1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2336
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1 Voo | ingewijde enkeling begrijpelijk zijn. Wij hebben getracht zoveel
2 Voo | van de lezers, die gewend zijn aan andersoortige lectuur,
3 Voo | de lezers zeer verplicht zijn wanneer zy ons op de hoogte
4 Voo | menen wij verschuldigd te zijn aan Mevr. Nasirah Zimmermann,
5 2, 5 | 5. Zij zijn het, die de leiding van
6 2, 8 | 8. En er zijn mensen, die zeggen: "Wij
7 2, 8 | hoewel zij geen gelovigen zijn." ~
8 2, 11 | aan" dan zeggen zij: "Wij zijn slechts vredestichters". ~
9 2, 12 | 12. Pas op! Voorzeker zij zijn het die onheil stichten,
10 2, 13 | geloofd?" Ziet toe! Zij zijn het die dwaas zijn, doch
11 2, 13 | Zij zijn het die dwaas zijn, doch zij weten het niet. ~
12 2, 14 | leiders gaan, zeggen zij: "Wij zijn waarlijk met u, wij spotten
13 2, 16 | 16. Zij zijn het die dwaling hebben aanvaard
14 2, 17 | vuur ontstak en toen het zijn omgeving verlichtte, nam
15 2, 25 | het paradijs) voor hen zijn, waardoorheen rivieren vloeien.
16 2, 27 | op aarde stichten, dezen zijn de verliezers. ~
17 2, 36 | en levensonderhoud voor u zijn." ~
18 2, 37 | Adam enkele woorden van zijn Heer. Zo schonk Hij hem
19 2, 39 | de bewoners van het Vuur zijn; zij zullen daarin verblijven. ~
20 2, 46 | 46. Die er zeker van zijn, dat zij hun Heer zullen
21 2, 51 | nachten; toen naamt gij in zijn afwezigheid het kalf, (om
22 2, 52 | opdat gij dankbaar zoudt zijn. ~
23 2, 54 | 54. En toen Mozes tot zijn volk zeide: "O mijn volk,
24 2, 56 | opdat gij dankbaar zoudt zijn. ~
25 2, 60 | toen Mozes om water voor zijn volk bad zeiden Wij: "Sla
26 2, 60 | aan, waardoor elke stam zijn drinkplaats kende. Eet en
27 2, 64 | wenddet u af en, had Allah u Zijn genade en barmhartigheid
28 2, 64 | betoond, dan zoudt gij zeker zijn ondergegaan. ~
29 2, 67 | 67. En toen Mozes tot zijn volk zeide: "Waarlijk, Allah
30 2, 68 | wat voor een koe dit moet zijn." Hij antwoordde: "Hij zegt,
31 2, 68 | zegt, dat het een koe moet zijn, noch oud, noch jong, volwassen,
32 2, 73 | aan de doden en toont u Zijn tekenen, opdat gij zult
33 2, 74 | verhardde zich uw hart. Zij zijn als stenen, of nog harder,
34 2, 74 | of nog harder, want er zijn stenen, waaruit stromen
35 2, 74 | stromen ontspringen en er zijn er zeker, die splijten en
36 2, 74 | vloeit water uit. En sommige zijn er die uit vrees voor Allah
37 2, 76 | wanneer zij onder elkander zijn zeggen zij: "Verhaalt gij
38 2, 78 | 78. En sommigen hunner zijn ongeletterd; zij weten niets
39 2, 80 | verkregen? Dan zal Allah Zijn belofte nooit breken. Of
40 2, 81 | die kwaad doet en door zijn zonden is omringd - zij
41 2, 81 | zonden is omringd - zij zijn de bewoners van het Vuur;
42 2, 82 | goede werken doen, - zij zijn de bewoners van de Hemel,
43 2, 83 | alleen en dat gij goed zult zijn voor uw ouders, uw verwanten,
44 2, 86 | 86. Dezen zijn het, die het Hiernamaals
45 2, 87 | boodschappers de een na de ander zijn voetsporen volgen. En Wij
46 2, 90 | afkerig van zijnde, dat Allah Zijn genade doet dalen over diegenen
47 2, 92 | tekenen, maar gij hebt in zijn afwezigheid het (gouden)
48 2, 98 | een vijand is van Allah en Zijn engelen en Zijn boodschappers
49 2, 98 | Allah en Zijn engelen en Zijn boodschappers en Gabriël
50 2, 102| zij hadden gezegd: "Wij zijn slechts een beproeving;
51 2, 102| maken tussen een man en zijn vrouw, maar zij schaden
52 2, 103| van Allah gewis hun deel zijn geweest, hadden zij het
53 2, 105| Heer; maar Allah kiest voor Zijn barmhartigheid, wie Hij
54 2, 109| toegefelijk totdat Allah Zijn gebod uitbrengt. Voorzeker,
55 2, 111| de Eemel binnengaan." Dat zijn hun ijdele wensen. Zeg: "
56 2, 112| goede daden verricht, zal zijn beloning bij zijn Heer hebben.
57 2, 112| verricht, zal zijn beloning bij zijn Heer hebben. Vrees noch
58 2, 114| een grote straf voor hen zijn in het Hiernamaals. ~
59 2, 115| het Aangezicht van Allah zijn. Zeker, Allah is Alomvattend,
60 2, 118| vóór hen waren. Hun harten zijn aan elkander gelijk. Wij
61 2, 120| zullen u nooit welgezind zijn, tenzij gij hun godsdienst
62 2, 121| worden nagevolgd; dezen zijn het, die er in geloven.
63 2, 121| geloven, zullen de verliezers zijn. ~
64 2, 123| andere ziel van nut kan zijn, waarop geen losprijs van
65 2, 130| onder de rechtvaardigen zijn. ~
66 2, 131| 131. Toen zijn Heer tot hem zeide: "Onderwerp
67 2, 132| hetzelfde legde Abraham aan zijn zonen op en Jacob deed desgelijks,
68 2, 133| tot Jacob kwam en hij tot zijn zonen zeide: "Wat zult gij
69 2, 133| Izaäk, de enige God, aan Hem zijn wij onderworpen". ~
70 2, 137| zoals gij hebt geloofd, dan zijn zij juist geleid, maar indien
71 2, 137| indien zij zich afwenden, dan zijn zij in verzet; Allah zal
72 2, 137| Allah zal u zeker voldoende zijn tegen hen, want Hij is de
73 2, 139| onze Heer is? En voor ons zijn onze werken en voor u uw
74 2, 139| uw werken. En Hem alleen zijn wij oprecht toegewijd. ~
75 2, 143| opdat gij getuige zult zijn tegenover de mensen en de
76 2, 144| Moskee en waar gij ook moogt zijn, wendt uw aangezicht daarheen.
77 2, 145| hun Qiblah volgen, noch zijn er onder hen, die de Qiblah
78 2, 154| degenen, die voor Allah's zaak zijn gedood, dat zij dood zijn -
79 2, 154| zijn gedood, dat zij dood zijn - neen, zij leven, maar
80 2, 156| zeggen: "Voorzeker, wij zijn van Allah en tot Hem zullen
81 2, 157| 157. Dezen zijn het, op wie de zegeningen
82 2, 157| hun Heer rusten en dezen zijn het, die de rechte weg volgen.
83 2, 158| Voorzeker, Safaa en Marwah zijn onder de tekenen van Allah.
84 2, 159| duidelijk hebben gemaakt, zijn het, die Allah vervloekt
85 2, 160| Waarheid) verkondigen, dezen zijn het, tot wie Ik Mij met
86 2, 164| hemel en de aarde in dienst zijn gesteld, zijn inderdaad
87 2, 164| in dienst zijn gesteld, zijn inderdaad tekenen voor een
88 2, 165| 165. Onder de mensen zijn er, die voorwerpen van aanbidding
89 2, 165| hebben. Maar zij die geloven zijn sterker in hun liefde voor
90 2, 171| roep en een schreeuw. Zij zijn doof, stom en blind, zij
91 2, 175| 175. Zij zijn het, die dwaling in ruil
92 2, 176| die tegen het Boek ingaan, zijn in verregaand verzet. ~
93 2, 177| profeten gelooft en die van zijn vermogen geeft uit liefde
94 2, 177| en in oorlogstijd; dezen zijn het, die bewezen hebben,
95 2, 177| bewezen hebben, waarachtig te zijn en dezen zijn vromen. ~
96 2, 177| waarachtig te zijn en dezen zijn vromen. ~
97 2, 178| kwijtschelding is verleend door zijn broeder, dan moet de eis
98 2, 178| dan moet de eis billijk zijn, en betaling moet hem worden
99 2, 183| voorgeschreven, opdat gij vroom zult zijn. ~
100 2, 184| het zal beter voor hem zijn. Het vasten is goed voor
101 2, 185| opdat gij dankbaar zult zijn. ~
102 2, 187| vrouwen in te gaan. Zij zijn een gewaad voor u en gij
103 2, 187| Moskeeën ??? houdt. Dit zijn de beperkingen van Allah -
104 2, 187| deze niet. Zo zet Allah zijn geboden uiteen voor de mensen,
105 2, 187| opdat zij vroom zullen zijn. ~
106 2, 189| nieuwe manen. Zeg: "Zij zijn tijdsaanwijzingen voor de
107 2, 196| niet, voordat het offer zijn bestemming heeft bereikt.
108 2, 197| De maanden der bedevaart zijn bekend, dus, wie besluit
109 2, 197| gedurende de bedevaart mag zijn. En wat gij ook aan goeds
110 2, 200| zelfs meer dan dat. En er zijn mensen, die zeggen: "Onze
111 2, 202| dezen zal er een aandeel zijn wegens hetgeen zij hebben
112 2, 203| zal voor hem geen zonde zijn en wie achterblijft, ook
113 2, 203| voor hem zal het geen zonde zijn. Dit geldt voor hem, die
114 2, 204| tot getuige voor wat in zijn hart is en toch is hij de
115 2, 207| Allah is goedertieren jegens Zijn dienaren. ~
116 2, 209| duidelijke tekenen tot u zijn gekomen, weet dan, dat Allah
117 2, 212| zullen boven hen verheven zijn op de dag der opstanding:
118 2, 212| opstanding: Allah schenkt Zijn gaven overvloedig aan wie
119 2, 213| elkander. Dan heeft Allah door Zijn gebod de gelovigen geleid
120 2, 215| gij ook weggeeft, het moet zijn voor ouders, naaste verwanten,
121 2, 216| afkerig van zijt; maar het kan zijn, dat gij tegenzin hebt in
122 2, 216| goed voor u is en het kan zijn, dat u iets behaagt terwijl
123 2, 217| houden en Hem ondankbaar te zijn en (de toegang tot) de Heilige
124 2, 217| Maar wie onder u zich van zijn geloof afkeert en sterft
125 2, 217| werken zullen tevergeefs zijn in deze wereld en in de
126 2, 217| de toekomende. Dezulken zijn de bewoners van het Vuur
127 2, 218| verlaten en er voor ijveren, zijn het, die Allah's barmhartigheid
128 2, 219| missen." Zo maakt Allah u Zijn geboden duidelijk, opdat
129 2, 220| En als gij met hen omgaat zijn zij uw broeders. En Allah
130 2, 221| en tot vergiffenis door Zijn gebod. En Hij maakt Zijn
131 2, 221| Zijn gebod. En Hij maakt Zijn tekenen aan de mensen duidelijk,
132 2, 222| in, voordat zij hersteld zijn. Maar wanneer zij zich hebben
133 2, 223| 223. Uw vrouwen zijn een akker voor u - komt
134 2, 229| geen van hen beiden zonde zijn in hetgeen zij teruggeeft
135 2, 229| daardoor vrij te worden. Dit zijn de door Allah voorgeschreven
136 2, 229| voorgeschreven grenzen overschrijden, zijn overtreders. ~
137 2, 230| het voor hen geen zonde zijn, tot elkander terug te keren,
138 2, 230| indien zij er van overtuigd zijn, dat zij de door Allah voorgeschreven
139 2, 230| in acht zullen nemen. Dit zijn Allah's bepalingen, welke
140 2, 231| Wie zulks doet, doet gewis zijn eigen ziel onrecht. En drijft
141 2, 232| wijze tot overeenstemming zijn gekomen. Dit is een vermaning
142 2, 233| worden aangedaan wegens zijn kind en hetzelfde geldt
143 2, 236| Het zal voor u geen zonde zijn, indien gij van uw vrouw
144 2, 236| voor haar, de rijke naar zijn middelen en de arme naar
145 2, 236| middelen en de arme naar zijn middelen, een gebruikelijke
146 2, 241| een billijke voorziening zijn, dit is een verplichting
147 2, 242| 242. Zo zet Allah Zijn geboden uiteen, opdat gij
148 2, 243| mensen, maar de meeste mensen zijn ondankbaar. ~
149 2, 246| huizen en onze kinderen zijn verdreven?" Maar, toen het
150 2, 247| kracht." En Allah geeft Zijn heerschappij aan wie Hij
151 2, 248| tot hen: "Het teken van zijn heerschappij is, dat u een
152 2, 248| de kalmte van uw Heer zal zijn, het beste van de nalatenschap
153 2, 249| over Djaloet (Goliath) en zijn strijdkrachten." Maar zij,
154 2, 250| uitgingen om Djaloet en zijn strijdkrachten te ontmoeten,
155 2, 251| dan zou de aarde verdorven zijn. Maar Allah is genadig jegens
156 2, 252| 252. Dit zijn de tekenen van Allah. Wij
157 2, 254| vriendschap, noch voorspraak zal zijn; en de ongelovigen zijn
158 2, 254| zijn; en de ongelovigen zijn de onrechtvaardigen. ~
159 2, 255| bij Hem bemiddelen zonder Zijn verlof? Hij kent hetgeen
160 2, 255| en zij kunnen niets van Zijn kennis omvatten, dan wat
161 2, 255| omvatten, dan wat Hij wil. Zijn troon strekt zich uit over
162 2, 257| vrienden der ongelovigen zijn de duivelen, zij brengen
163 2, 257| in de duisternis; dezen zijn de bewoners van het vuur,
164 2, 258| hem, die met Abraham over zijn Heer redetwistte, omdat
165 2, 259| voedsel en uw drank; zij zijn niet bedorven. En kijk naar
166 2, 264| krenking, zoals hij, die zijn rijkdommen weggeeft, om
167 2, 266| verschroeit? Zo zet Allah u Zijn woorden uiteen, op dat gij
168 2, 273| 273. (Aalmoezen zijn) voor de armen, die gebonden
169 2, 273| voor de armen, die gebonden zijn (door hun dienst) aan Allah,
170 2, 275| daarom een vermaning van zijn Heer krijgt en er mee ophoudt,
171 2, 275| vroeger heeft ontvangen en zijn zaak is bij Allah. En zij,
172 2, 275| zij, die terugvallen, zij zijn de mensen van het Vuur,
173 2, 279| ten oorlog met Allah en Zijn boodschapper; indien gij
174 2, 280| is, laat er dan uitstel zijn tot het hem past. En wanneer
175 2, 282| dicteren en hij moet Allah, zijn Heer vrezen en niets daaraan
176 2, 282| niet kan dicteren, laat dan zijn zaakwaarnemer eerlijk dicteren.
177 2, 282| als er geen twee mannen zijn, dan één man en twee vrouwen
178 2, 282| zal het geen blaam voor u zijn, als gij het niet neerschrijft.
179 2, 282| zeker overtreding van u zijn. Vreest Allah. Allah schenkt
180 2, 283| teruggeven en laat hem Allah zijn Heer vrezen. Verbergt geen
181 2, 285| gelooft in hetgeen hem van zijn Heer is geopenbaard en ook
182 2, 285| allen geloven in Allah, Zijn engelen, Zijn boeken en
183 2, 285| in Allah, Zijn engelen, Zijn boeken en Zijn boodschappers,
184 2, 285| engelen, Zijn boeken en Zijn boodschappers, zeggende: "
185 2, 285| maken geen verschil tussen Zijn boodschappers"; en zij zeggen: "
186 3, 7 | heeft nedergezonden; er zijn verzen in, die onoverdrachtelijk
187 3, 7 | in, die onoverdrachtelijk zijn, zij vormen de grondslag
188 3, 7 | grondslag van het Boek, en er zijn andere (verzen), die zinnebeeldig
189 3, 7 | verzen), die zinnebeeldig zijn. Maar degenen in wier hart
190 3, 7 | welke zinnebeeldig (bedoeld) zijn en zoeken tweedracht en
191 3, 7 | degenen, die vast gegrondvest zijn in kennis, die zeggen: "
192 3, 10 | brandstof voor het Vuur zijn, ~
193 3, 13 | En Allah versterkt met Zijn hulp, wie Hij wil. Daarin
194 3, 15 | degenen, die God vrezen, zijn er tuinen bij hun Heer,
195 3, 15 | zij vertoeven en voor hen zijn reine metgezellen, alsmede
196 3, 15 | welbehagen. En Allah ziet Zijn dienaren. ~
197 3, 20 | zij zich onderwerpen, dan zijn zij op de rechte weg, maar
198 3, 20 | verkondiging ervan; en Allah ziet zijn dienaren. ~
199 3, 22 | 22. Dezen zijn het wier daden in deze wereld
200 3, 22 | het Hiernamaals verloren zijn gegaan; er zal geen hulp
201 3, 22 | gegaan; er zal geen hulp zijn voor hen. ~
202 3, 23 | hunner af terwijl zij afkerig zijn. ~
203 3, 25 | 25. Hoe zal het dan zijn, wanneer Wij hen verzamelen
204 3, 30 | Allah is liefderijk jegens Zijn dienaren. ~
205 3, 35 | baarmoeder is, dat het vrij zal zijn (om U te dienen), aanvaard
206 3, 38 | 38. Toen bad Zacharia tot zijn Heer: "Mijn Heer geef mij
207 3, 39 | onder de rechtvaardigen zijn. ~
208 3, 40 | zal er een zoon voor mij zijn, waar ouderdom al over mij
209 3, 41 | antwoordde: "Uw teken zal zijn, dat gij drie dagen slechts
210 3, 44 | hunner de voogd van Maria zou zijn, noch waart gij bij hen,
211 3, 45 | geeft u blijde tijding door Zijn woord: Zijn naam zal zijn:
212 3, 45 | tijding door Zijn woord: Zijn naam zal zijn: de Messias,
213 3, 45 | Zijn woord: Zijn naam zal zijn: de Messias, Jezus, zoon
214 3, 45 | behoren die in Gods nabijheid zijn. ~
215 3, 46 | zal één der rechtvaardigen zijn." ~
216 3, 49 | voor de kinderen Israëls zijn. "Ik kom tot u met een teken
217 3, 52 | Wie zullen mijn helpers zijn terwille van Allah?" De
218 3, 52 | discipelen antwoordden: "Wij zijn de helpers van Allah. Wij
219 3, 52 | getuigt gij dat wij Moslims zijn." ~
220 3, 55 | zal uw terugkeer tot Mij zijn en Ik zal onder u rechtspreken
221 3, 64 | Getuigt, dat wij Moslims zijn." ~
222 3, 68 | het dichtst nabijkomen, zijn degenen, die hem volgen;
223 3, 74 | 74. Hij geeft Zijn genade aan wie Hij wil.
224 3, 75 | deze zal teruggeven, en er zijn er onder, die, als gij hun
225 3, 75 | de Joden) zeggen: "Wij zijn niet aansprakelijk voor
226 3, 76 | 76. Neen, maar wie zijn belofte vervult en vreest -
227 3, 77 | smartelijke straf voor hen zijn. ~
228 3, 78 | En voorzeker, onder hen zijn er, die hun tong verdraaien,
229 3, 82 | hierna terugtrekken, (zij) zijn voorzeker de overtreders. ~
230 3, 85 | Hiernamaals onder de verliezers zijn. ~
231 3, 90 | niet worden aanvaard, dezen zijn de dwalenden. ~
232 3, 91 | 91. Degenen die ongelovig zijn en als ongelovigen sterven,
233 3, 91 | willen vrijkopen. Dezen zijn het wie een smartelijke
234 3, 91 | zullen voor hen geen helpers zijn. ~
235 3, 94 | leugen verzinnen tegen Allah, zijn de onrechtvaardigen. ~
236 3, 97 | 97. Daarin zijn duidelijke tekenen: het
237 3, 101| Allah worden voorgedragen en Zijn boodschapper onder u aan
238 3, 103| verenigde, zo werdt gij door Zijn gunst broeders en gij waart
239 3, 103| er van. Zo legt Allah u Zijn geboden uit opdat gij zult
240 3, 104| laat er een groep onder u zijn die tot goedheid aanspoort
241 3, 104| het kwade verbiedt; dezen zijn het die zullen slagen. ~
242 3, 105| hen zal er een zware straf zijn. ~
243 3, 106| gezicht verduisterd zal zijn: "Hebt gij verworpen, nadat
244 3, 107| wier gezicht verlicht zal zijn, dezen zullen Allah's barmhartigheid
245 3, 108| 108. Dit zijn de tekenen van Allah welke
246 3, 110| het zeker beter voor hen zijn geweest. Sommigen hunner
247 3, 110| geweest. Sommigen hunner zijn gelovigen, maar de meesten
248 3, 110| maar de meesten hunner zijn overtreders. ~
249 3, 112| zij ongehoorzaam waren en (zijn gebod) overtraden. ~
250 3, 113| 113. Zij zijn niet allen gelijk. Onder
251 3, 119| maar wanneer zij alleen zijn, bijten zij op hun vingertoppen
252 3, 123| opdat gij dankbaar zult zijn. ~
253 3, 124| Zal het niet genoeg voor u zijn, dat uw Heer u met drie
254 3, 128| straffen, voorzeker zij zijn de boosdoeners. ~
255 3, 136| 136. Dezen zijn het, wier loon vergiffenis
256 3, 137| 137. Voorzeker, vóór u zijn verschillende volkeren voorbijgegaan,
257 3, 142| strijden en standvastig zijn nog niet heeft onderscheiden? ~
258 3, 144| alle boodschappers vóór hem zijn heengegaan. Zult gij u dan
259 3, 146| 146. Er zijn vele profeten geweest aan
260 3, 152| 152. En Allah heeft Zijn belofte aan u gehouden,
261 3, 152| gehouden, toen gij hen met Zijn verlof dooddet totdat gij
262 3, 154| waar zij zouden sterven, zijn gegaan, opdat Allah mocht
263 3, 156| gebleven, zij zouden niet zijn gestorven of gedood; opdat
264 3, 157| barmhartigheid zeker beter zijn, dan hetgeen zij bijeengaren. ~
265 3, 161| op de Dag der Opstanding zijn oneerlijke handelingen met
266 3, 164| midden opwekte, die hun Zijn tekenen verkondigt, hen
267 3, 168| gehoorzaamd, zouden zij niet zijn gedood." Zeg: "Wendt dan
268 3, 169| die terwille van Allah zijn gedood, als doden. Neen,
269 3, 169| gedood, als doden. Neen, zij zijn levend en bij hun Heer worden
270 3, 170| over hetgeen Allah hun van Zijn overvloed heeft gegeven,
271 3, 171| zich over Allah's gunst en Zijn overvloed en dat Allah de
272 3, 175| 175. Satan alleen maakt zijn vrienden bang: vreest dezen
273 3, 176| voor hen een strenge straf zijn. ~
274 3, 178| hen een vernederende straf zijn. ~
275 3, 179| maakt. Maar Allah kiest tot Zijn boodschappers, wie Hij wil.
276 3, 179| Gelooft daarom in Allah en Zijn boodschappers. Als gij gelooft
277 3, 179| een grote beloning voor u zijn. ~
278 3, 180| laat degenen, die gierig zijn, ten opzichte van wat Allah
279 3, 180| opzichte van wat Allah hun van Zijn overvloed heeft gegeven,
280 3, 180| Hetgene, waarmee zij gierig zijn zal op de Dag der Opstanding
281 3, 181| zeiden: "Allah is arm en wij zijn rijk." Wij zullen hetgeen
282 3, 182| niet onrechtvaardig jegens zijn dienaren. ~
283 3, 183| verteerd", zeg hun: "Er zijn reeds vóór mij boodschappers
284 3, 185| binnengelaten, heeft inderdaad zijn doel bereikt. Het leven
285 3, 188| denkt niet, dat zij veilig zijn voor straf. Er wacht hen
286 3, 190| 190. Er zijn voorzeker in de schepping
287 3, 195| verlieten en van hun huizen zijn verjaagd en voor Mijn zaak
288 3, 195| die hebben gevochten en zijn gedood, de fouten zeker
289 3, 197| daarna zal de hel hun tehuis zijn en slecht is deze rustplaats. ~
290 3, 199| onder de mensen van het Boek zijn er, die in Allah en in hetgeen
291 3, 199| een geringe prijs. Dezen zijn het, die hun beloning bij
292 3, 200| anderen aan volhardend te zijn en blijft op uw hoede en
293 4, 3 | gij niet rechtschapen zult zijn bij het behandelen der wezen,
294 4, 8 | verdeling (der erfenis) aanwezig zijn, geeft hun er iets van en
295 4, 9 | achterlaten, bezorgd zouden zijn. Laat hen Allah daarom vrezen
296 4, 11 | maar als er alleen meisjes zijn, meer dan twee, dan is er
297 4, 11 | als hij geen kind heeft en zijn ouders van hem erven, dan
298 4, 11 | hem erven, dan is er voor zijn moeder een derde deel en
299 4, 11 | zusters heeft, dan is er voor zijn moeder een zesde deel na
300 4, 12 | Maar als er meer dan dezen zijn, dan zijn zij deelgenoten
301 4, 12 | meer dan dezen zijn, dan zijn zij deelgenoten in een derde
302 4, 13 | 13. Dit zijn de door Allah vastgestelde
303 4, 13 | bepalingen en wie Allah en Zijn boodschapper gehoorzaamt,
304 4, 14 | 14. En wie Allah en Zijn boodschapper niet gehoorzaamt
305 4, 14 | boodschapper niet gehoorzaamt en Zijn grenzen overschrijdt zal
306 4, 14 | hem een vernederende straf zijn. ~
307 4, 17 | daarna berouw hebben. Dezen zijn het, tot wie Allah Zich
308 4, 18 | ongelovigen sterven. Dezen zijn het, voor wie Wij een pijnlijke
309 4, 19 | terugnemen, tenzij zij schuldig zijn aan een schandelijk kwaad;
310 4, 19 | afkeer van haar hebt, kan het zijn, dat gij afkeer hebt van
311 4, 23 | 23. Verboden zijn u uw moeders en uw dochters
312 4, 23 | die uw beschermelingen zijn door uw vrouwen tot wie
313 4, 24 | die daar buiten vallen, zijn u toegestaan; dat gij zoekt
314 4, 25 | indien zij, nadat zij gehuwd zijn zich schuldig maken aan
315 4, 26 | degenen die vóór u waren en u Zijn barmhartigheid te betonen.
316 4, 31 | grootste dingen die u verboden zijn vermijdt, zullen Wij uw
317 4, 33 | geeft ieder hunner daarom zijn deel. Waarlijk, Allah is
318 4, 34 | 34. Mannen zijn voogden over de vrouwen
319 4, 34 | besteden. Deugdzame vrouwen zijn dus zij, die gehoorzaam
320 4, 34 | dus zij, die gehoorzaam zijn en heimelijk bewaren, hetgeen
321 4, 35 | dan een scheidsrechter van zijn familie en van haar familie
322 4, 36 | degenen die onder uw macht zijn. Voorzeker, Allah heeft
323 4, 37 | 37. Evenmin die gierig zijn en de mensen aansporen ook
324 4, 37 | aansporen ook gierig te zijn en die hetgeen Allah hun
325 4, 37 | die hetgeen Allah hun van Zijn overvloed heeft gegeven,
326 4, 40 | vermenigvuldigt Hij deze en geeft van Zijn kant een grote beloning. ~
327 4, 46 | 46. Er zijn onder de Joden, die woorden
328 4, 46 | beter en oprechter voor hen zijn geweest. Maar Allah heeft
329 4, 51 | van de ongelovigen: "Dezen zijn beter geleid op het pad
330 4, 52 | 52. Dezen zijn degenen die Allah heeft
331 4, 54 | hetgeen Allah hun vanuit Zijn overvloed heeft gegeven?
332 4, 56 | telkens, wanneer hun huiden zijn verbrand, andere huiden
333 4, 59 | gelooft, gehoorzaamt Allah en Zijn boodschapper en degenen,
334 4, 59 | verwijst het naar Allah en Zijn boodschapper, als gij gelooft
335 4, 61 | heeft nedergezonden en tot Zijn boodschapper", ziet gij
336 4, 65 | zij zullen geen gelovigen zijn, voordat zij u (profeet)
337 4, 66 | het voor hen zeker goed zijn geweest en het, beste ter
338 4, 69 | boodschapper gehoorzaamt, zal zijn onder degenen wie Allah
339 4, 69 | onder degenen wie Allah Zijn zegeningen heeft geschonken,
340 4, 69 | martelaars) en de goeden en dezen zijn uitstekende metgezellen. ~
341 4, 75 | de bewoners onderdrukkers zijn en schenk ons een vriend
342 4, 77 | het Hiernamaals zal beter zijn voor hem die Allah vreest.
343 4, 83 | En ware Allah's genade en Zijn barmhartigheid niet over
344 4, 84 | de gelovigen aan. Het kan zijn, dat Allah de macht der
345 4, 87 | En wie is waarachtiger in Zijn woord, dan Allah? ~
346 4, 91 | die veilig bij u willen zijn en bij hun eigen volk; telkens
347 4, 92 | dan moet een bloedgeld aan zijn familie worden betaald en
348 4, 93 | gelovige opzettelijk doodt, zijn vergelding zal de hel zijn;
349 4, 93 | zijn vergelding zal de hel zijn; daarin zal hij vertoeven.
350 4, 94 | van dit leven? Bij Allah zijn goede dingen in overvloed.
351 4, 94 | voordien maar Allah bewees u Zijn gunst; stelt daaromtrent
352 4, 95 | uitzondering der onbekwamen, zijn niet gelijk aan degenen
353 4, 97 | daarop te verhuizen?" Zij zijn het, wier tehuis de hel
354 4, 97 | wier tehuis de hel zal zijn en dat is een kwade bestemming. ~
355 4, 99 | 99. Dezen zijn het, wie Allah moge vergeven,
356 4, 100| overvloed vinden. En wie van zijn huis weggaat, zijn land
357 4, 100| wie van zijn huis weggaat, zijn land verlatend terwille
358 4, 100| verlatend terwille van Allah en Zijn boodschapper en de dood
359 4, 100| de dood achterhaalt hem - zijn beloning bij Allah staat
360 4, 101| zal het voor u geen zonde zijn het gebed te bekorten, als
361 4, 101| Voorwaar, de ongelovigen zijn een openlijke vijand voor
362 4, 102| zal dat voor u geen zonde zijn. Maar gij dient uw afweermiddelen
363 4, 109| wie zal een voogd over hen zijn? ~
364 4, 110| 110. Wie kwaad doet of zijn ziel onrecht aandoet en
365 4, 111| begaat deze slechts jegens zijn eigen ziel. En Allah is
366 4, 121| 121. Dezen zijn het, wier tehuis de hel
367 4, 127| vrouwen; Zeg: "Allah geeft u Zijn uitspraak over haar; alsmede
368 4, 128| het geen blaam voor hen zijn als zij een verzoening met
369 4, 128| is het beste. De mensen zijn tot gierigheid geneigd.
370 4, 130| zal Allah hen beiden door Zijn overvloed onafhankelijk
371 4, 135| niet onrechtvaardig zult zijn. En als gij de waarheid
372 4, 136| gelooft, gelooft in Allah en Zijn boodschapper en in het Boek
373 4, 136| boodschapper en in het Boek dat Hij Zijn boodschapper heeft geopenbaard,
374 4, 136| openbaarde. En wie Allah en Zijn engelen en Zijn Boeken en
375 4, 136| Allah en Zijn engelen en Zijn Boeken en Zijn boodschappers
376 4, 136| engelen en Zijn Boeken en Zijn boodschappers en de laatste
377 4, 140| eerder) met hen samen zult zijn, dan dat zij zieh met een
378 4, 140| anders zoudt gij hun gelijk zijn. Voorzeker, Allah zal de
379 4, 145| diepste diepte van het Vuur zijn en gij zult voor hen geen
380 4, 150| Waarlijk, degenen die Allah en Zijn boodschappers verwerpen
381 4, 150| te maken tussen Allah en Zijn boodschappers, zeggende: "
382 4, 151| 151. Dezen zijn inderdaad de ongelovigen
383 4, 152| degenen, die in Allah en al Zijn boodschappers geloven en
384 4, 152| wie dan ook, maken, dezen zijn het, wie Hij spoedig hun
385 4, 155| ze zeggen: "Onze harten zijn gesluierd" - neen, Allah
386 4, 157| hierover van mening verschilden zijn zeker in twijfel, zij hebben
387 4, 159| niet in zal geloven vóór zijn dood. En op de Dag der Opstanding
388 4, 159| Jezus) getuige tegen hen zijn, - ~
389 4, 166| heeft nedergezonden met Zijn kennis en de engelen getuigen
390 4, 167| van Allah's weg afhouden, zijn zeker ver afgedwaald. ~
391 4, 170| daarom; het zal beter voor u zijn. Maar als gij niet gelooft,
392 4, 171| boodschapper van Allah en Zijn woord tot Maria gegeven
393 4, 171| Gelooft dus in Allah en Zijn boodschappers en zegt niet: "
394 4, 171| enige God. Het is verre van Zijn heiligheid, dat Hij een
395 4, 172| een dienaar van Allah te zijn, noch zullen de nabijzijnde
396 4, 173| geven en meer dan dat uit Zijn overvloed, maar degenen
397 4, 175| vasthouden zal Hij zeker tot Zijn barmhartigheid en genade
398 4, 176| uitspraak. Zeg: "Allah geeft Zijn uitspraak betreffende "Kalalah":
399 4, 176| Maar als er twee zusters zijn, dan moeten zij twee derde
400 4, 176| ontvangen. En als er meer zijn - zowel mannen als vrouwen -
401 5, 1 | dieren buiten die welke u zijn aangegeven, zijn u geoorloofd;
402 5, 1 | welke u zijn aangegeven, zijn u geoorloofd; het wild is
403 5, 2 | om genade van hun Heer en Zijn welbehagen te zoeken. Maar
404 5, 4 | Zeg: Alle goede dingen zijn u geoorloofd en hetgeen
405 5, 5 | 5. Alle goede dingen zijn u deze dag geoorloofd. Het
406 5, 5 | toegestaan. En geoorloofd zijn voor u kuise, gelovige vrouwen
407 5, 5 | Hiernamaals onder de verliezers zijn. ~
408 5, 6 | Hij wenst u te reinigen en Zijn gunst aan u te vervolmaken,
409 5, 6 | opdat gij dankbaar zult zijn. ~
410 5, 10 | zullen de bewoners der hel zijn. ~
411 5, 11 | gunst aan u toen een volk zijn handen tegen u wilde uitsteken,
412 5, 14 | degenen die zeggen: "Wij zijn Christenen, sloten Wij (
413 5, 16 | leidt daarmede degenen die Zijn welbehagen zoeken op de
414 5, 16 | duisternis tot het licht door Zijn gebod en leidt hen naar
415 5, 17 | Messias, zoon van Maria en zijn moeder en allen die op aarde
416 5, 17 | moeder en allen die op aarde zijn, teniet wil doen?" Aan Allah
417 5, 18 | Christenen zeggen: "Wij zijn Allah's kinderen en Zijn
418 5, 18 | zijn Allah's kinderen en Zijn geliefden." Zeg: "Waarom
419 5, 20 | 20. En toen Mozes tot zijn volk zeide: "O, mijn volk,
420 5, 23 | Heer vreesden en wie Allah Zijn gunst had bewezen: "Gaat
421 5, 24 | binnengaan zolang zij er in zijn. Gaat gij en uw Heer en
422 5, 30 | 30. Maar zijn kwade neiging dreef hem
423 5, 30 | neiging dreef hem er toe zijn broeder te doden, dus doodde
424 5, 31 | beduiden, hoe het lijk van zijn broeder te verbergen. Hij
425 5, 33 | die oorlog tegen Allah en Zijn boodschappers voeren en
426 5, 33 | een schande in deze wereld zijn en in het Hiernamaals zullen
427 5, 35 | tot Hem en strijdt voor Zijn zaak, opdat gij moogt slagen. ~
428 5, 37 | hen een blijvende straf zijn. ~
429 5, 39 | 39. Maar degene, die na zijn overtreding berouw heeft
430 5, 41 | geloofd. En onder de Joden zijn er die naar een leugen zouden
431 5, 41 | stellig niets baten. Dit zijn degenen, wier hart het Allah
432 5, 41 | straf in het Hiernamaals zijn. ~
433 5, 42 | 42. Zij zijn luisteraars naar leugens
434 5, 43 | wenden zij zich af. En zij zijn geen gelovigen. ~
435 5, 44 | heeft nedergezonden, zij zijn ongelovigen. ~
436 5, 45 | zal een verzoening voor zijn zonden zijn en wie niet
437 5, 45 | verzoening voor zijn zonden zijn en wie niet rechtspreken
438 5, 45 | Allah heeft nedergezonden, zijn onrechtvaardigen. ~
439 5, 47 | Allah heeft geopenbaard, zijn de overtreders. ~
440 5, 51 | Christenen niet tot vrienden. Zij zijn elkanders vrienden. En wie
441 5, 53 | gelovigen zullen zeggen: "Zijn dit degenen die met hun
442 5, 53 | met u waren?" Hun werken zijn verloren gegaan en zij zijn
443 5, 53 | zijn verloren gegaan en zij zijn verliezers geworden. ~
444 5, 54 | gelooft, wie onder u zich van zijn godsdienst afkeert, laat
445 5, 55 | 55. Uw vrienden zijn slechts Allah en Zijn boodschapper
446 5, 55 | vrienden zijn slechts Allah en Zijn boodschapper en de gelovigen
447 5, 58 | komt doordat zij een volk zijn dat niet begrijpt. ~
448 5, 59 | meesten van u ongehoorzaam zijn." ~
449 5, 60 | erger is dan dit? Dezen zijn het, die Allah heeft vervloekt
450 5, 60 | vervloekt en over wie Hij Zijn toorn heeft uitgestort en
451 5, 60 | duivelsdienaren heeft gemaakt. Dezen zijn inderdaad in een slechte
452 5, 64 | is gebonden." Hun handen zijn gebonden en zij zijn vervloekt
453 5, 64 | handen zijn gebonden en zij zijn vervloekt voor hetgeen zij
454 5, 64 | hetgeen zij zeggen. Neen, Zijn handen zijn wijd open, Hij
455 5, 64 | zeggen. Neen, Zijn handen zijn wijd open, Hij geeft, zoals
456 5, 67 | niet doet, dan hebt gij Zijn boodschap niet overgebracht.
457 5, 71 | dat er geen beproeving zou zijn, derhalve werden zig blind
458 5, 72 | verboden en het Vuur zal zijn verblijfplaats zijn. Er
459 5, 72 | zal zijn verblijfplaats zijn. Er is voor de onrechtvaardigen
460 5, 74 | niet tot Allah wenden en om Zijn vergiffenis vragen terwijl
461 5, 75 | alle boodschappers vóór hem zijn heengegaan. En zijn moeder
462 5, 75 | hem zijn heengegaan. En zijn moeder was een waarheidslievende
463 5, 81 | genomen, doch velen hunner zijn ongehoorzaam. ~
464 5, 82 | degenen die zeggen: "Wij zijn Christenen" het vriendschappelijkst
465 5, 82 | hen geleerden en monniken zijn en wijl zij niet trots zijn. ~
466 5, 82 | zijn en wijl zij niet trots zijn. ~
467 5, 86 | zullen de bewoners der hel zijn. ~
468 5, 89 | uw eden. Zo legt Allah u Zijn tekenen uit, opdat gij dankbaar
469 5, 89 | opdat gij dankbaar moogt zijn. ~
470 5, 90 | en afgoden en toverpijlen zijn niet anders dan gruwelen,
471 5, 90 | opdat gij voorspoedig moogt zijn. ~
472 5, 94 | overtreden, een pijnlijke straf zijn. ~
473 5, 95 | opdat hij het gevolg van zijn daad zal ondergaan. Allah
474 5, 100| De bozen en de goeden zijn niet gelijk, ofschoon de
475 5, 106| maakt, zal er een getuigenis zijn van twee uwer rechtvaardige
476 5, 106| die niet van uit uw midden zijn indien gij door het land
477 5, 107| wordt, dat de twee schuldig zijn aan zonde dan moeten twee
478 5, 107| hen (de eersten) en wij zijn geen overtreders, want dan
479 5, 113| wij daarvan getuigen mogen zijn." ~
480 5, 114| laatsten onzer een feest moge zijn en een teken van U en tot
481 5, 118| Indien Gij hen straft, zijn zij Uw dienaren en indien
482 5, 119| waarachtigen zal baten. Voor hen zijn tuinen, waar doorheen rivieren
483 6, 14 | mij bevolen, de eerste te zijn die zich onderwerpt." En
484 6, 18 | is de Oppermachtige over Zijn dienaren en Hij is de Alwijze,
485 6, 19 | andere goden buiten Allah zijn?" Zeg: "Ik getuig niet."
486 6, 21 | tegen Allah uitdenkt of Zijn tekenen verloochent? Voorzeker,
487 6, 22 | afgoderij pleegden: "Waar zijn uw mededingers, die gij
488 6, 23 | hun antwoord niet anders zijn dan dat zij zeggen: "Bij
489 6, 25 | 25. Er zijn sommigen hunner, die naar
490 6, 25 | ongelovigen zeggen: "Dit zijn niets dan fabelen der ouden." ~
491 6, 28 | terugkeren; Voorzeker zij zijn leugenaars. ~
492 6, 33 | profeet) niet, maar het zijn de tekenen van Allah die
493 6, 34 | Allah kan veranderen. En er zijn reeds tijdingen omtrent
494 6, 37 | over hem geen teken van zijn Heer nedergezonden?" Zeg: "
495 6, 38 | kruipt, noch een vogel die op zijn vleugels vliegt, of zij
496 6, 39 | Onze tekenen verloochenen, zijn doof en stom, in de duisternis.
497 6, 50 | blinde en de ziende gelijk zijn? Wilt gij dan niet nadenken?" ~
498 6, 52 | morgen en avond aanroepen, Zijn aangezicht zoekend. Gij
499 6, 52 | verantwoordelijk voor hen, noch zijn zij enigermate verantwoordelijk
500 6, 53 | zodat zij kunnen zeggen: "Zijn dezen het, die Allah onder
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2336 |