. Hij is goed
1313 25, 59 | 59. Hij, Die de hemelen en de aarde en
1314 25, 59 | Barmhartige. Vraag dus iemand die meer over Hem weet. ~
1315 25, 60 | nederwerpen voor degene die gij ons gelast?" En dit
1316 25, 61 | 61. Gezegend is Hij, Die de sterren, de stralende
1317 25, 62 | 62. En Hij is het Die de nacht en de dag heeft
1318 25, 62 | en de dag heeft ingesteld die elkander opvolgen; dit is
1319 25, 62 | opvolgen; dit is voor hen die er lering uit willen trekken,
1320 25, 63 | de Barmhartige zijn zij, die zachtmoedig op aarde wandelen
1321 25, 64 | 64. En zij, die de nacht doorbrengen zich
1322 25, 67 | 67. En zij, die, als zij iets besteden,
1323 25, 68 | 68. En zij die geen andere goden naast
1324 25, 68 | overspel plegen; en hij die dat doet zal een straf ondergaan. ~
1325 25, 70 | Met uitzondering van hen die berouw hebben en geloven
1326 25, 71 | 71. En hij die berouw heeft, en het goede
1327 25, 72 | 72. En zij, die niet leugenachtig getuigen
1328 25, 73 | 73. En zij, die, wanneer zij door tekenen
1329 25, 74 | 74. En zij die zeggen: "Onze Heer, maak
1330 25, 75 | 75. Dit zijn diegenen die beloond zullen worden met
1331 26, 22 | 22. Is dit de gunst die gij mij in herinnering brengt,
1332 26, 25 | Pharao zeide tot degenen die om hem heen waren: "Hoort
1333 26, 27 | Waarlijk, de boodschapper die tot u is gezonden, is krankzinnig." ~
1334 26, 37 | 37. Die u iedere bedreven tovenaar
1335 26, 49 | Hij is zeker uw leider die u tovenarij heeft onderwezen.
1336 26, 59 | geschiedde het; en Wij gaven die als een erfenis aan de kinderen
1337 26, 65 | Wij redden Mozes en allen die met hem waren. ~
1338 26, 78 | 78. Die mij heeft geschapen en Hij
1339 26, 78 | geschapen en Hij is het, Die mij leidt; ~
1340 26, 79 | 79. En Die mij voedsel en drank geeft. ~
1341 26, 80 | 80. En Die mij geneest wanneer ik ziek
1342 26, 81 | 81. En Die mij zal doen sterven en
1343 26, 82 | 82. En Die, hoop ik, mij mijn tekortkomingen
1344 26, 89 | 89. Maar slechts hij, die met een toegewijd hart tot
1345 26, 92 | worden gezegd: "Waar zijn zij die gij aanbadt, ~
1346 26, 118| red mij en de gelovigen die met mij zijn." ~
1347 26, 119| redden Wij hem en degenen die met hem in de geladen ark
1348 26, 120| Daarna verdronken Wij degenen die achterbleven.
1349 26, 132| 132. Ja, vreest Hem, Die alles wat gij weet aan u
1350 26, 146| gelaten tussen de dingen die hier zijn, ~
1351 26, 152| 152. Die onheil op aarde stichten,
1352 26, 166| verlaat gij uw vrouwen, die uw Heer voor u heeft geschapen?
1353 26, 171| Behalve een oude vrouw die achterbleef. ~
1354 26, 173| vreselijk was de regen voor hen, die waren gewaarschuwd. ~
1355 26, 181| en behoort niet tot hen die minder geven (bedriegers). ~
1356 26, 184| 184. En vreest Hem, Die u en de vroegere geslachten
1357 26, 215| zachtmoedigheid tot de gelovigen die u volgen." ~
1358 26, 218| 218. Die u ziet wanneer gij opstaat. ~
1359 26, 219| uw bewegingen onder hen die zich nederwerpen (in aanbidding). ~
1360 26, 227| 227. Behalve zij die geloven en goede werken
1361 27, 3 | 3. Die het gebed houden en de Zakaat
1362 27, 4 | 4. Voorzeker, die niet in het Hiernamaals
1363 27, 8 | hem toe: "Gezegend is hij, die in het vuur is en gezegend
1364 27, 8 | vuur is en gezegend is hij die er dichtbij is, glorie zij
1365 27, 11 | 11. Noch degene die kwaad doet en daarna het
1366 27, 15 | Alle eer behoort aan Allah, Die ons boven vele van Zijn
1367 27, 19 | dankbaar zijn voor Uw gunst, die Gij mij en mijn ouders hebt
1368 27, 23 | 23. Ik vond een vrouw, die daar regeerde en haar is
1369 27, 25 | Zij aanbidden Allah niet, Die hetgeen in de hemelen en
1370 27, 25 | aan het licht brengt en Die weet wat gij verbergt en
1371 27, 32 | geeft mij raad in de zaak die voor mij ligt, ik beslis
1372 27, 40 | 40. Iemand, die kennis van het geschrift
1373 27, 41 | zij behoort tot degenen die van de rechte weg worden
1374 27, 45 | Samoed hun broeder Salih, die zeide: "Aanbidt Allah."
1375 27, 45 | twee partijen gesplitst die met elkander twistten. ~
1376 27, 47 | kwaad wegens u en degenen die met u zijn." Hij zeide: "
1377 27, 48 | negen personen in de stad die onrust in het land stichtten
1378 27, 53 | 53. En Wij redden hen die geloofden en godvrezend
1379 27, 56 | stad want zij zijn mensen, die zich rein willen houden." ~
1380 27, 60 | 60. Hij Die de hemelen en de aarde schiep
1381 27, 61 | 61. Hij Die de aarde tot een rustplaats
1382 27, 62 | 62. Hij Die de wanhopige verhoort als
1383 27, 63 | 63. Hij, Die u leidt in het duister van
1384 27, 63 | het land en van de zee, en Die u winden zendt als boodschappers
1385 27, 64 | 64. Hij Die de schepping voortbrengt
1386 27, 72 | een gedeelte van de straf die gij wildet verhaasten, reeds
1387 27, 81 | kunt alleen hen doen horen die in Onze tekenen willen geloven
1388 27, 83 | degenen zullen verzamelen die Onze tekenen loochenden,
1389 27, 87 | geblazen, zullen zij (allen) die in de hemelen en ook zij
1390 27, 87 | in de hemelen en ook zij die op aarde zijn, schrikken,
1391 27, 87 | schrikken, behalve degenen die Allah wil (sparen). En allen
1392 27, 88 | voorbijgaan. Dit is Allah's werk Die alles volmaakt heeft geschapen.
1393 27, 89 | dan deze en zij zullen op die Dag veilig zijn voor schrik. ~
1394 27, 90 | 90. Maar zij die een slechte daad begaan,
1395 27, 91 | alleen de Heer dezer stad die Hij heilig heeft verklaard
1396 27, 92 | eigen bate. En zeg tegen hem die dwaalt: "Ik ben slechts
1397 28, 4 | scheiden; van een groep die hij als zwak beschouwde
1398 28, 5 | 5. En Wij wensten hun die op aarde als zwak beschouwd
1399 28, 12 | ik u een familie noemen die hem voor u zal grootbrengen
1400 28, 12 | voor u zal grootbrengen en die voor hem welwillend zal
1401 28, 14 | kennis; zo belonen Wij hen die goed doen. ~
1402 28, 15 | van zijn vijanden. En hij die van zijn volk was zocht
1403 28, 15 | was zocht hulp tegen hem die tot zijn vijanden behoorde.
1404 28, 17 | Mijn Heer, door de gunsten die Gij mij hebt bewezen zal
1405 28, 18 | zijn hoede; en ziet! hij, die de vorige dag zign hulp
1406 28, 19 | toen hij hem wilde grijpen die een vijand van beiden was,
1407 28, 23 | hij daar een groep mannen die hun vee drenkten. En hij
1408 28, 23 | vond naast hen twee vrouwen die (haar kudden) terughielden.
1409 28, 26 | dienst, want de beste man die gij kunt huren is hij, die
1410 28, 26 | die gij kunt huren is hij, die sterk, vertrouwenswaardig
1411 28, 31 | want gij behoort tot hen die veilig zijn." ~
1412 28, 35 | tekenen zult gij beiden en zij die u volgen overwinnaars worden." ~
1413 28, 41 | En Wij gaven hun leiders die tot het Vuur uitnodigen;
1414 28, 45 | onder het volk van Midian, die Onze tekenen aan hen voordroeg,
1415 28, 45 | voordroeg, maar Wij waren het, Die boodschappers stuurden. ~
1416 28, 48 | zeiden: "Twee tovenaars die elkander ondersteunen."
1417 28, 50 | wie dwaalt meer dan hij die zijn eigen neigingen volgt
1418 28, 56 | Waarlijk, gij zult hen die gij wilt niet kunnen leiden,
1419 28, 56 | en Hij kent hen het beste die geleid willen worden. ~
1420 28, 58 | hebben Wij niet vernietigd die trots waren op hun middelen
1421 28, 58 | ginds waren hun woonplaatsen die tot op enkele na niet meer
1422 28, 58 | geworden. En Wij zijn het Die de erfgenamen werden. ~
1423 28, 59 | boodschapper heeft verwekt die hun Ons woord verkondigt;
1424 28, 61 | goede belofte hebben gedaan, die hij (vervuld) zal zien,
1425 28, 61 | zien, gelijk met degenen, die Wij van de goederen dezer
1426 28, 62 | 62. En op die Dag zal God hen roepen en
1427 28, 62 | Waar zijn Mijn deelgenoten die gij u beweerdet te zijn?" ~
1428 28, 63 | Onze Heer, dit zijn degenen die wij deden dwalen. Wij deden
1429 28, 63 | aan U. Wij waren het niet die zij aanbaden." ~
1430 28, 65 | 65. En op die Dag zal Hij tot hen roepen
1431 28, 66 | zullen alle uitvluchten op die Dag voor hen duister worden
1432 28, 67 | 67. Maar hij, die berouw heeft, gelooft en
1433 28, 71 | welke God is er naast Allah die u een licht kan brengen?
1434 28, 72 | God is er dan naast Allah die u een nacht kan brengen
1435 28, 74 | Waar zijn Mijn mededingers, die gij u placht te verbeelden?"
1436 28, 76 | Allah houdt niet van degenen die pochen. ~
1437 28, 77 | aarde, want Allah heeft hen, die onheil stichten, niet lief." ~
1438 28, 78 | geslachten had vernietigd die machtiger waren dan hij
1439 28, 79 | met pracht en praal. Zij, die het leven dezer wereld wensten,
1440 28, 80 | Allah is beter voor degenen die geloven en goede werken
1441 28, 80 | worden geschonken behalve hun die geduldig zijn." ~
1442 28, 82 | 82. En zij, die zijn plaats de vorige dag
1443 28, 83 | Hiernamaals! Wij geven het degenen die op aarde geen zelfverheffing
1444 28, 84 | 84. Zij die goed doen worden er beter
1445 28, 84 | beter voor beloond, maar zij die kwaad doen, worden slechts
1446 28, 85 | 85. Voorwaar, Hij, Die de verkondiging van de Koran
1447 29, 3 | Wij beproefden degenen die vóór hen waren. Daarom zal
1448 29, 3 | Daarom zal Allah ook hen die waarachtig zijn, onderscheiden
1449 29, 4 | 4. Of denken zij, die slechte daden doen, dat
1450 29, 7 | zullen de fouten dergenen die geloven en goede daden verrichten
1451 29, 9 | 9. En zij die geloven en goede werken
1452 29, 10 | Onder de mensen zijn er die zeggen: "Wij geloven in
1453 29, 17 | gij verzint leugens. Zij die gij naast Allah aanbidt
1454 29, 23 | 23. Zij, die in de tekenen van Allah
1455 29, 28 | verricht een gruweldaad die niemand onder het mensdom
1456 29, 32 | sparen, behalve zijn vrouw, die achter zal blijven." ~
1457 29, 33 | redden, behalve uw vrouw die tot de achterblijvenden
1458 29, 36 | Wij) hun broeder Shoaib, die zeide: "O mijn volk, dien
1459 29, 40 | zonden en onder hen waren er, die een rukwind achterhaalde,
1460 29, 40 | achterhaalde, en onder hen waren er die de aardbeving overviel,
1461 29, 40 | overviel, en onder hen waren er die Wij in de aarde deden verzinken,
1462 29, 40 | verzinken, en onder hen waren er die Wij deden verdrinken. Allah
1463 29, 40 | verdrinken. Allah was het niet, die hen onrecht aandeed, maar
1464 29, 41 | De gelijkenis van hen, die helpers verkiezen naast
1465 29, 41 | de gelijkenis van de spin die zich een huis maakt: en
1466 29, 43 | En dit zijn gelijkenissen die Wij voor de mensen geven,
1467 29, 43 | mensen geven, maar alleen zij die kennis bezitten begrijpen
1468 29, 44 | zeker een teken voor hen die willen geloven. ~
1469 29, 47 | onder de (Mekkanen) zijn er die er in geloven. En het zijn
1470 29, 47 | zijn alleen de ondankbaren die Onze tekenen verwerpen. ~
1471 29, 52 | hemelen en op aarde is. Zij die in de leugen geloven en
1472 29, 58 | 58. Zij, die geloven en goede werken
1473 29, 58 | is de beloning dergenen die goed doen. ~
1474 29, 59 | 59. Die standvastig zijn, en hun
1475 29, 60 | En hoeveel dieren zijn er die hun eigen onderhoud niet
1476 29, 68 | onrechtvaardiger dan hij, die een leugen verzint over
1477 29, 69 | 69. En zij, die naar Ons streven, - Wij
1478 29, 69 | Voorwaar, Allah is met hen die goed doen. ~~
1479 30, 4 | daarvóór en daarna - en op die Dag zullen de gelovigen
1480 30, 9 | het einde was van degenen die vóór hen waren? Zij waren
1481 30, 9 | tekenen. En Allah was het niet Die hun onrecht aandeed, maar
1482 30, 9 | aandeed, maar zij waren het die hun eigen ziel onrecht aandeden. ~
1483 30, 10 | het einde bitter voor hen die kwaad deden, omdat zij de
1484 30, 15 | 15. Dan zullen zij die geloven en goede werken
1485 30, 16 | 16. Maar zij die niet geloofden en Onze tekenen
1486 30, 20 | en ziet! gij zijt mensen die zich kunnen verspreiden. ~
1487 30, 22 | voorzeker tekenen voor degenen, die willen begrijpen. ~
1488 30, 26 | aan Hem behoort een ieder, die in de hemelen en op aarde
1489 30, 27 | 27. En Hij is het, Die de schepping voortbrengt
1490 30, 29 | En wie kan hen leiden, die Allah liet dwalen? Voor
1491 30, 32 | 32. Noch tot degenen die hun godsdienst verdelen
1492 30, 38 | is het beste voor degenen die het Aangezicht van Allah
1493 30, 38 | Allah zoeken, dezen zijn het die zullen slagen. ~
1494 30, 40 | 40. Hij is Allah, Die u schept en dan voor u zorgt
1495 30, 40 | er een onder uw afgoden, die iets dergelijks kan doen?
1496 30, 42 | het einde was van degenen die voordien waren. De meesten
1497 30, 43 | godsdienst, voordat de Dag komt, die door niemand afgewend kan
1498 30, 43 | worden buiten Allah. Op die Dag zal het mensdom worden
1499 30, 44 | 44. Hij die verwerpt, zijn ongeloof
1500 30, 44 | zal tegen hem zijn, en zij die goede daden verrichten,
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2349 |