Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
zijd 1
zijde 14
zijden 7
zijn 2336
zijnde 14
zijnden 2
zijne 1
Frequency    [«  »]
2516 gij
2411 een
2349 die
2336 zijn
2188 hij
2162 u
1996 in

Koran

IntraText - Concordances

zijn

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2336

                                                     bold = Main text
     Sura, Verse                                     grey = Comment text
1 Voo | ingewijde enkeling begrijpelijk zijn. Wij hebben getracht zoveel 2 Voo | van de lezers, die gewend zijn aan andersoortige lectuur, 3 Voo | de lezers zeer verplicht zijn wanneer zy ons op de hoogte 4 Voo | menen wij verschuldigd te zijn aan Mevr. Nasirah Zimmermann, 5 2, 5 | 5. Zij zijn het, die de leiding van 6 2, 8 | 8. En er zijn mensen, die zeggen: "Wij 7 2, 8 | hoewel zij geen gelovigen zijn." ~ 8 2, 11 | aan" dan zeggen zij: "Wij zijn slechts vredestichters". ~ 9 2, 12 | 12. Pas op! Voorzeker zij zijn het die onheil stichten, 10 2, 13 | geloofd?" Ziet toe! Zij zijn het die dwaas zijn, doch 11 2, 13 | Zij zijn het die dwaas zijn, doch zij weten het niet. ~ 12 2, 14 | leiders gaan, zeggen zij: "Wij zijn waarlijk met u, wij spotten 13 2, 16 | 16. Zij zijn het die dwaling hebben aanvaard 14 2, 17 | vuur ontstak en toen het zijn omgeving verlichtte, nam 15 2, 25 | het paradijs) voor hen zijn, waardoorheen rivieren vloeien. 16 2, 27 | op aarde stichten, dezen zijn de verliezers. ~ 17 2, 36 | en levensonderhoud voor u zijn." ~ 18 2, 37 | Adam enkele woorden van zijn Heer. Zo schonk Hij hem 19 2, 39 | de bewoners van het Vuur zijn; zij zullen daarin verblijven. ~ 20 2, 46 | 46. Die er zeker van zijn, dat zij hun Heer zullen 21 2, 51 | nachten; toen naamt gij in zijn afwezigheid het kalf, (om 22 2, 52 | opdat gij dankbaar zoudt zijn. ~ 23 2, 54 | 54. En toen Mozes tot zijn volk zeide: "O mijn volk, 24 2, 56 | opdat gij dankbaar zoudt zijn. ~ 25 2, 60 | toen Mozes om water voor zijn volk bad zeiden Wij: "Sla 26 2, 60 | aan, waardoor elke stam zijn drinkplaats kende. Eet en 27 2, 64 | wenddet u af en, had Allah u Zijn genade en barmhartigheid 28 2, 64 | betoond, dan zoudt gij zeker zijn ondergegaan. ~ 29 2, 67 | 67. En toen Mozes tot zijn volk zeide: "Waarlijk, Allah 30 2, 68 | wat voor een koe dit moet zijn." Hij antwoordde: "Hij zegt, 31 2, 68 | zegt, dat het een koe moet zijn, noch oud, noch jong, volwassen, 32 2, 73 | aan de doden en toont u Zijn tekenen, opdat gij zult 33 2, 74 | verhardde zich uw hart. Zij zijn als stenen, of nog harder, 34 2, 74 | of nog harder, want er zijn stenen, waaruit stromen 35 2, 74 | stromen ontspringen en er zijn er zeker, die splijten en 36 2, 74 | vloeit water uit. En sommige zijn er die uit vrees voor Allah 37 2, 76 | wanneer zij onder elkander zijn zeggen zij: "Verhaalt gij 38 2, 78 | 78. En sommigen hunner zijn ongeletterd; zij weten niets 39 2, 80 | verkregen? Dan zal Allah Zijn belofte nooit breken. Of 40 2, 81 | die kwaad doet en door zijn zonden is omringd - zij 41 2, 81 | zonden is omringd - zij zijn de bewoners van het Vuur; 42 2, 82 | goede werken doen, - zij zijn de bewoners van de Hemel, 43 2, 83 | alleen en dat gij goed zult zijn voor uw ouders, uw verwanten, 44 2, 86 | 86. Dezen zijn het, die het Hiernamaals 45 2, 87 | boodschappers de een na de ander zijn voetsporen volgen. En Wij 46 2, 90 | afkerig van zijnde, dat Allah Zijn genade doet dalen over diegenen 47 2, 92 | tekenen, maar gij hebt in zijn afwezigheid het (gouden) 48 2, 98 | een vijand is van Allah en Zijn engelen en Zijn boodschappers 49 2, 98 | Allah en Zijn engelen en Zijn boodschappers en Gabriël 50 2, 102| zij hadden gezegd: "Wij zijn slechts een beproeving; 51 2, 102| maken tussen een man en zijn vrouw, maar zij schaden 52 2, 103| van Allah gewis hun deel zijn geweest, hadden zij het 53 2, 105| Heer; maar Allah kiest voor Zijn barmhartigheid, wie Hij 54 2, 109| toegefelijk totdat Allah Zijn gebod uitbrengt. Voorzeker, 55 2, 111| de Eemel binnengaan." Dat zijn hun ijdele wensen. Zeg: " 56 2, 112| goede daden verricht, zal zijn beloning bij zijn Heer hebben. 57 2, 112| verricht, zal zijn beloning bij zijn Heer hebben. Vrees noch 58 2, 114| een grote straf voor hen zijn in het Hiernamaals. ~ 59 2, 115| het Aangezicht van Allah zijn. Zeker, Allah is Alomvattend, 60 2, 118| vóór hen waren. Hun harten zijn aan elkander gelijk. Wij 61 2, 120| zullen u nooit welgezind zijn, tenzij gij hun godsdienst 62 2, 121| worden nagevolgd; dezen zijn het, die er in geloven. 63 2, 121| geloven, zullen de verliezers zijn. ~ 64 2, 123| andere ziel van nut kan zijn, waarop geen losprijs van 65 2, 130| onder de rechtvaardigen zijn. ~ 66 2, 131| 131. Toen zijn Heer tot hem zeide: "Onderwerp 67 2, 132| hetzelfde legde Abraham aan zijn zonen op en Jacob deed desgelijks, 68 2, 133| tot Jacob kwam en hij tot zijn zonen zeide: "Wat zult gij 69 2, 133| Izaäk, de enige God, aan Hem zijn wij onderworpen". ~ 70 2, 137| zoals gij hebt geloofd, dan zijn zij juist geleid, maar indien 71 2, 137| indien zij zich afwenden, dan zijn zij in verzet; Allah zal 72 2, 137| Allah zal u zeker voldoende zijn tegen hen, want Hij is de 73 2, 139| onze Heer is? En voor ons zijn onze werken en voor u uw 74 2, 139| uw werken. En Hem alleen zijn wij oprecht toegewijd. ~ 75 2, 143| opdat gij getuige zult zijn tegenover de mensen en de 76 2, 144| Moskee en waar gij ook moogt zijn, wendt uw aangezicht daarheen. 77 2, 145| hun Qiblah volgen, noch zijn er onder hen, die de Qiblah 78 2, 154| degenen, die voor Allah's zaak zijn gedood, dat zij dood zijn - 79 2, 154| zijn gedood, dat zij dood zijn - neen, zij leven, maar 80 2, 156| zeggen: "Voorzeker, wij zijn van Allah en tot Hem zullen 81 2, 157| 157. Dezen zijn het, op wie de zegeningen 82 2, 157| hun Heer rusten en dezen zijn het, die de rechte weg volgen. 83 2, 158| Voorzeker, Safaa en Marwah zijn onder de tekenen van Allah. 84 2, 159| duidelijk hebben gemaakt, zijn het, die Allah vervloekt 85 2, 160| Waarheid) verkondigen, dezen zijn het, tot wie Ik Mij met 86 2, 164| hemel en de aarde in dienst zijn gesteld, zijn inderdaad 87 2, 164| in dienst zijn gesteld, zijn inderdaad tekenen voor een 88 2, 165| 165. Onder de mensen zijn er, die voorwerpen van aanbidding 89 2, 165| hebben. Maar zij die geloven zijn sterker in hun liefde voor 90 2, 171| roep en een schreeuw. Zij zijn doof, stom en blind, zij 91 2, 175| 175. Zij zijn het, die dwaling in ruil 92 2, 176| die tegen het Boek ingaan, zijn in verregaand verzet. ~ 93 2, 177| profeten gelooft en die van zijn vermogen geeft uit liefde 94 2, 177| en in oorlogstijd; dezen zijn het, die bewezen hebben, 95 2, 177| bewezen hebben, waarachtig te zijn en dezen zijn vromen. ~ 96 2, 177| waarachtig te zijn en dezen zijn vromen. ~ 97 2, 178| kwijtschelding is verleend door zijn broeder, dan moet de eis 98 2, 178| dan moet de eis billijk zijn, en betaling moet hem worden 99 2, 183| voorgeschreven, opdat gij vroom zult zijn. ~ 100 2, 184| het zal beter voor hem zijn. Het vasten is goed voor 101 2, 185| opdat gij dankbaar zult zijn. ~ 102 2, 187| vrouwen in te gaan. Zij zijn een gewaad voor u en gij 103 2, 187| Moskeeën ??? houdt. Dit zijn de beperkingen van Allah - 104 2, 187| deze niet. Zo zet Allah zijn geboden uiteen voor de mensen, 105 2, 187| opdat zij vroom zullen zijn. ~ 106 2, 189| nieuwe manen. Zeg: "Zij zijn tijdsaanwijzingen voor de 107 2, 196| niet, voordat het offer zijn bestemming heeft bereikt. 108 2, 197| De maanden der bedevaart zijn bekend, dus, wie besluit 109 2, 197| gedurende de bedevaart mag zijn. En wat gij ook aan goeds 110 2, 200| zelfs meer dan dat. En er zijn mensen, die zeggen: "Onze 111 2, 202| dezen zal er een aandeel zijn wegens hetgeen zij hebben 112 2, 203| zal voor hem geen zonde zijn en wie achterblijft, ook 113 2, 203| voor hem zal het geen zonde zijn. Dit geldt voor hem, die 114 2, 204| tot getuige voor wat in zijn hart is en toch is hij de 115 2, 207| Allah is goedertieren jegens Zijn dienaren. ~ 116 2, 209| duidelijke tekenen tot u zijn gekomen, weet dan, dat Allah 117 2, 212| zullen boven hen verheven zijn op de dag der opstanding: 118 2, 212| opstanding: Allah schenkt Zijn gaven overvloedig aan wie 119 2, 213| elkander. Dan heeft Allah door Zijn gebod de gelovigen geleid 120 2, 215| gij ook weggeeft, het moet zijn voor ouders, naaste verwanten, 121 2, 216| afkerig van zijt; maar het kan zijn, dat gij tegenzin hebt in 122 2, 216| goed voor u is en het kan zijn, dat u iets behaagt terwijl 123 2, 217| houden en Hem ondankbaar te zijn en (de toegang tot) de Heilige 124 2, 217| Maar wie onder u zich van zijn geloof afkeert en sterft 125 2, 217| werken zullen tevergeefs zijn in deze wereld en in de 126 2, 217| de toekomende. Dezulken zijn de bewoners van het Vuur 127 2, 218| verlaten en er voor ijveren, zijn het, die Allah's barmhartigheid 128 2, 219| missen." Zo maakt Allah u Zijn geboden duidelijk, opdat 129 2, 220| En als gij met hen omgaat zijn zij uw broeders. En Allah 130 2, 221| en tot vergiffenis door Zijn gebod. En Hij maakt Zijn 131 2, 221| Zijn gebod. En Hij maakt Zijn tekenen aan de mensen duidelijk, 132 2, 222| in, voordat zij hersteld zijn. Maar wanneer zij zich hebben 133 2, 223| 223. Uw vrouwen zijn een akker voor u - komt 134 2, 229| geen van hen beiden zonde zijn in hetgeen zij teruggeeft 135 2, 229| daardoor vrij te worden. Dit zijn de door Allah voorgeschreven 136 2, 229| voorgeschreven grenzen overschrijden, zijn overtreders. ~ 137 2, 230| het voor hen geen zonde zijn, tot elkander terug te keren, 138 2, 230| indien zij er van overtuigd zijn, dat zij de door Allah voorgeschreven 139 2, 230| in acht zullen nemen. Dit zijn Allah's bepalingen, welke 140 2, 231| Wie zulks doet, doet gewis zijn eigen ziel onrecht. En drijft 141 2, 232| wijze tot overeenstemming zijn gekomen. Dit is een vermaning 142 2, 233| worden aangedaan wegens zijn kind en hetzelfde geldt 143 2, 236| Het zal voor u geen zonde zijn, indien gij van uw vrouw 144 2, 236| voor haar, de rijke naar zijn middelen en de arme naar 145 2, 236| middelen en de arme naar zijn middelen, een gebruikelijke 146 2, 241| een billijke voorziening zijn, dit is een verplichting 147 2, 242| 242. Zo zet Allah Zijn geboden uiteen, opdat gij 148 2, 243| mensen, maar de meeste mensen zijn ondankbaar. ~ 149 2, 246| huizen en onze kinderen zijn verdreven?" Maar, toen het 150 2, 247| kracht." En Allah geeft Zijn heerschappij aan wie Hij 151 2, 248| tot hen: "Het teken van zijn heerschappij is, dat u een 152 2, 248| de kalmte van uw Heer zal zijn, het beste van de nalatenschap 153 2, 249| over Djaloet (Goliath) en zijn strijdkrachten." Maar zij, 154 2, 250| uitgingen om Djaloet en zijn strijdkrachten te ontmoeten, 155 2, 251| dan zou de aarde verdorven zijn. Maar Allah is genadig jegens 156 2, 252| 252. Dit zijn de tekenen van Allah. Wij 157 2, 254| vriendschap, noch voorspraak zal zijn; en de ongelovigen zijn 158 2, 254| zijn; en de ongelovigen zijn de onrechtvaardigen. ~ 159 2, 255| bij Hem bemiddelen zonder Zijn verlof? Hij kent hetgeen 160 2, 255| en zij kunnen niets van Zijn kennis omvatten, dan wat 161 2, 255| omvatten, dan wat Hij wil. Zijn troon strekt zich uit over 162 2, 257| vrienden der ongelovigen zijn de duivelen, zij brengen 163 2, 257| in de duisternis; dezen zijn de bewoners van het vuur, 164 2, 258| hem, die met Abraham over zijn Heer redetwistte, omdat 165 2, 259| voedsel en uw drank; zij zijn niet bedorven. En kijk naar 166 2, 264| krenking, zoals hij, die zijn rijkdommen weggeeft, om 167 2, 266| verschroeit? Zo zet Allah u Zijn woorden uiteen, op dat gij 168 2, 273| 273. (Aalmoezen zijn) voor de armen, die gebonden 169 2, 273| voor de armen, die gebonden zijn (door hun dienst) aan Allah, 170 2, 275| daarom een vermaning van zijn Heer krijgt en er mee ophoudt, 171 2, 275| vroeger heeft ontvangen en zijn zaak is bij Allah. En zij, 172 2, 275| zij, die terugvallen, zij zijn de mensen van het Vuur, 173 2, 279| ten oorlog met Allah en Zijn boodschapper; indien gij 174 2, 280| is, laat er dan uitstel zijn tot het hem past. En wanneer 175 2, 282| dicteren en hij moet Allah, zijn Heer vrezen en niets daaraan 176 2, 282| niet kan dicteren, laat dan zijn zaakwaarnemer eerlijk dicteren. 177 2, 282| als er geen twee mannen zijn, dan één man en twee vrouwen 178 2, 282| zal het geen blaam voor u zijn, als gij het niet neerschrijft. 179 2, 282| zeker overtreding van u zijn. Vreest Allah. Allah schenkt 180 2, 283| teruggeven en laat hem Allah zijn Heer vrezen. Verbergt geen 181 2, 285| gelooft in hetgeen hem van zijn Heer is geopenbaard en ook 182 2, 285| allen geloven in Allah, Zijn engelen, Zijn boeken en 183 2, 285| in Allah, Zijn engelen, Zijn boeken en Zijn boodschappers, 184 2, 285| engelen, Zijn boeken en Zijn boodschappers, zeggende: " 185 2, 285| maken geen verschil tussen Zijn boodschappers"; en zij zeggen: " 186 3, 7 | heeft nedergezonden; er zijn verzen in, die onoverdrachtelijk 187 3, 7 | in, die onoverdrachtelijk zijn, zij vormen de grondslag 188 3, 7 | grondslag van het Boek, en er zijn andere (verzen), die zinnebeeldig 189 3, 7 | verzen), die zinnebeeldig zijn. Maar degenen in wier hart 190 3, 7 | welke zinnebeeldig (bedoeld) zijn en zoeken tweedracht en 191 3, 7 | degenen, die vast gegrondvest zijn in kennis, die zeggen: " 192 3, 10 | brandstof voor het Vuur zijn, ~ 193 3, 13 | En Allah versterkt met Zijn hulp, wie Hij wil. Daarin 194 3, 15 | degenen, die God vrezen, zijn er tuinen bij hun Heer, 195 3, 15 | zij vertoeven en voor hen zijn reine metgezellen, alsmede 196 3, 15 | welbehagen. En Allah ziet Zijn dienaren. ~ 197 3, 20 | zij zich onderwerpen, dan zijn zij op de rechte weg, maar 198 3, 20 | verkondiging ervan; en Allah ziet zijn dienaren. ~ 199 3, 22 | 22. Dezen zijn het wier daden in deze wereld 200 3, 22 | het Hiernamaals verloren zijn gegaan; er zal geen hulp 201 3, 22 | gegaan; er zal geen hulp zijn voor hen. ~ 202 3, 23 | hunner af terwijl zij afkerig zijn. ~ 203 3, 25 | 25. Hoe zal het dan zijn, wanneer Wij hen verzamelen 204 3, 30 | Allah is liefderijk jegens Zijn dienaren. ~ 205 3, 35 | baarmoeder is, dat het vrij zal zijn (om U te dienen), aanvaard 206 3, 38 | 38. Toen bad Zacharia tot zijn Heer: "Mijn Heer geef mij 207 3, 39 | onder de rechtvaardigen zijn. ~ 208 3, 40 | zal er een zoon voor mij zijn, waar ouderdom al over mij 209 3, 41 | antwoordde: "Uw teken zal zijn, dat gij drie dagen slechts 210 3, 44 | hunner de voogd van Maria zou zijn, noch waart gij bij hen, 211 3, 45 | geeft u blijde tijding door Zijn woord: Zijn naam zal zijn: 212 3, 45 | tijding door Zijn woord: Zijn naam zal zijn: de Messias, 213 3, 45 | Zijn woord: Zijn naam zal zijn: de Messias, Jezus, zoon 214 3, 45 | behoren die in Gods nabijheid zijn. ~ 215 3, 46 | zal één der rechtvaardigen zijn." ~ 216 3, 49 | voor de kinderen Israëls zijn. "Ik kom tot u met een teken 217 3, 52 | Wie zullen mijn helpers zijn terwille van Allah?" De 218 3, 52 | discipelen antwoordden: "Wij zijn de helpers van Allah. Wij 219 3, 52 | getuigt gij dat wij Moslims zijn." ~ 220 3, 55 | zal uw terugkeer tot Mij zijn en Ik zal onder u rechtspreken 221 3, 64 | Getuigt, dat wij Moslims zijn." ~ 222 3, 68 | het dichtst nabijkomen, zijn degenen, die hem volgen; 223 3, 74 | 74. Hij geeft Zijn genade aan wie Hij wil. 224 3, 75 | deze zal teruggeven, en er zijn er onder, die, als gij hun 225 3, 75 | de Joden) zeggen: "Wij zijn niet aansprakelijk voor 226 3, 76 | 76. Neen, maar wie zijn belofte vervult en vreest - 227 3, 77 | smartelijke straf voor hen zijn. ~ 228 3, 78 | En voorzeker, onder hen zijn er, die hun tong verdraaien, 229 3, 82 | hierna terugtrekken, (zij) zijn voorzeker de overtreders. ~ 230 3, 85 | Hiernamaals onder de verliezers zijn. ~ 231 3, 90 | niet worden aanvaard, dezen zijn de dwalenden. ~ 232 3, 91 | 91. Degenen die ongelovig zijn en als ongelovigen sterven, 233 3, 91 | willen vrijkopen. Dezen zijn het wie een smartelijke 234 3, 91 | zullen voor hen geen helpers zijn. ~ 235 3, 94 | leugen verzinnen tegen Allah, zijn de onrechtvaardigen. ~ 236 3, 97 | 97. Daarin zijn duidelijke tekenen: het 237 3, 101| Allah worden voorgedragen en Zijn boodschapper onder u aan 238 3, 103| verenigde, zo werdt gij door Zijn gunst broeders en gij waart 239 3, 103| er van. Zo legt Allah u Zijn geboden uit opdat gij zult 240 3, 104| laat er een groep onder u zijn die tot goedheid aanspoort 241 3, 104| het kwade verbiedt; dezen zijn het die zullen slagen. ~ 242 3, 105| hen zal er een zware straf zijn. ~ 243 3, 106| gezicht verduisterd zal zijn: "Hebt gij verworpen, nadat 244 3, 107| wier gezicht verlicht zal zijn, dezen zullen Allah's barmhartigheid 245 3, 108| 108. Dit zijn de tekenen van Allah welke 246 3, 110| het zeker beter voor hen zijn geweest. Sommigen hunner 247 3, 110| geweest. Sommigen hunner zijn gelovigen, maar de meesten 248 3, 110| maar de meesten hunner zijn overtreders. ~ 249 3, 112| zij ongehoorzaam waren en (zijn gebod) overtraden. ~ 250 3, 113| 113. Zij zijn niet allen gelijk. Onder 251 3, 119| maar wanneer zij alleen zijn, bijten zij op hun vingertoppen 252 3, 123| opdat gij dankbaar zult zijn. ~ 253 3, 124| Zal het niet genoeg voor u zijn, dat uw Heer u met drie 254 3, 128| straffen, voorzeker zij zijn de boosdoeners. ~ 255 3, 136| 136. Dezen zijn het, wier loon vergiffenis 256 3, 137| 137. Voorzeker, vóór u zijn verschillende volkeren voorbijgegaan, 257 3, 142| strijden en standvastig zijn nog niet heeft onderscheiden? ~ 258 3, 144| alle boodschappers vóór hem zijn heengegaan. Zult gij u dan 259 3, 146| 146. Er zijn vele profeten geweest aan 260 3, 152| 152. En Allah heeft Zijn belofte aan u gehouden, 261 3, 152| gehouden, toen gij hen met Zijn verlof dooddet totdat gij 262 3, 154| waar zij zouden sterven, zijn gegaan, opdat Allah mocht 263 3, 156| gebleven, zij zouden niet zijn gestorven of gedood; opdat 264 3, 157| barmhartigheid zeker beter zijn, dan hetgeen zij bijeengaren. ~ 265 3, 161| op de Dag der Opstanding zijn oneerlijke handelingen met 266 3, 164| midden opwekte, die hun Zijn tekenen verkondigt, hen 267 3, 168| gehoorzaamd, zouden zij niet zijn gedood." Zeg: "Wendt dan 268 3, 169| die terwille van Allah zijn gedood, als doden. Neen, 269 3, 169| gedood, als doden. Neen, zij zijn levend en bij hun Heer worden 270 3, 170| over hetgeen Allah hun van Zijn overvloed heeft gegeven, 271 3, 171| zich over Allah's gunst en Zijn overvloed en dat Allah de 272 3, 175| 175. Satan alleen maakt zijn vrienden bang: vreest dezen 273 3, 176| voor hen een strenge straf zijn. ~ 274 3, 178| hen een vernederende straf zijn. ~ 275 3, 179| maakt. Maar Allah kiest tot Zijn boodschappers, wie Hij wil. 276 3, 179| Gelooft daarom in Allah en Zijn boodschappers. Als gij gelooft 277 3, 179| een grote beloning voor u zijn. ~ 278 3, 180| laat degenen, die gierig zijn, ten opzichte van wat Allah 279 3, 180| opzichte van wat Allah hun van Zijn overvloed heeft gegeven, 280 3, 180| Hetgene, waarmee zij gierig zijn zal op de Dag der Opstanding 281 3, 181| zeiden: "Allah is arm en wij zijn rijk." Wij zullen hetgeen 282 3, 182| niet onrechtvaardig jegens zijn dienaren. ~ 283 3, 183| verteerd", zeg hun: "Er zijn reeds vóór mij boodschappers 284 3, 185| binnengelaten, heeft inderdaad zijn doel bereikt. Het leven 285 3, 188| denkt niet, dat zij veilig zijn voor straf. Er wacht hen 286 3, 190| 190. Er zijn voorzeker in de schepping 287 3, 195| verlieten en van hun huizen zijn verjaagd en voor Mijn zaak 288 3, 195| die hebben gevochten en zijn gedood, de fouten zeker 289 3, 197| daarna zal de hel hun tehuis zijn en slecht is deze rustplaats. ~ 290 3, 199| onder de mensen van het Boek zijn er, die in Allah en in hetgeen 291 3, 199| een geringe prijs. Dezen zijn het, die hun beloning bij 292 3, 200| anderen aan volhardend te zijn en blijft op uw hoede en 293 4, 3 | gij niet rechtschapen zult zijn bij het behandelen der wezen, 294 4, 8 | verdeling (der erfenis) aanwezig zijn, geeft hun er iets van en 295 4, 9 | achterlaten, bezorgd zouden zijn. Laat hen Allah daarom vrezen 296 4, 11 | maar als er alleen meisjes zijn, meer dan twee, dan is er 297 4, 11 | als hij geen kind heeft en zijn ouders van hem erven, dan 298 4, 11 | hem erven, dan is er voor zijn moeder een derde deel en 299 4, 11 | zusters heeft, dan is er voor zijn moeder een zesde deel na 300 4, 12 | Maar als er meer dan dezen zijn, dan zijn zij deelgenoten 301 4, 12 | meer dan dezen zijn, dan zijn zij deelgenoten in een derde 302 4, 13 | 13. Dit zijn de door Allah vastgestelde 303 4, 13 | bepalingen en wie Allah en Zijn boodschapper gehoorzaamt, 304 4, 14 | 14. En wie Allah en Zijn boodschapper niet gehoorzaamt 305 4, 14 | boodschapper niet gehoorzaamt en Zijn grenzen overschrijdt zal 306 4, 14 | hem een vernederende straf zijn. ~ 307 4, 17 | daarna berouw hebben. Dezen zijn het, tot wie Allah Zich 308 4, 18 | ongelovigen sterven. Dezen zijn het, voor wie Wij een pijnlijke 309 4, 19 | terugnemen, tenzij zij schuldig zijn aan een schandelijk kwaad; 310 4, 19 | afkeer van haar hebt, kan het zijn, dat gij afkeer hebt van 311 4, 23 | 23. Verboden zijn u uw moeders en uw dochters 312 4, 23 | die uw beschermelingen zijn door uw vrouwen tot wie 313 4, 24 | die daar buiten vallen, zijn u toegestaan; dat gij zoekt 314 4, 25 | indien zij, nadat zij gehuwd zijn zich schuldig maken aan 315 4, 26 | degenen die vóór u waren en u Zijn barmhartigheid te betonen. 316 4, 31 | grootste dingen die u verboden zijn vermijdt, zullen Wij uw 317 4, 33 | geeft ieder hunner daarom zijn deel. Waarlijk, Allah is 318 4, 34 | 34. Mannen zijn voogden over de vrouwen 319 4, 34 | besteden. Deugdzame vrouwen zijn dus zij, die gehoorzaam 320 4, 34 | dus zij, die gehoorzaam zijn en heimelijk bewaren, hetgeen 321 4, 35 | dan een scheidsrechter van zijn familie en van haar familie 322 4, 36 | degenen die onder uw macht zijn. Voorzeker, Allah heeft 323 4, 37 | 37. Evenmin die gierig zijn en de mensen aansporen ook 324 4, 37 | aansporen ook gierig te zijn en die hetgeen Allah hun 325 4, 37 | die hetgeen Allah hun van Zijn overvloed heeft gegeven, 326 4, 40 | vermenigvuldigt Hij deze en geeft van Zijn kant een grote beloning. ~ 327 4, 46 | 46. Er zijn onder de Joden, die woorden 328 4, 46 | beter en oprechter voor hen zijn geweest. Maar Allah heeft 329 4, 51 | van de ongelovigen: "Dezen zijn beter geleid op het pad 330 4, 52 | 52. Dezen zijn degenen die Allah heeft 331 4, 54 | hetgeen Allah hun vanuit Zijn overvloed heeft gegeven? 332 4, 56 | telkens, wanneer hun huiden zijn verbrand, andere huiden 333 4, 59 | gelooft, gehoorzaamt Allah en Zijn boodschapper en degenen, 334 4, 59 | verwijst het naar Allah en Zijn boodschapper, als gij gelooft 335 4, 61 | heeft nedergezonden en tot Zijn boodschapper", ziet gij 336 4, 65 | zij zullen geen gelovigen zijn, voordat zij u (profeet) 337 4, 66 | het voor hen zeker goed zijn geweest en het, beste ter 338 4, 69 | boodschapper gehoorzaamt, zal zijn onder degenen wie Allah 339 4, 69 | onder degenen wie Allah Zijn zegeningen heeft geschonken, 340 4, 69 | martelaars) en de goeden en dezen zijn uitstekende metgezellen. ~ 341 4, 75 | de bewoners onderdrukkers zijn en schenk ons een vriend 342 4, 77 | het Hiernamaals zal beter zijn voor hem die Allah vreest. 343 4, 83 | En ware Allah's genade en Zijn barmhartigheid niet over 344 4, 84 | de gelovigen aan. Het kan zijn, dat Allah de macht der 345 4, 87 | En wie is waarachtiger in Zijn woord, dan Allah? ~ 346 4, 91 | die veilig bij u willen zijn en bij hun eigen volk; telkens 347 4, 92 | dan moet een bloedgeld aan zijn familie worden betaald en 348 4, 93 | gelovige opzettelijk doodt, zijn vergelding zal de hel zijn; 349 4, 93 | zijn vergelding zal de hel zijn; daarin zal hij vertoeven. 350 4, 94 | van dit leven? Bij Allah zijn goede dingen in overvloed. 351 4, 94 | voordien maar Allah bewees u Zijn gunst; stelt daaromtrent 352 4, 95 | uitzondering der onbekwamen, zijn niet gelijk aan degenen 353 4, 97 | daarop te verhuizen?" Zij zijn het, wier tehuis de hel 354 4, 97 | wier tehuis de hel zal zijn en dat is een kwade bestemming. ~ 355 4, 99 | 99. Dezen zijn het, wie Allah moge vergeven, 356 4, 100| overvloed vinden. En wie van zijn huis weggaat, zijn land 357 4, 100| wie van zijn huis weggaat, zijn land verlatend terwille 358 4, 100| verlatend terwille van Allah en Zijn boodschapper en de dood 359 4, 100| de dood achterhaalt hem - zijn beloning bij Allah staat 360 4, 101| zal het voor u geen zonde zijn het gebed te bekorten, als 361 4, 101| Voorwaar, de ongelovigen zijn een openlijke vijand voor 362 4, 102| zal dat voor u geen zonde zijn. Maar gij dient uw afweermiddelen 363 4, 109| wie zal een voogd over hen zijn? ~ 364 4, 110| 110. Wie kwaad doet of zijn ziel onrecht aandoet en 365 4, 111| begaat deze slechts jegens zijn eigen ziel. En Allah is 366 4, 121| 121. Dezen zijn het, wier tehuis de hel 367 4, 127| vrouwen; Zeg: "Allah geeft u Zijn uitspraak over haar; alsmede 368 4, 128| het geen blaam voor hen zijn als zij een verzoening met 369 4, 128| is het beste. De mensen zijn tot gierigheid geneigd. 370 4, 130| zal Allah hen beiden door Zijn overvloed onafhankelijk 371 4, 135| niet onrechtvaardig zult zijn. En als gij de waarheid 372 4, 136| gelooft, gelooft in Allah en Zijn boodschapper en in het Boek 373 4, 136| boodschapper en in het Boek dat Hij Zijn boodschapper heeft geopenbaard, 374 4, 136| openbaarde. En wie Allah en Zijn engelen en Zijn Boeken en 375 4, 136| Allah en Zijn engelen en Zijn Boeken en Zijn boodschappers 376 4, 136| engelen en Zijn Boeken en Zijn boodschappers en de laatste 377 4, 140| eerder) met hen samen zult zijn, dan dat zij zieh met een 378 4, 140| anders zoudt gij hun gelijk zijn. Voorzeker, Allah zal de 379 4, 145| diepste diepte van het Vuur zijn en gij zult voor hen geen 380 4, 150| Waarlijk, degenen die Allah en Zijn boodschappers verwerpen 381 4, 150| te maken tussen Allah en Zijn boodschappers, zeggende: " 382 4, 151| 151. Dezen zijn inderdaad de ongelovigen 383 4, 152| degenen, die in Allah en al Zijn boodschappers geloven en 384 4, 152| wie dan ook, maken, dezen zijn het, wie Hij spoedig hun 385 4, 155| ze zeggen: "Onze harten zijn gesluierd" - neen, Allah 386 4, 157| hierover van mening verschilden zijn zeker in twijfel, zij hebben 387 4, 159| niet in zal geloven vóór zijn dood. En op de Dag der Opstanding 388 4, 159| Jezus) getuige tegen hen zijn, - ~ 389 4, 166| heeft nedergezonden met Zijn kennis en de engelen getuigen 390 4, 167| van Allah's weg afhouden, zijn zeker ver afgedwaald. ~ 391 4, 170| daarom; het zal beter voor u zijn. Maar als gij niet gelooft, 392 4, 171| boodschapper van Allah en Zijn woord tot Maria gegeven 393 4, 171| Gelooft dus in Allah en Zijn boodschappers en zegt niet: " 394 4, 171| enige God. Het is verre van Zijn heiligheid, dat Hij een 395 4, 172| een dienaar van Allah te zijn, noch zullen de nabijzijnde 396 4, 173| geven en meer dan dat uit Zijn overvloed, maar degenen 397 4, 175| vasthouden zal Hij zeker tot Zijn barmhartigheid en genade 398 4, 176| uitspraak. Zeg: "Allah geeft Zijn uitspraak betreffende "Kalalah": 399 4, 176| Maar als er twee zusters zijn, dan moeten zij twee derde 400 4, 176| ontvangen. En als er meer zijn - zowel mannen als vrouwen - 401 5, 1 | dieren buiten die welke u zijn aangegeven, zijn u geoorloofd; 402 5, 1 | welke u zijn aangegeven, zijn u geoorloofd; het wild is 403 5, 2 | om genade van hun Heer en Zijn welbehagen te zoeken. Maar 404 5, 4 | Zeg: Alle goede dingen zijn u geoorloofd en hetgeen 405 5, 5 | 5. Alle goede dingen zijn u deze dag geoorloofd. Het 406 5, 5 | toegestaan. En geoorloofd zijn voor u kuise, gelovige vrouwen 407 5, 5 | Hiernamaals onder de verliezers zijn. ~ 408 5, 6 | Hij wenst u te reinigen en Zijn gunst aan u te vervolmaken, 409 5, 6 | opdat gij dankbaar zult zijn. ~ 410 5, 10 | zullen de bewoners der hel zijn. ~ 411 5, 11 | gunst aan u toen een volk zijn handen tegen u wilde uitsteken, 412 5, 14 | degenen die zeggen: "Wij zijn Christenen, sloten Wij ( 413 5, 16 | leidt daarmede degenen die Zijn welbehagen zoeken op de 414 5, 16 | duisternis tot het licht door Zijn gebod en leidt hen naar 415 5, 17 | Messias, zoon van Maria en zijn moeder en allen die op aarde 416 5, 17 | moeder en allen die op aarde zijn, teniet wil doen?" Aan Allah 417 5, 18 | Christenen zeggen: "Wij zijn Allah's kinderen en Zijn 418 5, 18 | zijn Allah's kinderen en Zijn geliefden." Zeg: "Waarom 419 5, 20 | 20. En toen Mozes tot zijn volk zeide: "O, mijn volk, 420 5, 23 | Heer vreesden en wie Allah Zijn gunst had bewezen: "Gaat 421 5, 24 | binnengaan zolang zij er in zijn. Gaat gij en uw Heer en 422 5, 30 | 30. Maar zijn kwade neiging dreef hem 423 5, 30 | neiging dreef hem er toe zijn broeder te doden, dus doodde 424 5, 31 | beduiden, hoe het lijk van zijn broeder te verbergen. Hij 425 5, 33 | die oorlog tegen Allah en Zijn boodschappers voeren en 426 5, 33 | een schande in deze wereld zijn en in het Hiernamaals zullen 427 5, 35 | tot Hem en strijdt voor Zijn zaak, opdat gij moogt slagen. ~ 428 5, 37 | hen een blijvende straf zijn. ~ 429 5, 39 | 39. Maar degene, die na zijn overtreding berouw heeft 430 5, 41 | geloofd. En onder de Joden zijn er die naar een leugen zouden 431 5, 41 | stellig niets baten. Dit zijn degenen, wier hart het Allah 432 5, 41 | straf in het Hiernamaals zijn. ~ 433 5, 42 | 42. Zij zijn luisteraars naar leugens 434 5, 43 | wenden zij zich af. En zij zijn geen gelovigen. ~ 435 5, 44 | heeft nedergezonden, zij zijn ongelovigen. ~ 436 5, 45 | zal een verzoening voor zijn zonden zijn en wie niet 437 5, 45 | verzoening voor zijn zonden zijn en wie niet rechtspreken 438 5, 45 | Allah heeft nedergezonden, zijn onrechtvaardigen. ~ 439 5, 47 | Allah heeft geopenbaard, zijn de overtreders. ~ 440 5, 51 | Christenen niet tot vrienden. Zij zijn elkanders vrienden. En wie 441 5, 53 | gelovigen zullen zeggen: "Zijn dit degenen die met hun 442 5, 53 | met u waren?" Hun werken zijn verloren gegaan en zij zijn 443 5, 53 | zijn verloren gegaan en zij zijn verliezers geworden. ~ 444 5, 54 | gelooft, wie onder u zich van zijn godsdienst afkeert, laat 445 5, 55 | 55. Uw vrienden zijn slechts Allah en Zijn boodschapper 446 5, 55 | vrienden zijn slechts Allah en Zijn boodschapper en de gelovigen 447 5, 58 | komt doordat zij een volk zijn dat niet begrijpt. ~ 448 5, 59 | meesten van u ongehoorzaam zijn." ~ 449 5, 60 | erger is dan dit? Dezen zijn het, die Allah heeft vervloekt 450 5, 60 | vervloekt en over wie Hij Zijn toorn heeft uitgestort en 451 5, 60 | duivelsdienaren heeft gemaakt. Dezen zijn inderdaad in een slechte 452 5, 64 | is gebonden." Hun handen zijn gebonden en zij zijn vervloekt 453 5, 64 | handen zijn gebonden en zij zijn vervloekt voor hetgeen zij 454 5, 64 | hetgeen zij zeggen. Neen, Zijn handen zijn wijd open, Hij 455 5, 64 | zeggen. Neen, Zijn handen zijn wijd open, Hij geeft, zoals 456 5, 67 | niet doet, dan hebt gij Zijn boodschap niet overgebracht. 457 5, 71 | dat er geen beproeving zou zijn, derhalve werden zig blind 458 5, 72 | verboden en het Vuur zal zijn verblijfplaats zijn. Er 459 5, 72 | zal zijn verblijfplaats zijn. Er is voor de onrechtvaardigen 460 5, 74 | niet tot Allah wenden en om Zijn vergiffenis vragen terwijl 461 5, 75 | alle boodschappers vóór hem zijn heengegaan. En zijn moeder 462 5, 75 | hem zijn heengegaan. En zijn moeder was een waarheidslievende 463 5, 81 | genomen, doch velen hunner zijn ongehoorzaam. ~ 464 5, 82 | degenen die zeggen: "Wij zijn Christenen" het vriendschappelijkst 465 5, 82 | hen geleerden en monniken zijn en wijl zij niet trots zijn. ~ 466 5, 82 | zijn en wijl zij niet trots zijn. ~ 467 5, 86 | zullen de bewoners der hel zijn. ~ 468 5, 89 | uw eden. Zo legt Allah u Zijn tekenen uit, opdat gij dankbaar 469 5, 89 | opdat gij dankbaar moogt zijn. ~ 470 5, 90 | en afgoden en toverpijlen zijn niet anders dan gruwelen, 471 5, 90 | opdat gij voorspoedig moogt zijn. ~ 472 5, 94 | overtreden, een pijnlijke straf zijn. ~ 473 5, 95 | opdat hij het gevolg van zijn daad zal ondergaan. Allah 474 5, 100| De bozen en de goeden zijn niet gelijk, ofschoon de 475 5, 106| maakt, zal er een getuigenis zijn van twee uwer rechtvaardige 476 5, 106| die niet van uit uw midden zijn indien gij door het land 477 5, 107| wordt, dat de twee schuldig zijn aan zonde dan moeten twee 478 5, 107| hen (de eersten) en wij zijn geen overtreders, want dan 479 5, 113| wij daarvan getuigen mogen zijn." ~ 480 5, 114| laatsten onzer een feest moge zijn en een teken van U en tot 481 5, 118| Indien Gij hen straft, zijn zij Uw dienaren en indien 482 5, 119| waarachtigen zal baten. Voor hen zijn tuinen, waar doorheen rivieren 483 6, 14 | mij bevolen, de eerste te zijn die zich onderwerpt." En 484 6, 18 | is de Oppermachtige over Zijn dienaren en Hij is de Alwijze, 485 6, 19 | andere goden buiten Allah zijn?" Zeg: "Ik getuig niet." 486 6, 21 | tegen Allah uitdenkt of Zijn tekenen verloochent? Voorzeker, 487 6, 22 | afgoderij pleegden: "Waar zijn uw mededingers, die gij 488 6, 23 | hun antwoord niet anders zijn dan dat zij zeggen: "Bij 489 6, 25 | 25. Er zijn sommigen hunner, die naar 490 6, 25 | ongelovigen zeggen: "Dit zijn niets dan fabelen der ouden." ~ 491 6, 28 | terugkeren; Voorzeker zij zijn leugenaars. ~ 492 6, 33 | profeet) niet, maar het zijn de tekenen van Allah die 493 6, 34 | Allah kan veranderen. En er zijn reeds tijdingen omtrent 494 6, 37 | over hem geen teken van zijn Heer nedergezonden?" Zeg: " 495 6, 38 | kruipt, noch een vogel die op zijn vleugels vliegt, of zij 496 6, 39 | Onze tekenen verloochenen, zijn doof en stom, in de duisternis. 497 6, 50 | blinde en de ziende gelijk zijn? Wilt gij dan niet nadenken?" ~ 498 6, 52 | morgen en avond aanroepen, Zijn aangezicht zoekend. Gij 499 6, 52 | verantwoordelijk voor hen, noch zijn zij enigermate verantwoordelijk 500 6, 53 | zodat zij kunnen zeggen: "Zijn dezen het, die Allah onder


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2336

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License