Sura, Verse
1 2, 221| zij geloven; waarlijk een gelovige slavin is beter, dan een
2 2, 221| moge behagen. En huwt haar (gelovige vrouwen) niet aan afgodendienaren
3 2, 221| zij geloven; waarlijk een gelovige slaaf is beter, dan een
4 4, 25 | niet kan bekostigen vrije gelovige vrouwen te huwen, hij huwe
5 4, 25 | hetgeen gij bezit, namelijk gelovige slavinnen. En Allah kent
6 4, 92 | 92. Het betaamt een gelovige niet, een andere gelovige
7 4, 92 | gelovige niet, een andere gelovige te doden, tenzij dit bij
8 4, 92 | vergissing gebeurt. En wie een gelovige bij vergissing doodt moet
9 4, 92 | vergissing doodt moet een gelovige slaaf bevrijden en bloedgeld
10 4, 92 | gezind volk behoort en een gelovige is, dan moet (de overtreder)
11 4, 92 | moet (de overtreder) een gelovige slaaf bevrijden en als hij
12 4, 92 | familie worden betaald en een gelovige slaaf worden bevrijd. Maar
13 4, 93 | 93. En wie een gelovige opzettelijk doodt, zijn
14 4, 94 | begroet: "Gij zijt geen gelovige". Zoekt gij de goederen
15 5, 5 | geoorloofd zijn voor u kuise, gelovige vrouwen en kuise vrouwen
16 9, 10 | verbond betreffende een gelovige in acht, en zij zijn overtreders. ~
17 14, 31 | 31. Zeg tot mijn gelovige dienaren dat zij het gebed
18 16, 97 | hetzij man of vrouw en een gelovige is, hun zullen Wij voorzeker
19 17, 19 | te worden terwijl hij een gelovige is, deze is het wiens streven
20 21, 94 | goede werken verricht en een gelovige is, voor diens ijver zal
21 24, 12 | 12. Waarom dachten de gelovige mannen en vrouwen, toen
22 24, 23 | 23. Zij die kuise, gelovige vrouwen, die geen kwaad
23 24, 30 | 30. Zeg tot de gelovige mannen dat zij hun ogen
24 24, 31 | 31. En zeg tot de gelovige vrouwen dat zij ook haar
25 27, 15 | ons boven vele van Zijn gelovige dienaren heeft verheven." ~
26 29, 56 | 56. O Mijn gelovige dienaren Mijn aarde is uitgestrekt,
27 32, 18 | 18. Zou dan de gelovige gelijk zijn aan hem die
28 33, 35 | Moslims en de Moslima's en de gelovige mannen en vrouwen, de gehoorzame
29 33, 36 | 36. En het betaamt de gelovige man of vrouw niet, wanneer
30 33, 49 | die gelooft! Als gij een gelovige vrouw huwt en daarna van
31 33, 50 | met u emigreerden, en elke gelovige vrouw indien zij zich aan
32 33, 50 | gemaakt wat Wij omtrent hun (gelovige) vrouwen en degenen die
33 33, 58 | 58. En zij, die gelovige mannen en vrouwen lastig
34 33, 73 | zich in barmhartigheid tot gelovige mannen en vrouwen, en Allah
35 37, 81 | was voorzeker één Onzer gelovige dienaren. ~
36 37, 111| Voorwaar, hij was één Onzer gelovige dienaren. ~
37 37, 122| Voorwaar zij behoorden tot Onze gelovige dienaren. ~
38 37, 132| Voorwaar, hij was één Onzer gelovige dienaren. ~
39 39, 10 | 10. Zeg: "O, Mijn gelovige dienaren, vreest uw Heer."
40 40 | 40. De Gelovige (Al-Momin) Geopenbaard
41 40, 30 | 30. En de gelovige zeide: "O mijn volk, ik
42 40, 38 | 38. En de gelovige zeide: "O, mijn volk, volg
43 47, 19 | tekortkoming en voor die van gelovige mannen en vrouwen. Allah
44 48, 5 | 5. Zodat Hij de gelovige mannen en vrouwen in tuinen
45 48, 25 | En ware het niet om de gelovige mannen en vrouwen die gij
46 57, 12 | En de Dag waarop gij de gelovige mannen en vrouwen zult zien,
47 60, 10 | gij die gelooft wanneer gelovige vrouwen tot u komen als
48 60, 12 | 12. O profeet! Wanneer gelovige vrouwen tot u komen, haar
49 71, 28 | huis binnentreedt, ook de gelovige mannen en vrouwen; en doe
50 85, 10 | 10. En zij, die de gelovige mannen en vrouwen vervolgen
|