Sura, Verse
1 2, 28 | verwerpen, terwijl gij levenloos waart en Hij u leven schonk? Hij
2 2, 84 | Gij dit bekrachtigd en gij waart er getuige van. ~
3 2, 91 | gij inderdaad gelovigen waart?" ~
4 2, 92 | het te aanbidden) en gij waart onrechtvaardig. ~
5 2, 133| 133. Of waart gij aanwezig, toen de dood
6 3, 44 | wij u openbaren. En gij waart niet bij hen toen zij lootten (
7 3, 44 | van Maria zou zijn, noch waart gij bij hen, toen zij met
8 3, 103| bewees toen gij vijanden waart en Hij uw harten verenigde,
9 3, 103| Zijn gunst broeders en gij waart aan de rand van een vuurput
10 3, 123| terwijl gij machteloos waart. Vreest daarom Allah, opdat
11 3, 154| Indien gij in uw huizen waart gebleven, zouden zij wie
12 3, 159| als gij ruw en hardvochtig waart geweest zouden zij zich
13 4, 78 | u achterhalen, zelfs al waart gij in sterk gebouwde torens.
14 4, 94 | dingen in overvloed. Zo waart gij voordien maar Allah
15 4, 97 | zeggen: "In welke toestand waart gij?" Zij zullen antwoorden: "
16 5, 117| nadat Gij mij deedt sterven, waart Gij de Bewaker over hen
17 6, 144| vrouwelijke dieren bevatten? Waart gij aanwezig toen Allah
18 7, 48 | waarover gij hoogmoedig waart, heeft u kunnen helpen." ~
19 7, 86 | gedenkt, hoe gij weinigen waart en Hij u vermenigvuldigde.
20 8, 26 | gedenkt, toen gij weinigen waart en zwak werd geacht in het
21 8, 42 | gij op de nabijzijnde kant waart en zij zich op de andere
22 10, 91 | gij voordien ongehoorzaam waart en tot de onruststokers
23 11, 62 | Zij zeiden: "O Salih, gij waart onze hoop. Verbiedt gij
24 12, 3 | ofschoon gij voorheen onwetend waart. ~
25 12, 89 | aandeedt, toen gij onwetend waart?" ~
26 12, 102| Profeet ) openbaren. Gij waart niet bij hen, toen zij zich (
27 13, 24 | over u, omdat gij geduldig waart; ziet, hoe uitstekend is
28 19, 9 | geschapen toen gij niets waart.'" ~
29 24, 10 | barmhartigheid voor u (dan waart gij verloren gegaan). Voorzeker
30 25, 17 | verzamelen, zal Hij vragen: "Waart gij het, die deze mijn dienaren
31 26, 18 | ons op toen gij een kind waart? En gij bleeft onder ons
32 26, 19 | terwijl gij ondankbaar waart." ~
33 28, 44 | 44. En gij (Mohammed) waart niet aan de westelijke kant (
34 28, 44 | geboden mededeelden, noch waart gij onder de aanwezigen. ~
35 28, 45 | voor hen verlengd. En gij waart geen bewoner onder het volk
36 28, 46 | 46. En gij waart niet aan de bergkant toen
37 34, 31 | de hoogmoedigen zeggen: "Waart gij niet geweest dan zouden
38 37, 29 | zullen antwoorden: "Neen, gij waart zelf geen gelovigen." ~
39 37, 30 | geen macht over u, maar gij waart een overtredend volk. ~
40 39, 59 | verloochendet deze, gij waart hoogmoedig en behoordet
41 40, 75 | en omdat gij hoovaardig waart." ~
42 41, 22 | 22. Gij waart niet in staat u te verschuilen,
43 43, 69 | geloofdet en onderdanig waart, ~
44 44, 49 | Proef dit! Voorzeker gij waart eens de machtige, de eerwaardige. ~
45 45, 31 | u voorgedragen? Doch gij waart hoogmoedig en werdt een
46 46, 20 | hoogmoedig en opstandig waart." ~
47 50, 22 | zal worden gezegd: "Gij waart hieromtrent achteloos. Nu
48 53, 32 | ontstaan en toen gij een embryo waart in de baarmoeder uwer moeder.
49 56, 51 | 51. Dan, o gij, die waart verdwaald en hebt verloochend, ~
50 68, 9 | willen dat gij meegaande waart, dan zouden zij ook meegaande
|